IbnRushd
24-07-14, 03:14
Israël wekt het Palestina dat het probeerde te verpletteren
Toen de lichamen van drie Israëlische kolonisten – twee tieners, Aftali Frenkel en Gilad Shaar, beiden 16, en Eyal Yifrach, 19 – op 30 juni gevonden werden nabij Hebron aan de zuidelijke West Bank, verkeerde Israël in een staat van rouw en een golf van medeleven spoelde over de wereld. De drie jongeren verdwenen achttien dagen eerder in onduidelijke omstandigheden. Het hele voorval, zeker na zijn meedogenloze einde, leek Israëli’s te traumatiseren. Dit leidde tot het ontkenning van wrede waarheden over de kolonisten en de militarisering van hun samenleving.
Ramzy Baroud, 22 juli 2014
Bij de portrettering van de drie als onfortuinlijke jongeren, hoewel één een negentienjarige soldaat was, en een andere er nu van wordt beschuldigd Palestijnse gevangenen te hebben vernederd, lieten commentatoren na om de broodnodige context bij de gebeurtenissen te bieden. Weinig of geen commentatoren wezen op het expansieve beleid dat haat en bloedvergieten heeft gezaaid.
Voor de ontdekking van de lichamen was het echte gezicht van Netanyahu’s beruchte rechtse regering welbekend. Weinigen koesterden illusies over hoe “vredig” een bezetting kan zijn als die geleid wordt door personen als Minister van Buitenlandse Zaken Avigdor Liebermann, Minister van Economie Naftali Bennett, en waarnemend Minister van Defensie Danny Danon. Maar omdat er “kinderen” – de term die door Netanyahu zelf gebruikt wordt – betrokken waren, verwachtten zelfs de critici geen oefening in het behalen van politieke scores.
Er werd sympathie losgeweekt voor het voorval met de vermiste kolonisten. Maar dit verdween spoedig in het licht van een Israëlisch antwoord. Dat antwoord werd grotendeels gezien als disproportioneel en wreed in de opinieartikels die wereldwijd gepubliceerd werden. Eerder dan een link met de tragische dood van drie jongeren, geeft dit antwoord blijk van Netayahu’s grote politieke berekening.
Terwijl bendes Israëlische Joden op een etnische lynchuitstap gingen in Israël, Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever, door sommigen bestempeld als een “pogrom”, voerden bezettingssoldaten een grootschalige arrestatiecampagne uit bij honderden Palestijnen, waarvan de meesten leden en sympathisanten van Hamas waren.
De Islamitische Verzetsbeweging Hamas zei dat het geen aandeel had in de dood van de kolonisten. Dit lijkt plausibel aangezien het zelden aarzelt om iets op te eisen dat door haar militaire vleugel werd uitgevoerd. Israëlische militaire strategen zijn zich daar goed van bewust.
Deze oorlog tegen Hamas heeft weinig te maken met de vermoorde kolonisten, maar alles met de politieke omstandigheden die voorafgingen aan hun verdwijning.
Nakba en een nieuwe Intifada
Op 15 mei werden twee Palestijnse jongeren, Nadim Siam Abu Nuwara (17) en Mohammed Mahmoud Odeh Salameh (16) vermoord door Israëlische soldaten terwijl ze deelnamen aan een protest dat de verjaardag van de Nabka of ‘Grote Catastrofe’ herdacht. Videomateriaal toont dat Nadim onschuldig bij een groep vrienden stond, voor hij in elkaar stortte nadat hij geraakt werd door een kogel van het Israëlische leger.
De Nakba vond 66 jaar geleden plaats, toen het zogenaamde Arabisch-Israëlische conflict ontstond. Ongeveer een miljoen Palestijnen werden uit hun huizen gedwongen toen ze vluchtten voor een zionistische invasie. Israël werd opgericht op de ruïnes van dat Palestina.
Nadim en Mohammed, zoals de jongeren van verschillende generaties na de Nakba, werden in koelen bloede vermoord toen ze mee stapten om de exodus te herdenken. In Israël was er geen verontwaardiging. De Palestijnse woede bereikte daarentegen een kantelpunt. Een woede die constant lijkt aan te zwellen door de militaire bezetting en aanslepende wrange economische voorwaarden.
Op een bepaalde manier vormde de dood van deze Palestijnse jongeren een afleiding voor de politieke verdeeldheid die Palestijnse leiders en de Palestijnse maatschappij al jaren teistert. Hun dood herinnerde eraan dat Palestina, als idee en als collectieve toestand en strijd, verder gaat dan de grenzen van politiek of zelfs ideologie.
Hun dood herinnerde ons eraan dat Palestina veel meer is dan de grillen van de ouder wordende ‘president’ van de Palestijnse Autoriteit Mahmoud Abbas en zijn trawanten in Ramallah, of zelfs meer is dan Hamas’ regionale berekening die volgt uit de opkomst en ondergang van de ‘Arabische Lente’.
De Israëlische reactie op de dood van de kolonisten was anders. Na de ontdekking van de lichamen, begonnen medekolonisten en Israëli’s van de rechterzijde wraak te eisen op Palestijnse gemeenschappen. De menigte was verenigd door de slogan “dood aan de Arabieren”. Zo deden ze de notie heropleven van een enkele Palestijnse identiteit die lang ongebruikt was en die aan het ontstaan van Fatah en Hamas voorafging.
Mohammed Abu Khdeir (17) werd in dit geraas levend verbrand door Israëlische kolonisten. De rouw en woede rond de dood van Abu Khdeir hebben paradoxaal genoeg de heropleving van een sinds lang gefragmenteerde Palestijnse nationale identiteit gestimuleerd.
Een identiteit die te lijden had onder Israëlische muren, militaire tactiek en de eigen verdeeldheid van de Palestijnen, is weer samengevoegd in een proces dat lijkt op de gebeurtenissen die voorafgingen aan de eerste en tweede opstand van respectievelijk 1987 en 2000.
Er kan veel gezegd worden over de hypocrisie waarmee westerse regeringen gereageerd hebben op de dood van Palestijnen en Israëli’s, de betreurenswaardige staat van Arabische zaken, de druk die gezet wordt op Abbas die steeds meer meewerkte om de moordenaars te vinden, het gebrek aan een serieus antwoord op het Israëlische leger en het misbruik van Palestijnse jongeren door kolonisten, onder andere van een Amerikaans-Palestijnse jongen. Maar de Palestijnse collectieve actie is nauwelijks gemotiveerd door de hypocrisie van het Westen. Voorlopig is de grootste Palestijnse prioriteit een gemeenschappelijke strategie te vinden die eenheid zou cementeren en eventueel nationale aspiraties zou realiseren.
Eenheidsregering
De horden die genomen moeten worden om te komen tot een verenigde stem lijken nu, in tegensteling tot vorige Intifada’s, echter onoverkomelijk. Abbas is een zwakke leider die veel gedaan heeft om tegemoet te komen aan Israëls veiligheidseisen, maar heel weinig deed om de rechten van zijn volk te verdedigen. Hij is een relict van een afgelopen era die enkel bestaat omdat hij de beste keuze is die Israël en de VS momenteel hebben.
In de nasleep van het Israëlische gewelddadige antwoord op de vermoorde kolonisten, spande Abbas zich in om samen te werken met de enorme Israëlische speurtocht. Soms bleef hij weg wanneer Israëlische troepen Palestijnen brutaliseerden aan de Westelijke Jordaanoever.
Het is duidelijk dat er geen derde Intifada kan zijn die Abbas en zijn ellendige politieke apparaat ongemoeid laat. Dit is precies waarom bullebakken van de Palestijnse Autoriteit vele pogingen verhinderden van Palestijnen in de West Bank om te protesteren tegen het Israëlische geweld dat ontketend is in de bezette gebieden. Het geweld dat uiteindelijk culmineerde in een massale oorlog tegen Gaza, die honderden doodde en verwondde. De officieren van de Palestijnse Autoriteit (PA) keken toe terwijl het leger de Palestijnse huizen naar believen overviel. Het waren dezelfde officieren die snel in actie schoten om Palestijnen te verpletteren die zich in protest probeerden te verenigen.
Wat voor verdienste Abbas ook zou behaald hebben door in juni de rangen te sluiten met Hamas om een eenheidsregering te vormen, die is vlug verdwenen. Ze werd overschaduwd door zijn eigen falen om te voldoen aan de beloftes van de eenheidsdeal. De relevantie van zijn ‘autoriteit’ werd snel in de schaduw gesteld door het Israëlische geweld. Dit beklemtoonde nog maar eens de totale irrelevantie van Abbas en zijn regering als het gaat om Israëls politieke berekening.
[...]
Toen de lichamen van drie Israëlische kolonisten – twee tieners, Aftali Frenkel en Gilad Shaar, beiden 16, en Eyal Yifrach, 19 – op 30 juni gevonden werden nabij Hebron aan de zuidelijke West Bank, verkeerde Israël in een staat van rouw en een golf van medeleven spoelde over de wereld. De drie jongeren verdwenen achttien dagen eerder in onduidelijke omstandigheden. Het hele voorval, zeker na zijn meedogenloze einde, leek Israëli’s te traumatiseren. Dit leidde tot het ontkenning van wrede waarheden over de kolonisten en de militarisering van hun samenleving.
Ramzy Baroud, 22 juli 2014
Bij de portrettering van de drie als onfortuinlijke jongeren, hoewel één een negentienjarige soldaat was, en een andere er nu van wordt beschuldigd Palestijnse gevangenen te hebben vernederd, lieten commentatoren na om de broodnodige context bij de gebeurtenissen te bieden. Weinig of geen commentatoren wezen op het expansieve beleid dat haat en bloedvergieten heeft gezaaid.
Voor de ontdekking van de lichamen was het echte gezicht van Netanyahu’s beruchte rechtse regering welbekend. Weinigen koesterden illusies over hoe “vredig” een bezetting kan zijn als die geleid wordt door personen als Minister van Buitenlandse Zaken Avigdor Liebermann, Minister van Economie Naftali Bennett, en waarnemend Minister van Defensie Danny Danon. Maar omdat er “kinderen” – de term die door Netanyahu zelf gebruikt wordt – betrokken waren, verwachtten zelfs de critici geen oefening in het behalen van politieke scores.
Er werd sympathie losgeweekt voor het voorval met de vermiste kolonisten. Maar dit verdween spoedig in het licht van een Israëlisch antwoord. Dat antwoord werd grotendeels gezien als disproportioneel en wreed in de opinieartikels die wereldwijd gepubliceerd werden. Eerder dan een link met de tragische dood van drie jongeren, geeft dit antwoord blijk van Netayahu’s grote politieke berekening.
Terwijl bendes Israëlische Joden op een etnische lynchuitstap gingen in Israël, Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever, door sommigen bestempeld als een “pogrom”, voerden bezettingssoldaten een grootschalige arrestatiecampagne uit bij honderden Palestijnen, waarvan de meesten leden en sympathisanten van Hamas waren.
De Islamitische Verzetsbeweging Hamas zei dat het geen aandeel had in de dood van de kolonisten. Dit lijkt plausibel aangezien het zelden aarzelt om iets op te eisen dat door haar militaire vleugel werd uitgevoerd. Israëlische militaire strategen zijn zich daar goed van bewust.
Deze oorlog tegen Hamas heeft weinig te maken met de vermoorde kolonisten, maar alles met de politieke omstandigheden die voorafgingen aan hun verdwijning.
Nakba en een nieuwe Intifada
Op 15 mei werden twee Palestijnse jongeren, Nadim Siam Abu Nuwara (17) en Mohammed Mahmoud Odeh Salameh (16) vermoord door Israëlische soldaten terwijl ze deelnamen aan een protest dat de verjaardag van de Nabka of ‘Grote Catastrofe’ herdacht. Videomateriaal toont dat Nadim onschuldig bij een groep vrienden stond, voor hij in elkaar stortte nadat hij geraakt werd door een kogel van het Israëlische leger.
De Nakba vond 66 jaar geleden plaats, toen het zogenaamde Arabisch-Israëlische conflict ontstond. Ongeveer een miljoen Palestijnen werden uit hun huizen gedwongen toen ze vluchtten voor een zionistische invasie. Israël werd opgericht op de ruïnes van dat Palestina.
Nadim en Mohammed, zoals de jongeren van verschillende generaties na de Nakba, werden in koelen bloede vermoord toen ze mee stapten om de exodus te herdenken. In Israël was er geen verontwaardiging. De Palestijnse woede bereikte daarentegen een kantelpunt. Een woede die constant lijkt aan te zwellen door de militaire bezetting en aanslepende wrange economische voorwaarden.
Op een bepaalde manier vormde de dood van deze Palestijnse jongeren een afleiding voor de politieke verdeeldheid die Palestijnse leiders en de Palestijnse maatschappij al jaren teistert. Hun dood herinnerde eraan dat Palestina, als idee en als collectieve toestand en strijd, verder gaat dan de grenzen van politiek of zelfs ideologie.
Hun dood herinnerde ons eraan dat Palestina veel meer is dan de grillen van de ouder wordende ‘president’ van de Palestijnse Autoriteit Mahmoud Abbas en zijn trawanten in Ramallah, of zelfs meer is dan Hamas’ regionale berekening die volgt uit de opkomst en ondergang van de ‘Arabische Lente’.
De Israëlische reactie op de dood van de kolonisten was anders. Na de ontdekking van de lichamen, begonnen medekolonisten en Israëli’s van de rechterzijde wraak te eisen op Palestijnse gemeenschappen. De menigte was verenigd door de slogan “dood aan de Arabieren”. Zo deden ze de notie heropleven van een enkele Palestijnse identiteit die lang ongebruikt was en die aan het ontstaan van Fatah en Hamas voorafging.
Mohammed Abu Khdeir (17) werd in dit geraas levend verbrand door Israëlische kolonisten. De rouw en woede rond de dood van Abu Khdeir hebben paradoxaal genoeg de heropleving van een sinds lang gefragmenteerde Palestijnse nationale identiteit gestimuleerd.
Een identiteit die te lijden had onder Israëlische muren, militaire tactiek en de eigen verdeeldheid van de Palestijnen, is weer samengevoegd in een proces dat lijkt op de gebeurtenissen die voorafgingen aan de eerste en tweede opstand van respectievelijk 1987 en 2000.
Er kan veel gezegd worden over de hypocrisie waarmee westerse regeringen gereageerd hebben op de dood van Palestijnen en Israëli’s, de betreurenswaardige staat van Arabische zaken, de druk die gezet wordt op Abbas die steeds meer meewerkte om de moordenaars te vinden, het gebrek aan een serieus antwoord op het Israëlische leger en het misbruik van Palestijnse jongeren door kolonisten, onder andere van een Amerikaans-Palestijnse jongen. Maar de Palestijnse collectieve actie is nauwelijks gemotiveerd door de hypocrisie van het Westen. Voorlopig is de grootste Palestijnse prioriteit een gemeenschappelijke strategie te vinden die eenheid zou cementeren en eventueel nationale aspiraties zou realiseren.
Eenheidsregering
De horden die genomen moeten worden om te komen tot een verenigde stem lijken nu, in tegensteling tot vorige Intifada’s, echter onoverkomelijk. Abbas is een zwakke leider die veel gedaan heeft om tegemoet te komen aan Israëls veiligheidseisen, maar heel weinig deed om de rechten van zijn volk te verdedigen. Hij is een relict van een afgelopen era die enkel bestaat omdat hij de beste keuze is die Israël en de VS momenteel hebben.
In de nasleep van het Israëlische gewelddadige antwoord op de vermoorde kolonisten, spande Abbas zich in om samen te werken met de enorme Israëlische speurtocht. Soms bleef hij weg wanneer Israëlische troepen Palestijnen brutaliseerden aan de Westelijke Jordaanoever.
Het is duidelijk dat er geen derde Intifada kan zijn die Abbas en zijn ellendige politieke apparaat ongemoeid laat. Dit is precies waarom bullebakken van de Palestijnse Autoriteit vele pogingen verhinderden van Palestijnen in de West Bank om te protesteren tegen het Israëlische geweld dat ontketend is in de bezette gebieden. Het geweld dat uiteindelijk culmineerde in een massale oorlog tegen Gaza, die honderden doodde en verwondde. De officieren van de Palestijnse Autoriteit (PA) keken toe terwijl het leger de Palestijnse huizen naar believen overviel. Het waren dezelfde officieren die snel in actie schoten om Palestijnen te verpletteren die zich in protest probeerden te verenigen.
Wat voor verdienste Abbas ook zou behaald hebben door in juni de rangen te sluiten met Hamas om een eenheidsregering te vormen, die is vlug verdwenen. Ze werd overschaduwd door zijn eigen falen om te voldoen aan de beloftes van de eenheidsdeal. De relevantie van zijn ‘autoriteit’ werd snel in de schaduw gesteld door het Israëlische geweld. Dit beklemtoonde nog maar eens de totale irrelevantie van Abbas en zijn regering als het gaat om Israëls politieke berekening.
[...]