PDA

Bekijk Volledige Versie : Onuitroeibaar is het geloof



Marsipulami
14-01-15, 19:02
Onuitroeibaar is het geloof - Kristien Hemmerechts

wo 14/01/2015 - 11:39 Kristien Hemmerechts

Het was zondag in Maputo, de hoofdstad van Mozambique, waar heel wat straten naar illustere socialistische en communistische leiders zijn genoemd. Wij logeerden op de Avenida Mao Tsé Tung, die de Avenida Julius Nyerere kruist, die op haar beurt overgaat in de Avenida Friedrich Engels. En niet te vergeten: Avenida Kim Il Sung, Avenida Vladimir Lenin, Avenida Ho Chi Min, Avenida Karl Marx en Avenida Salvador Allende. Meer nog dan door de straatnaamborden werden we getroffen door de grote hoeveelheid uitpuilende kerken, telkens van een ander christelijk ‘merk’. De finesses van de verschillen ontsnapten ons, maar er viel niet naast de uitbundige menigte kerkgangers te kijken. De communistische leer was duidelijk in dovemansoren gevallen.

Een amusante gedachte

De gelovigen liepen er opvallend opgewekt bij en waren op hun zondags gekleed. De vrouwen droegen hoeden die veel weghadden van bloempotten. Het oogde heel feestelijk, en ik dacht: hé, hé, godsdienst kan mensen dus ook gelukkig maken. En het brengt hen samen. Het zorgt voor ‘lijm’. De gedachte werd niet overschaduwd door de gruwelijke aanslagen in Parijs. Die zouden pas twee weken later de wereld doen opschrikken.

Ik probeerde me te herinneren wat er met de kruisjes was gebeurd die ik in een ver verleden voor mijn eerste en plechtige communie had gekregen. Lagen die nog ergens in een lade? En hoe zou het voelen om opnieuw zo’n kruisje te dragen? Ik had iets discreets in gedachten, een ‘sidekick’ voor het hangertje dat ik nu meestal draag. Misschien zou ik me van de weeromstuit ook zo gelukkig gaan voelen. Het kruisje, hoe klein ook, zou voor de nodige verwarring bij vrienden en kennissen zorgen. Die gedachte amuseerde me wel.

Streven naar geluk

Wat is het toch dat geloof zo onuitroeibaar maakt? Hoe komt het dat je met straatnaamborden een stad eraan kunt herinneren dat godsdienst verfoeilijke opium is voor het volk, maar dat de bewoners koppig op zondag hun beste kleren blijven aantrekken om naar de kerk te gaan? Vanwaar die behoefte aan iets ‘hogers’, iets ‘meers’? Waarom kunnen zoveel mensen zich niet tevreden stellen met het hier en nu? Volstaat dat dan niet?

Op zoek naar een antwoord dacht ik aan het gedicht ‘Desiderata’, dat Max Erhman in 1927 schreef en dat nog altijd vaak wordt geciteerd. Mijn Britse schoonvader las het voor toen ik trouwde met zijn zoon, en die zoon las het voor toen onze dochter in het huwelijk trad. Er zwerven verschillende Nederlandse vertalingen rond op het internet, de ene al beter dan de andere. Deze is van Arend Landman en het slot klinkt zo: ‘Je bent een kind van de schepping, je hebt het recht er te zijn. En of je het begrijpt of niet, de schepping ontvouwt zich ongetwijfeld naar haar wet. Leef daarom in vrede met God, wat voor beeld je ook van Hem hebt. En wat ook je werk en streven mogen zijn, bewaar in de luidruchtige maalstroom van het leven de vrede met je ziel. Ondanks haar veinzerij, gezwoeg en teleurstellingen is de wereld toch mooi. Wees zorgzaam. Streef ernaar gelukkig te zijn.'

"Een deel van de keten ben jij"

‘Ziel’ is niet een woord dat ik gebruik. Het klinkt te beladen, en zeult te veel connotaties met zich mee van zieltjes winnen voor de Kerk, en van zonde die je ziel zwart doet kleuren. Ik heb het liever over ‘kern’, dan over ‘ziel’. Elke mens heeft een kern en die moet hij goed bewaken. En hij moet zich verbonden weten met andere kernen. Maar vooral moet hij zich een deel weten van een groter geheel, als noodzakelijk tegengif voor eenzaamheid, wanhoop en leegte. Jaren geleden zongen Elly en Rikkert dat zo: ‘Jij bent een deel van de keten, de keten bepaalt het getij, het getij is het zoeken en weten en een deel van de keten ben jij.’

Ik ben geen gelovig mens, maar ik geloof heilig in die verbondenheid als bron van kracht en rust. Daar ligt de sleutel om met jezelf en anderen in vrede te leven. Ik vermoed – en hoop – dat sommige gelovigen hun geloof in die betekenis beleven. Waarschijnlijk hebben ze het dan over verbondenheid met ‘God’. Maar een mens heeft er geen God of god voor nodig, en ook geen godsdienst of kruisje. Het zou mooi zijn als er een symbool voor bestond, iets wat je kunt dragen of altijd bij je hebben, maar nodig is het niet. Het besef leeft immers in je hart.


(Kristien Hemmerechts is auteur.)

knots71karel
14-01-15, 19:19
Wat een ongelooflijk N.V.D.D !
Dit is ff een opsteker voor het Christendom ( dat steeds meer gelovigen veriest volgens jou in een van je topic,s)
Maar er is nog hoop :
Door: Ianthe Sahadat 27 november 2014, 07:00


Hoewel het christendom zich vanaf de 10de eeuw snel verspreidde door oostelijk Europa, waren veel elementen uit het heidense volksgeloof moeilijk uitroeibaar. Een ervan was het geloof in vampiers. Of in andere varianten van ondoden en halfdoden, zoals Marco Mostert, hoogleraar middeleeuwse schriftcultuur aan de Universiteit Utrecht hen noemt.

De afgelopen decennia doken er in Europa vaker graven op met opmerkelijk versierde lichaamsresten. Deze decoraties staan in jargon bekend als 'apotropaeïsch', Grieks voor: afwendend, bezwerend. Om te voorkomen dat de 'verdachte' personen na hun dood zouden terugkeren om anderen het leven zuur te maken, verzekerden dezen zich van het bestaan van een beschermende barrière. Zo doorboorde men lijken met nagels, spijkers en spiesen, werden verdachten na hun dood onthoofd of ontdaan van ledematen (zonder hoofd of benen is het moeilijk navigeren, was de gedachte) of werden ze bedekt met stenen (lastig opstaan van onder een zware steenmassa).


http://vkphotoprovider3.vk-cdn.nl/photoprovider/artikel/10/15/3/07fde14ca55bdca03329b81d7795efeb/2627178/610x2048/2627178.jpeg © Plos One

De lijken in de Poolse graven hadden een steen tussen de kaken en een sikkel om de nek. Ook hadden ze munten onder de tong. Allemaal aanwijzingen dat de lokale bevolking vreesde voor vampirisme, schrijven de onderzoekers.

Toch is Mostert het daar niet helemaal mee eens. De voorbeelden van apotropaeïsche begravingsrituelen zijn talloos, zegt de hoogleraar. 'Wat mij opvalt, is dat deze onderzoekers er een aantal zaken bij halen die mijns inziens twijfelachtig zijn als bewijs dat we hier met vampiers te maken hebben.'

Hij wijst op het plaatsen van munten onder de tong. 'Een zeer oud gebruik, dat terug te voeren is op de Grieken, die hun doden geld meegaven om in de onderwereld de overtocht over de rivier de Styx aan de veerman Charon te kunnen betalen. Met vampiers heeft het volgens mij weinig te maken heeft.'

'Containerbegrip' vampier Ook het ritueel van de sikkel op de keel, volgens Mostert een uniek voorbeeld, kan duiden op ongure mytische figuren die na de dood opstaan en gaan rondwaren, 'het hoeven zeker geen vampiers te zijn'. Ook zijn de lijken tussen andere graven gevonden - 'niet handig', stelt Mostert, als je niet wilt dat de vampiers elkaar tot leven komen wekken. Hij denkt dat onderzoekers tegenwoordig wat snel kiezen voor het 'containerbegrip' vampier, omdat de bloedzuigende wezens tamelijk bekend zijn in onze huidige cultuur.

De redenen om iemand van vampirisme te verdenken waren divers, schrijven de onderzoekers. Een afwijkend uiterlijk, vreemd gedrag, bastaardschap, zelfmoord of als het eerste sterven bij een epidemie. Vaak ook werden mensen van buiten de gemeenschap verdacht gevonden, of migranten.

Met biogeochemisch onderzoek in de tanden van de lijken toonden de Amerikaanse antropologen aan dat de gevonden 'vampiers' uit de streek kwamen. Zij keken naar de verhouding tussen bepaalde strontiumisotopen. Dat vindt Mostert interessant. 'Het waren toch vaak buitenstaanders die de schuld van allerlei narigheid kregen, dat was hier duidelijk niet het geval.'

knots71karel
14-01-15, 19:26
Geloven gingen en er kwamen andere voor in de plaats ,
naarmate de mens wijzer wordt zullen er minder gelovigen komen .
Laat staan dat er ooit nog eens een Profeet komt .
Die een nieuw Geloof wil verkondigen.