Marsipulami
29-02-16, 15:40
Doorgeleerde islamofoben vermommen zich steeds vaker als antitheïsten
Voor en tegen de islam
29 februari 2016 | Rik Torfs
Iemand vroeg: hoe komt het dat de vrijzinnige linkerzijde het christendom hard aanpakt, maar lief is voor moslims? Dat is een goede vraag. Of zou het zijn geweest, enkele decennia geleden. Want de laatste jaren maken we een opvallende ommekeer mee.
Dat vrijzinnigen – die linkerzijde laat ik even buiten beschouwing – vroeger vriendelijk waren voor moslims in dit land, betwist ik niet. ‘De moslims’ waren vijftig jaar geleden vooral gastarbeiders uit Noord-Afrika en Turkije. In een tijd waarin het katholicisme erg sterk stond, was het voor vrijzinnigen een hele opluchting dat de nieuwkomers geen christenen waren. Maar moslims leken ze ook niet heel hard te zijn. Ze waren eerst en vooral gastarbeiders, die hier tijdelijk werkten en ondertussen barre winters beleefden. Hun godsdienst, zo luidde toen de onuitgesproken boodschap, kwam in ons land nauwelijks boven water. Die lieten ze thuis, en zouden ze daar, na hun terugkeer naar het vaderland, onaangeroerd weer aantreffen.
Hoe dan ook, sommige vrijzinnigen zagen in de nieuwkomers een breekijzer tegen de katholieke hegemonie. Pas later bleek dat er geen breekijzers nodig waren om die af te doen kalven.
Maar nu naar vandaag. Is het nog altijd zo dat (linkse) vrijzinnigen de islam omarmen wijl zij het christendom verfoeien? In ieder geval veel minder dan vroeger. Vrijzinnigen van de jonge garde zijn vaak navolgers van militante antitheïsten à la Richard Dawkins en Christopher Hitchens. Ze zijn dus geen brave atheïsten die menen dat God niet bestaat, maar andere mensen met rust laten. Antitheïsten vinden religie schadelijk. Dus moet ze in naam van de waarheid op een missionaire manier worden bestreden. Het is nogal duidelijk dat een bondgenootschap met moslims op die manier volkomen onmogelijk wordt.
De motieven van de antitheïsten zijn naar mijn inschatting – want wie ben ik om andermans drijfveren te raden – niet islamofoob. Antitheïsten zijn zoals alle denkers kinderen van hun tijd. Hun theoretisch raamwerk is de evolutietheorie. En zoals vele humane wetenschappers vandaag kijken ze met bewondering naar de successen van de exacte wetenschappen, spiegelen ze zich aan hun methodologie. Ze maken het speelveld van de filosofie kleiner. Geen ruimte voor het speculatieve. Aandacht voor harde feiten en cijfers. Zij weten meer dingen met zekerheid dan hun voorgangers, maar over minder. Nogmaals, ik twijfel niet aan hun oprechtheid.
Tegelijk passen antitheïstische theorieën wonderwel in het kraam van echte islamofoben. Die hebben nooit echt over religie nagedacht, maar voelen een afkeer tegenover de islam. Ze hebben het al niet zo voor vreemdelingen, maar als die lui dan nog een onbegrijpelijke religie belijden wordt het helemaal gortig.
Wie kiest voor het ruigere werk op de sociale media, vindt het vaak een compliment om voor islamofoob door te gaan. In intellectuele kringen strekt het etiket evenwel minder tot aanbeveling. Daarom is het, voor de islamofoob die maatschappelijk overeind wil blijven, noodzakelijk om zijn afkeer op een meer doorwrochte theorie te baseren. Het antitheïsme biedt daarvoor een gedroomde kans. Om de waarheid te vrijwaren, moeten godsdiensten worden bekampt. Alle godsdiensten, dus ook de islam.
Daarom zullen islamofoben die hebben doorgeleerd zich steeds vaker als antitheïsten vermommen, ook al vinden die laatsten dat een spijtige zaak.
Dus neen, de stelling dat al dan niet linkse vrijzinnigen het christendom koesteren, maar de islam aanhalen, klopt steeds minder. Het gaat niet meer tussen vrijzinnigen en moslims enerzijds, en katholieken anderzijds. De breuklijn ligt vandaag op een heel andere plek: vinden mensen levensbeschouwing belangrijk, of kiezen ze voor een zuiver rationalistisch mens- en wereldbeeld? Moslims opteren voor het eerste, antitheïsten voor het tweede. Met dat gegeven, met deze nieuwe breuklijn, moeten we leren leven.
Het antitheïsme brengt heel veel mensen diep geluk, geeft hen een houvast, zekerheid in een complexe wereld. Maar tegelijk maakt het een echt gesprek met drie kwart van de wereldbevolking onmogelijk. In de ogen van de atheïst vergist de onwetende meerderheid zich schromelijk en moet ze met strakke syllogismen tot de waarheid worden bekeerd.
Dat kan natuurlijk niet. Een gesprek tussen wie gelijk heeft en wie zich vergist, is geen echt gesprek. Ook niet als wie gelijk heeft meesterlijk de kunst beheerst om respect te veinzen.
Voor en tegen de islam
29 februari 2016 | Rik Torfs
Iemand vroeg: hoe komt het dat de vrijzinnige linkerzijde het christendom hard aanpakt, maar lief is voor moslims? Dat is een goede vraag. Of zou het zijn geweest, enkele decennia geleden. Want de laatste jaren maken we een opvallende ommekeer mee.
Dat vrijzinnigen – die linkerzijde laat ik even buiten beschouwing – vroeger vriendelijk waren voor moslims in dit land, betwist ik niet. ‘De moslims’ waren vijftig jaar geleden vooral gastarbeiders uit Noord-Afrika en Turkije. In een tijd waarin het katholicisme erg sterk stond, was het voor vrijzinnigen een hele opluchting dat de nieuwkomers geen christenen waren. Maar moslims leken ze ook niet heel hard te zijn. Ze waren eerst en vooral gastarbeiders, die hier tijdelijk werkten en ondertussen barre winters beleefden. Hun godsdienst, zo luidde toen de onuitgesproken boodschap, kwam in ons land nauwelijks boven water. Die lieten ze thuis, en zouden ze daar, na hun terugkeer naar het vaderland, onaangeroerd weer aantreffen.
Hoe dan ook, sommige vrijzinnigen zagen in de nieuwkomers een breekijzer tegen de katholieke hegemonie. Pas later bleek dat er geen breekijzers nodig waren om die af te doen kalven.
Maar nu naar vandaag. Is het nog altijd zo dat (linkse) vrijzinnigen de islam omarmen wijl zij het christendom verfoeien? In ieder geval veel minder dan vroeger. Vrijzinnigen van de jonge garde zijn vaak navolgers van militante antitheïsten à la Richard Dawkins en Christopher Hitchens. Ze zijn dus geen brave atheïsten die menen dat God niet bestaat, maar andere mensen met rust laten. Antitheïsten vinden religie schadelijk. Dus moet ze in naam van de waarheid op een missionaire manier worden bestreden. Het is nogal duidelijk dat een bondgenootschap met moslims op die manier volkomen onmogelijk wordt.
De motieven van de antitheïsten zijn naar mijn inschatting – want wie ben ik om andermans drijfveren te raden – niet islamofoob. Antitheïsten zijn zoals alle denkers kinderen van hun tijd. Hun theoretisch raamwerk is de evolutietheorie. En zoals vele humane wetenschappers vandaag kijken ze met bewondering naar de successen van de exacte wetenschappen, spiegelen ze zich aan hun methodologie. Ze maken het speelveld van de filosofie kleiner. Geen ruimte voor het speculatieve. Aandacht voor harde feiten en cijfers. Zij weten meer dingen met zekerheid dan hun voorgangers, maar over minder. Nogmaals, ik twijfel niet aan hun oprechtheid.
Tegelijk passen antitheïstische theorieën wonderwel in het kraam van echte islamofoben. Die hebben nooit echt over religie nagedacht, maar voelen een afkeer tegenover de islam. Ze hebben het al niet zo voor vreemdelingen, maar als die lui dan nog een onbegrijpelijke religie belijden wordt het helemaal gortig.
Wie kiest voor het ruigere werk op de sociale media, vindt het vaak een compliment om voor islamofoob door te gaan. In intellectuele kringen strekt het etiket evenwel minder tot aanbeveling. Daarom is het, voor de islamofoob die maatschappelijk overeind wil blijven, noodzakelijk om zijn afkeer op een meer doorwrochte theorie te baseren. Het antitheïsme biedt daarvoor een gedroomde kans. Om de waarheid te vrijwaren, moeten godsdiensten worden bekampt. Alle godsdiensten, dus ook de islam.
Daarom zullen islamofoben die hebben doorgeleerd zich steeds vaker als antitheïsten vermommen, ook al vinden die laatsten dat een spijtige zaak.
Dus neen, de stelling dat al dan niet linkse vrijzinnigen het christendom koesteren, maar de islam aanhalen, klopt steeds minder. Het gaat niet meer tussen vrijzinnigen en moslims enerzijds, en katholieken anderzijds. De breuklijn ligt vandaag op een heel andere plek: vinden mensen levensbeschouwing belangrijk, of kiezen ze voor een zuiver rationalistisch mens- en wereldbeeld? Moslims opteren voor het eerste, antitheïsten voor het tweede. Met dat gegeven, met deze nieuwe breuklijn, moeten we leren leven.
Het antitheïsme brengt heel veel mensen diep geluk, geeft hen een houvast, zekerheid in een complexe wereld. Maar tegelijk maakt het een echt gesprek met drie kwart van de wereldbevolking onmogelijk. In de ogen van de atheïst vergist de onwetende meerderheid zich schromelijk en moet ze met strakke syllogismen tot de waarheid worden bekeerd.
Dat kan natuurlijk niet. Een gesprek tussen wie gelijk heeft en wie zich vergist, is geen echt gesprek. Ook niet als wie gelijk heeft meesterlijk de kunst beheerst om respect te veinzen.