Hatert
29-06-11, 00:18
29 juni 2011, 00:18
Klimaatdebat anno 2011. Wie geen gelijk krijgt, kan altijd nog de wetenschap opheffen
door Steven de Jong
Wetenschap
Milieugoere Al Gore beschrijft in de Rolling Stone van 24 juni hoe de olie- en kolenindustrie klimaatwetenschappers in diskrediet brengt, politici ‘koopt’ en het publiek misleidt. Dat de ‘ongemakkelijke waarheid’ ook gewoon opgeheven kan worden was hem nog niet bekend.
Want daar kwam VVD-Kamerlid René Leegte vandaag pas mee: het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) mag volgens de politicus geen overheidsorganisatie meer zijn, omdat de wetenschappers van de klimaatafdeling tot de conclusie zijn gekomen dat de mens schuldig is aan de opwarming van de aarde. De regeringspartij is niet blij met die conclusie, want het zou afleiden van urgentere problemen.
Het is onderzoekende agentschappen eerder overkomen. Toen vorig jaar de rijksbegroting werd besproken zag de PVV haar kans om zich te wreken op de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. “Elke cent die naar deze papierfabriek gaat is geldverspilling, de bijdrage aan de WRR dient daarom ook opgeheven te worden en overgeheveld te worden naar de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten.” De partij van Geert Wilders gaf aan zich gestoord te hebben aan de rapporten over multiculturaliteit (2007) en de EU (2004).
Vervuilers versus wetenschappers
Al Gore, zelf ook niet vies van een beetje theater, vergelijkt in zijn essay het klimaatdebat met een potje Pro Wrestling. Het schouwspel waarin twee mannen – een good guy en een bad guy – elkaar ogenschijnlijk helemaal tot moes slaan. De slechterik komt met alles weg, omdat de scheidsrechter steeds de andere kant opkijkt als de good guy vanaf een keukentrapje wordt besprongen.
In deze analogie is de bad guy de industrie; de bedrijven, lobbyisten en politici die afhankelijk zijn van campagnedonaties. Zij tarten de mores van een behoorlijke democratie. De good guy bestaat in de ogen van Al Gore uit de wetenschap en haar apologeten. Mensen die om de feiten geven. En de scheidsrechter vertegenwoordigt de media: journalisten die bang zijn om conservatieve lezers en kijkers te verliezen, dansen naar de pijpen van hun geldschietende eigenaar. Bovendien houden zij het dispuut in leven omwille van kijk- en oplagecijfers.
Fox News komt er in het onuitputtelijke metaforische vocabulaire van Al Gore bekaaid vanaf: het programma beroerde de “oorlogstrommel” toen Bush Irak wilde binnenvallen en danst nu als een groepje “cheerleaders” rondom de olie- en kolenindustrie. Maar ook de media die geen partij kiezen, krijgen ervan langs. Zij zetten achter elk klimaatrapport een vraagteken omdat de lobby hen heeft wijsgemaakt dat de conclusies omstreden zijn.
Voor de good guy en de bad guy heeft Al Gore eigen namen bedacht. Aan de ene kant staan volgens hem de Giftige Vervuilers en Rechtse Ideologen en aan de andere kant Wetenschap en Rede. De eerste voeren volgens hem een onophoudelijke strijd om klimaatwetenschappers in diskrediet te brengen. Denk bijvoorbeeld aan het op straat gooien van de e-mails van het VN-klimaatpanel IPCC en het uitlichten van fouten in een rapport van 3.000 pagina’s. Fouten die werden gekwalificeerd als falsificaties in een hebzuchtige poging om meer onderzoeksgeld te krijgen. Ook zou de klimaatwetenschap een instrument van linkse politici zijn om meer macht over burgers te krijgen. “Dit soort lasterlijke beledigingen zijn diep-ironisch”, aldus Al Gore. “Extremistische ideologen – veelal gefinancierd of in dienst van CO2-vervuilers – beschuldigen wetenschappers van extremistische ideologieën.”
Radicaal milieubeleid brengt herverkiezing in gevaar
Dat klimaatwetenschappers zo moeilijk gelijk krijgen, heeft volgens de voormalig vicepresident alles te maken met de vercommercialiseerde publieke arena. Mensen kopen geen kranten en tijdschriften meer, maar zijn alleen nog te boeien door schreeuwende talking heads op televisie. Ze komen voor een potje worstelen, niet voor een intellectuele exercitie over klimaatverandering. Tachtig procent van de politieke campagnebudgetten gaat, zo weet Al Gore, naar reclamespotjes van dertig seconden. Een president is voor zijn herverkiezing afhankelijk van die spotjes en dus van bedrijven die deze spotjes betalen. Zelfs president Obama durft daarom volgens Al Gore geen radicaal milieubeleid te voeren.
Uiteindelijk zal de klimaatwetenschap wel gelijk krijgen, voorspelt Al Gore. Dat proces vergelijkt hij met de afschaffing van de slavernij en de emancipatie van homo’s. Als maar genoeg gewone mensen anderen proberen te overtuigen van de goede zaak, zullen politici luisteren. Bij The Alliance for Climate Protection, waar Al Gore voorzitter van is, kunnen burgers bijvoorbeeld een PowerPoint-presentatie bestellen om aan hun buren te tonen. Een presentatie die aan de basis stond van Al Gore’s succes als milieugoeroe.
Tot slot spoort hij iedereen aan om kranten en televisiestations aan te spreken op “prietpraat over klimaat”. Laat hen weten dat je het laffe verzet tegen de feiten zat bent, adviseert Al Gore. “Eén van de belangrijkste redenen waarom ze zo slap en onverantwoord over de opwarming van de aarde berichten is dat ze bang zijn voor de reacties van ontkenners. Het is waar dat sommige media instructies krijgen van hun eigenaars over deze kwestie en dat anderen worden beïnvloed door grote adverteerders. Maar veel zijn ook positief verrast als ze een onderbouwde opinie van hun lezers en kijkers krijgen.”
Wetenschappers moeten de bühne op
NRC’s klimaatredacteur Paul Luttikhuis spreekt op zijn blog de hoop uit dat het KNMI geen spijt krijgt van de eerder ingeslagen weg om meer maatschappelijke betrokkenheid te tonen. “De wetenschappers van het KNMI moeten niet, onder druk van de politiek, in hun schulp kruipen.”
Hoe moeilijk de klimaatwetenschap het heeft met dat maatschappelijke debat, bleek vorig jaar september op een bijeenkomst van de Vereniging voor Milieuprofessionals (VVM). Er werd neergekeken op al die meningen van niet-wetenschappers en politici. En in het bijzonder op de “leek” Leon de Winter die op de opiniepagina van NRC zomaar de milieuminister mocht becommentariëren.
“Zekerheid, dat is pas erg!”, zo beschreef de VVM de wetenschappelijke aard. En dat is misschien juist de tragiek: nu de meest gerenommeerde klimaatbureaus eindelijk ergens vrijwel zeker van zijn, zet een politicus die wetenschappelijke uitkomst weg als een mening die opgeheven moet worden.
Klimaatdebat anno 2011. Wie geen gelijk krijgt, kan altijd nog de wetenschap opheffen :: nrc.nl (http://www.nrc.nl/nieuws/2011/06/29/klimaatdebat-anno-2011-wie-geen-gelijk-krijgt-kan-altijd-nog-de-wetenschap-opheffen/)
Klimaatdebat anno 2011. Wie geen gelijk krijgt, kan altijd nog de wetenschap opheffen
door Steven de Jong
Wetenschap
Milieugoere Al Gore beschrijft in de Rolling Stone van 24 juni hoe de olie- en kolenindustrie klimaatwetenschappers in diskrediet brengt, politici ‘koopt’ en het publiek misleidt. Dat de ‘ongemakkelijke waarheid’ ook gewoon opgeheven kan worden was hem nog niet bekend.
Want daar kwam VVD-Kamerlid René Leegte vandaag pas mee: het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) mag volgens de politicus geen overheidsorganisatie meer zijn, omdat de wetenschappers van de klimaatafdeling tot de conclusie zijn gekomen dat de mens schuldig is aan de opwarming van de aarde. De regeringspartij is niet blij met die conclusie, want het zou afleiden van urgentere problemen.
Het is onderzoekende agentschappen eerder overkomen. Toen vorig jaar de rijksbegroting werd besproken zag de PVV haar kans om zich te wreken op de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. “Elke cent die naar deze papierfabriek gaat is geldverspilling, de bijdrage aan de WRR dient daarom ook opgeheven te worden en overgeheveld te worden naar de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten.” De partij van Geert Wilders gaf aan zich gestoord te hebben aan de rapporten over multiculturaliteit (2007) en de EU (2004).
Vervuilers versus wetenschappers
Al Gore, zelf ook niet vies van een beetje theater, vergelijkt in zijn essay het klimaatdebat met een potje Pro Wrestling. Het schouwspel waarin twee mannen – een good guy en een bad guy – elkaar ogenschijnlijk helemaal tot moes slaan. De slechterik komt met alles weg, omdat de scheidsrechter steeds de andere kant opkijkt als de good guy vanaf een keukentrapje wordt besprongen.
In deze analogie is de bad guy de industrie; de bedrijven, lobbyisten en politici die afhankelijk zijn van campagnedonaties. Zij tarten de mores van een behoorlijke democratie. De good guy bestaat in de ogen van Al Gore uit de wetenschap en haar apologeten. Mensen die om de feiten geven. En de scheidsrechter vertegenwoordigt de media: journalisten die bang zijn om conservatieve lezers en kijkers te verliezen, dansen naar de pijpen van hun geldschietende eigenaar. Bovendien houden zij het dispuut in leven omwille van kijk- en oplagecijfers.
Fox News komt er in het onuitputtelijke metaforische vocabulaire van Al Gore bekaaid vanaf: het programma beroerde de “oorlogstrommel” toen Bush Irak wilde binnenvallen en danst nu als een groepje “cheerleaders” rondom de olie- en kolenindustrie. Maar ook de media die geen partij kiezen, krijgen ervan langs. Zij zetten achter elk klimaatrapport een vraagteken omdat de lobby hen heeft wijsgemaakt dat de conclusies omstreden zijn.
Voor de good guy en de bad guy heeft Al Gore eigen namen bedacht. Aan de ene kant staan volgens hem de Giftige Vervuilers en Rechtse Ideologen en aan de andere kant Wetenschap en Rede. De eerste voeren volgens hem een onophoudelijke strijd om klimaatwetenschappers in diskrediet te brengen. Denk bijvoorbeeld aan het op straat gooien van de e-mails van het VN-klimaatpanel IPCC en het uitlichten van fouten in een rapport van 3.000 pagina’s. Fouten die werden gekwalificeerd als falsificaties in een hebzuchtige poging om meer onderzoeksgeld te krijgen. Ook zou de klimaatwetenschap een instrument van linkse politici zijn om meer macht over burgers te krijgen. “Dit soort lasterlijke beledigingen zijn diep-ironisch”, aldus Al Gore. “Extremistische ideologen – veelal gefinancierd of in dienst van CO2-vervuilers – beschuldigen wetenschappers van extremistische ideologieën.”
Radicaal milieubeleid brengt herverkiezing in gevaar
Dat klimaatwetenschappers zo moeilijk gelijk krijgen, heeft volgens de voormalig vicepresident alles te maken met de vercommercialiseerde publieke arena. Mensen kopen geen kranten en tijdschriften meer, maar zijn alleen nog te boeien door schreeuwende talking heads op televisie. Ze komen voor een potje worstelen, niet voor een intellectuele exercitie over klimaatverandering. Tachtig procent van de politieke campagnebudgetten gaat, zo weet Al Gore, naar reclamespotjes van dertig seconden. Een president is voor zijn herverkiezing afhankelijk van die spotjes en dus van bedrijven die deze spotjes betalen. Zelfs president Obama durft daarom volgens Al Gore geen radicaal milieubeleid te voeren.
Uiteindelijk zal de klimaatwetenschap wel gelijk krijgen, voorspelt Al Gore. Dat proces vergelijkt hij met de afschaffing van de slavernij en de emancipatie van homo’s. Als maar genoeg gewone mensen anderen proberen te overtuigen van de goede zaak, zullen politici luisteren. Bij The Alliance for Climate Protection, waar Al Gore voorzitter van is, kunnen burgers bijvoorbeeld een PowerPoint-presentatie bestellen om aan hun buren te tonen. Een presentatie die aan de basis stond van Al Gore’s succes als milieugoeroe.
Tot slot spoort hij iedereen aan om kranten en televisiestations aan te spreken op “prietpraat over klimaat”. Laat hen weten dat je het laffe verzet tegen de feiten zat bent, adviseert Al Gore. “Eén van de belangrijkste redenen waarom ze zo slap en onverantwoord over de opwarming van de aarde berichten is dat ze bang zijn voor de reacties van ontkenners. Het is waar dat sommige media instructies krijgen van hun eigenaars over deze kwestie en dat anderen worden beïnvloed door grote adverteerders. Maar veel zijn ook positief verrast als ze een onderbouwde opinie van hun lezers en kijkers krijgen.”
Wetenschappers moeten de bühne op
NRC’s klimaatredacteur Paul Luttikhuis spreekt op zijn blog de hoop uit dat het KNMI geen spijt krijgt van de eerder ingeslagen weg om meer maatschappelijke betrokkenheid te tonen. “De wetenschappers van het KNMI moeten niet, onder druk van de politiek, in hun schulp kruipen.”
Hoe moeilijk de klimaatwetenschap het heeft met dat maatschappelijke debat, bleek vorig jaar september op een bijeenkomst van de Vereniging voor Milieuprofessionals (VVM). Er werd neergekeken op al die meningen van niet-wetenschappers en politici. En in het bijzonder op de “leek” Leon de Winter die op de opiniepagina van NRC zomaar de milieuminister mocht becommentariëren.
“Zekerheid, dat is pas erg!”, zo beschreef de VVM de wetenschappelijke aard. En dat is misschien juist de tragiek: nu de meest gerenommeerde klimaatbureaus eindelijk ergens vrijwel zeker van zijn, zet een politicus die wetenschappelijke uitkomst weg als een mening die opgeheven moet worden.
Klimaatdebat anno 2011. Wie geen gelijk krijgt, kan altijd nog de wetenschap opheffen :: nrc.nl (http://www.nrc.nl/nieuws/2011/06/29/klimaatdebat-anno-2011-wie-geen-gelijk-krijgt-kan-altijd-nog-de-wetenschap-opheffen/)