Marsipulami
02-04-13, 09:43
De regering-Di Rupo schreef zaterdag geschiedenis
OPINIE − 02/04/13, 07u45
"Het Belgisch begrotingstekort zal dit jaar 2,5 procent bedragen. Een belangrijk signaal voor de rest van Europa", schrijft Marc Hooghe, politicoloog aan de KU Leuven. .
Premier Elio Di Rupo (sp.a) en minister van Financiën Koen Geens (CD&V) maakten in de huidige omstandigheden allicht de meest verstandige keuze
Door het paasweekend is het wat naar de achtergrond verdwenen, maar de regering-Di Rupo heeft afgelopen zaterdag geschiedenis geschreven. Het begrotingstekort zal dit jaar op 2,5 procent liggen, en niet op 2,15 procent zoals eerder was afgesproken met de Europese Unie. In een eerste reactie heeft Europees scherprechter Olli Rehn al meteen zijn zegen gegeven over de resultaten van de begrotingscontrole. Dat is opmerkelijk, omdat het er op wijst dat ook op het Europese niveau twijfels beginnen te rijzen over het tot nu toe gevoerde strakke beleid. Volgens de tekstboeken klopt het wel allemaal, en zou een overheidsbegroting in evenwicht het ideale streefdoel zijn. Helaas is er een hardnekkige werkelijkheid. De meeste lidstaten slagen er gewoon niet in de door Europa opgelegde besparingskalender ook effectief uit te voeren. De aanslepende economische crisis betekent immers dat de inkomsten tegenvallen, en in zo'n omstandigheden is het ondoenbaar om een begrotingstekort terug te dringen. De Europese lidstaten die wel gedwongen werden om drastisch te besparen, zien voorlopig weinig resultaten. Drastische besparingen betekenen vooral dat een groter deel van de bevolking in armoede wordt gedreven, daardoor minder consumeert, waardoor de markt krimpt voor de bedrijven. De theorie dat een begroting in evenwicht moet zijn, wordt voorlopig helaas niet bevestigd door wat we feitelijk waarnemen. Blinde besparingen blijken een belangrijk negatief multiplicatoreffect te hebben. In mensentaal uitgedrukt: voor elke euro die de overheid bespaart, zien we dat diegenen die door die besparingen getroffen worden bijna twee euro niét uitgeven, met alle gevolgen van dien voor de bedrijven en de kleinhandel.
Van Rompuy beslist
In principe is dit een puur economisch vraagstuk en de economen verschillen hierin van mening. Vooraanstaande economen als Paul Krugman en Paul De Grauwe gaan er van uit dat blinde besparingen, in het huidige klimaat, meer kwaad dan goed aanrichten. Europees voorzitter Herman Van Rompuy, daarentegen, houdt vast aan de orthodoxe lijn. Laat daarover trouwens geen misverstand bestaan: door de zwakke entrée van eurovoorzitter Jeroen Dijsselbloem is Van Rompuy nu diegene die echt de touwtjes in handen heeft. Het is Van Rompuy die zal beslissen wat er gebeurt met landen die buiten de lijntjes kleuren, en niet een relatief jonge en onervaren jonge Nederlandse minister.
Ware inzet van de controle
Als de economen het ook al niet meer weten, dan rest er ons niet veel anders dan een experiment te wagen over wat de beste oplossing is. Ofwel gaan we streng bezuinigen, ofwel proberen we er voor te zorgen dat begrotingsdiscipline geen blijvende schade aanricht aan de economie. Er zijn helaas niet zo veel landen die voor dit experiment in aanmerking komen. De regeringen in Italië, Cyprus of Griekenland hebben al lang alle geloofwaardigheid verloren. Als zij een afwijking vragen van de Europese regels, dan is dat omdat ze gewoon niet in staat zijn opnieuw greep te krijgen op de economie en regelrecht de dieperik ingaan. Vanuit een ideologisch standpunt zou Frankrijk een goede testcase zijn geweest: tijdens zijn verkiezingscampagne kondigde François Hollande immers aan dat hij zou streven naar een socialistisch antwoord op de crisis. Dat antwoord blijkt helaas nog niet te werken, en in Frankrijk is de werkloosheid nu gestegen tot boven de 10 procent. Uit zijn televisie-optreden vorige week onthouden we vooral dat Hollande ook geen antwoord heeft op die aanhoudende crisis. Daartegenover staat dat België relatief gespaard blijft van de economische crisis: de werkloosheid blijft stabiel, en het begrotingstekort blijft onder controle. Terwijl in Nederland de pensioenen dalen, gaan bij ons sommige groepen er nog op vooruit. België kiest dus voor de weg van de geleidelijke sanering, en onze regering beschikt over de nodige geloofwaardigheid om dat ook nog verkocht te krijgen aan de Europese Unie.
Dat is de ware inzet van de net afgelopen begrotingscontrole: houden we strak vast aan blinde begrotingsdiscipline, of proberen we dat op een zo sociaal mogelijke manier binnen de perken te houden? Premier Elio Di Rupo (sp.a) en minister van Financiën Koen Geens (CD&V) lijken voor die tweede oplossing gekozen te hebben. Dat is niet noodzakelijk een teken van zwakte: in de huidige omstandigheden is het allicht de meest verstandige keuze. Als we puur objectief kijken naar de economische cijfers, dan doet België het stukken beter dan de buurlanden, dus al bij al is het Belgische begrotingsbeleid nog niet zo slecht.
Halfslachtige oplossingen
Alleen in ons land wordt dat echter niet zo gewaardeerd, en als de oppositie-partijen het niet zo druk hadden met het vertrekken op vakantie, zou de kritiek weer niet te stelpen zijn geweest. Een klein detail daarbij: de regionale regeringen doen het wat dit betreft niet veel beter dan de federale regering. Min of meer halfslachtige oplossingen zijn nu eenmaal het kenmerk van eender welke coalitieregering. Het valt trouwens opnieuw op dat de media in dit verband grandioos falen in hun democratische taak. Binnen de Vlaamse regering stelde een meerderheidspartij in alle ernst dat de beste oplossing maar was om pensioenreserves te plunderen en zo alle gemaakte afspraken te negeren. Een volstrekt onverantwoord en compleet idioot voorstel dat getuigt van een moreel stuitend gebrek aan elementaire verantwoordelijkheidszin.
Binnen de Vlaamse kranten zien we echter dat het voorstel de nodige aandacht kreeg, maar dat de onvermijdelijke afwijzing van dit misbaksel naar de binnenbladzijden werd verwezen. Het gaat hier echter om de toekomst van onze welvaart en onze pensioenen. Zouden de kranten dan niet een beetje kritischer mogen zijn tegenover de politici die volstrekt onverantwoorde en nefaste voorstellen lanceren? Kortzichtige en opportunistische partijbelangen zijn één ding, maar het algemeen belang verdedigen is nog altijd een stuk belangrijker.
OPINIE − 02/04/13, 07u45
"Het Belgisch begrotingstekort zal dit jaar 2,5 procent bedragen. Een belangrijk signaal voor de rest van Europa", schrijft Marc Hooghe, politicoloog aan de KU Leuven. .
Premier Elio Di Rupo (sp.a) en minister van Financiën Koen Geens (CD&V) maakten in de huidige omstandigheden allicht de meest verstandige keuze
Door het paasweekend is het wat naar de achtergrond verdwenen, maar de regering-Di Rupo heeft afgelopen zaterdag geschiedenis geschreven. Het begrotingstekort zal dit jaar op 2,5 procent liggen, en niet op 2,15 procent zoals eerder was afgesproken met de Europese Unie. In een eerste reactie heeft Europees scherprechter Olli Rehn al meteen zijn zegen gegeven over de resultaten van de begrotingscontrole. Dat is opmerkelijk, omdat het er op wijst dat ook op het Europese niveau twijfels beginnen te rijzen over het tot nu toe gevoerde strakke beleid. Volgens de tekstboeken klopt het wel allemaal, en zou een overheidsbegroting in evenwicht het ideale streefdoel zijn. Helaas is er een hardnekkige werkelijkheid. De meeste lidstaten slagen er gewoon niet in de door Europa opgelegde besparingskalender ook effectief uit te voeren. De aanslepende economische crisis betekent immers dat de inkomsten tegenvallen, en in zo'n omstandigheden is het ondoenbaar om een begrotingstekort terug te dringen. De Europese lidstaten die wel gedwongen werden om drastisch te besparen, zien voorlopig weinig resultaten. Drastische besparingen betekenen vooral dat een groter deel van de bevolking in armoede wordt gedreven, daardoor minder consumeert, waardoor de markt krimpt voor de bedrijven. De theorie dat een begroting in evenwicht moet zijn, wordt voorlopig helaas niet bevestigd door wat we feitelijk waarnemen. Blinde besparingen blijken een belangrijk negatief multiplicatoreffect te hebben. In mensentaal uitgedrukt: voor elke euro die de overheid bespaart, zien we dat diegenen die door die besparingen getroffen worden bijna twee euro niét uitgeven, met alle gevolgen van dien voor de bedrijven en de kleinhandel.
Van Rompuy beslist
In principe is dit een puur economisch vraagstuk en de economen verschillen hierin van mening. Vooraanstaande economen als Paul Krugman en Paul De Grauwe gaan er van uit dat blinde besparingen, in het huidige klimaat, meer kwaad dan goed aanrichten. Europees voorzitter Herman Van Rompuy, daarentegen, houdt vast aan de orthodoxe lijn. Laat daarover trouwens geen misverstand bestaan: door de zwakke entrée van eurovoorzitter Jeroen Dijsselbloem is Van Rompuy nu diegene die echt de touwtjes in handen heeft. Het is Van Rompuy die zal beslissen wat er gebeurt met landen die buiten de lijntjes kleuren, en niet een relatief jonge en onervaren jonge Nederlandse minister.
Ware inzet van de controle
Als de economen het ook al niet meer weten, dan rest er ons niet veel anders dan een experiment te wagen over wat de beste oplossing is. Ofwel gaan we streng bezuinigen, ofwel proberen we er voor te zorgen dat begrotingsdiscipline geen blijvende schade aanricht aan de economie. Er zijn helaas niet zo veel landen die voor dit experiment in aanmerking komen. De regeringen in Italië, Cyprus of Griekenland hebben al lang alle geloofwaardigheid verloren. Als zij een afwijking vragen van de Europese regels, dan is dat omdat ze gewoon niet in staat zijn opnieuw greep te krijgen op de economie en regelrecht de dieperik ingaan. Vanuit een ideologisch standpunt zou Frankrijk een goede testcase zijn geweest: tijdens zijn verkiezingscampagne kondigde François Hollande immers aan dat hij zou streven naar een socialistisch antwoord op de crisis. Dat antwoord blijkt helaas nog niet te werken, en in Frankrijk is de werkloosheid nu gestegen tot boven de 10 procent. Uit zijn televisie-optreden vorige week onthouden we vooral dat Hollande ook geen antwoord heeft op die aanhoudende crisis. Daartegenover staat dat België relatief gespaard blijft van de economische crisis: de werkloosheid blijft stabiel, en het begrotingstekort blijft onder controle. Terwijl in Nederland de pensioenen dalen, gaan bij ons sommige groepen er nog op vooruit. België kiest dus voor de weg van de geleidelijke sanering, en onze regering beschikt over de nodige geloofwaardigheid om dat ook nog verkocht te krijgen aan de Europese Unie.
Dat is de ware inzet van de net afgelopen begrotingscontrole: houden we strak vast aan blinde begrotingsdiscipline, of proberen we dat op een zo sociaal mogelijke manier binnen de perken te houden? Premier Elio Di Rupo (sp.a) en minister van Financiën Koen Geens (CD&V) lijken voor die tweede oplossing gekozen te hebben. Dat is niet noodzakelijk een teken van zwakte: in de huidige omstandigheden is het allicht de meest verstandige keuze. Als we puur objectief kijken naar de economische cijfers, dan doet België het stukken beter dan de buurlanden, dus al bij al is het Belgische begrotingsbeleid nog niet zo slecht.
Halfslachtige oplossingen
Alleen in ons land wordt dat echter niet zo gewaardeerd, en als de oppositie-partijen het niet zo druk hadden met het vertrekken op vakantie, zou de kritiek weer niet te stelpen zijn geweest. Een klein detail daarbij: de regionale regeringen doen het wat dit betreft niet veel beter dan de federale regering. Min of meer halfslachtige oplossingen zijn nu eenmaal het kenmerk van eender welke coalitieregering. Het valt trouwens opnieuw op dat de media in dit verband grandioos falen in hun democratische taak. Binnen de Vlaamse regering stelde een meerderheidspartij in alle ernst dat de beste oplossing maar was om pensioenreserves te plunderen en zo alle gemaakte afspraken te negeren. Een volstrekt onverantwoord en compleet idioot voorstel dat getuigt van een moreel stuitend gebrek aan elementaire verantwoordelijkheidszin.
Binnen de Vlaamse kranten zien we echter dat het voorstel de nodige aandacht kreeg, maar dat de onvermijdelijke afwijzing van dit misbaksel naar de binnenbladzijden werd verwezen. Het gaat hier echter om de toekomst van onze welvaart en onze pensioenen. Zouden de kranten dan niet een beetje kritischer mogen zijn tegenover de politici die volstrekt onverantwoorde en nefaste voorstellen lanceren? Kortzichtige en opportunistische partijbelangen zijn één ding, maar het algemeen belang verdedigen is nog altijd een stuk belangrijker.