Baron Ruud van Hövell tot Westerflier, oud-rechter en voorzitter van de raad van toezicht van het bedrijf, vindt e-Court ‘de meest ingrijpende en logische ontwikkeling in de rechtspraak van de afgelopen 150 jaar’. Dat zo’n radicale aanpak veel kritiek oproept, verbaast hem niets. In een interview met het advocatenblad Mr. vergelijkt de baron reacties op een ‘briljante vinding’ van Nakad met de relativiteitstheorie van Einstein. Ze doen hem denken aan ‘wat Darwin aan reacties losmaakte met zijn evolutietheorie, of Galileï die verdedigde dat de aarde rond was’.
Oprichtster Nakad kiest bij kritiek doorgaans de frontale aanval. Tijdens een debat over ‘Crisis in de rechtsstaat’ in 2011 klaagt ze dat er een complot van rechters, deurwaarders en notarissen achter haar aan zit om het verfoeide staatsmonopolie op rechtspraak in stand te houden.
Afgelopen jaar werden minstens twintigduizend mensen voor e-Court gedaagd en in 2018 zal dat aantal naar schatting verdubbelen. Het kasteel op de Veluwe zullen ze niet te zien krijgen, laat staan een rechter of advocaat. Iedereen doorloopt een standaard digitaal proces. In die online portal kun je bewijsstukken uploaden en daarna beslist de robotrechter. Alleen als iemand verweer voert kijkt een menselijke ‘arbiter’ mee – die mag zich geen rechter noemen, want officieel is e-Court een vorm van arbitrage. Geen dure zittingen dus en wel ‘24/7 inzicht in je zaak’. Een ‘tektonische verschuiving’, vindt Nakad.
In 2016 maakte het bedrijf een winst van 3,5 ton. Hoe precies is onduidelijk. ‘e-Court maakt geen concurrentiegevoelige bedrijfsinformatie openbaar over haar specifieke innovaties en kostenbesparingen’, schrijft directeur Van der Tak. Bij nader onderzoek blijkt het bedrijf een aantrekkelijk verdienmodel te hebben ontwikkeld. Verzekeraars dragen elke maand honderden wanbetalers over aan e-Court. ‘Om redenen van doelmatigheid’, staat in het procesreglement van e-Court, doet de robotrechter voor alle zaken van één verzekeraar in één keer een uitspraak. Toch betaalt elke schuldenaar wél apart proceskosten. Stel dat er vijftig zaken zijn samengevoegd, dan krijgt e-Court vijftig keer 85 euro voor weinig meer dan een paar muisklikken.
Voor een organisatie die procedures bij de echte rechter omschrijft als ‘een zwart gat’ is e-Court zelf verrassend gesloten. Ook op schriftelijke vragen houdt het bedrijf de kaarten dicht tegen de borst. ‘Je hoeft niet altijd te weten hoe iets juridisch werkt’, verklaart directeur Van der Tak zijn zwijgzaamheid. ‘Je kunt onze houding opportunistisch noemen, maar onze afweging is dat we bij een interview weinig te winnen hebben.’
Ook op de website van e-Court is weinig te vinden. Uitspraken staan er niet op. ‘Die informatie is nu niet beschikbaar’, zegt e-Court. ‘Eerder was e-Court te klein om uitspraken te publiceren. Nu we groter worden is het een kwestie van tijd voordat we uitspraken zullen publiceren.’ Nergens is te vinden wie de arbiters zijn. ‘Om privacyredenen’, zegt Van der Tak. ‘Wie de arbiters zijn is ook niet zo relevant. Het onderwerp van het geschil is te klein.’
Toch kunnen we na een zoektocht via LinkedIn en oude persberichten van e-Court een lijst van 24 digirechters samenstellen (zie onze website geheimerechtbank.nl (http://geheimerechtbank.nl)). De gedragscode van e-Court schrijft voor dat arbiters ‘te allen tijde de goede reputatie van e-Court moeten beschermen’ en terughoudend moeten zijn met mediacontacten. Dat laatste lukt de meesten goed. ‘Ik moet u afkappen. Ik heb van de directeur het verzoek gekregen om geen zaken met journalisten te bespreken’, zegt arbiter Martijn Maathuis wanneer we hem bellen. Zes mede-arbiters willen om dezelfde reden niet praten; twaalf anderen blijken bij navraag nog nooit een zaak te hebben gedaan.
Bijna alle zorgverzekeraars hebben de private ‘rechter’ in hun voorwaarden opgenomen. Ook u bent ‘akkoord gegaan’
Arbiter Leo Blokland uit Vinkeveen is een uitzondering. Hij is ‘geen voorstander van geheim’, zegt hij aan de telefoon. Blokland is zo’n zeven jaar geleden begonnen bij e-Court en is volgens zijn eigen website daarnaast ‘advocaat van naam, bedrijfskundige in de praktijk’. Net als een aantal van zijn collega’s is Blokland ‘via-via gevraagd’ voor e-Court, legt hij uit. Een andere arbiter blijkt een oud-studiegenoot van Nakad, weer een ander is door haar persoonlijk ‘opgezocht’.
Blokland behandelde het afgelopen jaar zo’n honderd zaken, maar de mensen om wie het gaat heeft hij nog nooit gezien. ‘Alles gaat digitaal, ik voer de zaken vanuit mijn kantoor’, zegt hij. Met de meeste dossiers is hij nog geen vijf minuten kwijt. ‘Ik zie het vonnis en teken het, dat is alles.’ Controleren of de stukken kloppen, doet hij niet. ‘Dat loopt allemaal via het systeem.’ Alleen als iemand verweer voert, heeft Blokland wat meer werk en weegt hij de zaak. Maar ook dat allemaal van achter de computer.
De andere arbiters ziet Blokland eens per jaar, begin december op een bijeenkomst met afsluitende borrel op kasteel Moersbergen. Verder beslist hij op eigen houtje. Soms, als hij twijfelt over een zaak, belt hij wel eens een collega. Maar vonnissen van zijn mede-arbiters kan hij niet inzien. ‘Het is niet zo dat de ene arbiter zomaar in de zaken van een andere arbiter kan kijken’, zegt directeur Van der Tak. ‘We zijn namelijk gebonden aan strenge privacyregels voor consumenten.’
Over dit onderzoek
Dit artikel is een vervolg op onze onderzoeken naar de handel in schulden die we afgelopen zomer deden voor De Groene Amsterdammer en Nieuwsuur.
Bij onze zoektocht naar de ‘digirechters’ van e-Court hebben we dankbaar gebruik gemaakt van de hulp van datajournalist Henk van Ess. Het resultaat van die zoektocht is te vinden op de door Investico gepubliceerde website www.geheimerechtbank.nl (http://www.geheimerechtbank.nl). Daar zijn tevens twee vonnissen van e-Court met uitleg te vinden. Wie meer informatie over arbiters of vonnissen van e-Court heeft, kan die sturen aan
[email protected] (
[email protected]).
De Landelijke Organisatie Sociaal Raadslieden (LOSR) heeft ons voor dit onderzoek voorzien van belangrijke documenten, voorbeelden en inzichten. De LOSR komt op 17 januari met een eigen kritisch rapport over e-Court, Rechtspraak op bestelling?
(Bovenstaande tekst is niet door mij rood gemaakt)
In de beginjaren liep e-Court-oprichter Henriëtte Nakad geregeld binnen op het ministerie van Veiligheid en Justitie. Vanaf 2010 zat daar immers een e-Court-fan van het eerste uur: staatssecretaris Fred Teeven. Toen hij nog Kamerlid was zat Teeven in het comité van aanbeveling. Uit de registers van nevenfuncties van Tweede-Kamerleden blijkt overigens dat hij deze nevenfunctie nooit bij de Tweede Kamer heeft gemeld.
Als staatssecretaris kon Teeven e-Court goed gebruiken in zijn missie om de rechtspraak op de schop te nemen. Die rechtspraak was immers veel te traag en duur geworden, vonden Teeven en vvd-collega’s als Ard van der Steur en Ivo Opstelten. De liberalen zochten al jaren naar een marktoplossing voor dit probleem. Niet alle juridische conflicten hoeven bij de rechter terecht te komen, vonden zij. ‘De overheid dient zich zo veel mogelijk tot een faciliterende rol te beperken. Dit uitgangspunt past bij de maatschappelijke veranderingen waarbij de burger steeds zelfredzamer wordt’, schreef Teeven aan de Tweede Kamer.
e-Court paste naadloos in dat ideaal. Het bedrijf kan ‘een interessante aanvulling zijn op de markt van geschilbeslechting’, schreef Teeven in een Kamerbrief uit 2011. Sterker: de e-rechter was voor hem een middel om de problemen in de rechtspraak op te lossen. ‘Alles wat wegblijft bij de rechter betekent dat de doorlooptijden daar korter worden’, zei hij in 2010 tijdens een radio-interview over e-Court.
In de vijf jaar dat Teeven samen met Opstelten het ministerie van Veiligheid en Justitie bestierde, nam het duo verschillende maatregelen die e-Court een duwtje in de rug gaven. Maar vragen over die periode en de steun voor e-Court wil Teeven niet beantwoorden. ‘Nee dank, daar heb ik weinig zin in’, mailt hij.
Opstelten en Teeven maakten bijvoorbeeld de griffierechten voor kantonzaken bijna twee keer zo duur tot inmiddels zo’n vijfhonderd euro. Dankzij die enorme kostenverhoging kan e-Court zich presenteren als het goedkope, private alternatief (zie kader). ‘De belangrijkste reden voor wanbetalers om akkoord te gaan met e-Court is het kostenaspect’, schrijft ggn, huisdeurwaarder van e-Court, in een grote online advertentie.
De Raad voor de Rechtspraak heeft zich vanaf het begin tegen deze prijsverhoging verzet, omdat hoge griffierechten een barrière opwerpen. ‘Iedereen moet zijn recht bij de rechter kunnen halen, ook als het om een kleine vordering gaat’, zegt Frits Bakker, voorzitter van de raad. ‘Mensen mogen niet om financiële redenen afzien van een rechtszaak.’
e-Court kreeg opnieuw een opkontje toen het duo Teeven-Opstelten in 2014 een nieuwe Arbitragewet invoerde. De vvd’ers vonden arbitrage ‘een heel volwaardig alternatief voor overheidsrechtspraak’ en wilden de ‘belemmeringen voor het gebruik van arbitrage’ wegnemen. Dat lukte: dankzij de nieuwe Arbitragewet hoeven mensen geen expliciete toestemming te geven om hun zaak bij e-Court te laten behandelen. Als die optie maar ergens diep verstopt staat in je zorgpolis en je een maand bedenktijd krijgt. Wie zwijgt, ook uit onwetendheid of verwarring, stemt automatisch toe.
Sindsdien groeit e-Court hard. Vanaf begin dit jaar is het opgenomen in negentig procent van alle zorgpolissen. Alleen al marktleider Achmea verwacht jaarlijks twintigduizend zaken naar de private geschillenbeslechter te brengen. Webshop Studers, dat jaarlijks de studieboeken van tweehonderdduizend mbo’ers levert, en onderwijsinstelling Capabel mbo hebben e-Court als optie in hun algemene voorwaarden staan. Een paar maanden geleden sloot internetreus bol.com zich aan. ‘De waterbedrijven binnenkort ook’, meldt directeur Van der Tak trots.
Het griffierechtendebacle
Dankzij de verhoging van de griffierechten door Teeven en Opstelten kan e-Court volkomen terecht claimen dat de standaard court fee van 85 euro vele malen voordeliger is dan de 476 euro griffierechten bij de kantonrechter. Sterker, omdat de verliezer van een incassozaak – doorgaans de schuldenaar – de griffierechten moet ophoesten, kan e-Court zichzelf ook nog eens met succes neerzetten als barmhartige Samaritaan.
Maar het verschil geldt vooral voor vorderingen boven de vijfhonderd euro. Zit je daaronder, dan betaal je slechts 119 euro griffierechten aan de rechtbank. En dan is de e-Court-fee van 85 euro die met btw uitkomt op 102 euro opeens niet zo heel veel aantrekkelijker meer.
Met de verhoging van de griffierechten voor kantonzaken (waar incasso onder valt) hoopten Teeven en Opstelten het dure straf- en bestuursrecht te bedruipen – over de rug van de schuldenaar dus. De kostprijs voor kantonzaken is namelijk veel lager dan het tarief dat nu gevraagd wordt. Maar sinds de prijsverhoging is het aantal incassozaken bij de rechter met meer dan dertig procent gedaald. Hierdoor is van die beoogde extra opbrengsten niets meer over.
De Raad voor de Rechtspraak verwacht dat het aantal schuldzaken bij de kantonrechter de komende jaren verder zal afnemen. ‘Het is aannemelijk dat de daling komt doordat e-Court lagere tarieven hanteert’, zegt voorzitter Frits Bakker.
(Bovenstaande tekst is niet door mij rood gemaakt)