PDA

Bekijk Volledige Versie : De hulpverlening over seks in de Kerk



Marsipulami
26-03-11, 21:21
De hulpverlening over seks in de Kerk

21/03 21 MAART 2010 - De hulpverlening sprak zich in de laatste hoorzittingen van de Kamercommissie Seksueel Misbruik uit tegen een meldplicht voor seksueel misbruik van minderjarigen, tegen verlenging van de verjaringstermijnen, tegen een woonverbod en voor gedwongen hulpverlening. Ze was verdeeld over het succes van haar eigen therapieën en iedereen kon vaststellen dat het seksueel misbruik in andere sectoren dan de Kerk veel ernstiger is. Een overzicht.

De Kamercommissie Seksueel Misbruik in de Kerk heeft er haar laatste hoorzittingen opzitten. Een pleiade van hulpverleners passeerde de jongste weken de revue en daarbij sneuvelden nogal wat taboes van de Commissieleden. De Commissie zal nu ook deze standpunten moeten verwerken in haar rapport dat voor Pasen klaar moet zijn. We brengen een overzicht in drie delen. Eerst belichten we de verschillende beleidsvoorstellen van de hulpverleners. Vervolgens behandelen we de vraag of hun therapieën wel succes hebben. En tenslotte zeggen we iets over seksueel misbruik in de andere sectoren dan de Kerk en de manier waarop dit daar wordt aangepakt.

I. BELEIDSVOORSTELLEN
I.1. MELDPLICHT
De hulpverlening had een resem adviezen voor de parlementsleden klaar. Ze riep hen vooral op om niet te tornen aan het beroepsgeheim.

I.1.1. WAAROM GEEN MELDPLICHT?

Momenteel bestaat er een meldrecht bij seksueel misbruik van minderjarigen. Hulpverleners met een beroepsgeheim mogen dat schenden als ze bij een slachtoffer zelf seksueel misbruik hebben vastgesteld of als ze dat misbruik van het slachtoffer hebben vernomen. In dat geval mogen ze naar het parket gaan.

Een eerste vaststelling is dat daarvan weinig gebruik wordt gemaakt. Professor Michel Deneyer (VUB) onderzocht het bij de Vlaamse pediaters (kinderartsen). Slechts 4,6% stapt naar het gerecht als ze van seksueel misbruik horen en ook als ze het zelf vaststellen gaat slechts 13,8% naar het parket, hoewel ze dat perfect mogen doen van de wet. En Stef Anthoni van de Vlaamse Vertrouwenscentra zegde dat zij in Antwerpen slechts in 5% van de gevallen die ze kennen naar het gerecht stappen. Erg weinig dus.

Omdat hulpverleners vaak nieuwe feiten van seksueel geweld vernemen en omdat de daders daarvan toch niet vrij met kinderen zouden moeten kunnen blijven omgaan, willen sommige commissieleden een meldplicht invoeren voor seksueel misbruik van minderjarigen. Deze meldplicht bestaat in Frankrijk en dat was voor sommige commissielden een model. Ze zou niet alleen gelden voor priesters, maar ook voor artsen, maatschappelijk assistenten e.d.

Maar de hulpverlening is totaal en unisono tegen. Waarom? De Leuvense professor jeugdrecht Johan Put, die zelf verklaarde dat hij nog geen definitief standpunt in deze discussie wil innemen, zette voor de commissieleden alle argumenten tegen op een rijtje:

* Onderzoek wijst uit dat een meldplicht leidt tot een massa ongegronde meldingen, tot 79% in Canada. De hulpverleners redeneren: als er twijfel is, zal ik het maar melden, want dat is in mijn voordeel.

* De meldplicht kan een gemakkelijkheidsoplossing voor de hulpverleners worden. Ze melden de zaak en zijn er dan van af. Dat kan leiden tot verantwoordelijkheidsvlucht.

* Het gerechtelijk systeem raakt overbelast door al die meldingen.

* De meldplicht is moeilijk te handhaven, zoals het Franse model aantoont. Put vroeg de parlementsleden zeker dat Franse model niet over te nemen: "De Franse wet is ingewikkeld en onduidelijk en de meldplicht wordt niet strafrechtelijk beteugeld. Het enige belangrijke gevolg tot nu toe is dat artsen die kindermisbruik melden aan het gerecht niet meer tuchtrechtelijk gestraft worden door hun Orde".

* Een meldplicht doorbreekt de vertrouwelijke band met het slachtoffer. Er is zelfs een gevaar voor secundaire victimisering (waarbij het slachtoffer door de manier waarop hulpverlening en gerecht het slachtoffer behandelen, opnieuw tot slachtoffer wordt gemaakt, nvdr), zeker wanneer de hulpverlener achter de rug van het slachtoffer naar het gerecht stapt.

* Een meldplicht schrikt slachtoffers die nog niet daar de hulpverlening zijn gestapt af om dat te doen. Bij vele slachtoffers is er immers een "Stockholmsyndroom", een grote loyauteit tegenover de dader. Kinderen willen wel dat het seksueel misbruik stopt, maar niet dat hun vader in de gevangenis terecht komt.

* Als je het aan de slachtoffers zelf vraagt, dan is er veel minder steun voor een meldplicht dan wanneer je het aan niet-slachtoffers vraagt. In VS gingen onderzoekers na of er een meldplicht moest zijn voor huiselijk geweld. 71% van de vrouwen was daarvoor, maar als men hetzelfde vroeg aan de minshandelde vrouwen, dan zakte dat aandeel naar 59%.

* Er is een tegenspraak tussen de voordelen op korte termijn en die op langere termijn. Geef de straathoekwerkers een meldplicht voor drugsmisdrijven en je zal onmiddellijk meerdere netwerken in de Antwerpse wijk 2060 kunnen oprollen. Maar op langere termijn kan je daar dan ook het hele straathoekwerk opdoeken. En dat heeft toch bepaalde voordelen.

* Tijdens een lagere hoorzitting voegde professor Michel Deneyer nog toe dat 45% van de daders dat ook met de artsen zijn probleem bespreekt. Als er een meldplicht komt, zal dit natuurlijk stoppen en kan men niet meer ingrijpen op de dader, zo luidde het.

I.1.2. WELKE ALTERNATIEVEN?

A. MELDCODE

De Vertrouwensartsencentra zagen wat in het Nederlandse model van een meldcode. Stef Anthoni: "Hulpverleners die kindermishandeling of huiselijk geweld vermoeden worden in Nederland verplicht om een aantal stappen te volgen, bv. contact opnemen met de Vertrouwenscentra voor Advies. Bij misbruik door een professioneel (leraar, dokter e.d.) moet het bestuur ingelicht worden. Onderzoek wijst uit dat dit het aantal meldingen zal verdrievoudigen".

B. MELDRECHT UITBREIDEN

Het huidige meldrecht kan worden uitgebreid op twee vlakken.

* Justitieminister Stefaan De Clerck (CD&V) wil het uitbreiden naar seksueel misbruik van meerderjarigen. Nu geldt dat spreekrecht alleen voor seksueel misbruik van minderjarigen.

* En professor Paul Cosyens voegde daar nog een tweede mogelijke uitbreiding aan toe: "Ook hulpverleners aan daders moeten het recht krijgen om nieuwe criminele feiten van de mensen die zij behandelen te melden aan het gerecht. En dat hebben ze nu niet." Cosyns is de directeur van het Universitair Forensisch Centrum (UFC) van het UZA, dat tussen 1993 en 2010 994 seksuele delinquenten begeleidde, van wie 68,2% seksueel geweld op minderjarigen had gepleegd.

Cosyns keerde zich scherp tegen een meldplicht. "Als die er komt, moet justitie maar zelf de hulpverlening aan seksuele delinquenten organiseren. Dat werkt zo in Canada en het functioneert daar goed. Maar hier werd al geruime tijd geleden beslist dat de hulpverlening aan het justitiecliënteel door onafhankelijke hulpverleners van de Gemeenschappen wordt gedaan. Als er een meldplicht komt, moet men ook dat aspect maar herzien."

C. MEER SAMENWERKING HULPVERLENING-GERECHT

Professor Put pleitte voor meer samenwerking tussen hulpverleners en gerecht. Hun logica's staan tegenover elkaar. Voor de hulpverlener primeert de warme relatie met de cliënt en juridische kennis heeft hij niet veel. "Sommige hulpverleners hebben in hun opleiding geen enkel rechtsvak gekregen, andere wel, maar dat zijn dan puur technische vakken: hoe zit regeling X precies in elkaar?", zo zegde de prof. Hij pleitte voor een cursus recht voor hulpverleners die geïntegreerd is in de vakken ethiek en deontologie.

Voor het parket primeert dan weer de vervolging van de dader en soms maakt dat de toestand alleen maar erger. En op sommige parketten hebben ze maar weinig kennis van de hulpverlening.

Ook de directeur van Child Focus, Kristine Kloeck beklemtoonde dat justitie en hulpverlening gelijkwaardige partners moeten zijn, zoals dat al was bepaald in het samenwerkingsprotocol dat over dit thema werd gesloten in 1998. "Geen van beide groepen kan deze problematiek alleen aanpakken, multidisciplinaire samenwerking is cruciaal. De concurrentie tussen justitie en hulpverlening moet voorbij zijn."

I.2. MEER PROTOCOLLEN
* In de Kamercommissie werd oeverloos lang gediscussieerd over het samenwerkingsprotocol dat de Commissie-Adriaenssens, die binnen de Kerk klachten over seksueel misbruik door priesters behandelde, had afgesloten met de parketten-generaal. Adriaenssens wilde een aantal zaken melden aan het gerecht en wilde weten waar dat moest gebeuren. In een protocol stond dat het federaal parket al de klachten zou ontvangen en ze daarna doorsturen naar het bevoegde parket.

De Commissieleden vonden dan de Commissie-Adriaenssens een parallelle justitie was geworden en dat zij zelf ging beslissen wanneer een pedofiliezaak moest worden geseponeerd.

De vorige ministers van Justitie, Marc Verwilghen (Open Vld) en Laurette Onkelinx (PS) zegden in de Kamercommissie Seksueel Misbruik openlijk dat zij zo'n protocol als dat met de Commissie-Adriaenssens nooit zouden hebben toegelaten. Dat waren eerder politieke statements. Van Marc Verwilghen was dit eigenaardig omdat hij wel zijn akkoord had gegeven voor de Commissie-Halsberghe, die zelfs schadevergoedingen aan slachtoffers wilde uitbetalen en die ook volgens de bisschoppen tot een parallelle justitie was uitgegroeid.

Marsipulami
26-03-11, 21:23
(vervolg)

En nog merkwaardig: toen Wim Deetman,de voorzitter van de gelijknamige Commissie-Deetman uit Nederland, kwam uitleggen hoe zijn commissie werkte, bleek die werkwijze op vele punten bijna dezelfde te zijn als die van de Commissie-Adriaenssens. Maar er was amper parlementaire kritiek op de Commissie-Deetman en des te meer op de Commissie-Adriaenssens.

* De ideeën van justitieminister Stefaan De Clerck én die van de hulpverlening stonden volledig haaks op wat de commissieleden vonden. De Clerck en de hulpverlening pleitten voor meer samenwerkingsprotocollen tussen justitie en hulpverlening. Namens de Vetrouwensartsencentra zegde Stef Anthoni het heel duidelijk: "In plaats van het aantal samenwerkingsprotocollen tussen hulpverlening en gerecht te beperken, moeten we het juist uitbreiden. Niet alle organisaties waar mensen met kinderen werken, niet alle jeugd- of sportclubs, hebben een protocol waarin staat wat bij seksueel misbruik precies moet gebeuren (wie moet optreden? Wanneer moet men naar het gerecht gaan? e.d.) en dat zou best veranderen".

Anthoni vond verder dat de bestaande hulpverlening van de Vertrouwenscentra verder moeten worden uitgebouwd, hoewel in Antwerpen men slechts in 5% van alle gevallen van mishandeling naar justitie stapt om klacht in te dienen.

* In Antwerpen worden de mogelijkheden om geval per geval samen te werken met het parket uitgetest in het Cosaproject. De Leuvense criminologieprofessor Stefan Bogaerts prees terzake dit Cosaproject. Dat komt uit Canada en wordt momenteel ook toegepast door het justitiehuis van Breda en dat van Antwerpen. In dat project wordt een vrijgelaten pedoseksueel dagdagelijks gecontroleerd door zijn sociaal netwerk. Enerzijds is er een reeks professionelen die hem en zijn netwerk volgen, anderzijds zijn er ook vrijwilligers uit zijn onmiddellijke omgeving (vrienden, familie e.d.) die dat doen. "In het buitenland heeft dit Cosaproject geleid tot een vermindering van de recidive met 60%, maar hier zijn nog geen resultaten bekend".

I.3. GEEN CENTRAAL MELDPUNT
De hulpverlening is tegen een centraal meldpunt voor seksueel misbruik voor minderjarigen. "Er bestaan al meldpunten genoeg, een nieuw meldpunt zal een verwijsinstantie zijn en dat maakt het voor de slachtoffers alleen maar ingewikkelder", zo zegde Daniël Martin, de voorzitter van het Nationaal Forum voor Slachtofferbeleid.

"Een centraal meldpunt zal de drempel verhogen omdat de slachtoffers verder moeten gaan dan nu het geval is. Nu kunnen ze immers regionaal bij de Vertrouwensartsencentra terecht", zo zegden de Vetrouwensartsencentra. En ook Child Focus wil geen centraliserend meldpunt meer. Maar de organisatie pleit wel voor gratis therapeutische begeleiding voor alle slachtoffers.

I.4. GEEN LANGERE VERJARINGSTERMIJN
Het Nationaal Forum voor Slachtofferhulp sprak zich uit tegen een verlenging van de huidige verjaringstermijn. "Die is nu al lang genoeg. Maar geef de slachtoffers wel de mogelijkheid om nog klacht in te dienen, ook als de feiten verjaard zijn. Het belangrijkste voor de slachtoffers is dat ze gehoord worden", zo zegde voorzitter Daniël Martin.

Eerder had Child Focus zich gekeerd tegen een verlenging van de verjaringstermijn."Slachtoffers zijn niet uit op wraak en ze zijn niet gebaat bij een levenslang slachtofferschap. Ze willen vooral erkenning van de gruwelijke feiten en willen na verloop van tijd met hun leven verder gaan. Bovendien wisselen de rollen soms af: 40% van de daders was vroeger ook slachtoffer. Child Focus wil de belangen van het slachtoffer niet uitspelen tegen die van de dader", zegde directeur Kloeck. Volgens Kloeck is verlenging van die verjaringstermijn zeker niet nuttig bij criminele feiten die zich voor 85% binnen het gezin of de familiale context afspelen. "We moeten alles doen op het moment van de feiten zelf of kort daarna. Als men vele jaren later nog gerechtelijk optreedt, dan dreigen heel oude wonden opnieuw opengereten te worden en dat is niet goed".

Het voorstel-Lahaye-Battheu (zie: hier, nvdr), dat de verjaringstermijn op 30 jaar wil brengen terwijl die nu 10 jaar is, richt zich volgens Child Focus blijkbaar op die 2% zedendelinquenten die feiten plegen buiten de familiale context en die wellicht altijd zullen hervallen. Kloeck vond dat er voor die groep al voldoende maatregelen zijn: de straf, terbeschikkingstelling na de straftijd en onbeperkte internering. Voor haar was er geen nood aan een verlenging van de verjaringstermijn tot dertig jaar, die "het proportionaliteitsbeginsel schendt".

I.5. GEEN WOONVERBOD
Ook andere voorstellen van de Commissieleden vonden geen genade in de ogen van de hulpverlening. Zo waren meerdere sprekers gekant tegen een woonverbod. Bij een woonverbod mogen pedofielen bv. niet in een bepaalde gemeente of dichtbij een school gaan wonen. De Kamerleden Renaat Landuyt (sp.a) en Bert Schoofs (VB) zijn voor een woonverbod (zie: hier, nvdr).

Hulpverlener Kris Van Hoeck, psycholoog bij ITER, een Brussels centrum voor daderhulp, zei dat woonverboden voor pedofielen de recidive in de hand werken. "Een woonverbod is een slecht idee, zo toont onderzoek uit de VS aan. Wie uit de samenleving wordt uitgesloten, zal eerder geneigd zijn om nieuwe feiten te plegen dan wie sociaal gecontroleerd wordt", zo luidde het

.
I.6. GEEN BURGERLIJKE PARTIJSTELLING
De hulpverlening moet geen recht krijgen om zich burgerlijke partij te stellen bij seksueel misbruik van kinderen. Momenteel kan bv. Child Focus dit al wél doen bij sekstoerisme en bij kinderpornografie. Maar directrice Kristine Kloeck is tegen de uitbreiding van die mogelijkheid: "We deden dit nu vijf keer bij sekstoerisme en kinderpornografie, omdat dit dossiers waren met anonieme slachtoffers. We willen deze slachtoffers, die zich niet zelf burgerlijke partij kunnen stellen, een gezicht geven. Dat is niet nodig als het slachtoffer zelf of zijn familie zich nog burgerlijke partij kan stellen."

II. RECIDIVE EN THERAPEUTISCH SUCCES
Haalt therapie iets uit bij pedofielen? Wat is het nut van al die instellingen die zich met pedofielen bezighouden. Deze vraag valt uiteen in twee onderdelen.

II.1. RECIDIVE
Hoe groot is de recidive van pedofielen? België heeft geen cijfers!

* Volgens ULB-criminoloog Christophe Adam wordt het risico op hervallen bij pedofielen "schromelijk overschat". "De wetenschappers Hanson en Buissière stelden op basis van meerdere studies over de evolutie van in totaal 20.000 seksuele delinquenten in 2004 vast, dat na vijf jaar slechts 13,4% van de seksuele delinquenten is hervallen, na 20 jaar gaat het om 27%. Dat hervalpercentage is veel lager dan voor andere misdrijven."

Marsipulami
26-03-11, 21:24
(vervolg)

KUL-criminoloog Stefan Bogaerts erkende dit internationale onderzoek. In Nederland onderzocht hij de 2.000 zedendelinquenten uit 1997 zeven jaar na hun vrijlating. En ook in Nederland blijkt dat één op de zeven recidiveert.

In ons land is er alleen onderzoek voor Wallonië. Daar onderzocht men de recidive van de 231 seksuele delinquenten die ambulant werden begeleid. Het bleek dat na 4 jaar 27% een nieuw misdrijf had gepleegd (om het even welk), maar slechts 7,9% had een nieuw seksueel misdrijf gepleegd. Dat percentage is maar half zo hoog als het internationaal erkende percentage (13,7%).

* Maar er waren ernstige relativeringen van al deze onderzoeken:

- Professor Paul Cosyns: "Dé pedofiel bestaat niet. Bij heteroseksuele incest is het hervalpercentage het laagst: 3%. Homoseksuele pedo's lopen een veel groter risico op hervallen dan heteroseksuele, en wie een verkrachtig heeft gepleegd of wie exhibitionist is, heeft ook een hoger hervalrisico. Bij deze laatste groep is het hervalpercentage zelfs 70%. De cijfers komen telkens uit buitenlands onderzoek."

- En professor Bogaerts voegde hier aan toe: "Deze onderzoeken - zowel dat van mij als dat van Hanson gaan over geregistreerde criminaliteit. Het werkelijke hervalpercentage is drie tot vier keer hoger. En op de zeer lange termijn is recidive gewoon een realiteit. Dit soort criminaliteit neemt niet af met de leeftijd. Dat gebeurt slechts heel lichtjes, men blijft levenslang doorgaan".

II.2. WAT TE DOEN?
A. WAT GEBEURT NU AL?

Daarbij rijst eerst de vraag wat er nu al gebeurt.

* Pedofielen die als geïnterneerden in de gevangenissen zitten worden niet begeleid. "Wij hebben daar het personeel niet voor. Ik heb pas in 2009 de eerste opvoeders en ergotherapeuten van Justitie gekregen! Merksplas dreigt ook de vuilnisbak te worden voor geïnterneerden die elders zouden moeten behandeld worden. Er zijn maar drie instellingen die ze willen opnemen en daar heb je lange wachtlijsten. Wij moeten de geïnterneerden dus als gewone gevangenen behandelen, terwijl het geesteszieken zijn. De rechter heeft dat beslist, maar de samenleving neemt zijn verantwoordelijkheid niet op", zo zuchtte de directeur van Merksplas, Engelbert Brebels.

* En daarnaast heb je nog gewone gedetineerde pedofielen en zedendelinquenten. Bij deze groep stelt men een toenemende afkeer voor therapie vast. Steeds meer pedofiele gedetineerden zitten hun straf volledig uit.

== Een steeds grotere groep doet dat opzettelijk om een langdurige behandeling met controle te vermijden. Andere redenen waarom steeds meer zedendelinquenten hun straf volledig uitzitten zijn:

== Justitie geeft hen geen penitentiair verlof om bv. op zoek te gaan naar een therapeut omdat ze te gevaarlijk zijn. Wie geen penitentiair verlof heeft gekregen zal ook niet voorwaardelijk vrij komen en zo doen die pedofielen hun straf helemaal uit.

== De gedetineerden doen "de Ronde van Vlaanderen": ze schrijven alle instellingen aan om in therapie te kunnen gaan, maar worden overal geweigerd bv. omdat ze te zwak begaafd zijn of omdat er een dubbele diagnose is (seksueel misbruik gecombineerd met een alcoholverslaving) of omdat de feiten te ernstig waren en men deze gedetineerde niet wil mengen met de andere psychiatrische cliënteel. Kortom: omdat er een tekort is aan resicentiële en ambulante behandelcentra.

== Ze durven in de gevangenis niet zeggen dat ze seksueel delinquent zijn omdat ze bang zijn voor represailles door medegedetineerden. Ze gaan dus niet in therapie.

== Druk van medeveroordeelden speelt ook een rol. Gevangenen die opnieuw opgesloten zijn omdat ze hun voorwaarden niet naleefden zijn een slecht voorbeeld. "Zit je straf uit, dan ben je tien jaar gerust!", zo luidt het.

Om dit fenomeen tegen te gaan zijn nogal wat betrokkenen gewonnen voor "pre-therapie". Daarbij moeten de pedofielen net voor hun vrijlating een cursus volgen om hen te stimuleren om zelf in therapie te gaan. In Wallonië wil Bernard Pihet, de directeur van de Luikse Unité de Psychopathologie Légal, vanaf 1 april starten met een dergelijke cursus in de gevangenis van Namen. Alle Waalse gedetineerde zedendelinquenten die het einde van hun straf naderen krijgen zes maanden lang gratis een soort van motivatietherapie. Aan Vlaamse kant is zo'n initiatief er nog niet. Professor Paul Cosyns was overigenis sceptisch dat het gevangeniswezen zelf dit nog kan organiseren.

* Er schort ook nog veel aan de controle van voorwaardelijk vrijgelaten pedofielen,zo wist strafuitvoeringrechter Freddy Pieters. Hij wist zeker dat de justitieassistenten, die op de naleving van de voorwaarden moeten toezien, niet iedere schending aan de strafuitvoeringsrechtbank of aan het parket melden. Eerder al was al gewezen op het dubbelzinnige statuut van de justitieassistent, die volgens sommigen (vooral in Franstalig België) een hulpverlener is en dus beroepsgeheim heeft, waardoor hij deze schendingen van de voorwaarden niet moet melden. In Vlaanderen kijkt men pragmatischer tegen deze dingen aan. Punt blijft evenwel dat de positie van de justitie-assistent onduidelijk is en dringend regeling behoeft.

Terzake merkte Pieters ook op dat nog te veel delen onderdelen van de nieuwe interneringswet niet zijn uitgevoerd, terwijl dat wel al zou kunnen. "Ook de nieuwe wet op de terbeschikkingstelling had al lang uitgevoerd kunnen zijn, te meer daar het toch maar om 50 dossiers per jaar gaat. Waarom zijn deze mensen nog niet overgeheveld? Waarom vallen ze nog altijd onder de bevoegdheid van de minister van Justitie en niet onder die van de strafuitvoeringsrechtbanken?" (Wat deze wet zegt, vindt U hier, nvdr)

* Marina Coppieters, voorzitster van de Brusselse probatiecommissie, meende eveneens dat de huidige therapieën en begeleidingen soms van te korte duur zijn. Ze wil daarom dat het probatieuitstel niet stopt na vijf jaar, maar dat het kan worden verlengd met de verplichting om een therapie of begeleiding te volgen. Ze wil dat die maatregel zelfs gecontroleerd wordt door het elektronisch toezicht.

B. HALEN THERAPIE EN BEGELEIDING IETS UIT?

* De meeste hulpverleners (Cosyns, Adam) waren te vinden voor gedwongen therapie. Een merkwaardige evolutie, want zo'n twintig jaar geleden was iedereen daar nog tegen. Cosyns: "Een gedwongen therapie onder gerechtelijke controle, biedt meer kansen op succes dan een vrijwillige. In iedere therapie heb je nl. een moment dat het moeilijk wordt voor de patiënt. Vrijwillige cliënten haken dan af, wie gedwongen in therapie is gekomen meestal niet. Hij gaat dan toch door en daardoor zijn de resultaten beter".

* Maar verder bleken de verschillen groot. Ze hangen nl. af van wat de hulpverlener in kwestie als oorzaak van pedofilie ziet. Al naargelang die oorzaken pleit men voor gedragstherapie, psychoanalyse, chemische castratie of….helemaal niets. Helaas werd dit aspect maar weinig uitgewerkt in de Kamercommissie. Wat het meeste uithaalt is niet geweten en in België zelfs niet onderzocht. Toch twee verschillende standpunten, die in de Kamercommissie werden ingenomen:

== ULB-onderzoeker Christophe Adam vindt dat er "maar heel weinig" onbehandelbare pedofielen zijn. "Je kan een pedofiel niet als "onbehandelbaar" definiëren als je het niet eerst geprobeerd hebt. Bovendien kiezen hulpverleners vaak voor hun eigen comfort door mensen die niet in hun therapeutisch plaatje passen als onbehandelbaar af te doen. Of iemand onbehandelbaar is, hangt dus ook af van de houding van de therapeut." Adam sprak zich uit tegen de theorie dat pedofilie aangeboren is.

== KUL-criminoloog Stefan Bogaerts vond dat elke zedendelinquent zijn eigen risicoprofiel heeft. "Bij de berekening van het risico zal men ook rekening moeten houden met wat gebeurt in de hersenen. Men zal misschien de zedendelinquenten in een MRI-scanner moeten stoppen en dan kijken wat er in de hersenen gebeurt als ze foto's van naakte kinderen te zien krijgen. Op basis van die resultaten kan men mee het risico bepalen".

(De vraag rijst natuurlijk wat te doen als pedofilie aangeboren of genetisch bepaald zou zijn, zoals bv. hersenspecialist Dick Swaab suggereert in zijn jongste boek. In dat geval resten maar twee alternatieven: ofwel levenslange opsluiting, ofwel constante sociale controle via bv. het Cosaproject, nvdr).

Marsipulami
26-03-11, 21:25
(vervolg)

III. DE ANDERE SECTOREN

* Op het eerste gezicht is het seksueel misbruik van minderjarigen bijna overal erger dan in de Kerk. Iedereen is het er over eens dat het incestvraagstuk en de problemen binnen de sportsector momenteel veel ernstiger zijn dan die in de Kerk. Het gezin tekent voor ruim twee derde van het seksueel misbruik van minderjarigen.

De zes Vlaamse Vertrouwenscentra voor Kindermishandeling kregen in 2010 per dag 29 meldingen van geweld tegen kinderen binnen. In 20% van die gevallen ging het om seksueel misbruik en binnen die laatste groep ging het in 65% van de dossiers over incest. Het aantal echte "vreemde" daders, die het slachtoffer niet kennen, is heel klein. Bij Child Focus ging vorig jaar zelfs 85% van de meldingen van kindermisbruik over incest en slechts 6 over geestelijken. Ook de centra die forensische zedendelinquenten begeleiden na hun vrijlating tellen slechts enkele priesters onder hun cliënten en ze willen dan ook geen aparte, gescheiden, gespecialiseerde hulpverlening voor pedofiele priesters.

* De situatie is in niet-kerkelijke sectoren nog om andere redenen slechter dan in de Kerk, of zeker zo slecht. De officiële instanties krijgen nauwelijks klachten binnen, terwijl uit onderzoek blijkt dat er toch wel wat seksueel misbruik is. Als er klachten zijn, vallen er weinig sancties of hebben de organisaties daartoe de mogelijkheden niet. We geven hierbij een overzicht van enkele sectoren, zoals dat door hun vertegenwoordigers in de Kamercommissie werd belicht.

A. GEHANDICAPTEN

* Laurent Burssens van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, dat ongeveer 490 erkende instellingen met zo'n 45.000 gehandicapten overkoepelt, maakt zich sterk dat er "bijna geen klachten meer zijn". In de jaren tussen 1995 en 2003 waren er "een vijftal voorzieningen met hardnekkige problemen". Maar momenteel moet iedere instelling een erkend draaiboek hebben om seksueel misbruik op te sporen, te voorkomen en om er op te reageren. Er komt op termijn een centraal meldpunt voor het hele Vlaamse en Waalse gezondheidsbeleid.

* In Wallonië waren er tussen 2005 en 2010 vijf klachten over seksueel misbruik door een opvoeder. Daarvan bleken drie klachten onjuist. Daarnaast had je nog acht klachten over seksueel misbruik door een andere gehandicapte. En dat in de 321 diensten waar ongeveerd 14.000 gehandicapten verblijven.

* Dat dit aantal klachten erg gering is bleek uit een Europees onderzoek van Fabienne Cornet. Zij ging na of men in instellingen voor mentaal gehandicapten al gehoord had van seksueel misbruik. In 95 van de 229 onderzochte instellingen wist men van misbruik door een niet-gehandicapte. De helft wist van misbruik in hun instelling van de ene gehandicapte door de andere. Deze cijfers zijn dus heel wat groter dan die van de officiële instanties. Maar in deze sector wordt duidelijk aan het probleem gewerkt.

B. ARTSEN

* Dat is al heel wat minder het geval bij de artsen. "Tijdens de voorbije 50 jaar heeft officieel slechts 1 op de 1.000 artsen patiënten seksueel misbruikt. Het gaat om 50 gevallen van seksueel misbruik van meerderjarige patiënten en nog eens 10 gevallen van pedofilie. Heel weinig." Dat zei professor Michel Deneyer (VUB) namens de Orde van Geneesheren.

* In 28 gevallen werd de arts tijdelijk geschorst en 4 artsen werden geschrapt als arts. In pedofiliezaken ging het om 5 schorsingen en 1 schrapping. De Orde zegde dat ze "geen enkele voorlopige maatregel nemen tegen een arts die verdacht wordt van seksueel misbruik vooraleer die arts definitief is veroordeeld door het gerecht". De Orde kan zo'n pedofiele arts vooraf niét tijdelijk schorsen. "Als een ziekenhuis een dokter ontslaat omdat hij verdacht wordt van seksueel misbruik, dan kan die nu onmiddellijk een privépraktijk beginnen. De Orde kan daar niets aan doen", zo zei voorzitter Denis Holsters.

"De artsen hebben dus nog minder mogelijkheden om toekomstig seksueel misbruik binnen hun eigen beroep te voorkomen dan de bisschoppen binnen de Kerk. Een bisschop kan een nog niet veroordeelde pedofiele priester onmiddellijk overplaatsen naar een dienst waar hij niet meer in contact komt met kinderen, maar de Orde kan dit niet doen met een pedofiele arts", zo besloot Kamerlid Raf Terwingen (CD&V). De vertegenwoordigers van de Orde gaven hem gelijk. Zij willen de mogelijkheid krijgen om pedofiele artsen voorlopig te schorsen.

C. JEUGDBEWEGING

In de jeugdsector (jeugdbewegingen zoals scouts, chiro) worden helemaal geen cijfers bijgehouden van seksueel misbruik van minderjarigen.

De sector meent ook dat hij zelf geen preventie-activiteiten naar de jongeren moet opstarten."De minderjarigen moeten niet de verantwoordelijkheid dragen voor het seksueel misbruik door volwassenen. Het zijn de volwassenen die de minderjarigen moeten beschermen", zo zegde Annick Hoornaert, namens de Waalse organisaties. En ze voegde er aan toe dat de relationele en seksuele ontwikkeling van minderjarigen niet mag worden afgeremd. Haar Vlaamse collega Barbara Pas beaamde dit.

D. SPORT

In de sportsector hadden de Vlaamse én Waalse verantwoordelijken geen enkele klacht binnengekregen. Voor Vlaanderen bleek dat uit een onderzoek van Jord Vandenhoudt, beleidsmedewerker van de Vlaamse gemeenschap.

Maar uit een aparte bevraging bij 185 mensen die in de sportsector werken, bleek dan weer wel dat 3,78% wél weet had van seksueel misbruik van minderjarigen in een sportrelatie. Maar 60% wist helemaal niet waar ze die problemen konden melden. En het bleek ook onduidelijk welke gedragingen nu precies toegelaten en welke verboden en strafbaar zijn.

En eerder onderzoek van professor Vanden Auweele had uitgewezen dat liefst 11% van de mensen die door een trainer worden begeleid zich slachtoffer voelen van "zeer ernstig seksueel misbruik".

De vergevorderde laskheid in de sportsector maakte dat Open Vld nu oproept tot een uitgebreid onderzoek naar seksueel misbruik in de Vlaamse sportsector.

knuppeltje
27-03-11, 09:53
[B][SIZE="4"]* Het gerechtelijk systeem raakt overbelast door al die meldingen.

Ik vind dat we voortaan overvallen, moorden, inbraken, winkeldiefstallen en straatgeweld ook niet meer moeten aangeven. Ik vind dat we eigenlijk niets meer moeten aangeven Het gerechtelijk systeem raakt overbelast door al die meldingen.

Is er in België nog wel een forum waar jij op mag Mars?

Marsipulami
27-03-11, 10:11
Ik vind dat we voortaan overvallen, moorden, inbraken, winkeldiefstallen en straatgeweld ook niet meer moeten aangeven. Ik vind dat we eigenlijk niets meer moeten aangeven Het gerechtelijk systeem raakt overbelast door al die meldingen.



Ik vind net als jij dat argument van overbelasting van het gerecht ook maar nonsens. Dus op dit punt zijn we het eens.

knuppeltje
27-03-11, 10:31
Ik vind net als jij dat argument van overbelasting van het gerecht ook maar nonsens. Dus op dit punt zijn we het eens.

Volgens mij zijn er veel punten in het stuk waarmee ik het niet eens bent, te veel om er uitgebreid op in te gaan. Ik vind het alles bij elkaar een heel walglijk gedoe.

Van jou ben ik daar niet zo zeker van. Ach, eigenlijk weer wel, maar dat is maar net hoe je dat interpreteert.

rbn
27-03-11, 12:51
http://www.ravagedigitaal.org/hansmulder/hansmulder104/ventje.png

Pizzaman
27-03-11, 15:56
Ik vind dat we voortaan overvallen, moorden, inbraken, winkeldiefstallen en straatgeweld ook niet meer moeten aangeven.
Ik vind dat we eigenlijk niets meer moeten aangeven Het gerechtelijk systeem raakt overbelast door al die meldingen.


Inderdaad. Kunnen we best zelf oplossen...

http://www.topnews.in/light/files/John-Rambo.jpg

Marsipulami
27-03-11, 21:18
Naarmate deze onderzoekscommissie haar werkzaamheden vordert komt er een genuanceerder beeld naar boven omtrent de problematiek van sexueel misbruik in de kerk.

Nogal wat commissieleden zijn uit op een ideologisch getinte revanche op de katholieke kerk en zijn niet erg geïnteresseerd in het lot van de slachtoffers van sexueel misbruik.

Sexueel misbruik blijkt buiten de kerk exponentieel veel vaker voor te komen dan binnen de kerk.

Binnen de kerk wordt op een verantwoordelijke manier omgesprongen met de problematiek, Buiten de kerk gebeurt er niets.

knuppeltje
28-03-11, 09:15
Binnen de kerk wordt op een verantwoordelijke manier omgesprongen met de problematiek, Buiten de kerk gebeurt er niets.

Je bent al net zo walglijk als als de kerk zelve. Ook voor jou is elke leugen acceptabel.