iReport
07-03-12, 16:58
14998
De culturele en religieuze waarden van Turkse en Marokkaanse patiënten botsen met de waarden van Nederlandse zorgaanbieders in de palliatieve zorg. Dat blijkt uit promotieonderzoek van Fuusje de Graaff van het NIVEL.
De Graaff heeft onderzocht hoe palliatieve zorg aan patiënten van Turkse en Marokkaanse achtergrond in Nederland vorm zou moeten krijgen. Voor de meeste Turkse en Marokkaanse Nederlanders is ziekte iets dat alle familieleden aangaat. Zeker wanneer de diagnose ‘ongeneeslijk’ luidt. Om de doodzieke patiënt zijn hoop op genezing niet te ontnemen worden artsen verzocht om de patiënt in het ongewisse te laten. Daarnaast wordt van artsen verwacht dat ze tot het laatst toe proberen te genezen.
Bij Nederlandse zorgverleners prevaleert de kwaliteit van leven. “Bij een medische inschatting dat een patiënt spoedig zal overlijden, gaan zorgverleners ervan uit dat het voorkomen of bestrijden van pijn en ongemak belangrijker is dan het leven te rekken”, zegt De Graaff. “Turkse en Marokkaanse patiënten en familieleden accepteren dit minder. Zij vinden dat het moment van overlijden in Gods handen ligt en niet door artsen kan worden bepaald. Daarnaast zijn ze bang dat pijnbestrijding hen suf maakt, terwijl ze helder voor Allah willen verschijnen.”
Gezamenlijke besluitvorming van artsen, verpleegkundigen en familie geeft het meeste zicht op de best mogelijke zorg. Alle betrokkenen moeten een manier zien te vinden om om te gaan met de complexe verhoudingen tussen zorgverlener, patiënt en familie. Hoe meer ervaring artsen en verpleegkundigen hebben, hoe beter ze daar in lijken te slagen. “Ze zijn meer geneigd rekening met de wensen van familieleden. Zij leggen uit hoe het in Nederland gaat en waarom het zo gaat. En zij vragen patiënten wat zij willen. Het is heel belangrijk verbinding te maken met de patiënt én de familie.”
Opvallend is verder dat families met een Turkse of Marokkaanse achtergrond weinig gebruik maken van thuiszorg. Volgens De Graaff kan de inzet van thuiszorg, naast de mantelzorg door familieleden, ertoe leiden dat problemen eerder worden gesignaleerd. Thuiszorgmedewerkers kunnen die doorgeven aan de huisarts.
Bron: EtnoSlect
De culturele en religieuze waarden van Turkse en Marokkaanse patiënten botsen met de waarden van Nederlandse zorgaanbieders in de palliatieve zorg. Dat blijkt uit promotieonderzoek van Fuusje de Graaff van het NIVEL.
De Graaff heeft onderzocht hoe palliatieve zorg aan patiënten van Turkse en Marokkaanse achtergrond in Nederland vorm zou moeten krijgen. Voor de meeste Turkse en Marokkaanse Nederlanders is ziekte iets dat alle familieleden aangaat. Zeker wanneer de diagnose ‘ongeneeslijk’ luidt. Om de doodzieke patiënt zijn hoop op genezing niet te ontnemen worden artsen verzocht om de patiënt in het ongewisse te laten. Daarnaast wordt van artsen verwacht dat ze tot het laatst toe proberen te genezen.
Bij Nederlandse zorgverleners prevaleert de kwaliteit van leven. “Bij een medische inschatting dat een patiënt spoedig zal overlijden, gaan zorgverleners ervan uit dat het voorkomen of bestrijden van pijn en ongemak belangrijker is dan het leven te rekken”, zegt De Graaff. “Turkse en Marokkaanse patiënten en familieleden accepteren dit minder. Zij vinden dat het moment van overlijden in Gods handen ligt en niet door artsen kan worden bepaald. Daarnaast zijn ze bang dat pijnbestrijding hen suf maakt, terwijl ze helder voor Allah willen verschijnen.”
Gezamenlijke besluitvorming van artsen, verpleegkundigen en familie geeft het meeste zicht op de best mogelijke zorg. Alle betrokkenen moeten een manier zien te vinden om om te gaan met de complexe verhoudingen tussen zorgverlener, patiënt en familie. Hoe meer ervaring artsen en verpleegkundigen hebben, hoe beter ze daar in lijken te slagen. “Ze zijn meer geneigd rekening met de wensen van familieleden. Zij leggen uit hoe het in Nederland gaat en waarom het zo gaat. En zij vragen patiënten wat zij willen. Het is heel belangrijk verbinding te maken met de patiënt én de familie.”
Opvallend is verder dat families met een Turkse of Marokkaanse achtergrond weinig gebruik maken van thuiszorg. Volgens De Graaff kan de inzet van thuiszorg, naast de mantelzorg door familieleden, ertoe leiden dat problemen eerder worden gesignaleerd. Thuiszorgmedewerkers kunnen die doorgeven aan de huisarts.
Bron: EtnoSlect