Marsipulami
27-05-13, 01:03
Paus: ‘Ook atheïsten kunnen Gods werk doen’
Foto: AP
Paus Franciscus heeft wereldwijd opzien gebaard met zeer expliciete uitspraken over het vermogen om het goede te doen, zelfs door atheïsten.
Het doen van het goede is een principe dat de mensheid verenigt, voorbij alle ideologische en religieuze verschillen. Het doen van het goede creëert een cultuur van ontmoeting die het fundament vormt van de vrede, aldus de paus.
Hij deed zijn uitspraken afgelopen woensdag tijdens een preek in de kapel van Casa Santa Marta, waar hij woont en werkt. Hij voerde daarin een fictief gesprek tussen een priester en een (on)gelovige die zich afvraagt wie wel en niet het goede kan doen. Het doen van het goede is een eigenschap van God die bij de schepping als gebod in ieder mensenhart is gelegd omdat de mens beeld en gelijkenis van God is. Het verlangen en het vermogen om het goede te doen beperkt zich daarom niet tot katholieken, christenen of gelovigen.
Hij reflecteerde op het evangelie van de dag (Mc. 9,38-40) waar Jezus' leerlingen discipelen iemand die niet tot hun groep behoort willen verhinderen het goede te doen. “Zij beklagen zich”, aldus de paus, “omdat zij redeneren: ‘Als hij niet een van ons is, kan hij geen goed doen. Als hij niet van onze partij is, kan hij het goede niet doen. Maar Jezus wijst hen terecht: ‘Verhinder hem niet. Niemand, die wonderen doet in Mijn naam zal snel kwaad spreken over mij’.”
De leerlingen "waren een beetje intolerant, opgesloten in de veronderstelling de waarheid te bezitten, ervan overtuigd dat zij die de waarheid niet hebben, niet het goede kunnen doen." Dit was echter onjuist en Jezus vergroot hun horizon, aldus de paus.
De wortel die ieder in staat stelt het goede te doen "ligt in de Schepping”. "De Heer heeft ons geschapen naar zijn beeld en gelijkenis, en wij zijn beeld van de Heer. Hij doet het goede en wij dragen in ons hart het gebod het goede te doen en niet het kwade. Wij allemaal. Maar pater, die is toch niet katholiek? Dan kan hij toch niet het goede doen? Ja, dat kan hij wel. Hij moet. Hij kan het niet? Hij moet! Want ook hij draagt dit gebod in zich. Maar pater, hij is geen christen, hij kan dat niet!' Ja, hij kan het. Hij heeft het nodig.
Deze geslotenheid te denken dat niet alleen daar buiten het goede kunnen doen is een muur die ons leidt naar de oorlog, en ook tot datgene wat sommigen in de geschiedenis hebben gedacht: te mogen doden in naam van God. We mogen niet doden in de naam van God. Dat is gewoon godslastering! Zeggen dat je mag doden in naam van God is godslastering."
De Heer heeft ons echter “geschapen naar zijn beeld en gelijkenis en heeft dit gebod in het binnenste van ons hart gelegd: Doe het goede en laat het kwade." "De Heer heeft ons allen verlost met het bloed van Christus, niet alleen katholieken. Allemaal!
Pater, en de atheïsten dan? 'Ook zij. Allemaal! Dit bloed maakt ons kinderen tot van God eerste klasse! Wij zijn geschapen als kinderen naar het beeld en de gelijkenis van God en het Bloed van Christus heeft ons allen verlost! Wij hebben allemaal de plicht om het goede te doen. En dit gebod om het goede te doen is denk ik een mooie weg naar het goede. Als wij, ieder naar zijn eigen aandeel, goed doen aan anderen, dan ontmoeten wij elkaar daar, in het doen van het goede, en creëren zo langzaam, heel langzaam, een cultuur van de ontmoeting. Wij hebben dat zo hard nodig: elkaar ontmoeten in het doen van het goede.
‘Maar pater, ik geloof niet, ik ben atheïst!’ Maar je doet het goede, laten we elkaar daar ontmoeten.”
Het goede doen “is geen kwestie van geloof", aldus paus Franciscus. “Het is een identiteitskaart die onze Vader aan ieder van ons gegeven heeft en aantoont dat Hij ons geschapen heeft naar Zijn beeld en gelijkenis. En Hij doet altijd wat goed is. Altijd.”
Tot slot bad de paus: "Vandaag is het de feestdag van Sint-Rita, patroonheilige van de onmogelijke gevallen. Dit lijkt ook onmogelijk: vragen we op haar voorspraak om deze genade. De genade, dat alle mensen het goede doen, en dat wij elkaar ontmoeten in dit werk, dat een scheppend werk is en lijkt op dat van de Vader. Een werk in de familie, want wij zijn allemaal kinderen van God: allen, allen! En God wil het goede voor allen! De heilige Rita verkrijge voor ons deze genade, die bijna onmogelijk lijkt. Amen. "
Hoewel het revolutionaire uitspraken lijken en vanwege het zeer expliciete karakter ervan ook zijn, zijn ze volledig in lijn met de katholieke Leer. Wie oprecht het goede probeert te doen, zoekt, zij het vaak onbewust, de wil van God te doen en kan daardoor het eeuwig heil verwerven. Eerder maakte paus Benedictus XVI een expliciete opening naar niet-gelovigen die met een oprecht hart de waarheid zoeken maar niet tot een godsgeloof kunnen komen.
Foto: AP
Paus Franciscus heeft wereldwijd opzien gebaard met zeer expliciete uitspraken over het vermogen om het goede te doen, zelfs door atheïsten.
Het doen van het goede is een principe dat de mensheid verenigt, voorbij alle ideologische en religieuze verschillen. Het doen van het goede creëert een cultuur van ontmoeting die het fundament vormt van de vrede, aldus de paus.
Hij deed zijn uitspraken afgelopen woensdag tijdens een preek in de kapel van Casa Santa Marta, waar hij woont en werkt. Hij voerde daarin een fictief gesprek tussen een priester en een (on)gelovige die zich afvraagt wie wel en niet het goede kan doen. Het doen van het goede is een eigenschap van God die bij de schepping als gebod in ieder mensenhart is gelegd omdat de mens beeld en gelijkenis van God is. Het verlangen en het vermogen om het goede te doen beperkt zich daarom niet tot katholieken, christenen of gelovigen.
Hij reflecteerde op het evangelie van de dag (Mc. 9,38-40) waar Jezus' leerlingen discipelen iemand die niet tot hun groep behoort willen verhinderen het goede te doen. “Zij beklagen zich”, aldus de paus, “omdat zij redeneren: ‘Als hij niet een van ons is, kan hij geen goed doen. Als hij niet van onze partij is, kan hij het goede niet doen. Maar Jezus wijst hen terecht: ‘Verhinder hem niet. Niemand, die wonderen doet in Mijn naam zal snel kwaad spreken over mij’.”
De leerlingen "waren een beetje intolerant, opgesloten in de veronderstelling de waarheid te bezitten, ervan overtuigd dat zij die de waarheid niet hebben, niet het goede kunnen doen." Dit was echter onjuist en Jezus vergroot hun horizon, aldus de paus.
De wortel die ieder in staat stelt het goede te doen "ligt in de Schepping”. "De Heer heeft ons geschapen naar zijn beeld en gelijkenis, en wij zijn beeld van de Heer. Hij doet het goede en wij dragen in ons hart het gebod het goede te doen en niet het kwade. Wij allemaal. Maar pater, die is toch niet katholiek? Dan kan hij toch niet het goede doen? Ja, dat kan hij wel. Hij moet. Hij kan het niet? Hij moet! Want ook hij draagt dit gebod in zich. Maar pater, hij is geen christen, hij kan dat niet!' Ja, hij kan het. Hij heeft het nodig.
Deze geslotenheid te denken dat niet alleen daar buiten het goede kunnen doen is een muur die ons leidt naar de oorlog, en ook tot datgene wat sommigen in de geschiedenis hebben gedacht: te mogen doden in naam van God. We mogen niet doden in de naam van God. Dat is gewoon godslastering! Zeggen dat je mag doden in naam van God is godslastering."
De Heer heeft ons echter “geschapen naar zijn beeld en gelijkenis en heeft dit gebod in het binnenste van ons hart gelegd: Doe het goede en laat het kwade." "De Heer heeft ons allen verlost met het bloed van Christus, niet alleen katholieken. Allemaal!
Pater, en de atheïsten dan? 'Ook zij. Allemaal! Dit bloed maakt ons kinderen tot van God eerste klasse! Wij zijn geschapen als kinderen naar het beeld en de gelijkenis van God en het Bloed van Christus heeft ons allen verlost! Wij hebben allemaal de plicht om het goede te doen. En dit gebod om het goede te doen is denk ik een mooie weg naar het goede. Als wij, ieder naar zijn eigen aandeel, goed doen aan anderen, dan ontmoeten wij elkaar daar, in het doen van het goede, en creëren zo langzaam, heel langzaam, een cultuur van de ontmoeting. Wij hebben dat zo hard nodig: elkaar ontmoeten in het doen van het goede.
‘Maar pater, ik geloof niet, ik ben atheïst!’ Maar je doet het goede, laten we elkaar daar ontmoeten.”
Het goede doen “is geen kwestie van geloof", aldus paus Franciscus. “Het is een identiteitskaart die onze Vader aan ieder van ons gegeven heeft en aantoont dat Hij ons geschapen heeft naar Zijn beeld en gelijkenis. En Hij doet altijd wat goed is. Altijd.”
Tot slot bad de paus: "Vandaag is het de feestdag van Sint-Rita, patroonheilige van de onmogelijke gevallen. Dit lijkt ook onmogelijk: vragen we op haar voorspraak om deze genade. De genade, dat alle mensen het goede doen, en dat wij elkaar ontmoeten in dit werk, dat een scheppend werk is en lijkt op dat van de Vader. Een werk in de familie, want wij zijn allemaal kinderen van God: allen, allen! En God wil het goede voor allen! De heilige Rita verkrijge voor ons deze genade, die bijna onmogelijk lijkt. Amen. "
Hoewel het revolutionaire uitspraken lijken en vanwege het zeer expliciete karakter ervan ook zijn, zijn ze volledig in lijn met de katholieke Leer. Wie oprecht het goede probeert te doen, zoekt, zij het vaak onbewust, de wil van God te doen en kan daardoor het eeuwig heil verwerven. Eerder maakte paus Benedictus XVI een expliciete opening naar niet-gelovigen die met een oprecht hart de waarheid zoeken maar niet tot een godsgeloof kunnen komen.