knuppeltje
20-03-13, 13:23
Hoe zat het nu daarmee? Ging dat ook om olie?
Het antwoord is wederom: ja. En wederom is het dezelfde kliek van Bush, en Bush zelf die daar een gigantische slag wilden slaan. Niet met Afghaanse olie, want papaverolie buiten beschouwing gelaten, is die daar niet te jatten.
Welke olie dan wel?
In de Duitse Frankfurter Rundschau van acht oktober 1996 wordt vermeld dat Unocal (Union Oil of California), blijkbaar met toestemming van de Amerikaanse overheid volgens BBC News van 4 december 1997, van de nieuwe machthebbers in Kabul, de Taliban dus, het groene licht had gekregen voor de aanleg van een pijpleiding door Afghanistan, die dan zou beginnen bij Krasnovodsk aan de Kaspische zee in Turkmenistan en naar de Pakistaanse havenstad Karachi aan de Indische Oceaan zou lopen.
Dat zou dan een zeer winstgevend megaproject worden voor Unocal en onder anderen Chevron, de voormalige werkgever van Condoleeza Rise.
Het hoofdkantoor van Unocal staat in het Texaanse Sugarland, en daar werden in december 1997 vertegenwoordigers van de Taliban uitgenodigd voor verdere besprekingen. Op dat moment leerde Unocal groepen Afghanen al hoe er pijpleidingen aangelegd moesten worden.
Een woordvoerder van Unocal meldde dat de Taliban naar verwachting een aantal dagen op het hoofdkantoor zouden doorbrengen.
Ook al waren de misdaden van de Taliban toen al bekend. Dat was in Amerika toen helemaal geen beletsel.
CNN op 8oktober 1996: 'De Verenigde Staten wil graag goede banden onderhouden met de Taliban, maar kunnen daar niet openlijk voor uitkomen zolang de Afghaanse vrouwen zo ernstig onderdrukt worden'.
Wall Street Journal op 23 mei 1997: 'We kunnen wel een hekel hebben aan de Taliban, maar op dit moment is hun partij het beste in staat om vrede te stichten in Afghanistan'.
In de New York Times op 26 mei 1997 staat te lezen dat: 'De regering Clinton staat op het standpunt dat een overwinning voor de Taliban een tegenwicht zou bieden aan Iran, en, dat het mogelijkheden zou bieden voor nieuwe handelsroutes waardoor de afhankelijkheid van Rusland en Iran zou afnemen'.
Maar nu komt het. Een paar jaar later, in 1999, werd pijnlijk duidelijk dat voor dat pijpleiding-project de Taliban door hun gekte helemaal niet zo betrouwbaar was als men blijkbaar had gedacht. Maar dat project moest kost wat koste gered worden.
De Washington Post van 19 december 2000: 'De Verenigde Staten beginnen voorzichtig toenaderingen te zoeken tot de voorstanders binnen de Russische regering van militaire actie tegen Afghanistan, en spelen met de gedachte om Osama Bin Laden te vernietigen'.
De Gardian vermeld op 26 september 2001 dat in juli 2001, dus voor nine eleven, in Berlijn een bijeenkomst was geweest van belanghebbende partijen, waarbij een Amerikaanse voormalige functionaris van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Lee Coldren, namens de regering Bush uitlegde dat de Amerikaanse regering zo van afschuw vervuld werden door de Taliban dat men militaire acties overwoog. Volgens de Pakistaanse diplomaat Niaz Nafik zat het verhaal van Coldren vol specifieke aanwijzingen over hoe Bush dacht in die opzet te slagen.
Vier dagen later vermeld de Guardian dat Osama Bin Laden en de de Taliban lucht hadden gekregen van die mogelijke aanvalsplannen van Bush tegen hen, twee maanden voor de terroristische aanval op New York en Washington, waardoor er rekening moest worden gehouden met de mogelijkheid dat Bin Laden een preventieve aanval zou uitvoeren.
Twee dagen voor nine eleven zou Bush het concept voor een presidentiële beleidsnota betreffende nationale veiligheid in handen hebben gekregen, waarin een wereldwijde campagne tegen Al-Qaida werd geschetst van leger, de diplomatieke en geheime diensten.
De BBC vermeldde dat Bush elk moment er zijn handtekening onder kon zetten. Ook vermeldde de BBC, die deze beleidsplannen blijkbaar een beschrijving had gekregen, dat die niet afweken van wat er na nine eleven is gebeurd. 'De regering kon waarschijnlijk zo snel reageren doordat de plannen gewoon al klaar lagen.'
BBC op 18 september 2001: 'Niaz Naik, een voormalige Pakistaanse minister van Buitenlandse Zaken, heeft half juli van hoge Amerikaanse functionarissen te horen gekregen dat militaire acties tegen Afghanistan half oktober van start zouden gaan.' Naik had de indruk dat Washington zich zelfs niet van een oorlog zou laten afbrengen als de Taliban Bin Laden onmiddellijk overgedragen zouden hebben.
En toen kwam die oorlog. Zogenaamd om de strijd tegen het terrorisme en wraak op Bin Laden. Maar de Amerikaanse commandant die de leiding had, verklaarde in de USA Today van 11 november 2001 dat de arrestatie van Bin Laden niet een van de doelen was van Operation Enduring storm, en verwijst al die 'demoniserende' verhalen naar de prullenbak.
Een assistent van Generaal Franks zei op een persconferentie: 'Als we morgenochtend te horen krijgen dat Osama dood was, zou dat helemaal niet beteken dat we klaar zijn in Afghanistan. Die was waarschijnlijk een beetje te loslippig, want zijn baas, Franks, hield het er maar op dat het allemaal was wegens Al-Qaida en de Taliban. In welk verband zei hij er niet bij.
Maar Bin hadden, die hadden ze al veel eerder kunnen hebben, zonder dat het een cent had hoeven kosten.
In maart 1996 zat Bin Laden in Oeganda. Toen bood de Oegandese minister van Defensie, generaal-majoor Elfatih Erwa, Amerika aan om Bin in de gaten te houden en zelfs als de Amerikanen hem wilde hebben, hem aan hen uit te leveren.
De Washington Post op 3 oktober 2011: 'Hij (Erwa) zei dat de Soedanese veiligheidsdienst Bin Laden best in de gaten wilde houden voor de Verenigde Staten. Maar als dat niet genoeg was, was de regering bereid om hem onder arrest te plaatsen en over te dragen. Amerikaanse officials zeiden: "Zeg hem alleen maar dat hij het land uit moet. Zolang hij maar niet naar Somalië gaat", 'want men ging ervan uit dat hij daar in 1993 de hand had in de succesvolle aanval van Al-Qaida op Amerikaanse troepen waarbij 18 Amerikaanse militairen waren omgekomen. Erwa zei in dat interview: 'Wij zeiden, dan gaat hij naar Afghanistan, en zij (die Amerikaanse officials) zeiden dat hij dat dan maar moest doen.'
In 1996 werd Bin Laden samen met nog drieduizend aanhangers Oeganda uitgezet, en verscheen hij daarop in Afghanistan.
Dat was heel dom van de Amerikanen. Want nu werd hun fantastische pijpleidingsproject niet alleen meer door die dekselse Taliban onmogelijk gemaakt, maar kwam daar ook nog eens Bin Laden en zijn Al-Qaida bij.
Zoals eerder gezien, al maanden voor nine eleven hadden de Taliban en Al-Qaida lucht gekregen van Bush zijn aanvalsplannen om in Afghanistan een voor het slagen van dat pijpleiding-project een stabieler bewind te plaatsen. FBI-agenten (klokkenluiders onder hen) vertelden dat zij hun superieuren gewaarschuwd hadden dat Al-Qaida een kamikazeaanval van plan was op New York en Washington. Maar die kregen te horen dat zij in aanvaring zouden komen met de Nationale Veiligheidswetgeving als ze dat nieuws naar buiten brachten.
Maar zaten die FBI-agenten er dan naast?
Volgens de New York Times van 19 september 2002, bekende de Pakistaanse terrorist, Abdul Hakim MUrat, al in 1996 tegenover FBI-agenten dat hij vlieglessen kreeg om met een vliegtuig het hoofdkantoor van de CIA binnen te vliegen. Blijkbaar is er met die informatie niet veel gedaan.
Resumerend kun je zeggen dat de aanvalsplannen van de Bush-kliek allang voor nine eleven werden uitgewerkt. Ook, dat het nergens anders dan om een pijpleiding-project ging, waaraan miljarden verdiend kon worden. Dat daarvoor in eerste instantie met de Taliban volle overeenstemming over de doorvoer door Afghanistan was bereikt. Dat de Taliban steeds gekker gingen doen en daardoor voor het welslagen van dat project totaal onbetrouwbaar waren geworden. Dat achteraf gezien de komst van Bin in Afghanistan dat droomproject nog verder om zeep hielp.
En last but not least, dat Bins vlucht vooruit met nine eleven, hij ongewild de Bush-kliek een flink handje hielp met het steun verwerven voor die oorlog tegen Afghanistan. Dat pijpleiding-project hoopte die oorlogsmisdadigers op die manier alsnog te kunnen redden.
Hang ze maar zo snel mogelijk op, dat stelletje tuig.
Wie er meer van wil weten moet het boek 'Droom Oorlog' van de historicus Gore Vidal eens lezen.
Het antwoord is wederom: ja. En wederom is het dezelfde kliek van Bush, en Bush zelf die daar een gigantische slag wilden slaan. Niet met Afghaanse olie, want papaverolie buiten beschouwing gelaten, is die daar niet te jatten.
Welke olie dan wel?
In de Duitse Frankfurter Rundschau van acht oktober 1996 wordt vermeld dat Unocal (Union Oil of California), blijkbaar met toestemming van de Amerikaanse overheid volgens BBC News van 4 december 1997, van de nieuwe machthebbers in Kabul, de Taliban dus, het groene licht had gekregen voor de aanleg van een pijpleiding door Afghanistan, die dan zou beginnen bij Krasnovodsk aan de Kaspische zee in Turkmenistan en naar de Pakistaanse havenstad Karachi aan de Indische Oceaan zou lopen.
Dat zou dan een zeer winstgevend megaproject worden voor Unocal en onder anderen Chevron, de voormalige werkgever van Condoleeza Rise.
Het hoofdkantoor van Unocal staat in het Texaanse Sugarland, en daar werden in december 1997 vertegenwoordigers van de Taliban uitgenodigd voor verdere besprekingen. Op dat moment leerde Unocal groepen Afghanen al hoe er pijpleidingen aangelegd moesten worden.
Een woordvoerder van Unocal meldde dat de Taliban naar verwachting een aantal dagen op het hoofdkantoor zouden doorbrengen.
Ook al waren de misdaden van de Taliban toen al bekend. Dat was in Amerika toen helemaal geen beletsel.
CNN op 8oktober 1996: 'De Verenigde Staten wil graag goede banden onderhouden met de Taliban, maar kunnen daar niet openlijk voor uitkomen zolang de Afghaanse vrouwen zo ernstig onderdrukt worden'.
Wall Street Journal op 23 mei 1997: 'We kunnen wel een hekel hebben aan de Taliban, maar op dit moment is hun partij het beste in staat om vrede te stichten in Afghanistan'.
In de New York Times op 26 mei 1997 staat te lezen dat: 'De regering Clinton staat op het standpunt dat een overwinning voor de Taliban een tegenwicht zou bieden aan Iran, en, dat het mogelijkheden zou bieden voor nieuwe handelsroutes waardoor de afhankelijkheid van Rusland en Iran zou afnemen'.
Maar nu komt het. Een paar jaar later, in 1999, werd pijnlijk duidelijk dat voor dat pijpleiding-project de Taliban door hun gekte helemaal niet zo betrouwbaar was als men blijkbaar had gedacht. Maar dat project moest kost wat koste gered worden.
De Washington Post van 19 december 2000: 'De Verenigde Staten beginnen voorzichtig toenaderingen te zoeken tot de voorstanders binnen de Russische regering van militaire actie tegen Afghanistan, en spelen met de gedachte om Osama Bin Laden te vernietigen'.
De Gardian vermeld op 26 september 2001 dat in juli 2001, dus voor nine eleven, in Berlijn een bijeenkomst was geweest van belanghebbende partijen, waarbij een Amerikaanse voormalige functionaris van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Lee Coldren, namens de regering Bush uitlegde dat de Amerikaanse regering zo van afschuw vervuld werden door de Taliban dat men militaire acties overwoog. Volgens de Pakistaanse diplomaat Niaz Nafik zat het verhaal van Coldren vol specifieke aanwijzingen over hoe Bush dacht in die opzet te slagen.
Vier dagen later vermeld de Guardian dat Osama Bin Laden en de de Taliban lucht hadden gekregen van die mogelijke aanvalsplannen van Bush tegen hen, twee maanden voor de terroristische aanval op New York en Washington, waardoor er rekening moest worden gehouden met de mogelijkheid dat Bin Laden een preventieve aanval zou uitvoeren.
Twee dagen voor nine eleven zou Bush het concept voor een presidentiële beleidsnota betreffende nationale veiligheid in handen hebben gekregen, waarin een wereldwijde campagne tegen Al-Qaida werd geschetst van leger, de diplomatieke en geheime diensten.
De BBC vermeldde dat Bush elk moment er zijn handtekening onder kon zetten. Ook vermeldde de BBC, die deze beleidsplannen blijkbaar een beschrijving had gekregen, dat die niet afweken van wat er na nine eleven is gebeurd. 'De regering kon waarschijnlijk zo snel reageren doordat de plannen gewoon al klaar lagen.'
BBC op 18 september 2001: 'Niaz Naik, een voormalige Pakistaanse minister van Buitenlandse Zaken, heeft half juli van hoge Amerikaanse functionarissen te horen gekregen dat militaire acties tegen Afghanistan half oktober van start zouden gaan.' Naik had de indruk dat Washington zich zelfs niet van een oorlog zou laten afbrengen als de Taliban Bin Laden onmiddellijk overgedragen zouden hebben.
En toen kwam die oorlog. Zogenaamd om de strijd tegen het terrorisme en wraak op Bin Laden. Maar de Amerikaanse commandant die de leiding had, verklaarde in de USA Today van 11 november 2001 dat de arrestatie van Bin Laden niet een van de doelen was van Operation Enduring storm, en verwijst al die 'demoniserende' verhalen naar de prullenbak.
Een assistent van Generaal Franks zei op een persconferentie: 'Als we morgenochtend te horen krijgen dat Osama dood was, zou dat helemaal niet beteken dat we klaar zijn in Afghanistan. Die was waarschijnlijk een beetje te loslippig, want zijn baas, Franks, hield het er maar op dat het allemaal was wegens Al-Qaida en de Taliban. In welk verband zei hij er niet bij.
Maar Bin hadden, die hadden ze al veel eerder kunnen hebben, zonder dat het een cent had hoeven kosten.
In maart 1996 zat Bin Laden in Oeganda. Toen bood de Oegandese minister van Defensie, generaal-majoor Elfatih Erwa, Amerika aan om Bin in de gaten te houden en zelfs als de Amerikanen hem wilde hebben, hem aan hen uit te leveren.
De Washington Post op 3 oktober 2011: 'Hij (Erwa) zei dat de Soedanese veiligheidsdienst Bin Laden best in de gaten wilde houden voor de Verenigde Staten. Maar als dat niet genoeg was, was de regering bereid om hem onder arrest te plaatsen en over te dragen. Amerikaanse officials zeiden: "Zeg hem alleen maar dat hij het land uit moet. Zolang hij maar niet naar Somalië gaat", 'want men ging ervan uit dat hij daar in 1993 de hand had in de succesvolle aanval van Al-Qaida op Amerikaanse troepen waarbij 18 Amerikaanse militairen waren omgekomen. Erwa zei in dat interview: 'Wij zeiden, dan gaat hij naar Afghanistan, en zij (die Amerikaanse officials) zeiden dat hij dat dan maar moest doen.'
In 1996 werd Bin Laden samen met nog drieduizend aanhangers Oeganda uitgezet, en verscheen hij daarop in Afghanistan.
Dat was heel dom van de Amerikanen. Want nu werd hun fantastische pijpleidingsproject niet alleen meer door die dekselse Taliban onmogelijk gemaakt, maar kwam daar ook nog eens Bin Laden en zijn Al-Qaida bij.
Zoals eerder gezien, al maanden voor nine eleven hadden de Taliban en Al-Qaida lucht gekregen van Bush zijn aanvalsplannen om in Afghanistan een voor het slagen van dat pijpleiding-project een stabieler bewind te plaatsen. FBI-agenten (klokkenluiders onder hen) vertelden dat zij hun superieuren gewaarschuwd hadden dat Al-Qaida een kamikazeaanval van plan was op New York en Washington. Maar die kregen te horen dat zij in aanvaring zouden komen met de Nationale Veiligheidswetgeving als ze dat nieuws naar buiten brachten.
Maar zaten die FBI-agenten er dan naast?
Volgens de New York Times van 19 september 2002, bekende de Pakistaanse terrorist, Abdul Hakim MUrat, al in 1996 tegenover FBI-agenten dat hij vlieglessen kreeg om met een vliegtuig het hoofdkantoor van de CIA binnen te vliegen. Blijkbaar is er met die informatie niet veel gedaan.
Resumerend kun je zeggen dat de aanvalsplannen van de Bush-kliek allang voor nine eleven werden uitgewerkt. Ook, dat het nergens anders dan om een pijpleiding-project ging, waaraan miljarden verdiend kon worden. Dat daarvoor in eerste instantie met de Taliban volle overeenstemming over de doorvoer door Afghanistan was bereikt. Dat de Taliban steeds gekker gingen doen en daardoor voor het welslagen van dat project totaal onbetrouwbaar waren geworden. Dat achteraf gezien de komst van Bin in Afghanistan dat droomproject nog verder om zeep hielp.
En last but not least, dat Bins vlucht vooruit met nine eleven, hij ongewild de Bush-kliek een flink handje hielp met het steun verwerven voor die oorlog tegen Afghanistan. Dat pijpleiding-project hoopte die oorlogsmisdadigers op die manier alsnog te kunnen redden.
Hang ze maar zo snel mogelijk op, dat stelletje tuig.
Wie er meer van wil weten moet het boek 'Droom Oorlog' van de historicus Gore Vidal eens lezen.