Marsipulami
10-06-16, 17:46
Belgische economie heeft heel wat te vrezen bij Brexit
De Morgen
Indien de Britten op 23 juni voor de boedelscheiding met de Europese Unie stemmen, zal dat ook economische gevolgen hebben voor ons land. België wordt in verschillende studies genoemd bij de lidstaten die het meest te vrezen hebben na een 'Brexit'.
Bank-verzekeraar ING becijferde enkele maanden geleden reeds dat het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie de Belgische economie tegen eind 2017 een half procent van het bruto binnenlands product (bbp) zou kosten. Omgerekend zou dat zowat 2,1 miljard euro zijn. Het EU-gemiddelde van de 'Brexit-kost' ligt op 0,3 procent van het bbp, aldus ING.
Volgens de bank zou de mindere export naar de Britten 0,16 procent van het bbp kosten. De bank verwijst naar sommige sectoren die opvallend veel van hun toegevoegde waarde uit de export naar het Verenigd Koninkrijk halen: voeding en dranken, transport en textiel.
Oordeel van Euler Hermes en S&P
Kredietverzekeraar Euler Hermes stelt dan weer dat de economische gevolgen van de Brexit het sterkst voelbaar zullen zijn in Nederland, Ierland en België. Die drie landen zullen de export naar het Verenigd Koninkrijk en de bilaterale investeringen in de komende drie jaar (2017-2019) sterk zien afnemen. Het aantal faillissementen dreigt in België in die periode daardoor met 1 procent te stijgen in een mild scenario. In een scenario met zwaardere gevolgen zou dat kunnen oplopen tot 1,5 procent meer faillissementen. Voorts rekent Euler Hermes op een krimp van het Belgische bbp in die periode van 0,7 tot 1 procent. Ook Frankrijk, Duitsland en de VS zouden een belangrijke impact kennen.
Tot slot liet ook kredietbeoordelaar S&P zijn licht schijnen over de materie. Volgens S&P zijn Ierland, Luxemburg, Malta en Cyprus de Europese landen met de grootste blootstelling aan een Britse exit. Zwitserland, dat geen lid is van de EU, staat op vijf. België staat op plaats 6 in de ranglijst, net voor Nederland. S&P wijst voor de twee Beneluxlanden op de grote export naar Groot-Brittannië en de aanzienlijke investeringen vanuit België en Nederland in het land.
Ook slecht voor de Britten
De Brexit zou natuurlijk in de eerste plaats de Britse economie zelf treffen. De Britse overheid verwacht dat het land dan minstens een jaar in een economische recessie zou belanden. Het ministerie van Financiën schetste twee scenario's, waarbij de economie in de milde variant 3,6 procentpunt minder groeit dan onder de huidige omstandigheden mag worden verwacht. Het complete rampscenario schetst een economische achteruitgang met 6 procentpunt.
Ook zorgt een Brexit er volgens de overheidsberekeningen voor dat in het ergste geval de huizenprijzen tot wel 18 procent kunnen dalen. Ook is het zeer aannemelijk dat de inflatie een vlucht zal nemen en de werkloosheid zal oplopen. In het ene geval zou de werkloosheid met zowat 500.000 eenheden stijgen, in het andere met 800.000. Het Britse pond zou 12 tot 15 procent verliezen.
Bij de Europese Centrale Bank in Frankfurt zijn ze alleszins "op alles voorbereid", wat ook de keuze van de Britten zal zijn. "De ECB is van mening dat het Verenigd Koninkrijk in de Europese Unie zou moeten blijven. Het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie halen wederzijds voordeel van elkaar", zei ECB-voorzitter Mario Draghi in mei.
De Morgen
Indien de Britten op 23 juni voor de boedelscheiding met de Europese Unie stemmen, zal dat ook economische gevolgen hebben voor ons land. België wordt in verschillende studies genoemd bij de lidstaten die het meest te vrezen hebben na een 'Brexit'.
Bank-verzekeraar ING becijferde enkele maanden geleden reeds dat het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie de Belgische economie tegen eind 2017 een half procent van het bruto binnenlands product (bbp) zou kosten. Omgerekend zou dat zowat 2,1 miljard euro zijn. Het EU-gemiddelde van de 'Brexit-kost' ligt op 0,3 procent van het bbp, aldus ING.
Volgens de bank zou de mindere export naar de Britten 0,16 procent van het bbp kosten. De bank verwijst naar sommige sectoren die opvallend veel van hun toegevoegde waarde uit de export naar het Verenigd Koninkrijk halen: voeding en dranken, transport en textiel.
Oordeel van Euler Hermes en S&P
Kredietverzekeraar Euler Hermes stelt dan weer dat de economische gevolgen van de Brexit het sterkst voelbaar zullen zijn in Nederland, Ierland en België. Die drie landen zullen de export naar het Verenigd Koninkrijk en de bilaterale investeringen in de komende drie jaar (2017-2019) sterk zien afnemen. Het aantal faillissementen dreigt in België in die periode daardoor met 1 procent te stijgen in een mild scenario. In een scenario met zwaardere gevolgen zou dat kunnen oplopen tot 1,5 procent meer faillissementen. Voorts rekent Euler Hermes op een krimp van het Belgische bbp in die periode van 0,7 tot 1 procent. Ook Frankrijk, Duitsland en de VS zouden een belangrijke impact kennen.
Tot slot liet ook kredietbeoordelaar S&P zijn licht schijnen over de materie. Volgens S&P zijn Ierland, Luxemburg, Malta en Cyprus de Europese landen met de grootste blootstelling aan een Britse exit. Zwitserland, dat geen lid is van de EU, staat op vijf. België staat op plaats 6 in de ranglijst, net voor Nederland. S&P wijst voor de twee Beneluxlanden op de grote export naar Groot-Brittannië en de aanzienlijke investeringen vanuit België en Nederland in het land.
Ook slecht voor de Britten
De Brexit zou natuurlijk in de eerste plaats de Britse economie zelf treffen. De Britse overheid verwacht dat het land dan minstens een jaar in een economische recessie zou belanden. Het ministerie van Financiën schetste twee scenario's, waarbij de economie in de milde variant 3,6 procentpunt minder groeit dan onder de huidige omstandigheden mag worden verwacht. Het complete rampscenario schetst een economische achteruitgang met 6 procentpunt.
Ook zorgt een Brexit er volgens de overheidsberekeningen voor dat in het ergste geval de huizenprijzen tot wel 18 procent kunnen dalen. Ook is het zeer aannemelijk dat de inflatie een vlucht zal nemen en de werkloosheid zal oplopen. In het ene geval zou de werkloosheid met zowat 500.000 eenheden stijgen, in het andere met 800.000. Het Britse pond zou 12 tot 15 procent verliezen.
Bij de Europese Centrale Bank in Frankfurt zijn ze alleszins "op alles voorbereid", wat ook de keuze van de Britten zal zijn. "De ECB is van mening dat het Verenigd Koninkrijk in de Europese Unie zou moeten blijven. Het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie halen wederzijds voordeel van elkaar", zei ECB-voorzitter Mario Draghi in mei.