MissAngie
12-05-12, 12:59
15367
Stimulatie van Nederlandse ouders naar hun kinderen om goed te presteren op school blijkt anders te verlopen dan bij ouders met een niet Nederlandse achtergrond. Docenten schijnen echter vaker een opvatting over de vorm van communicatie te hebben die overeenkomt met Nederlandse ouders. Communicatie tussen de school en de allochtone ouders verloopt hierdoor moeizamer.
Deze conclusie is getrokken door onderzoekers van de Universiteit van Utrecht. Deze onderzochten een aantal gesprekken, dat gevoerd werd tussen de school en de ouders in groep 8 over het advies van de vervolgopleiding. Ouders van verschillende achtergronden (Nederlands, Turks en Marokkaans) werden hierin opgenomen.
Leerkrachten bleken de schoolprestaties anders te benoemen en over te brengen bij ouders van verschillende achtergronden. Nederlandse ouders en leerkrachten waren het vaker eens met elkaar en leken hier ook vanuit te gaan vóór het gesprek. Leerkrachten gingen er in gesprekken met allochtone ouders al bijna vanuit dat ze een andere visie hadden. Dit kwam dan ook in de gesprekken naar voren bij de uitleg van de prestaties van de kinderen en de bewoordingen die de leerkrachten gebruikten met betrekking tot deze uitleg.
De onderzoekers zijn van mening dat deze communicatieve verschillen verbeterd kunnen worden. De leerkrachten zouden bewuster moeten omgaan met de verschillende visies en houdingen en zouden andere manieren kunnen gebruiken om de schoolprestaties duidelijk te maken.
Allochtone ouders verwachten een andere houding van de school en de leerkrachten dan Nederlandse ouders. De ouders met een migratieachtergrond zien de school en de leerkracht als deskundige en zien een groot verschil met henzelf als ouders. Volgens hen zijn dat twee verschillende instituten die beide de kinderen andere zaken leren. Voor Nederlandse ouders is het verschil tussen leerkracht en ouder veel kleiner. Wat wel opviel in het onderzoek is dat naarmate de allochtone ouder hoger opgeleid is, dit opvattingverschil ook kleiner wordt.
Gebrek aan taalkennis, ervaring en bekendheid met de systemen worden gezien als nadelen die de allochtone ouders hebben in gesprekken met de school en hun visie op leerprestaties en opleidingen. Ook de culturele pedagogische opvattingen en verschillen spelen een grote rol als het gaat om het vormen van een eenduidige visie van ouders en school, zodat dit eerder een belemmering vormt voor besluitvorming.
Stimulatie van Nederlandse ouders naar hun kinderen om goed te presteren op school blijkt anders te verlopen dan bij ouders met een niet Nederlandse achtergrond. Docenten schijnen echter vaker een opvatting over de vorm van communicatie te hebben die overeenkomt met Nederlandse ouders. Communicatie tussen de school en de allochtone ouders verloopt hierdoor moeizamer.
Deze conclusie is getrokken door onderzoekers van de Universiteit van Utrecht. Deze onderzochten een aantal gesprekken, dat gevoerd werd tussen de school en de ouders in groep 8 over het advies van de vervolgopleiding. Ouders van verschillende achtergronden (Nederlands, Turks en Marokkaans) werden hierin opgenomen.
Leerkrachten bleken de schoolprestaties anders te benoemen en over te brengen bij ouders van verschillende achtergronden. Nederlandse ouders en leerkrachten waren het vaker eens met elkaar en leken hier ook vanuit te gaan vóór het gesprek. Leerkrachten gingen er in gesprekken met allochtone ouders al bijna vanuit dat ze een andere visie hadden. Dit kwam dan ook in de gesprekken naar voren bij de uitleg van de prestaties van de kinderen en de bewoordingen die de leerkrachten gebruikten met betrekking tot deze uitleg.
De onderzoekers zijn van mening dat deze communicatieve verschillen verbeterd kunnen worden. De leerkrachten zouden bewuster moeten omgaan met de verschillende visies en houdingen en zouden andere manieren kunnen gebruiken om de schoolprestaties duidelijk te maken.
Allochtone ouders verwachten een andere houding van de school en de leerkrachten dan Nederlandse ouders. De ouders met een migratieachtergrond zien de school en de leerkracht als deskundige en zien een groot verschil met henzelf als ouders. Volgens hen zijn dat twee verschillende instituten die beide de kinderen andere zaken leren. Voor Nederlandse ouders is het verschil tussen leerkracht en ouder veel kleiner. Wat wel opviel in het onderzoek is dat naarmate de allochtone ouder hoger opgeleid is, dit opvattingverschil ook kleiner wordt.
Gebrek aan taalkennis, ervaring en bekendheid met de systemen worden gezien als nadelen die de allochtone ouders hebben in gesprekken met de school en hun visie op leerprestaties en opleidingen. Ook de culturele pedagogische opvattingen en verschillen spelen een grote rol als het gaat om het vormen van een eenduidige visie van ouders en school, zodat dit eerder een belemmering vormt voor besluitvorming.