Soldim
17-07-13, 16:22
'Sluipenderwijs wordt Nederland tweetalig'
Binnenkort wordt Nederland een tweetalig land. Dat komt niet door een ongelukkig verloop van de geschiedenis (België) of door een machtige buurman (Ierland). Nederland wordt sluipenderwijs een tweetalig land doordat de inrichting van het taalonderwijs wordt overgelaten aan onderwijsdeskundigen. Alleen in landen met een historisch gegroeide tweetaligheid moeten kinderen al vroeg in het basisonderwijs kennismaken met alle officiële talen. Deze regeling is meestal een gevolg van een openlijke (België) of verborgen taalstrijd (Zwitserland).
Nederland zet nu een soortgelijke stap: de grootschalige invoering van het Engels in het basisonderwijs. Staatssecretaris Dekker heeft onlangs per brief aan het parlement laten weten dat hij onderwijs in het Engels vroeg in het basisonderwijs gaat stimuleren en tweetalige basisscholen gaat opzetten. Bovendien zal hij de tweetaligheid in het voortgezet onderwijs (nu is al ongeveer een kwart van de vwo-scholen tweetalig) verder opvoeren. Een klein berichtje in de krant en een korte vermelding op het radionieuws waren de enige reacties.
Politiek debat
Betekent dit lauwe onthaal dat de ombouw van Nederland naar een tweetalig land breed geaccepteerd wordt? Maar deze sluipende invoering van tweetaligheid stoelt niet op enig serieus politiek debat over de wenselijkheid daarvan. Het gebeurt waar wij zelf bijstaan, maar zonder dat iemand een vinger uitsteekt.
Globalisering en europeanisering zijn oorzaken van de groei van tweetalig onderwijs. Nederland als natiestaat is niet meer het relevante kader voor de economische en culturele hogere middenklasse en de Nederlandse taal is dus voor hen onbelangrijker geworden. Op zich valt er door Nederland tegen globalisering en europeanisering niet zoveel uit te richten; daarvoor zijn wij een te klein land en te afhankelijk van het buitenland voor onze welvaart. Ook als de EU uiteen zou vallen of Nederland de Unie zou verlaten, zou dat de machtspositie van Nederland niet veranderen. Het belang van het Nederlands zou dan zeker niet toenemen.
Maar dat rechtvaardigt nog niet een sluipende invoering van tweetaligheid. Een gemeenschappelijke taal van alle burgers is een van de bouwstenen van de natiestaat. Dat was de belangrijkste reden om de Franse eenheidstaal in te voeren via het nationaal onderwijs teneinde een onverdeelde en verenigde republiek te vestigen. Dat is de belangrijkste reden waarom het verdrag van Maastricht wel de euro als gemeenschappelijke munt toestaat, maar een Europese onderwijspolitiek verbiedt. Dat is de belangrijkste reden waarom taalkwesties zo politiek gevoelig zijn in tweetalige landen; niet alleen in België en Canada, maar ook in Finland en Zwitserland. De taal in het onderwijs is dus geen onderwijskundig probleem, maar een cultuurpolitieke kwestie.
Lage kwaliteit
Een andere factor van deze groei van tweetalig onderwijs in Nederland is de te lage kwaliteit van het vwo-onderwijs. Daardoor is tweetaligheid een indicator geworden van vwo-scholen met een hoge kwaliteit. Daarom willen veel ouders Engelstalig onderwijs voor hun kinderen. Sluipende tweetaligheid is ook een onbedoeld gevolg van het slechte onderwijsbeleid van de laatste decennia. Het is dus onjuist dat de staatssecretaris die tweetaligheid als onvermijdelijk voorstelt.
De sluipende tweetaligheid versterkt de tegenstelling tussen hogere middenklassen, die Engels steeds meer als dagelijkse taal gaan gebruiken, versus lokaalgebonden lagere klassen, die er al moeite genoeg mee hebben hun eigen taal goed te leren. Sluipende tweetaligheid langs sociale scheidslijnen zal daarom leiden tot een verdere politieke en culturele verwijdering tussen laag- en hooggeschoolde autochtonen, tussen aanhangers van de middenpartijen en de radicale vleugelpartijen zoals PVV en SP.
Sluipende tweetaligheid in het onderwijs zou wellicht nog acceptabel zijn als de beheersing van de Nederlandse taal goed zou zijn. Maar keer op keer laten nogal simpele toetsen zien dat het met die beheersing beroerd gesteld is.
Euro
Voordat tweetaligheid in het onderwijs wordt ingevoerd, zal eerst het niveau van het Nederlands sterk moeten verbeteren. Dat zal al genoeg tijd en geld kosten. Ook in het onderwijs kan een euro maar een keer uitgegeven en een uur onderwijs besteed aan Engels zal ten koste gaan van een ander vak, zoals het Nederlands.
De staatssecretaris verwijst naar onderzoek waaruit zou blijken dat tweetaligheid geen negatieve gevolgen zou hebben voor het niveau van het Nederlands. Als hij dat onderzoek echt gelezen zou hebben, zou hij hebben gezien dat het onderzoek nogal beschrijvend is en dus niets bewijst.
Het invoeren van tweetaligheid in het onderwijs is voor de Nederlandse samenleving te belangrijk om te worden overgelaten aan onderwijsdeskundigen. Het gaat iedereen aan en vereist dus een serieus politiek debat.
Jaap Dronkers
de Volkskrant
Eens een keer iets anders om over te zeuren :D
Binnenkort wordt Nederland een tweetalig land. Dat komt niet door een ongelukkig verloop van de geschiedenis (België) of door een machtige buurman (Ierland). Nederland wordt sluipenderwijs een tweetalig land doordat de inrichting van het taalonderwijs wordt overgelaten aan onderwijsdeskundigen. Alleen in landen met een historisch gegroeide tweetaligheid moeten kinderen al vroeg in het basisonderwijs kennismaken met alle officiële talen. Deze regeling is meestal een gevolg van een openlijke (België) of verborgen taalstrijd (Zwitserland).
Nederland zet nu een soortgelijke stap: de grootschalige invoering van het Engels in het basisonderwijs. Staatssecretaris Dekker heeft onlangs per brief aan het parlement laten weten dat hij onderwijs in het Engels vroeg in het basisonderwijs gaat stimuleren en tweetalige basisscholen gaat opzetten. Bovendien zal hij de tweetaligheid in het voortgezet onderwijs (nu is al ongeveer een kwart van de vwo-scholen tweetalig) verder opvoeren. Een klein berichtje in de krant en een korte vermelding op het radionieuws waren de enige reacties.
Politiek debat
Betekent dit lauwe onthaal dat de ombouw van Nederland naar een tweetalig land breed geaccepteerd wordt? Maar deze sluipende invoering van tweetaligheid stoelt niet op enig serieus politiek debat over de wenselijkheid daarvan. Het gebeurt waar wij zelf bijstaan, maar zonder dat iemand een vinger uitsteekt.
Globalisering en europeanisering zijn oorzaken van de groei van tweetalig onderwijs. Nederland als natiestaat is niet meer het relevante kader voor de economische en culturele hogere middenklasse en de Nederlandse taal is dus voor hen onbelangrijker geworden. Op zich valt er door Nederland tegen globalisering en europeanisering niet zoveel uit te richten; daarvoor zijn wij een te klein land en te afhankelijk van het buitenland voor onze welvaart. Ook als de EU uiteen zou vallen of Nederland de Unie zou verlaten, zou dat de machtspositie van Nederland niet veranderen. Het belang van het Nederlands zou dan zeker niet toenemen.
Maar dat rechtvaardigt nog niet een sluipende invoering van tweetaligheid. Een gemeenschappelijke taal van alle burgers is een van de bouwstenen van de natiestaat. Dat was de belangrijkste reden om de Franse eenheidstaal in te voeren via het nationaal onderwijs teneinde een onverdeelde en verenigde republiek te vestigen. Dat is de belangrijkste reden waarom het verdrag van Maastricht wel de euro als gemeenschappelijke munt toestaat, maar een Europese onderwijspolitiek verbiedt. Dat is de belangrijkste reden waarom taalkwesties zo politiek gevoelig zijn in tweetalige landen; niet alleen in België en Canada, maar ook in Finland en Zwitserland. De taal in het onderwijs is dus geen onderwijskundig probleem, maar een cultuurpolitieke kwestie.
Lage kwaliteit
Een andere factor van deze groei van tweetalig onderwijs in Nederland is de te lage kwaliteit van het vwo-onderwijs. Daardoor is tweetaligheid een indicator geworden van vwo-scholen met een hoge kwaliteit. Daarom willen veel ouders Engelstalig onderwijs voor hun kinderen. Sluipende tweetaligheid is ook een onbedoeld gevolg van het slechte onderwijsbeleid van de laatste decennia. Het is dus onjuist dat de staatssecretaris die tweetaligheid als onvermijdelijk voorstelt.
De sluipende tweetaligheid versterkt de tegenstelling tussen hogere middenklassen, die Engels steeds meer als dagelijkse taal gaan gebruiken, versus lokaalgebonden lagere klassen, die er al moeite genoeg mee hebben hun eigen taal goed te leren. Sluipende tweetaligheid langs sociale scheidslijnen zal daarom leiden tot een verdere politieke en culturele verwijdering tussen laag- en hooggeschoolde autochtonen, tussen aanhangers van de middenpartijen en de radicale vleugelpartijen zoals PVV en SP.
Sluipende tweetaligheid in het onderwijs zou wellicht nog acceptabel zijn als de beheersing van de Nederlandse taal goed zou zijn. Maar keer op keer laten nogal simpele toetsen zien dat het met die beheersing beroerd gesteld is.
Euro
Voordat tweetaligheid in het onderwijs wordt ingevoerd, zal eerst het niveau van het Nederlands sterk moeten verbeteren. Dat zal al genoeg tijd en geld kosten. Ook in het onderwijs kan een euro maar een keer uitgegeven en een uur onderwijs besteed aan Engels zal ten koste gaan van een ander vak, zoals het Nederlands.
De staatssecretaris verwijst naar onderzoek waaruit zou blijken dat tweetaligheid geen negatieve gevolgen zou hebben voor het niveau van het Nederlands. Als hij dat onderzoek echt gelezen zou hebben, zou hij hebben gezien dat het onderzoek nogal beschrijvend is en dus niets bewijst.
Het invoeren van tweetaligheid in het onderwijs is voor de Nederlandse samenleving te belangrijk om te worden overgelaten aan onderwijsdeskundigen. Het gaat iedereen aan en vereist dus een serieus politiek debat.
Jaap Dronkers
de Volkskrant
Eens een keer iets anders om over te zeuren :D