Marsipulami
07-12-14, 11:31
De vijf vloeken en zegeningen van religie
BESCHOUWING God is dood, zei Nietzsche ruim 120 jaar geleden. Toch zijn nog acht op de tien wereldburgers verbonden aan een religieuze groep. Wat levert hun dat eigenlijk op? En vooral: wat levert het de wereld op? De vijf zegeningen/vloeken van religie.
Door: Eline Huisman 6 december 2014, 01:00
Religie maakt gelukkiger
In de Verenigde Staten is weinig sociale zekerheid, waardoor mensen afhankelijker zijn van kerkelijke organisaties als sociaal vangnet
— Paul Klep, hoogleraar economische en sociale geschiedenis aan de Radboud Universiteit
.
Het idee dat religieuze mensen vaak gelukkiger zijn, wordt breed gedeeld - ook onder wetenschappers. Een geloofsgemeenschap biedt een sociaal vangnet, een hogere macht geeft een gevoel van veiligheid en rituelen geven houvast bij verdriet. Er is veel onderzoek gedaan naar het verband tussen geluk en religie, maar vooral in de Verenigde Staten - waar gelovige mensen zich inderdaad hoger inschalen op de geluksladder. De Amerikaanse psycholoog Ed Diener, bijnaam 'dokter Happiness', deed er in 2009 onderzoek naar. 455 duizend mensen uit 150 landen werden gevraagd naar hun geluksgevoelens - van de korte momenten tot hun algemene levensgeluk. En ook hier bleek: gelovige mensen zijn gelukkiger dan niet-gelovigen. Ze gaan makkelijker om met negatieve emoties en halen meer voldoening uit hun leven. Of ze moslim, christen, boeddhist of hindoe zijn, maakt eigenlijk niet uit.
Waarom keren we in Europa de kerk dan al decennialang de rug toe? Omdat het uitmaakt wáár je dan precies gelovig bent. Gelovige mensen zijn vooral gelukkiger dan niet-gelovigen in minder ontwikkelde landen. Juist daar waar het leven hard is - met honger, armoede en een lage levensverwachting - heeft religie het grootste effect op geluksgevoelens. Zo hebben gelovigen in Zimbabwe meer positieve en minder negatieve gevoelens dan hun ongelovige landgenoten. In ontwikkelde landen als Japan of Nederland maakt gelovig zijn geen verschil in geluk. Dat is eenvoudig uit te leggen: een van de belangrijkste voordelen van religie is dat het helpt omgaan met angst en stress door onzekerheid.
Daar lijkt ook het antwoord te liggen voor het verschil tussen seculier Europa en christelijk Amerika, stelt Paul Klep, hoogleraar economische en sociale geschiedenis aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. 'In de Verenigde Staten is weinig sociale zekerheid, waardoor mensen afhankelijker zijn van kerkelijke organisaties als sociaal vangnet.' Bovendien maakt voor veel Amerikanen het christelijk geloof onderdeel uit van de nationale identiteit - het is het bindmiddel dat die grote verzameling immigranten bijeenhoudt.
Uiteindelijk wint welvaart het van religie. Want juist in de welvarende, seculiere landen - Noorwegen, Zweden, Nederland - is het gemiddeld geluk per land het hoogst.
Religie brengt vrede
Van de christelijke kruistochten tot de opmars van IS: religie is een bron van conflict. Toch is er geen verband tussen hoe religieus en hoe vredig een land is. Kijk naar Noord-Korea: met stip op 1 van meest atheïstische landen, maar het bungelt onderaan de ranglijst als het gaat om vrede. Terwijl boeddhistisch Bhutan en het katholieke Portugal in de top van vredigste landen verkeren. Religie is bovendien zeker niet de belangrijkste bron van conflict. Van de 35 gewapende conflicten in 2013, zo becijferde de Global Peace Index (GPI), gold religie in 14 gevallen als een van de oorzaken - maar nooit als de enige oorzaak: genderongelijkheid, corruptie en politieke instabiliteit zijn belangrijkere verklaringen.
Wat wel opvalt: een grote verscheidenheid aan religies binnen een land lijkt een buffer tegen conflict. Juist in landen met weinig religieuze diversiteit komt veel religieus geweld voor, zoals in Pakistan, Afghanistan, India en Somalië. En hoe meer de overheid religie aan banden legt, hoe vaker geweld in de naam van geloof voorkomt en hoe vaker religieuze minderheden worden onderdrukt. In de 20ste eeuw was het juist het door de staat afgedwongen atheïsme van de brute regimes van Stalin, Mao Zedong en Pol Pot dat miljoenen burgers het leven kostte.
Het komt allemaal neer op machtsverhoudingen, zegt Erin Wilson, directeur van het onderzoekscentrum voor Religie, Conflict en het Publieke Domein van de Rijksuniversiteit Groningen. 'Religie kan een bron van machtsmisbruik zijn, maar ook de bron van verzet tegen onderdrukking.' Zo had de katholieke kerk een belangrijke rol in de Fluwelen Revolutie waarmee de Sovjet-Unie ten val werd gebracht en werd het verzet tegen autoritaire regimes in Latijns Amerika in katholieke kringen in gang gezet. 'Ook de strijd van IS komt uiteindelijk voort uit hoe zij de onderdrukking van moslims zien', zegt Wilson. 'Met religie is het net als met ideologieën: het heeft geen intrinsieke logica van gewelddadigheid of vredelievendheid.'
Maar heeft geweld niet stiekem een heroïsche rol in de Koran, terwijl vrede en respect voor leven centraal staat in het boeddhisme? 'Dat is westerse simplificatie', schrijft Christian Caryl van het Legatum Institute, dat onderzoek doet naar de oorzaken van mondiale welvaart en vrijheid. 'Sinds het begin van het boeddhisme deden gelovigen in oorlogen mee. Militante monniken vochten zowel voor als tegen Chinese leiders en de Japanse Samurai gebruikten de leer als argument om te vechten.' Alle religies delen volgens hem een sterk groepsgevoel onder hun volgers, de heiligheid van menselijk leven en het streven naar beperking van geweld. 'Maar als een groep gelovigen voelt dat die waarden bedreigd worden, kunnen ze daarvan afwijken.'
Religie is goed voor de economie
Geloof in een hemel, hel en leven na de dood zijn goede voorspellers van economische groei, schreven Robert Barro en Rachel McCleary in 2009. Het Harvard-onderzoeksduo had voor zestig landen veertig jaar aan economische groeicijfers vergeleken met de veranderingen in religiositeit en deed een aantal opmerkelijke uitspraken. Als het geloof in hemel en hel toeneemt in ontwikkelende landen, neemt de economische groei toe. Maar als mensen vaker religieuze bijeenkomsten bijwonen, stagneert die groei. Dat laatste is logisch, verklaarde McCleary, want bij economische groei wordt tijd economisch gezien kostbaarder en is kerkgang 'verspilling'. Maar naar dat eerste verband bleef het gissen: is het zelfdiscipline, opoffering of het geloof dat een straffende God meekijkt, waardoor gelovigen harder gaan werken?
Al in het begin van de 20ste eeuw schreef de Duitse socioloog Max Weber het economische succes van Noord-Europa en Amerika toe aan het protestantse arbeidsethos: hard werken, afzien van aardse geneugten en winst investeren of aan de armen geven. Later stelden onderzoekers dat die protestantse welvaart vooral te danken was aan de geletterdheid - in de protestantse traditie was het belangrijk zelf de Bijbel te kunnen lezen.
De economische achterstand van islamitische landen wordt juist weer toegeschreven aan de sharia: binnen de sharia-economieën was islamitisch partnerschap belangrijk, zaken deed je binnen de familiekringen. Die kleine samenwerkingsverbanden konden niet op tegen de grote westerse vennootschappen. Bovendien werd volgens het sharia-erfrecht rijkdom gelijk over kinderen verdeeld, terwijl in de Romeinse traditie het geld naar de oudste zoon ging, die daarmee fors kon investeren.
In bijna elk Arabisch islamitisch land is een corrupte overheid de grootste vijand van ondernemerschap en de vrije mark
— Guy Sorman, politicoloog
.
De relatie tussen religie en economie blijft een schimmig gebied, met tegenstrijdige bevindingen. Aan de ene kant wordt religie vaak geprezen om het onderlinge vertrouwen en de gedeelde loyaliteit die het schept - essentieel voor handel en uitlenen van geld. Maar hoe religieuzer een land, hoe minder innovatief het is, ontdekten onderzoekers van de Amerikaanse Princeton-universiteit in september dit jaar. Seculiere landen als Japan en China gaan voorop in de rij van innovatieve landen, terwijl religieuze landen als Portugal, Marokko en Iran achteraan aansluiten. Economische ontwikkeling, gemiddeld opleidingsniveau, buitenlandse investeringen en regels over intellectueel eigendomsrecht maken daarin geen verschil. Ingrijpende ideeën, technische vooruitgang en sociale verandering worden in religieuze landen met meer terughoudendheid en verzet ontvangen, legde betrokken onderzoeker Roland Bénabou uit. In seculiere landen krijgen ontdekkingen en innovaties sneller de ruimte, en die nieuwe kennis werkt volgens Bénabou weer door in het slijten van oude dogma's.
Volgens Sophie van Bijsterveld, hoogleraar religie, recht en samenleving aan de Radboud Universiteit, is ook hier de mate van godsdienstvrijheid de sleutel: 'Nederland en Groot-Brittannië waren ook voor de secularisatie heel vooruitstrevend - er was een staatsreligie, maar ook godsdienstvrijheid. Juist dat laatste lijkt samen te gaan met sociaal-economische vooruitgang.' Dat lijkt aannemelijk: het klimaat in landen met religieuze spanningen en beperkingen in godsdienstvrijheid schrikt investeerders af en doet jonge ondernemers hun heil elders zoeken - ongunstig voor economische groei.
Dat islamitische landen ook nu de sharia grotendeels is aangepast aan het kapitalistisch denken nog achterbleven, wijten wetenschappers dan ook aan de conservatieve politieke regimes. 'In bijna elk Arabisch islamitisch land is een corrupte overheid de grootste vijand van ondernemerschap en de vrije markt', stelt de Franse politicoloog Guy Sorman. 'Die despotische regimes zijn niet te danken aan de islam, maar komen voort uit de dekolonisatiestrijd in de jaren vijftig en zestig die zich verzette tegen het kapitalistische Westen.'
Religie houdt je gezond
Vaker aan God denken kan helpen junkfood te weerstaan, schreven Amerikaanse onderzoekers in het vakblad Journal of Personality and Social Psychology twee jaar geleden. In hun onderzoek vergeleken ze studenten die eerst een 'neutraal' spel hadden gespeeld met studenten die een spel speelden met verwijzingen naar God. De tweede groep wist later in het experiment de verleidingen van ongezond voedsel te weerstaan. Een kwestie van zelfcontrole, concludeerden de onderzoekers, die met gedachten aan God wordt opgewekt.
Religieuze rituelen zoals bidden en gezamenlijk zingen werken ook stressverlagend. Uit Amerikaans en Noors onderzoek blijkt dat regelmatige kerkgangers een lagere bloeddruk hebben dan niet-kerkgangers, met een gemiddeld verschil van twee punten.
De impact van religie op gezondheid is een populair, maar tricky onderwerp. Het gros van het onderzoek wordt gedaan in de VS. 'De globale conclusie is daar: religieuze mensen hebben een stapje voor qua gezondheid. Maar het verband is complex', zegt de Utrechtse godsdienstpsycholoog Joseph Pieper. 'Religie kan preventief werken, doordat gelovigen minder drank en drugs gebruiken en stabielere relaties hebben. Maar dat kan ook liggen aan de sociaal-economische omstandigheden van gelovige mensen, die misschien een beter sociaal vangnet hebben.' Bovendien wordt religie in dit soort onderzoek vaak 'gemeten' op basis van het bijwonen van religieuze bijeenkomsten - wie minder gezond is, zal per definitie minder aanwezig zijn. En vergeet het risico van vertekening niet: 'een gelovige zal niet snel zeggen dat zijn religie niets helpt', stelt Pieper.
..../...
BESCHOUWING God is dood, zei Nietzsche ruim 120 jaar geleden. Toch zijn nog acht op de tien wereldburgers verbonden aan een religieuze groep. Wat levert hun dat eigenlijk op? En vooral: wat levert het de wereld op? De vijf zegeningen/vloeken van religie.
Door: Eline Huisman 6 december 2014, 01:00
Religie maakt gelukkiger
In de Verenigde Staten is weinig sociale zekerheid, waardoor mensen afhankelijker zijn van kerkelijke organisaties als sociaal vangnet
— Paul Klep, hoogleraar economische en sociale geschiedenis aan de Radboud Universiteit
.
Het idee dat religieuze mensen vaak gelukkiger zijn, wordt breed gedeeld - ook onder wetenschappers. Een geloofsgemeenschap biedt een sociaal vangnet, een hogere macht geeft een gevoel van veiligheid en rituelen geven houvast bij verdriet. Er is veel onderzoek gedaan naar het verband tussen geluk en religie, maar vooral in de Verenigde Staten - waar gelovige mensen zich inderdaad hoger inschalen op de geluksladder. De Amerikaanse psycholoog Ed Diener, bijnaam 'dokter Happiness', deed er in 2009 onderzoek naar. 455 duizend mensen uit 150 landen werden gevraagd naar hun geluksgevoelens - van de korte momenten tot hun algemene levensgeluk. En ook hier bleek: gelovige mensen zijn gelukkiger dan niet-gelovigen. Ze gaan makkelijker om met negatieve emoties en halen meer voldoening uit hun leven. Of ze moslim, christen, boeddhist of hindoe zijn, maakt eigenlijk niet uit.
Waarom keren we in Europa de kerk dan al decennialang de rug toe? Omdat het uitmaakt wáár je dan precies gelovig bent. Gelovige mensen zijn vooral gelukkiger dan niet-gelovigen in minder ontwikkelde landen. Juist daar waar het leven hard is - met honger, armoede en een lage levensverwachting - heeft religie het grootste effect op geluksgevoelens. Zo hebben gelovigen in Zimbabwe meer positieve en minder negatieve gevoelens dan hun ongelovige landgenoten. In ontwikkelde landen als Japan of Nederland maakt gelovig zijn geen verschil in geluk. Dat is eenvoudig uit te leggen: een van de belangrijkste voordelen van religie is dat het helpt omgaan met angst en stress door onzekerheid.
Daar lijkt ook het antwoord te liggen voor het verschil tussen seculier Europa en christelijk Amerika, stelt Paul Klep, hoogleraar economische en sociale geschiedenis aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. 'In de Verenigde Staten is weinig sociale zekerheid, waardoor mensen afhankelijker zijn van kerkelijke organisaties als sociaal vangnet.' Bovendien maakt voor veel Amerikanen het christelijk geloof onderdeel uit van de nationale identiteit - het is het bindmiddel dat die grote verzameling immigranten bijeenhoudt.
Uiteindelijk wint welvaart het van religie. Want juist in de welvarende, seculiere landen - Noorwegen, Zweden, Nederland - is het gemiddeld geluk per land het hoogst.
Religie brengt vrede
Van de christelijke kruistochten tot de opmars van IS: religie is een bron van conflict. Toch is er geen verband tussen hoe religieus en hoe vredig een land is. Kijk naar Noord-Korea: met stip op 1 van meest atheïstische landen, maar het bungelt onderaan de ranglijst als het gaat om vrede. Terwijl boeddhistisch Bhutan en het katholieke Portugal in de top van vredigste landen verkeren. Religie is bovendien zeker niet de belangrijkste bron van conflict. Van de 35 gewapende conflicten in 2013, zo becijferde de Global Peace Index (GPI), gold religie in 14 gevallen als een van de oorzaken - maar nooit als de enige oorzaak: genderongelijkheid, corruptie en politieke instabiliteit zijn belangrijkere verklaringen.
Wat wel opvalt: een grote verscheidenheid aan religies binnen een land lijkt een buffer tegen conflict. Juist in landen met weinig religieuze diversiteit komt veel religieus geweld voor, zoals in Pakistan, Afghanistan, India en Somalië. En hoe meer de overheid religie aan banden legt, hoe vaker geweld in de naam van geloof voorkomt en hoe vaker religieuze minderheden worden onderdrukt. In de 20ste eeuw was het juist het door de staat afgedwongen atheïsme van de brute regimes van Stalin, Mao Zedong en Pol Pot dat miljoenen burgers het leven kostte.
Het komt allemaal neer op machtsverhoudingen, zegt Erin Wilson, directeur van het onderzoekscentrum voor Religie, Conflict en het Publieke Domein van de Rijksuniversiteit Groningen. 'Religie kan een bron van machtsmisbruik zijn, maar ook de bron van verzet tegen onderdrukking.' Zo had de katholieke kerk een belangrijke rol in de Fluwelen Revolutie waarmee de Sovjet-Unie ten val werd gebracht en werd het verzet tegen autoritaire regimes in Latijns Amerika in katholieke kringen in gang gezet. 'Ook de strijd van IS komt uiteindelijk voort uit hoe zij de onderdrukking van moslims zien', zegt Wilson. 'Met religie is het net als met ideologieën: het heeft geen intrinsieke logica van gewelddadigheid of vredelievendheid.'
Maar heeft geweld niet stiekem een heroïsche rol in de Koran, terwijl vrede en respect voor leven centraal staat in het boeddhisme? 'Dat is westerse simplificatie', schrijft Christian Caryl van het Legatum Institute, dat onderzoek doet naar de oorzaken van mondiale welvaart en vrijheid. 'Sinds het begin van het boeddhisme deden gelovigen in oorlogen mee. Militante monniken vochten zowel voor als tegen Chinese leiders en de Japanse Samurai gebruikten de leer als argument om te vechten.' Alle religies delen volgens hem een sterk groepsgevoel onder hun volgers, de heiligheid van menselijk leven en het streven naar beperking van geweld. 'Maar als een groep gelovigen voelt dat die waarden bedreigd worden, kunnen ze daarvan afwijken.'
Religie is goed voor de economie
Geloof in een hemel, hel en leven na de dood zijn goede voorspellers van economische groei, schreven Robert Barro en Rachel McCleary in 2009. Het Harvard-onderzoeksduo had voor zestig landen veertig jaar aan economische groeicijfers vergeleken met de veranderingen in religiositeit en deed een aantal opmerkelijke uitspraken. Als het geloof in hemel en hel toeneemt in ontwikkelende landen, neemt de economische groei toe. Maar als mensen vaker religieuze bijeenkomsten bijwonen, stagneert die groei. Dat laatste is logisch, verklaarde McCleary, want bij economische groei wordt tijd economisch gezien kostbaarder en is kerkgang 'verspilling'. Maar naar dat eerste verband bleef het gissen: is het zelfdiscipline, opoffering of het geloof dat een straffende God meekijkt, waardoor gelovigen harder gaan werken?
Al in het begin van de 20ste eeuw schreef de Duitse socioloog Max Weber het economische succes van Noord-Europa en Amerika toe aan het protestantse arbeidsethos: hard werken, afzien van aardse geneugten en winst investeren of aan de armen geven. Later stelden onderzoekers dat die protestantse welvaart vooral te danken was aan de geletterdheid - in de protestantse traditie was het belangrijk zelf de Bijbel te kunnen lezen.
De economische achterstand van islamitische landen wordt juist weer toegeschreven aan de sharia: binnen de sharia-economieën was islamitisch partnerschap belangrijk, zaken deed je binnen de familiekringen. Die kleine samenwerkingsverbanden konden niet op tegen de grote westerse vennootschappen. Bovendien werd volgens het sharia-erfrecht rijkdom gelijk over kinderen verdeeld, terwijl in de Romeinse traditie het geld naar de oudste zoon ging, die daarmee fors kon investeren.
In bijna elk Arabisch islamitisch land is een corrupte overheid de grootste vijand van ondernemerschap en de vrije mark
— Guy Sorman, politicoloog
.
De relatie tussen religie en economie blijft een schimmig gebied, met tegenstrijdige bevindingen. Aan de ene kant wordt religie vaak geprezen om het onderlinge vertrouwen en de gedeelde loyaliteit die het schept - essentieel voor handel en uitlenen van geld. Maar hoe religieuzer een land, hoe minder innovatief het is, ontdekten onderzoekers van de Amerikaanse Princeton-universiteit in september dit jaar. Seculiere landen als Japan en China gaan voorop in de rij van innovatieve landen, terwijl religieuze landen als Portugal, Marokko en Iran achteraan aansluiten. Economische ontwikkeling, gemiddeld opleidingsniveau, buitenlandse investeringen en regels over intellectueel eigendomsrecht maken daarin geen verschil. Ingrijpende ideeën, technische vooruitgang en sociale verandering worden in religieuze landen met meer terughoudendheid en verzet ontvangen, legde betrokken onderzoeker Roland Bénabou uit. In seculiere landen krijgen ontdekkingen en innovaties sneller de ruimte, en die nieuwe kennis werkt volgens Bénabou weer door in het slijten van oude dogma's.
Volgens Sophie van Bijsterveld, hoogleraar religie, recht en samenleving aan de Radboud Universiteit, is ook hier de mate van godsdienstvrijheid de sleutel: 'Nederland en Groot-Brittannië waren ook voor de secularisatie heel vooruitstrevend - er was een staatsreligie, maar ook godsdienstvrijheid. Juist dat laatste lijkt samen te gaan met sociaal-economische vooruitgang.' Dat lijkt aannemelijk: het klimaat in landen met religieuze spanningen en beperkingen in godsdienstvrijheid schrikt investeerders af en doet jonge ondernemers hun heil elders zoeken - ongunstig voor economische groei.
Dat islamitische landen ook nu de sharia grotendeels is aangepast aan het kapitalistisch denken nog achterbleven, wijten wetenschappers dan ook aan de conservatieve politieke regimes. 'In bijna elk Arabisch islamitisch land is een corrupte overheid de grootste vijand van ondernemerschap en de vrije markt', stelt de Franse politicoloog Guy Sorman. 'Die despotische regimes zijn niet te danken aan de islam, maar komen voort uit de dekolonisatiestrijd in de jaren vijftig en zestig die zich verzette tegen het kapitalistische Westen.'
Religie houdt je gezond
Vaker aan God denken kan helpen junkfood te weerstaan, schreven Amerikaanse onderzoekers in het vakblad Journal of Personality and Social Psychology twee jaar geleden. In hun onderzoek vergeleken ze studenten die eerst een 'neutraal' spel hadden gespeeld met studenten die een spel speelden met verwijzingen naar God. De tweede groep wist later in het experiment de verleidingen van ongezond voedsel te weerstaan. Een kwestie van zelfcontrole, concludeerden de onderzoekers, die met gedachten aan God wordt opgewekt.
Religieuze rituelen zoals bidden en gezamenlijk zingen werken ook stressverlagend. Uit Amerikaans en Noors onderzoek blijkt dat regelmatige kerkgangers een lagere bloeddruk hebben dan niet-kerkgangers, met een gemiddeld verschil van twee punten.
De impact van religie op gezondheid is een populair, maar tricky onderwerp. Het gros van het onderzoek wordt gedaan in de VS. 'De globale conclusie is daar: religieuze mensen hebben een stapje voor qua gezondheid. Maar het verband is complex', zegt de Utrechtse godsdienstpsycholoog Joseph Pieper. 'Religie kan preventief werken, doordat gelovigen minder drank en drugs gebruiken en stabielere relaties hebben. Maar dat kan ook liggen aan de sociaal-economische omstandigheden van gelovige mensen, die misschien een beter sociaal vangnet hebben.' Bovendien wordt religie in dit soort onderzoek vaak 'gemeten' op basis van het bijwonen van religieuze bijeenkomsten - wie minder gezond is, zal per definitie minder aanwezig zijn. En vergeet het risico van vertekening niet: 'een gelovige zal niet snel zeggen dat zijn religie niets helpt', stelt Pieper.
..../...