Marsipulami
13-04-16, 15:47
De schoonheid van Mensenrechten
De Standaard
De aanslagen in Brussel bedreigen onze westerse waarden. Westerse, of universele. Daarover bestaat nog strijd. De democratische rechtsstaat en de mensenrechten zullen we nooit prijsgeven, zeggen we stoer. Maar is dat ook zo? Houden we de mensenrechten overeind in een samenleving waarin ze veel vijanden tellen? Of beperken we hen om wie ze bedreigt te bestrijden?
Vlaams Belang wil de doodstraf opnieuw invoeren. We zetten ze dan wel automatisch om in levenslang, verklaart Filip Dewinter met tegenzin. Persoonlijk is hij een voorstander van de uitvoering, maar internationaalrechtelijk rijzen er bezwaren.
De wet-Lejeune krijgt bakken kritiek. Ze biedt de mogelijkheid tot voorwaardelijke invrijheidsstelling voor gedetineerden die minstens een derde van hun straf hebben uitgezeten. Dat ligt vandaag veel moeilijker dan in 1888, toen de wet tot stand kwam. Is de aanpassing of afschaffing van de wet-Lejeune strijdig met de mensenrechten? Niet meteen. Maar de discussie toont aan dat er voor mededogen in onze samenleving nauwelijks ruimte is. Een strenge wet bevestigt de harde moraal.
Ook de verjaring moet het ontgelden. De verjaring van de strafvordering bestond al in het Romeins recht. Vandaag aanvaarden mensen steeds minder dat moreel foute daden juridisch onbestraft blijven. Verjaring kiest immers, na verloop van tijd, voor rechtszekerheid en niet voor rechtvaardigheid. Nu recht en moraal meer en meer in elkaar verstrengeld raken, krijgt deze rechtsfiguur het ondanks haar rijke traditie steeds moeilijker.
Zelfs het recht op een behoorlijk proces wankelt. Waarom dure procedures volgen als iemands schuld toch vaststaat?
Neen, het ziet er niet goed uit voor de mensenrechten. Al helemaal niet bij hun tegenstanders, jihadisten en zo. Maar ook wie openlijk hun schoonheid bezingt, maakt niet altijd bezwaar tegen hun inperking als de ernst van de toestand erom vraagt. We kunnen niet doen alsof dat niet zo is.
Hoe valt deze evolutie te verklaren? We hebben het vaak over mensenrechten, maar zelden over de mens. Eigenlijk heb ik het nooit anders geweten.
In mijn studententijd luidde de grote vraag niet wie de mens, maar wie de dader was. Koortsachtig zochten experts naar verklaringen voor zijn afwijkend gedrag. Was hijzelf schuldig, of – en bij voorkeur – schortte er wat met de samenleving? En waarom straffen uitspreken? Is het niet mooier dat dader en slachtoffer het met elkaar kunnen uitpraten? Leve het herstelrecht ook. Gevangenissen zijn universiteiten voor criminaliteit, schreef de Nederlandse hoogleraar Herman Thomas Bianchi (1924-2015).
Vandaag is de situatie compleet omgekeerd. Alle aandacht gaat naar het slachtoffer. Hoe verwerkt dat een misdrijf? Soms is van verwerken geen sprake, bij een moord bijvoorbeeld. Maar ook andere delicten, zoals partnergeweld of seksueel misbruik, kunnen slachtoffers langer leed berokkenen dan daders in de gevangenis zitten. Kan zoiets wel? Moeten beide vormen van pijn niet in evenwicht zijn, een vergelijkbaar lijden teweegbrengen? Het beginsel ‘oog om oog, tand om tand’ gluurt om de hoek.
Beide tendensen, de vroegere klemtoon op de dader en de huidige op het slachtoffer, reduceren de mens tot zijn positie in het strafrecht. De ene is niet langer mens maar wordt dader, de ander verdwijnt volledig in zijn slachtofferschap. Dat zijn geen goede invalshoeken voor een evenwichtige maatschappelijke reactie. Die reactie kan niet stoelen op een zo diep mogelijke emotionele of morele inleving in de positie van dader of slachtoffer. De kernvragen zijn andere. Vooreerst: hoe bescherm je de samenleving tegen misdrijven? En verder: hoe straf je een dader zonder hem te ontmenselijken, bijvoorbeeld zonder hem te folteren of te doden? Hoe doe je een slachtoffer recht, in de wetenschap dat leed vaak onherstelbaar is, en dat ook een spiraal van wraak daarbij niet helpt?
In een democratische rechtsstaat wordt het kwaad bestraft, maar binnen een helder juridisch kader dat willekeur en eigenrichting vermijdt. De rol van mensenrechten daarbij is enorm. Ze gaan uit van eenieders menselijke waardigheid die in een rechtsstaat altijd overeind blijft. Ook als wij ons verontwaardigd of woedend voelen, angstig of machteloos. Onze emoties hebben niet het laatste woord.
Ik besef dat wat ik schrijf tegen de tijdgeest ingaat. Maar wie weet. Veel verandert, en vlug. Een kwarteeuw geleden was de samenleving verdraagzaam, en de paus streng. Vandaag is het andersom.
11 april 2016 om 03:00 uur | Rik Torfs is rector aan de KU Leuven
De Standaard
De aanslagen in Brussel bedreigen onze westerse waarden. Westerse, of universele. Daarover bestaat nog strijd. De democratische rechtsstaat en de mensenrechten zullen we nooit prijsgeven, zeggen we stoer. Maar is dat ook zo? Houden we de mensenrechten overeind in een samenleving waarin ze veel vijanden tellen? Of beperken we hen om wie ze bedreigt te bestrijden?
Vlaams Belang wil de doodstraf opnieuw invoeren. We zetten ze dan wel automatisch om in levenslang, verklaart Filip Dewinter met tegenzin. Persoonlijk is hij een voorstander van de uitvoering, maar internationaalrechtelijk rijzen er bezwaren.
De wet-Lejeune krijgt bakken kritiek. Ze biedt de mogelijkheid tot voorwaardelijke invrijheidsstelling voor gedetineerden die minstens een derde van hun straf hebben uitgezeten. Dat ligt vandaag veel moeilijker dan in 1888, toen de wet tot stand kwam. Is de aanpassing of afschaffing van de wet-Lejeune strijdig met de mensenrechten? Niet meteen. Maar de discussie toont aan dat er voor mededogen in onze samenleving nauwelijks ruimte is. Een strenge wet bevestigt de harde moraal.
Ook de verjaring moet het ontgelden. De verjaring van de strafvordering bestond al in het Romeins recht. Vandaag aanvaarden mensen steeds minder dat moreel foute daden juridisch onbestraft blijven. Verjaring kiest immers, na verloop van tijd, voor rechtszekerheid en niet voor rechtvaardigheid. Nu recht en moraal meer en meer in elkaar verstrengeld raken, krijgt deze rechtsfiguur het ondanks haar rijke traditie steeds moeilijker.
Zelfs het recht op een behoorlijk proces wankelt. Waarom dure procedures volgen als iemands schuld toch vaststaat?
Neen, het ziet er niet goed uit voor de mensenrechten. Al helemaal niet bij hun tegenstanders, jihadisten en zo. Maar ook wie openlijk hun schoonheid bezingt, maakt niet altijd bezwaar tegen hun inperking als de ernst van de toestand erom vraagt. We kunnen niet doen alsof dat niet zo is.
Hoe valt deze evolutie te verklaren? We hebben het vaak over mensenrechten, maar zelden over de mens. Eigenlijk heb ik het nooit anders geweten.
In mijn studententijd luidde de grote vraag niet wie de mens, maar wie de dader was. Koortsachtig zochten experts naar verklaringen voor zijn afwijkend gedrag. Was hijzelf schuldig, of – en bij voorkeur – schortte er wat met de samenleving? En waarom straffen uitspreken? Is het niet mooier dat dader en slachtoffer het met elkaar kunnen uitpraten? Leve het herstelrecht ook. Gevangenissen zijn universiteiten voor criminaliteit, schreef de Nederlandse hoogleraar Herman Thomas Bianchi (1924-2015).
Vandaag is de situatie compleet omgekeerd. Alle aandacht gaat naar het slachtoffer. Hoe verwerkt dat een misdrijf? Soms is van verwerken geen sprake, bij een moord bijvoorbeeld. Maar ook andere delicten, zoals partnergeweld of seksueel misbruik, kunnen slachtoffers langer leed berokkenen dan daders in de gevangenis zitten. Kan zoiets wel? Moeten beide vormen van pijn niet in evenwicht zijn, een vergelijkbaar lijden teweegbrengen? Het beginsel ‘oog om oog, tand om tand’ gluurt om de hoek.
Beide tendensen, de vroegere klemtoon op de dader en de huidige op het slachtoffer, reduceren de mens tot zijn positie in het strafrecht. De ene is niet langer mens maar wordt dader, de ander verdwijnt volledig in zijn slachtofferschap. Dat zijn geen goede invalshoeken voor een evenwichtige maatschappelijke reactie. Die reactie kan niet stoelen op een zo diep mogelijke emotionele of morele inleving in de positie van dader of slachtoffer. De kernvragen zijn andere. Vooreerst: hoe bescherm je de samenleving tegen misdrijven? En verder: hoe straf je een dader zonder hem te ontmenselijken, bijvoorbeeld zonder hem te folteren of te doden? Hoe doe je een slachtoffer recht, in de wetenschap dat leed vaak onherstelbaar is, en dat ook een spiraal van wraak daarbij niet helpt?
In een democratische rechtsstaat wordt het kwaad bestraft, maar binnen een helder juridisch kader dat willekeur en eigenrichting vermijdt. De rol van mensenrechten daarbij is enorm. Ze gaan uit van eenieders menselijke waardigheid die in een rechtsstaat altijd overeind blijft. Ook als wij ons verontwaardigd of woedend voelen, angstig of machteloos. Onze emoties hebben niet het laatste woord.
Ik besef dat wat ik schrijf tegen de tijdgeest ingaat. Maar wie weet. Veel verandert, en vlug. Een kwarteeuw geleden was de samenleving verdraagzaam, en de paus streng. Vandaag is het andersom.
11 april 2016 om 03:00 uur | Rik Torfs is rector aan de KU Leuven