PDA

Bekijk Volledige Versie : De EU is niet democratisch



super ick
08-04-16, 06:31
De EU is niet democratisch






De EU en democratie zijn ‘als water en vuur', aldus Peter van Ham van Instituut Clingendael. Europese elites gaan ongecontroleerd hun gang en wij als burgers hebben het nakijken; de eigen regering is verworden tot een uitvoerder van Brusselse dictaten en de nationale democratie komt in gevaar. De laatstverschenen Eurobarometer van november 2013 laat zien dat slechts 43 procent van de Europese burgers erg of enigszins tevreden is over de manier waarop de democratie in de Europese Unie werkt, terwijl 46 procent hierover niet geheel of zelfs geheel niet te spreken is. De publieke opinie strookt dus niet met de grondslag van de EU, want in de Europese verdragen staan democratie en mensenrechten juist centraal. Is de voorstelling van de EU als een democratische waardengemeenschap dan alleen maar retoriek?

Nieuw is het idee dat de EU ondemocratisch is in ieder geval niet. Binnen een beperkte kring van specialisten en direct betrokkenen was het vraagstuk van de democratische controle op de Europese besluitvorming al in de jaren zestig een thema. Toen maakte de Europese Commissie in het kader van het landbouwbeleid een budget vrij waarover de nationale parlementen van de lidstaten geen enkele zeggenschap hadden. Moest de overdracht van dit soort bevoegdheden niet samen gaan met het versterken van het op dat moment nog tamelijk tandeloze Europees Parlement? En moest dat Parlement dan niet rechtstreeks gekozen te worden, zoals uiteindelijk in 1979 voor het eerst gebeurde? Of was dat, zo lang het Parlement zo weinig te zeggen had, juist ongepast, omdat dan onterecht de indruk werd gewekt dat er op Europees niveau een democratie bestond?

Toen de EU vanaf de jaren negentig met uitgebreide bevoegdheden meer merkbaar in het dagelijks leven begon door te dringen, kreeg de vraag naar het democratische gehalte van de EU een nog grotere urgentie. Sindsdien hebben zowel het Europees Parlement als de nationale parlementen nieuwe bevoegdheden en mogelijkheden gekregen om invloed uit te oefenen, maar toch heeft zich in de publieke meningsvorming sterk de gedachte opgedrongen dat de Europese Unie niet werkelijk democratisch is.

Maar is dat ook daadwerkelijk het geval? Met een eenvoudig ‘ja' of ‘nee' is die vraag niet te beantwoorden, al is het maar omdat ideeën over wat democratie is of zou moeten zijn uiteenlopen en een democratie ook in de praktijk verschillende vormen kan aannemen. Voor zowel burgers als politici en wetenschappers is de nationale democratie, waarmee we bekend en vertrouwd zijn, het meest natuurlijke referentiekader. De vraag of de Europese Unie democratisch is leggen we dan ook nogal eens langs de meetlat van de nationale democratie, met vaak een negatief oordeel tot gevolg.

Veelgehoord is de klacht dat de Europese Raad van Ministers door geen enkel vertegenwoordigend orgaan naar huis gestuurd kan worden. Het Europees Parlement heeft hiertoe niet de bevoegdheid en een nationaal parlement kan hoogstens het vertrouwen in de eigen minister opzeggen. Dat wringt. Maar wat is het alternatief? De EU is geen federatie dus blijft een intergouvernementeel orgaan zoals de Raad van Ministers dominant en zijn de nationale vertegenwoordigers die daarin zitting hebben enkel aan hun eigen parlementen verantwoording schuldig. Maar paradoxaal genoeg kan juist het idee van een Europese federatie, met een Europese regering die door het Europees Parlement weggestuurd kan worden, niet bepaald rekenen op enthousiasme onder burgers. De Europese Unie modelleren naar de democratische praktijk die binnen de nationale democratie gebruikelijk is, lijkt dus (in ieder geval voorlopig) geen waarschijnlijk scenario.

Zolang de Europese Unie een mengvorm blijft van supranationaal en intergouvernementeel bestuur zal de democratie binnen die Unie er dus onvermijdelijk anders blijven uitzien dan die op het nationale niveau. Dat neemt niet weg dat er ook op Europees niveau ‘checks' en ‘balances' zijn , die de legitimiteit van de besluitvorming bevorderen omdat de belangen van alle groepen en nationaliteiten kunnen worden ingebracht. Europese besluiten kunnen pas worden genomen als een meerderheid binnen zowel de Europese Commissie als het Europees Parlement en de Raad daarmee instemt. Verdragswijzigingen kunnen zelfs alleen doorgevoerd worden met instemming van de regeringen en parlementen van alle achtentwintig lidstaten, die elk op nationaal niveau verantwoording schuldig zijn aan hun burgers. Besluitvorming in de Europese Unie is dus bijzonder gelaagd. We hebben directe invloed op de samenstelling van het Europees Parlement en het nationale parlement. Langs die weg kunnen we onze stem laten horen, maar directe doorslaggevende invloed op de besluitvorming hebben we niet.

De vele ‘checks' en ‘balances' die mogelijk moeten maken dat alle stemmen in de Europese Unie worden gehoord en in de besluitvorming meegewogen, vormen voor burgerparticipatie paradoxaal genoeg juist een belemmering. De besluitvormingsprocedures zijn bijzonder complex en de uitkomsten zijn vaak compromissen tussen een veelheid aan opvattingen en belangen, waarin de individuele burger zich lang niet altijd goed herkent. Zoals de eerder aangehaalde Eurobarometer uitwijst, heeft het overgrote deel van de kiezers dan ook het gevoel dat zijn stem niet of nauwelijks telt in de Europese Unie. Raar is dat niet: we wonen immers met meer dan 500 miljoen mensen in de EU, en onze belangen lopen vaak sterk uiteen.

Gebrekkige democratische legitimiteit kon vanuit Europa lange tijd verantwoord worden met het argument dat de EU vooral was opgezet voor het nemen van politiek-neutrale besluiten waar wij nooit slechter van konden worden. De EU was een technocratisch systeem, en daarbinnen zou een democratie alleen maar verlammend werken. Legitimiteit zou de Unie vooral ontlenen aan de geboekte resultaten (zogenaamde ‘output-legitimatie'). Zeker na de Eurocrisis is deze visie onhoudbaar geworden: de Unie boekt niet de gewenste resultaten en het is evident dat haar besluiten allesbehalve politiek neutraal zijn.

Wat is dan de oplossing? Ook op nationaal niveau bestaan legitimiteitsproblemen - alleen al de voortdurende discussie over de ‘kloof' tussen burgers en politici toont dit aan. Wellicht kan de omgang met deze problemen ons helpen om het democratische tekort van de EU te lijf te gaan. Een belangrijk verschil is dat we op het nationale niveau, ondanks de scepsis ten aanzien van politiek en parlement, meer vertrouwd zijn met het politieke spel en de spelers. We hebben in de Haagse politiek niet per se meer inspraak dan op Europees niveau, maar onze rol als toeschouwer van het politieke theater dat zich dagelijks voor ons in de media ontvouwt geeft ons wel een gevoel van herkenning en wellicht ook een zekere mate van betrokkenheid. Goede berichtgeving over Europese politiek is nog altijd redelijk schaars, want de ingewikkelde compromisvorming op Europees niveau is moeilijk op een aansprekende en begrijpelijke manier te beschrijven. ‘Brussel' blijft daardoor voor ons dus ver weg en abstract.

Nationale politici benutten die abstractie maar al te graag. Zo blijven Den Haag en Brussel twee verschillende werelden en dat idee voeden zij aldoor. Het is voor hen verleidelijk om moeilijke beslissingen waarvoor zij de electorale gevolgen niet wensen te dragen af te wentelen op het ‘verre' Brussel. Daarmee wekken ze echter de indruk dat we onze nationale politici niet meer ter verantwoording kunnen roepen wanneer zij Europese politiek bedrijven. In werkelijkheid maken de nationale democratieën echter een wezenlijk onderdeel uit van de Europese democratie. De discussie over het ‘democratisch tekort' in de Europese Unie gaat dus ook de nationale democratieën aan. De eigen legitimiteitsproblemen waarmee ze worstelen zijn er waarschijnlijk zelfs direct mee verweven.

Dan blijft het de vraag of de EU door ons als burgers ooit als een echte democratie zal worden ervaren. Zolang de inrichting van de eigen democratische natiestaat de maatstaf blijft zal de EU niet snel aan de verwachtingen kunnen voldoen. Ook het idee dat de ‘eigen' natiestaat duidelijk af te scheiden valt van het Europese bestel gaat niet op. De werkelijkheid is dat we terechtgekomen zijn in een meerdimensionale bestuursvorm die het midden houdt tussen een federatie en een internationale organisatie, waarin bekende vormen van democratie en vertegenwoordiging maar ten dele bevredigend werken, maar nieuwe vormen ook nog niet volledig voldoen. Zelfs al zouden we de Europese Unie verlaten, dan zouden we door de grote economische verwevenheid met de ons omringende landen geen werkelijke nationale soevereiniteit en democratische zeggenschap terugkrijgen en alleen in een andere machtsrelatie tot Brussel komen te staan.

Welke richting we ook uit gaan, de democratische inrichting van de EU zal anders zijn dan de staatsinrichting die we gewend zijn. Nationale en Europese vertegenwoordigende stelsels werken samen, overlappen elkaar en werken elkaar zelfs hier en daar tegen. Binnen die kaders moet een Europese democratie gestalte krijgen, maar hoe precies weet niemand, ook de experts niet. Altijd zal het, net als in het verleden overigens, wel ergens blijven wringen of schuren, en altijd zal dat ook aanleiding blijven geven voor discussie en strijd. Misschien is dat ook wat de democratie bij uitstek kenmerkt: dat er altijd over gesproken wordt en er strijd is over de inrichting en definitie ervan. De oplaaiende discussie over het democratisch tekort in de Europese Unie is dus niet alleen een signaal van ontevredenheid, maar ook inherent aan elke vorm van democratisch bestuur.


De EU is niet democratisch - Europese verkiezingen 2014 (http://www.ru.nl/europeseverkiezingen/brochure/cliches/eu-democratisch/)

Soldim
08-04-16, 07:19
De laatstverschenen Eurobarometer van november 2013 laat zien dat slechts 43 procent van de Europese burgers erg of enigszins tevreden is over de manier waarop de democratie in de Europese Unie werkt, terwijl 46 procent hierover niet geheel of zelfs geheel niet te spreken is.

Hoeveel is dat voor Nederland? Hoeveel is dat voor een willekeurig ander democratisch land? En hoeveel voor de gemiddelde dictatuur?

Zonder vergelijking zijn het nietszeggende getallen -- wie geloofd dat eend emocratie pas functioneerd als meer dan 50% van de bevolking tevreden over de werking is begrijpt niets van democratie, of statestiek.

Marsipulami
08-04-16, 08:25
Waar is dat feestje van de democratie?

VRT - vr 08/04/2016 - 07:58 Rob Heirbaut

Is het Nederlandse referendum wel "een feest voor de democratie"? Of is het dat niet: 0,5 procent van de Europeanen blokkeert wat in vele parlementen met een ruime meerderheid is goedgekeurd.

Rob Heirbaut is journalist en specialist Europa voor VRT Nieuws.

Ruime opkomst?

De Nederlandse kiezer heeft gesproken. Een ruime meerderheid van 61% vindt dat Nederland het Associatieverdrag tussen de Europese Unie en Oekraïne niet mag ratificeren. Een ruime meerderheid? De opkomst voor het raadgevend referendum viel met 32% behoorlijk laag uit. Zélfs de Europese verkiezingen in 2014 (37%) en de Waterschapsverkiezingen (de wàt?) in 2015 (43.5%) lokten in Nederland meer kiezers naar de stembus.

Doorgaans wordt een lage opkomst bij Europese verkiezingen geïnterpreteerd als een uiting van het democratisch deficit van Europa, en is het een reden voor sommigen om de legitimiteit en representativiteit van het Europees Parlement in twijfel te trekken.

Bij de nog lagere opkomst bij het Oekraïne-referendum, volgens de organisatoren een “feest van de democratie”, heeft niemand het over een democratisch deficit. In de referendumwet staat dat het een referendum geldig is zodra er een opkomst is van 30%.

Feest voor welke democratie?

De bal ligt nu in het kamp van de regering Rutte. Omdat het om een raadgevend referendum gaat, is de regering niet eens verplicht om er rekening mee te houden. Toch belooft Rutte dat hij wel zal doen. Het is politiek moeilijk om de stem van 2.5 miljoen Nederlanders te negeren, zelfs wanneer het Nederlandse parlement het verdrag met een grote meerderheid steunde.

De Nederlandse nee-stemmers maken ongeveer 0.5% van de totale bevolking van de Europese Unie uit. In geen enkel ander land vindt over het Associatieverdrag een referendum plaats. We zullen dus nooit weten hoe de burgers er in andere landen over denken.

De Nederlandse nee-stemmers maken ongeveer 0.5% van de totale bevolking van de Europese Unie uit.

Wat we wel weten is dat 27 regeringen (gesteund door een meerderheid in hun nationaal parlement) het verdrag hebben geratificeerd, en dat 28 landen (ook Nederland) hebben beslist dat het op 1 januari 2016 voorlopig in werking kon treden.

We weten ook dat het Europees Parlement het verdrag op 16 september 2014 met een grote meerderheid goedkeurde (535 voor, 127 tegen, 35 onthoudingen; of een opkomst van 92.8%, en 76.7% ja-stemmen).

Ook Europa heeft een probleem

De Nederlandse regering zit nu met een probleem, maar de Europese Unie ook. Het Associatieverdrag kan niet definitief in werking treden, voor sommige bepalingen is het wachten op Nederlandse ratificatie. Nederland kan bepaalde toegevingen of aanpassingen vragen, maar welke? Wat hebben de Nee-stemmers eigenlijk gevraagd? Gaan ze daar genoegen mee nemen, en wie spreekt in hun naam? En ook: wat zullen de andere landen daarvan vinden? Waarom zouden zij moeten helpen om een Nederlands politiek probleem op te lossen?

Hoe kan de Europese Unie op internationaal vlak met één stem spreken?

De initiatiefnemers van het referendum hebben de smaak te pakken. Zij dromen al van een referendum over het omstreden TTIP-verdrag met de Verenigde Staten. Over dat Verdrag wordt nog onderhandeld, maar nu veroorzaakt het al veel commotie. Je hoeft geen helderziende zijn om te voorspellen dat ook dàt verdrag, wat ook de inhoud wordt, in een referendum zal worden afgekeurd.

Zal de Europese Unie nog internationale handelsakkoorden kunnen sluiten? Wat betekent de handtekening van een (Nederlandse) regeringsleider nog? Hoe kan de Europese Unie op internationaal vlak met één stem spreken?

Het probleem voor de Europese Unie is dat het om nationale referenda gaat.

Niet dat een referendum geen manier kan zijn van democratische inspraak. Het probleem voor de Europese Unie is dat het om nationale referenda gaat. Misschien zou het nog democratischer zijn als in alle landen tegelijk zulke referenda gehouden worden. Zodat het niet mogelijk is om met 0.5% van de stemmen de rest van de EU te gijzelen.

Dit zou echter impliceren dat een Nederlands Nee kan worden weggestemd door een meerderheid van Polen, Duitsers, Litouwers en Grieken bijvoorbeeld. Wat dan weer ingaat tegen de visie van eurosceptici dat er geen Europese “demos” of natie bestaat.

Dit belet hen niet om elkaars campagne te ondersteunen. Nigel Farage dook vorige week op in Nederland om op te roepen om tegen het Associatieverdrag met Oekraïne te stemmen.

Een opwarmer

Het volgende referendum komt er intussen al aan. Op 23 juni kiezen de Britten of ze lid willen blijven de EU of niet. Het Nederlandse Oekraïnereferendum was met andere woorden maar een opwarmer voor het Brexit-referendum. De Britse premier Cameron kon dankzij de aankondiging van dit referendum de ander regeringsleiders onder druk zetten om enkele Britse eisen in te willigen.

Het is een voorbeeld dat navolging kan krijgen. Marine Le Pen wil dat Frankrijk iets gelijkaardigs doet, om Frankrijk los te weken uit de EU. De Hongaarse premier Orban dreigt ook met een referendum tegen de spreiding van vluchtelingen. Hij is wellicht bang dat hij in de normale wetgevingsprocedure in de minderheid zal belanden, zowel in de Raad van ministers als in het Europees Parlement.

In het huidig klimaat lijkt het bijna onmogelijk om een referendum over Europa te winnen.

Nationale referenda kunnen een Europa à la carte doen ontstaan (wat nu al het geval is, met allerlei uitzonderingen voor bijvoorbeeld Groot-Brittannië, Denemarken, Ierland en Zweden). Ze werken ook verlammend.

De aanpak van de eurocrisis vereist een sterker bestuur van de eurozone. De aanpak van terrorisme vereist samenwerking tussen politie- en inlichtingendiensten. De aanpak van illegale migratie vereist misschien wel een ander asielsysteem. Indien hiervoor verdragswijzigingen nodig zijn, dan zullen sommige landen er een referendum over moeten houden (omdat het om een overdracht van nationale soevereiniteit aan de EU gaat).

In het huidig klimaat, waarin Europa de schuld krijgt van alles en nog wat, lijkt het bijna onmogelijk om een referendum over Europa te winnen.

Bart.NL
08-04-16, 09:54
De oplossing is simpel. Er is een keuze tussen een sterker democratischer Europa (met bijvoorbeeld referendums op Europees niveau) of terug gaan naar de natie staat. Maar ik vraag me af of de meeste mensen wel een keuze willen maken.

Ibrah1234
08-04-16, 10:50
De oplossing is simpel.

Dat is het nu net niet. Het heeft nogal wat consequenties. Denk dat uit de EU stappen geen realistische optie meer is.

Ben zelf ook geen grote voorstander van de EU maar m.i. is er geen weg terug.

The_Grand_Wazoo
08-04-16, 11:42
Dat is het nu net niet. Het heeft nogal wat consequenties. Denk dat uit de EU stappen geen realistische optie meer is.

Ben zelf ook geen grote voorstander van de EU maar m.i. is er geen weg terug.

En wat is het aan de de entiteit 'Nederland' dat je wel bereid bent dat kritiekloos als je 'eigenlijke' thuis te beschouwen?

Bart.NL
08-04-16, 12:25
Dat is het nu net niet. Het heeft nogal wat consequenties. Denk dat uit de EU stappen geen realistische optie meer is.

Ben zelf ook geen grote voorstander van de EU maar m.i. is er geen weg terug.

De oplossing is wel simpel. Het is alleen dat emoties zoals die van jou deze oplossing in de weg staan. Maar het is duidelijk: of je kiest voor een federale staat (zoals de VS) of je kiest voor losse samenwerking waarbij de nationale staten de macht hebben. De situatie nu is vlees noch vis, en daarom is het ook niet democratisch, omdat er steeds deals tussen landen gemaakt worden. Er is ook weinig besluitvaardigheid, wat misschien wel even erg is.

Ibrah1234
08-04-16, 13:26
En wat is het aan de de entiteit 'Nederland' dat je wel bereid bent dat kritiekloos als je 'eigenlijke' thuis te beschouwen?

Je vraag is mij niet geheel duidelijk in relatie tot een eventueel uit de EU treden van Nederland.

mark61
08-04-16, 17:49
Wat een origineel onderwerp.

Bij Clingendael zijn ze ook al het spoor bijster.

mark61
08-04-16, 17:51
Hoeveel is dat voor Nederland?

Ik hoorde gisteren dat 75% van de Nederlandse kiezers voor de EU, of neutraal is, en 25% tegen.

Dat is een andere vraag, maar dat geeft al aan dat de kwestie wat genuanceerder ligt dan men zou denken.

Maar gelijk heb je sowieso.

mark61
08-04-16, 17:57
Ik begrijp eigenlijk dat gezeik over het democratische gehalte van de EU niet. Het is geen staat, en wij zijn er geen burgers van.

Het is een samenwerkingsverband van landen, net zoiets als de VN of de Raad van Europa.

Toegegeven, de EU heeft meer invloed op ons dagelijks leven, maar het principe is het zelfde.

Als je zegt dat de EU niet democratisch is, zeg je eigenlijk dat je je eigen vertegenwoordigers niet democratisch vindt. Immers, de besluiten worden genomen door onze vertegenwoordigers, onze premier, onze ministers, en onze Europese Parlementsleden.

Dat is dan een intern Nederlands probleem, geen EU-probleem.


Het probleem lijkt me eerder chronische ontevredenheid van veel mensen. Ongeacht het precieze onderwerp. Hun eigen regering is kut, de EU is kut, alles is kut.

super ick
08-04-16, 18:40
De oplossing is wel simpel. Het is alleen dat emoties zoals die van jou deze oplossing in de weg staan. Maar het is duidelijk: of je kiest voor een federale staat (zoals de VS) of je kiest voor losse samenwerking waarbij de nationale staten de macht hebben. De situatie nu is vlees noch vis, en daarom is het ook niet democratisch, omdat er steeds deals tussen landen gemaakt worden. Er is ook weinig besluitvaardigheid, wat misschien wel even erg is.

Goed gezegd Bart.

Olive Yao
09-04-16, 06:45
.
De Europese Commissie gedraagt zich antidemocratisch en huldigt een antidemocratische politiek-economische ideologie. Daar is een reeks gemotiveerde voorbeelden van.
Ik ben voor een sterke EU voor de burgers. De EC is volgens mij de grootste vijand van de EU.