IbnRushd
16-08-13, 14:56
De revolutie in Egypte is de weg volledig kwijt
Door Abu Pessoptimist Gepost op 11:00 vrijdag 16 augustus 2013
ANALYSE - Hoe heeft het in Egypte zo uit de hand kunnen lopen? Abu Pessoptimist zoekt naar een verklaring.
Wat te denken van de gebeurtenissen Egypte? Ik vind het moeilijk even snel een mening geven over de gecompliceerde situatie die daar nu is ontstaan. Gisteren heb ik me daarom beperkt tot het verslaan van het nieuws (http://the-pessoptimist.blogspot.nl/2013/08/state-of-emergency-in-egypt-after.html) en een persoonlijke recensie van de staat der dingen, om het zo te noemen, een ruime 24 uur uitgesteld. Maar als oud-inwoner van Cairo, die Egypte ook een beetje als een soort tweede vaderland beschouwt, vind ik toch ook dat er niet omheen kan. Ik zal wat ‘opmerkingen over de chaos’ maken. Voor een echte analyses is het wat vroeg.
Twee jaar geleden rond deze tijd – om precies te zijn in juli 2011 – liep ik in Cairo rond en sprak ik met een behoorlijk aantal mensen over de omwenteling die daar eerder dat jaar had plaatsgevonden. Ik was vooral op zoek naar hoe de opstand was voorbereid. Ik sprak ook met ‘nieuwe politici’ van partijen die vaak nog in statu nascendi verkeerden. Ik schreef er een stuk over in de Groene Amsterdammer (http://abu-pessoptimist.blogspot.nl/2011/08/egypte-en-de-moeizame-transformatie-van.html).
De stemming was blij en optimistisch, er was een nieuw élan, het was een echte revolutie, geweest. Maar er waren ook waarschuwende geluiden. Eén zo’n geluid – dat in mijn hoofd bleef doorklinken – was van Hani Shukrallah, hoofdredacteur van de Engelstalige site Al-Ahram Online, ‘Dit was een typische stedelijke revolutie,’ citeerde ik hem in het stuk in de Groene, ‘en de helft van Egypte is platteland. Die andere 50% moet de veranderingen nog verwerken. Dat kan jaren gaan duren.’
Dat hij gelijk had, hebben we intussen wel kunnen merken. Die andere 50% was niet echt uit op vernieuwing, maar was traditioneel, koos bij de parlementsverkiezingen voor de Moslimbroederschap of – zoals we tot onze verrassing later merkten – de Salafisten, en was in een flink aantal gevallen misschien ook nog wel ‘in de pockets’ van plaatselijke potentaten die aanhanger waren van ‘het oude regime’.
Misschien was Shukrallah trouwens nog iets te optimistisch geweest, en had hij over het hoofd gezien dat ook in de steden de meningen niet onverdeeld achter de nieuwe democratische orde stonden. Dat ambtenarenapparaten, media, veiligheidsdiensten, de politie – nog vol zaten met mensen die in jaren van Mubarak-onderdrukking juist op hun anti-democratische kwaliteiten waren geselecteerd en die zich niet zomaar aan de kant lieten zetten.
Zo kon het gebeuren dat bij de presidentsverkiezingen in de tweede ronde de keuze ging tussen Mohammed Morsi van de Moslimbroederschap en de oudgediende van Mubarak, Ahmed Shafiq. Morsi won uiteindelijk met gering verschil – onder meer omdat hij het voordeel van de twijfel kreeg van veel ‘revolutionairen van 25 januari’ die toch liever een Moslimbroeder hadden dan een vertegenwoordiger van het oude regime, die er ook nog eens geen geheim van maakte dat hij de meeste zaken weer wilde terugdraaien naar zoals het onder Mubarak was. Als we – zoals dat tegenwoordig heet – ‘met de kennis van nu’ terugkijken op wat er toen gebeurde, zien we in deze presidentsverkiezingen al een vooraankondiging van later onheil, namelijk van tegenstellingen die ook nu nog – en heftiger dan ooit – een rol spelen.
Morsi werd dus president. En zonder in detail te gaan op alle fouten die hij maakte, kunnen we zeggen dat hij zich ontpopte als een trouw lid van de oude leidersgarde van de Moslimbroederschap, die in samenwerking met de door hem via een decreet voor ontbinding behoede en door de Broederschap beheerste Maglis as-Shura (Senaat), en met een er door een meerderheid van moslimbroeders doorgejaste grondwet in de hand, een langzame ‘verbroedering’ van de maatschappij doorvoerde.
Die ‘verbroedering’ uitte zich onder meer in islamistische benoemingen, zoals in de sfeer van de rechterlijke macht of van de media (een van de mensen die zijn baan verloor was de hierboven genoemde Hani Shukrallah), maar ook in de culturele sfeer. Tegelijkertijd liet Morsi na om schoon schip te maken in de wereld van de vakbonden, de ambtenarij of de veiligheidsdiensten en om in de sociaal-economische hoek hervormingen door te voeren. En dat brak de Broederschap en president Morsi uiteindelijk op, want tegen hen begon zich geleidelijk een soort coalitie af te tekenen van ontevreden hervormers en revolutionairen, samen met de Salafisten, die – hoe ongelofelijk het ook klinkt – de overblijfsels van het regime van Mubarak, de zogenaamde ‘feloul’ aan hun zijde vonden.
De breedte van deze coalitie brak Morsi eind juni op en uitte zich door massale demonstraties en de campagne van de Tamarrod-(=rebel)beweging die beweerde een recordaantal handtekeningen tegen Morsi te hebben verzameld. En toen Morsi niet toegaf aan de druk en geen tegemoetkomende gebaren maakte, betrad het leger de arena en zette hem af.
Dat nu was bij nadere beschouwing een uiterst beslissend moment. Een klein aantal liberalen en hervormers reageerde geschrokken en had liever gezien dat Morsi bij komende verkiezingen was weggestemd. Een veel groter aantal juichte het ingrijpen van legerchef Sissi toe en vestigde zijn hoop erop dat nu werkelijk de gewenste hervormingen van de 25 januari-revolutie zouden worden doorgevoerd. De ‘feloul’ maakten intussen een steeds openlijker comeback. En de Moslim Broederschap, die gooide de kont tegen de krib.
Er zijn uitstekende verhalen geschreven over de onmacht van de Broederschap, die altijd in de oppositie en semi-clandestiniteit had geopereerd, om om te schakelen van oppositie- naar regeringspartij. Ook zijn er goede analyses die beschrijven hoe de Broederschap het afzetten van Morsi aangreep om weer de oude, vertrouwde rol van vertrapte partij op te vatten – nu onder het motto de legitimiteit van de gekozen president te verdedigen. (Lees over deze onderwerpen bijvoorbeeld dit stuk (http://www.al-monitor.com/pulse/originals/2013/03/egypt-muslim-brotherhood-governance.html) en ook dit stuk (http://mideast.foreignpolicy.com/posts/2013/07/15/the_brotherhood_revives_its_mehna_narrative) van Khalil al-Anani, iemand die de Broederschap al jaren volgt).
De tegenstellingen kregen de afgelopen maand een steeds grimmiger karakter met leugencampagnes van de Moslimbroederschap, maar ook mediacampagnes waarin juist de Broederschap werd afgeschilderd als een stel terroristen. Erger nog: ook binnen de kringen van de ‘revolutionairen’ en liberalen nam de animositeit tegen de Moslimbroeders toe. Tot een punt waar de stemmen van enkelingen als Mohammed AlBaradei, of de 6 April-bBeweging, die ervoor pleitten om koste wat het kost de zaken op te lossen via een dialoog, werden overstemd.
Hoe erg de vijandschap tegen de Broederschap inmiddels is doorgedrongen, blijkt uit dit citaat (uit Al-Ahram Online) over de kritiek van het oppositionele Nationale Reddingsfront op het feit dat AlBaradei, hun voorman, na het laatste bloedbad aftrad als vice president:
The National Salvation Front, an opposition block formed under Morsi’s rule that encompassed liberal parties, said in a statement that it regretted the news of the resignation and that ElBaradei did not consult the front before making the announcement. The NSF said his resignation will not diminish its support of the government and its road map, and announced that it strongly stands behind the president, the government, the Armed Forces, and all state institutions in their battle for the security of the nation.
Het bovenstaande is een verklaring die het optreden tegen de Morsi-demonstranten – waarbij honderden doden vielen – zonder meer goedkeurt. Schandalig, maar politiek ook volstrekt onbegrijpelijk. Dit is geen keuze voor verzoening met, maar voor vervolging van de Moslimbroeders. En daarmee zijn we dan ongeveer weer terug bij het regime van Mubarak. Hoe dit verder moet? Ik weet ik niet. Ik kan alleen maar hopen dat de oppositie wakker wordt en bij zinnen komt.
PS Hier in het Westen is er veel aandacht voor het feit dat de boze Moslimbroederaanhang na het bloedbad van het Rabaa al-Adawiya-plein in Caïro her en der kerken in brand heeft gestoken. Uiteraard een stompzinnige en volstrekt af te keuren reactie. Maar foei roepen en vragen om ingrijpen is hier vrij zeker niet de beste remedie. De Broederschap heeft met deze aanvallen teruggegrepen op een oude tactiek die onder Mubarak zowel door de Broederschap als door het regime werd gebruikt. De Broederschap viel met de kerken indirect het regime aan, waarbij de kerken (christenen gelden als pro-Westers) dienden als symbool voor de manier waarop het regime door het stof ging voor de VS. Het regime gooide soms olie op het vuur en lokte soms aanvallen op kerken uit, die het dan weer gebruikte als een argument om de Moslimbroeders aan te pakken. Als het Westen nu op een al te nadrukkelijke manier speciaal voor de christenen opkomt, voert het dus indirect de druk op de Moslimbroederschap nog verder op, met als mogelijke bijwerking dat nog meer christelijke bezittingen in vlammen zullen opgaan. Enige tact is vereist.
Bron: sargasso.nl (http://sargasso.nl/de-revolutie-in-egypte-is-de-weg-volledig-kwijt/)
Door Abu Pessoptimist Gepost op 11:00 vrijdag 16 augustus 2013
ANALYSE - Hoe heeft het in Egypte zo uit de hand kunnen lopen? Abu Pessoptimist zoekt naar een verklaring.
Wat te denken van de gebeurtenissen Egypte? Ik vind het moeilijk even snel een mening geven over de gecompliceerde situatie die daar nu is ontstaan. Gisteren heb ik me daarom beperkt tot het verslaan van het nieuws (http://the-pessoptimist.blogspot.nl/2013/08/state-of-emergency-in-egypt-after.html) en een persoonlijke recensie van de staat der dingen, om het zo te noemen, een ruime 24 uur uitgesteld. Maar als oud-inwoner van Cairo, die Egypte ook een beetje als een soort tweede vaderland beschouwt, vind ik toch ook dat er niet omheen kan. Ik zal wat ‘opmerkingen over de chaos’ maken. Voor een echte analyses is het wat vroeg.
Twee jaar geleden rond deze tijd – om precies te zijn in juli 2011 – liep ik in Cairo rond en sprak ik met een behoorlijk aantal mensen over de omwenteling die daar eerder dat jaar had plaatsgevonden. Ik was vooral op zoek naar hoe de opstand was voorbereid. Ik sprak ook met ‘nieuwe politici’ van partijen die vaak nog in statu nascendi verkeerden. Ik schreef er een stuk over in de Groene Amsterdammer (http://abu-pessoptimist.blogspot.nl/2011/08/egypte-en-de-moeizame-transformatie-van.html).
De stemming was blij en optimistisch, er was een nieuw élan, het was een echte revolutie, geweest. Maar er waren ook waarschuwende geluiden. Eén zo’n geluid – dat in mijn hoofd bleef doorklinken – was van Hani Shukrallah, hoofdredacteur van de Engelstalige site Al-Ahram Online, ‘Dit was een typische stedelijke revolutie,’ citeerde ik hem in het stuk in de Groene, ‘en de helft van Egypte is platteland. Die andere 50% moet de veranderingen nog verwerken. Dat kan jaren gaan duren.’
Dat hij gelijk had, hebben we intussen wel kunnen merken. Die andere 50% was niet echt uit op vernieuwing, maar was traditioneel, koos bij de parlementsverkiezingen voor de Moslimbroederschap of – zoals we tot onze verrassing later merkten – de Salafisten, en was in een flink aantal gevallen misschien ook nog wel ‘in de pockets’ van plaatselijke potentaten die aanhanger waren van ‘het oude regime’.
Misschien was Shukrallah trouwens nog iets te optimistisch geweest, en had hij over het hoofd gezien dat ook in de steden de meningen niet onverdeeld achter de nieuwe democratische orde stonden. Dat ambtenarenapparaten, media, veiligheidsdiensten, de politie – nog vol zaten met mensen die in jaren van Mubarak-onderdrukking juist op hun anti-democratische kwaliteiten waren geselecteerd en die zich niet zomaar aan de kant lieten zetten.
Zo kon het gebeuren dat bij de presidentsverkiezingen in de tweede ronde de keuze ging tussen Mohammed Morsi van de Moslimbroederschap en de oudgediende van Mubarak, Ahmed Shafiq. Morsi won uiteindelijk met gering verschil – onder meer omdat hij het voordeel van de twijfel kreeg van veel ‘revolutionairen van 25 januari’ die toch liever een Moslimbroeder hadden dan een vertegenwoordiger van het oude regime, die er ook nog eens geen geheim van maakte dat hij de meeste zaken weer wilde terugdraaien naar zoals het onder Mubarak was. Als we – zoals dat tegenwoordig heet – ‘met de kennis van nu’ terugkijken op wat er toen gebeurde, zien we in deze presidentsverkiezingen al een vooraankondiging van later onheil, namelijk van tegenstellingen die ook nu nog – en heftiger dan ooit – een rol spelen.
Morsi werd dus president. En zonder in detail te gaan op alle fouten die hij maakte, kunnen we zeggen dat hij zich ontpopte als een trouw lid van de oude leidersgarde van de Moslimbroederschap, die in samenwerking met de door hem via een decreet voor ontbinding behoede en door de Broederschap beheerste Maglis as-Shura (Senaat), en met een er door een meerderheid van moslimbroeders doorgejaste grondwet in de hand, een langzame ‘verbroedering’ van de maatschappij doorvoerde.
Die ‘verbroedering’ uitte zich onder meer in islamistische benoemingen, zoals in de sfeer van de rechterlijke macht of van de media (een van de mensen die zijn baan verloor was de hierboven genoemde Hani Shukrallah), maar ook in de culturele sfeer. Tegelijkertijd liet Morsi na om schoon schip te maken in de wereld van de vakbonden, de ambtenarij of de veiligheidsdiensten en om in de sociaal-economische hoek hervormingen door te voeren. En dat brak de Broederschap en president Morsi uiteindelijk op, want tegen hen begon zich geleidelijk een soort coalitie af te tekenen van ontevreden hervormers en revolutionairen, samen met de Salafisten, die – hoe ongelofelijk het ook klinkt – de overblijfsels van het regime van Mubarak, de zogenaamde ‘feloul’ aan hun zijde vonden.
De breedte van deze coalitie brak Morsi eind juni op en uitte zich door massale demonstraties en de campagne van de Tamarrod-(=rebel)beweging die beweerde een recordaantal handtekeningen tegen Morsi te hebben verzameld. En toen Morsi niet toegaf aan de druk en geen tegemoetkomende gebaren maakte, betrad het leger de arena en zette hem af.
Dat nu was bij nadere beschouwing een uiterst beslissend moment. Een klein aantal liberalen en hervormers reageerde geschrokken en had liever gezien dat Morsi bij komende verkiezingen was weggestemd. Een veel groter aantal juichte het ingrijpen van legerchef Sissi toe en vestigde zijn hoop erop dat nu werkelijk de gewenste hervormingen van de 25 januari-revolutie zouden worden doorgevoerd. De ‘feloul’ maakten intussen een steeds openlijker comeback. En de Moslim Broederschap, die gooide de kont tegen de krib.
Er zijn uitstekende verhalen geschreven over de onmacht van de Broederschap, die altijd in de oppositie en semi-clandestiniteit had geopereerd, om om te schakelen van oppositie- naar regeringspartij. Ook zijn er goede analyses die beschrijven hoe de Broederschap het afzetten van Morsi aangreep om weer de oude, vertrouwde rol van vertrapte partij op te vatten – nu onder het motto de legitimiteit van de gekozen president te verdedigen. (Lees over deze onderwerpen bijvoorbeeld dit stuk (http://www.al-monitor.com/pulse/originals/2013/03/egypt-muslim-brotherhood-governance.html) en ook dit stuk (http://mideast.foreignpolicy.com/posts/2013/07/15/the_brotherhood_revives_its_mehna_narrative) van Khalil al-Anani, iemand die de Broederschap al jaren volgt).
De tegenstellingen kregen de afgelopen maand een steeds grimmiger karakter met leugencampagnes van de Moslimbroederschap, maar ook mediacampagnes waarin juist de Broederschap werd afgeschilderd als een stel terroristen. Erger nog: ook binnen de kringen van de ‘revolutionairen’ en liberalen nam de animositeit tegen de Moslimbroeders toe. Tot een punt waar de stemmen van enkelingen als Mohammed AlBaradei, of de 6 April-bBeweging, die ervoor pleitten om koste wat het kost de zaken op te lossen via een dialoog, werden overstemd.
Hoe erg de vijandschap tegen de Broederschap inmiddels is doorgedrongen, blijkt uit dit citaat (uit Al-Ahram Online) over de kritiek van het oppositionele Nationale Reddingsfront op het feit dat AlBaradei, hun voorman, na het laatste bloedbad aftrad als vice president:
The National Salvation Front, an opposition block formed under Morsi’s rule that encompassed liberal parties, said in a statement that it regretted the news of the resignation and that ElBaradei did not consult the front before making the announcement. The NSF said his resignation will not diminish its support of the government and its road map, and announced that it strongly stands behind the president, the government, the Armed Forces, and all state institutions in their battle for the security of the nation.
Het bovenstaande is een verklaring die het optreden tegen de Morsi-demonstranten – waarbij honderden doden vielen – zonder meer goedkeurt. Schandalig, maar politiek ook volstrekt onbegrijpelijk. Dit is geen keuze voor verzoening met, maar voor vervolging van de Moslimbroeders. En daarmee zijn we dan ongeveer weer terug bij het regime van Mubarak. Hoe dit verder moet? Ik weet ik niet. Ik kan alleen maar hopen dat de oppositie wakker wordt en bij zinnen komt.
PS Hier in het Westen is er veel aandacht voor het feit dat de boze Moslimbroederaanhang na het bloedbad van het Rabaa al-Adawiya-plein in Caïro her en der kerken in brand heeft gestoken. Uiteraard een stompzinnige en volstrekt af te keuren reactie. Maar foei roepen en vragen om ingrijpen is hier vrij zeker niet de beste remedie. De Broederschap heeft met deze aanvallen teruggegrepen op een oude tactiek die onder Mubarak zowel door de Broederschap als door het regime werd gebruikt. De Broederschap viel met de kerken indirect het regime aan, waarbij de kerken (christenen gelden als pro-Westers) dienden als symbool voor de manier waarop het regime door het stof ging voor de VS. Het regime gooide soms olie op het vuur en lokte soms aanvallen op kerken uit, die het dan weer gebruikte als een argument om de Moslimbroeders aan te pakken. Als het Westen nu op een al te nadrukkelijke manier speciaal voor de christenen opkomt, voert het dus indirect de druk op de Moslimbroederschap nog verder op, met als mogelijke bijwerking dat nog meer christelijke bezittingen in vlammen zullen opgaan. Enige tact is vereist.
Bron: sargasso.nl (http://sargasso.nl/de-revolutie-in-egypte-is-de-weg-volledig-kwijt/)