PDA

Bekijk Volledige Versie : Op hun knieën vallen ze voor hun wrede god, hun handen druipend van het bloed



Marsipulami
17-08-14, 09:27
Op hun knieën vallen ze voor hun wrede god, hun handen druipend van het bloed, in een orgie van collectieve verdwazing



Raf Walschaerts − 16/08/14, 06u15

dm column Michael Van Peel reist met de Vespa naar de Noordkaap; Raf Walschaerts brengt de vakantie door in Griekenland. Hun wisselcolumn uit Noord en Zuid wekelijks, tot eind augustus. .


Dat was het ergste. De laffe moord op de onschuld van een kind. Het besef dat op die manier een hele generatie verloren gaat, meedogenloos beroofd van hun meest waardevolle schat: de open blik. Dicht getimmerd. Gekortwiekt op de meest stompzinnige manier.


Verschrikkelijke droom gehad vannacht. Miserabel, ellendig, badend in het zweet wakker geworden. De term 'nachtmerrie' dekt de lading niet: veel te vriendelijk. Een gedrocht van een droom was het. In één klap teruggeslingerd naar de middeleeuwen. Op zijn minst. Misschien nog verder terug. De duistere, gitzwarte jaren voor de middeleeuwen moeten het geweest zijn. Ik bedoel: in de middeleeuwen bestond er nog zoiets als hoffelijkheid, toch? Edelmoedigheid ook, en ridderlijke opoffering? Respect voor wie het goede nastreefde? Niet dus in mijn droom. Ik droomde vannacht van de hel. In zijn rauwste, puurste verschijningsvorm. Om van te huiveren zo koud.

Ik zag grijnzende, woest bebaarde mannen het afgehakte hoofd van andere woest bebaarde mannen triomfantelijk richting tv-camera duwen. O ja, was ik nog vergeten te vermelden: in de duistere premiddeleeuwse tijden van mijn droom bestond er blijkbaar al wel tv (o, onnavolgbare irrationaliteit van de dromende mens).

De hele omgeving waarin mijn droom zich afspeelde, leek in feite erg hedendaags: flatgebouwen op de achtergrond, auto's, machinegeweren, tanks, smartphones... Mocht ik niet beter weten, ik zou zweren dat het 2014 was. Vrouwen die zieltogend breken, krijsend in het stof rollend, omdat hun man en kinderen in koelen bloede voor hun ogen afgeslacht worden. Vrouwen die vervolgens gruwelijk verkracht worden voor ze de verlossende kogel krijgen. Dat soort beelden zag ik voor mijn hallucinerend geestesoog. Verschrikkelijke, ondraaglijke beelden. En het ergste moest dan nog komen.

Het zwaartepunt, het dieptepunt van mijn nachtelijke waan: een ventje van 8. Met zijn bebaarde papa. Strijders voor de goede zaak. Schouder aan schouder. Op de vraag wat hij later wilde worden, antwoordde de kleine: jihadstrijder. Wat is dat dan, manneke? Wat betekent dat, 'jihadstrijder'? Het doden van kafirs, ongelovigen, omdat alle ongelovigen sterven moeten, meneer.

Dat was het ergste. De laffe moord op de onschuld van een kind. Het besef dat op die manier een hele generatie verloren gaat, meedogenloos beroofd van hun meest waardevolle schat: de open blik. Dicht getimmerd. Gekortwiekt op de meest stompzinnige manier. De ogen uitgestoken. Blind, gedoemd om een leven lang verloren over het aardoppervlak te strompelen, niet meer in staat het licht aan de horizon te onderscheiden. En dat allemaal, al die gruweldaden, ik schrijf het met tegenzin, in naam van hun god (een imaginair wezen dat wikt en weegt, een individuele wil toegeschreven krijgt, strikte regels uitvaardigt en beschikt over (eeuwig) leven en dood). Op hun knieën vallen ze voor hun wrede god, hun handen druipend van het bloed, in een orgie van collectieve verdwazing.

Toen werd ik wakker, scheen de zon in mijn straat en kwam de ijskar langs. Het was maar een droom, mensen. Een soort grap. Een smakeloze, onaangename grap van een onbewuste droominstantie ergens diep in mijn brein. Niet echt! Ik herhaal: niet echt! Goddank.

Dit kán niet echt zijn. Daar wil en zal ik niet aan denken. Dan zou alles voor niets geweest zijn. De hele verlichting, het moeizame gevecht voor elke morzel beschaving, de heroïsche poging van de mens om zichzelf bij de haren uit de modder omhoog te trekken... Allemaal voor niets! Dan waren de holocaust, de genocide in Rwanda, de bom in Hiroshima geen uitschuivers, valse noten in de geschiedenis van de mensheid, maar wel degelijk een logisch gevolg van de ingebakken wreedheid van onze menselijke inborst. Als dat zo is, dan wordt het moeilijk in de spiegel kijken 's ochtends...

Nee, dit kan niet echt zijn. Deze nachtmerrie ging niet over u en ik. Al geef ik toe: de wezens in mijn droom, ze liepen rechtop, ze praatten, gesticuleerden, leken inderdaad verdacht veel op ons. Moest ik niet beter weten, ik zou hen 'mensen' noemen. Maar ik weet beter. Beesten zijn het. Ontdaan van ieder sprankeltje menselijkheid. Ik voel er geen enkele verwantschap mee. Niets heb ik er mee. Ik wens hiervoor geen enkele verantwoordelijkheid te nemen. Geen. Niets. Misschien tegen beter weten in. Maar anders word ik gek.

Goeiemorgen! .