PDA

Bekijk Volledige Versie : Strafrechter veroordeelt G. Wilders wegens belediging en aanzetten tot discriminatie wegens ras



Olive Yao
11-12-16, 15:03
.
VONNIS

Rechtbank DEN HAAG Strafrecht Meervoudige kamer

parketnummer: 09/837304-15
datum uitspraak: 9 december 2016

Tegenspraak
(Promisvonnis)

De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officieren van justitie tegen verdachte:

Geert WILDERS,
geboren te Venlo op 6 september 1963,
te dezer zake domicilie kiezende aan het adres Binnenhof 1 A te (2513 AA) Den Haag.

1 Inleiding

De rechtbank stelt voorop dat de vrijheid van meningsuiting één van de fundamenten van onze democratische samenleving vormt. Een democratische samenleving kenmerkt zich door pluralisme, tolerantie en ruimdenkendheid en vergt daarom dat er ook ruimte is voor het uitdragen van informatie, denkbeelden en opvattingen die de Staat of een groot deel van de bevolking choqueren, kwetsen of verontrusten. Aan de uitoefening van deze vrijheid kunnen echter beperkingen worden gesteld, onder meer ter bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.

En daar draait het in deze strafzaak om. Want het gaat om de vraag of verdachte zich op 12 en 19 maart 2014 heeft mogen uitlaten zoals hij heeft gedaan of dat hij zich daarmee schuldig heeft gemaakt aan groepsbelediging en/of het aanzetten tot discriminatie van en haat tegen Marokkanen wegens hun ras.

Er is maar één maatstaf ter beoordeling van de vraag of sprake is van strafbare feiten en dat is het recht, vastgelegd in wetgeving, internationale regelgeving en jurisprudentie. Niets meer en niets minder. Daarbij spelen persoonlijke opvattingen of voorkeuren geen rol.

Dit is géén politiek proces want ook een democratisch verkozen volksvertegenwoordiger zoals verdachte staat niet boven de wet. Ook op hem is het recht van toepassing. En ook voor hem is de vrijheid van meningsuiting begrensd. Wanneer hij als politicus uitlatingen doet die over die grens gaan, in die zin dat zijn gedrag een strafbaar feit oplevert, leidt het vaststellen van die overschrijding – en de strafvervolging daarvoor – echter niet tot een beperking van de vrijheid van meningsuiting. Het betreft dan immers geen uitlatingen die eerst wél en later níet meer gedaan mochten worden. Het gaat om uitlatingen die van meet af aan niet werden beschermd door de vrijheid van meningsuiting.

Het standpunt van verdachte dat hij bij een veroordeling wordt beperkt in zijn mogelijkheden om zich te uiten en problemen die hij als politicus waarneemt te benoemen, is dan ook evident onjuist. Een veroordeling betekent slechts dat hij ten aanzien van de strafbare uitlatingen niet wordt beschermd door de vrijheid van meningsuiting. Niets meer en niets minder.


2 De tenlastelegging

De beschuldigingen tegen verdachte zijn in de tenlastelegging opgenomen in meerdere kwalificatieve varianten, te weten dat verdachte de tenlastegelegde uitlatingen al dan niet in vereniging met anderen zou hebben gedaan (primair c.q. subsidiair), dan wel daartoe zou hebben uitgelokt (meer subsidiair), dan wel het tenlastegelegde zou hebben doen plegen (meest subsidiair).

Feiten 1 en 2 betreffen uitlatingen van verdachte en de reactie van het publiek op 19 maart 2014 tijdens een verkiezingsbijeenkomst in Grand Café De Tijd in Den Haag.

Feiten 3 en 4 betreffen eerdere uitlatingen van verdachte op 12 maart 2014 tijdens een interview op de Loosduinse markt in Den Haag.

De volledige tenlastelegging is integraal opgenomen als bijlage A en maakt onderdeel uit van dit vonnis.


3 Het onderzoek ter terechtzitting

3.1 De zittingen

Op 18 maart 2016 heeft een regiezitting plaatsgevonden over het verloop van de strafzaak. Daar heeft de verdediging verschillende verzoeken gedaan. De rechtbank heeft op 7 april 2016 tussenuitspraak gewezen over die verzoeken. 1 Op 26 mei 2016 zou de verdediging preliminaire verweren voeren. De verdediging is toen niet ter zitting verschenen. Op 23 september 2016 heeft de verdediging alsnog preliminaire verweren gevoerd.

De rechtbank heeft bij haar tussenuitspraak van 14 oktober 2016 alle verweren van de verdediging verworpen en het openbaar ministerie ontvankelijk verklaard in de strafvervolging van verdachte. 2

De inhoudelijke behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden in het Justitieel Complex Schiphol te Badhoevedorp op:

- 31 oktober 2016: behandeling van het dossier;
- 3 november 2016: horen van deskundige prof. dr. P.B. Cliteur, behandeling van de vorderingen van de benadeelde partijen en eerste termijn van de raadslieden van de benadeelde partijen;
- 14 november 2016: voortzetting eerste termijn van de raadslieden van de benadeelde partijen en horen van deskundige prof. dr. T. Zwart;
- 16 en 17 november 2016: requisitoir van de officieren van justitie;
- 18 en 21 november 2016: pleidooi van de verdediging;
- en 23 november 2016: tweede termijn van de raadslieden van de benadeelde partijen, repliek, dupliek en het laatste woord van verdachte.

De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting formeel gesloten op 25 november 2016 te Den Haag.

3.2 De procespartijen

Verdachte is tijdens de inhoudelijke behandeling van de zaak alleen verschenen op 23 november 2016. Wel zijn steeds, in wisselende samenstelling, verschenen de raadslieden van verdachte, mrs. G.G.J. Knoops, M. ‘t Sas, C.J. Knoops-Hamburger en J. de Koning, advocaten te Amsterdam. Mrs. Knoops en Knoops-Hamburger hebben het woord gevoerd.

Voorts zijn steeds verschenen de officieren van justitie, mrs. W. Bos en S.M. van der Kallen, die ieder het woord hebben gevoerd. Op 31 oktober 2016 was mr. T. Berger, tevens officier van justitie, in de plaats van mr. Bos aanwezig.

Namens een aantal van de benadeelde partijen hebben mrs. D.M.P. van Eijsden, advocaat te Den Haag, E.D. van Elst, advocaat te Veenendaal, en G.K. Sluiter en L. Nix, advocaten te Amsterdam, het woord gevoerd.

3.3 De proceshouding van verdachte

Verdachte is – anders dan bij de regiezitting en de zitting waar preliminaire verweren werden gevoerd – bij de inhoudelijke behandeling van zijn strafzaak niet verschenen. Hij heeft wel gebruik gemaakt van de gelegenheid om aan het eind daarvan als laatste het woord te voeren. Dat recht heeft verdachte en de rechtbank heeft dat gerespecteerd.

De rechtbank heeft verdachte steeds de cautie gegeven, ook bij de aanvang van de inhoudelijke behandeling, als hij twitterde. Het was de rechtbank namelijk niet ontgaan dat verdachte zich meermalen over deze strafzaak en de rechtbank had uitgelaten in berichten op zijn Twitteraccount. Zo schreef verdachte over een ‘neprechtbank’, dat het vonnis al klaar lag en publiceerde hij foto’s van de rechters met een verwijzing naar de politieke partij D66. Een feitelijke onderbouwing daarvan of een toelichting daarop heeft de rechtbank nergens kunnen ontwaren. Ook in zijn laatste woord heeft verdachte zich bepaald niet onbetuigd gelaten.

De rechtbank acht deze reacties een gekozen volksvertegenwoordiger en medewetgever die een te respecteren plaats in de Nederlandse democratische rechtsstaat inneemt, onwaardig.

(...)

Olive Yao
11-12-16, 15:04
.
4 De ontvankelijkheid van het openbaar ministerie

4.1 Inleiding

De rechtbank stelt (wederom) voorop dat de lat hoog ligt als het er om gaat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren. Dat geldt zeker als het de beslissing van het openbaar ministerie betreft om een zaak aan de rechter voor te leggen. In artikel 167, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering is immers aan het openbaar ministerie de bevoegdheid toegekend zelfstandig te beslissen of naar aanleiding van een ingesteld opsporingsonderzoek vervolging moet plaatsvinden. Uit vaste jurisprudentie volgt dat de beslissing om tot vervolging over te gaan zich slechts in zeer beperkte mate voor een inhoudelijke rechterlijke toetsing leent en dat slechts in uitzonderlijke gevallen plaats is voor een niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie. Maatstaf daarbij is dat in de gegeven omstandigheden geen redelijk handelend lid van het openbaar ministerie heeft kunnen oordelen dat met (voortzetting van) de vervolging enig door strafrechtelijke handhaving beschermd belang gediend kan zijn. 3 In het geval van een zodanige, aperte onevenredigheid van de vervolgingsbeslissing is die vervolging onverenigbaar met het verbod van willekeur. 4 Binnen dat kader zal de rechtbank de ontvankelijkheidsverweren van de verdediging opnieuw bezien.

4.2 De political question doctrine

Bij haar tussenuitspraak van 14 oktober 2016 heeft de rechtbank opgemerkt dat aan de onderhavige zaak politieke aspecten kleven. Verdachte is immers de partijleider van de PVV en namens deze partij fractieleider in de Tweede Kamer. In die dubbele hoedanigheid heeft hij de verweten uitlatingen gedaan. Voorts heeft de rechtbank toen overwogen dat deze omstandigheden er niet toe leiden dat het vervolgingsrecht aan het openbaar ministerie zou moeten worden ontzegd. Het is aan de rechtbank om uiteindelijk, op basis van de specifieke omstandigheden van deze zaak en naar aanleiding van het inhoudelijke debat, tot een oordeel te komen of al dan niet sprake is van een strafbaar feit.

De verdediging heeft zich tijdens de inhoudelijke behandeling opnieuw op het standpunt gesteld dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, aangezien het bewust de scheiding der machten en haar vervolgingsmonopolie heeft geschonden met deze vervolging. Ter toelichting is aangevoerd – onder verwijzing naar wat de deskundige prof. Cliteur hierover ter terechtzitting heeft verklaard – dat het openbaar ministerie door verdachte te vervolgen het fundament van onze rechtsstaat, te weten tolerantie als basis voor democratie, ernstig en op ontoelaatbare wijze in gevaar heeft gebracht. De invulling van het begrip tolerantie is een politiek begrip, waar de strafrechter buiten dient te blijven. Het openbaar ministerie heeft het strafproces misbruikt ten behoeve van haar eigen rechtspolitieke agenda, aldus de verdediging.

Ook thans slaagt dit verweer niet. Daargelaten dat van enige rechtspolitieke agenda van het openbaar ministerie niets is gebleken, heeft ook hier te gelden dat het aan het openbaar ministerie is om bij de verdenking van een strafbaar feit tot vervolging over te gaan. Van een aperte onevenredigheid van die vervolgingsbeslissing is (nog steeds) geen sprake.

4.3 De Castells-exceptie

De verdediging heeft zich – onder verwijzing naar wat de deskundige prof. Zwart hierover ter terechtzitting heeft verklaard – op het standpunt gesteld dat de Staat haar macht in gepaste vorm dient te gebruiken. Het strafrecht dient enkel te worden toegepast indien andere wegen zijn bewandeld om iets aan ongewenste uitlatingen te doen, de zogenoemde Castells-exceptie. Gedacht kan worden aan een uitspraak van de regering dat die uitlatingen ongewenst zijn, het zich distantiëren van die uitlatingen door parlementariërs of een berisping op grond van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer. Aangezien niet langs een andere weg is gereageerd op de uitlatingen van verdachte en het openbaar ministerie evenmin heeft gekozen voor een minder ingrijpende reactie zoals een sepot, een transactie of strafrechtelijke mediation, heeft het openbaar ministerie rigoureus gehandeld zonder enig oog voor de belangen van een politicus, aldus de verdediging.

De rechtbank overweegt dat het in de zaak Castells tegen Spanje ging om een verkozen volksvertegenwoordiger die kritiek had op de regering. 5 Castells werd vervolgens veroordeeld voor belediging en uit zijn ambt ontzet. De aan verdachte verweten uitlatingen houden geen kritiek in op de regering of op overheidsoptreden, zodat alleen al hierom het verweer faalt.

4.4 Schending van het lex certa-beginsel

Ter gelegenheid van de preliminaire verweren heeft de verdediging opgemerkt dat de tenlastegelegde uitlatingen van verdachte zijn gedaan negen maanden voordat de Hoge Raad het arrest in de zaak Felter heeft gewezen, waarin met betrekking tot artikelen 137c en 137d van het Wetboek van Strafrecht is geoordeeld dat het niet uitsluitend gaat om uitlatingen die aanzetten tot haat of geweld of discriminatie, maar ook om uitlatingen die aanzetten tot onverdraagzaamheid. 6 Daarmee is, aldus de verdediging, een nieuw criterium geïntroduceerd, waarmee verdachte toen hij de uitlatingen deed niet bekend kon zijn. Dit is in strijd met het onder meer in artikel 7 van het EVRM vastgelegde lex certa-beginsel.

Bij haar tussenuitspraak van 14 oktober 2016 heeft de rechtbank al overwogen dat de rechtbank over de reikwijdte van artikel 10 van het EVRM in deze zaak zal oordelen na een uitgebreid inhoudelijk debat hierover en dat hetzelfde geldt voor de vraag naar de betekenis, toepasselijkheid en gevolgen van het onverdraagzaamheidscriterium van de Hoge Raad. Ook is overwogen dat artikel 7 van het EVRM dat niet anders maakt. Het gegeven dat deze kwesties ter discussie staan, maakt niet dat het vervolgingsrecht aan het openbaar ministerie zou komen te ontvallen.

De verdediging heeft zich bij pleidooi nogmaals op het standpunt gesteld dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, omdat zij daadwerkelijk en in strijd met het lex certa-beginsel een beroep heeft gedaan op het onverdraagzaamheidscriterium van de Hoge Raad.

De rechtbank overweegt daaromtrent als volgt.

De vraag of al dan niet sprake is van strijd met dit beginsel is tijdens de inhoudelijke behandeling uitgebreid aan de orde gekomen. Daarbij heeft het openbaar ministerie aangegeven dat in haar visie van strijd geen sprake is en ook nader onderbouwd waarom zij die mening is toegedaan. De rechtbank vermag niet in te zien waarom dit zou moeten leiden tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie.

Ten overvloede stelt de rechtbank vast dat het openbaar ministerie zich primair op het standpunt heeft gesteld dat de term onverdraagzaamheid juist niet in de zaak tegen verdachte zou moeten worden toegepast.

Dit verweer wordt daarom wederom verworpen.

4.5 Conclusie van de rechtbank

Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in de vervolging van verdachte.

(...)

Olive Yao
11-12-16, 15:08
.
5. Beoordeling van de tenlastelegging 7

5.1 De feiten

De volgende feiten en omstandigheden hebben ter terechtzitting niet ter discussie gestaan en kunnen op grond van de gebruikte bewijsmiddelen dienen als uitgangspunt voor de beoordeling van de bewijsvraag.

5.1.1 12 maart 2014

Op woensdag 12 maart 2014 bezocht verdachte samen met een aantal Haagse PVV-partijleden de markt in het stadsdeel Loosduinen in Den Haag. Een deel van dit bezoek is uitgezonden in het NOS-journaal van woensdag 12 maart 2014. Tijdens dit bezoek deed verdachte in een interview onder andere de volgende uitspraak: 8

"Belangrijkste is toch voor de mensen hier op de markt de Hagenaars, Hagenezen en Scheveningers zoals Léon dat altijd netjes en terecht noemt. Voor die mensen doen we het nu. Die stemmen nu op een veiliger en socialer en in ieder geval een stad met minder lasten en als het even kan ook wat minder Marokkanen.”

[Getuige 1], voormalig woordvoerder integratie en Islam van de PVV, was er die dag bij. Hij heeft verklaard dat verdachte en zijn partijleden de hele dag door mensen uit de buurt werden aangesproken over criminele Marokkanen. [Getuige 1] denkt dat verdachte daarom tot zijn uitspraak kwam en dat hij dat niet vooraf heeft bedacht. Na het interview vroeg verdachte aan hem of hij dat wel ‘zo kon zeggen’. 9

[Getuige 2], toenmalig beleidsmedewerker van verdachte, heeft verklaard dat hij nogal verbaasd was toen deze uitspraak werd gedaan. Hij dacht dat verdachte zich versprak. 10

Voor [getuige 3], beleidsmedewerker van de Stichting PVV, kwam de ‘minder Marokkanen’-uitspraak op 12 maart 2014 ‘uit de lucht vallen’. Het algemene standpunt van de PVV is immers: minder criminelen, minder immigratie en vrijwillige remigratie. 11

Verdachte werd na 12 maart 2014 door verschillende media aangesproken op zijn ‘minder-Marokkanen’-uitspraak en om een nadere uitleg gevraagd. Verdachte bracht onder andere naar voren dat hij enkel doelde op criminele Marokkanen en Marokkanen met een uitkering. Hij zei ook dat hij zijn uitspraak niet terugnam en dat hij achteraf zelfs nog meer achter zijn uitspraak stond. 12

5.1.2 19 maart 2014

Op woensdag 19 maart 2014 hield de PVV in de avond een verkiezingsbijeenkomst in Grand Café De Tijd in Den Haag. Tijdens deze bijeenkomst hield verdachte een speech, die is opgenomen en onder andere is uitgezonden op het NOS-journaal. Tijdens deze speech zei verdachte onder meer het volgende: 13

“Maar voordat ik ga, zou ik van iedereen hier een antwoord willen hebben op de volgende drie vragen. Drie vragen, alsjeblieft geef een helder antwoord die onze partij, de PVV, definiëren. En de eerste vraag is: willen jullie meer of minder Europese Unie?”

Hierop riep het publiek herhaaldelijk ‘minder’ en werd er geklapt.

“En de tweede, de tweede vraag is, misschien nog belangrijker: Willen jullie meer of minder Partij van de Arbeid?”

Hierop riep het publiek herhaaldelijk ‘minder’ en werd er geklapt.

“En de derde vraag is, en ik mag het eigenlijk niet zeggen, want er wordt aangifte tegen je gedaan, en misschien zijn er zelfs D66 officieren die het in proces aandoen, maar de vrijheid van meningsuiting is een groot goed en we hebben niets gezegd wat niet mag, we hebben niets gezegd wat niet klopt, dus ik vraag aan jullie: Willen jullie in deze stad en in Nederland meer of minder Marokkanen?”

Hierop riep het publiek meermalen ‘minder’ en werd er geklapt. Hierna eindigde verdachte zijn speech met de woorden:

“Nah, dan gaan we dat regelen.”

[Getuige 3] had bij deze verkiezingsbijeenkomst een coördinerende rol. Hij heeft verklaard dat hij eerder op de avond door [getuige 4] werd gebeld. [Getuige 3] hoorde van hem dat verdachte tijdens de speech aan het publiek zou vragen of zij meer of minder Marokkanen wilden. Het publiek moest reageren met ‘minder, minder, minder’. [Getuige 4] vroeg aan [getuige 3] of hij het publiek van tevoren over de vraag en het antwoord wilde instrueren. Dat heeft [getuige 3] ook gedaan. 14

Volgens [getuige 4] vond eerder die avond omstreeks 20.00 uur een bespreking met onder andere verdachte en [getuige 5] plaats. Aan [getuige 4] werd gevraagd mee te denken over de speech die verdachte die avond zou geven. De bedoeling was om een zo sterk mogelijke speech te bedenken waarin de zaken zo scherp mogelijk zouden worden benoemd. Men wilde met de speech aansluiten bij de achterban en daarbij nieuwswaarde genereren, zodat het door de pers zou worden opgenomen en uitgezonden. Er werd niet nagedacht over de juridische consequenties van de speech. Ook is besproken of verdachte in de speech zou spreken over Marokkanen of over criminele Marokkanen. Er bestond tijdens de bespreking enige zorg of het publiek wel op de juiste wijze zou reageren op de vraag. Om die reden heeft [getuige 4] [getuige 3] gebeld. Hij vroeg [getuige 3] om met hulp van anderen ervoor te zorgen dat de juiste interactie zou plaatsvinden. 15

[Getuige 5], beleidsmedewerker van verdachte, heeft verklaard dat hij tijdens de bespreking hoorde dat verdachte drie vragen aan het publiek zou stellen. Hij begreep dat de politieke lijn van een week eerder weer zou worden aangezet. 16

Naar aanleiding van de uitlatingen van verdachte op 12 en 19 maart 2014 is tegen hem bijna 6.500 keer aangifte gedaan van onder andere belediging en aanzetten tot discriminatie en haat. Ook zijn vanwege deze uitlatingen onder andere de partijgenoten [getuige 1], [getuige 3] en [ex-partijgenoot] uit de partij van verdachte gestapt.

De uitlatingen van verdachte op 12 en 19 maart 2014 zijn nog steeds terug te vinden op diverse websites, waaronder die van de NOS, RTL Nieuws en Nu.nl. 17

Verdachte heeft ter terechtzitting erkend dat hij de ‘minder Marokkanen’-uitspraken heeft gedaan. Hij heeft verklaard dat hij nog steeds achter die uitlatingen staat. 18

5.2 Het standpunt van het openbaar ministerie

De officieren van justitie hebben, zoals weergegeven in hun schriftelijk requisitoir, gevorderd dat wettig en overtuigend bewezen wordt verklaard dat verdachte zich op 12 en 19 maart 2014 schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van groepsbelediging (feit 1 primair en feit 3) en op 19 maart 2014 aan het medeplegen van het aanzetten tot haat en discriminatie (feit 2 primair).

Verder hebben de officieren van justitie gerekwireerd tot vrijspraak van aanzetten tot haat en discriminatie op 12 maart 2014 (feit 4), omdat daarvoor het wettig en overtuigend bewijs ontbreekt.

5.3 Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft, zoals weergegeven in haar schriftelijk pleidooi, betoogd dat verdachte geen strafbare uitlatingen heeft gedaan en dat hij van alle feiten dient te worden vrijgesproken. Daartoe heeft zij als eerste aangevoerd dat Marokkanen geen ras zijn in de zin van artikelen 137c en 137d van het Wetboek van Strafrecht. Vervolgens is aangevoerd dat de uitlatingen van verdachte slechts een uiting waren van het bestaande partijprogramma van de PVV, dat niet strafbaar is. Daarnaast heeft verdachte zijn uitlatingen achteraf genuanceerd door te zeggen dat hij alleen criminele Marokkanen en Marokkanen met een uitkering bedoelde. Als laatste is naar voren gebracht dat verdachtes uitlatingen worden beschermd door het recht op vrijheid van meningsuiting op grond van artikel 10, eerste dan wel tweede lid, van het EVRM.

(...)

Olive Yao
11-12-16, 15:12
.
5.4 Het oordeel van de rechtbank

5.4.1 Is op 19 maart 2014 alleen maar een vraag gesteld?

Verdachte heeft meermalen zijn verbazing over de strafvervolging uitgesproken omdat hij alleen maar een vraag gesteld had. Zo heeft hij ter terechtzitting van 23 september 2016 gezegd:

“Ik heb hier helemaal niets te zoeken in deze rechtbank. Want wat heb ik gedaan? Ik heb gevraagd aan mijn kiezers of zij meer of minder Marokkanen willen. […]. Ik heb alleen gevraagd: wilt u meer of minder Marokkanen. […] Maar vragen aan het publiek, aan je eigen kiezers, willen jullie meer of minder Marokkanen? Dan sta je hier en dat is heel raar. […] Als je PVV-er bent en je bent lid van de oppositie en je stelt het publiek een vraag. Dan ben je de klos.”

En ter terechtzitting van 23 november 2016:

“En wat, vraag ik me iedere dag af, wat heb ik nou eigenlijk gedaan dat dit proces rechtvaardigt? Ik heb gesproken over minder Marokkanen op een markt en ik heb vragen gesteld aan PVV-ers tijdens een verkiezingsavond. […] Ik heb alleen gesproken over Marokkanen op een markt en vragen gesteld op een verkiezingsavond. […] En ik vroeg daarna wilt u meer of minder Marokkanen en ik heb toen ook niet uitgebreid toegelicht waarom het antwoord minder zou kunnen zijn. […] Ik heb gesproken en een vraag gesteld over Marokkanen.”

Het is in dat licht opvallend dat door of namens verdachte geen inhoudelijk verweer is gevoerd noch een inhoudelijke reactie is gegeven op de hiervoor genoemde verklaringen van [getuige 3], [getuige 4] en [getuige 5] over de totstandkoming van de speech op 19 maart 2014. Daaruit rijst immers duidelijk het volgende beeld op: het was tevoren bekend dat verdachte tijdens de speech aan het publiek zou vragen of zij meer of minder Marokkanen wilden. Het publiek moest daarop reageren met ‘minder, minder, minder’. Om daar zeker van te zijn is het publiek geïnstrueerd.

De rechtbank ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van [getuige 3], [getuige 4] en [getuige 5] en zal dan ook bij de verdere beoordeling van de inhoud van hun verklaringen uitgaan. Uit deze verklaringen volgt dat geen sprake was van het alleen maar stellen van een vraag, maar van een vooraf geregisseerde interactie met het publiek. In dat samenspel is de boodschap van verdachte over het voetlicht gebracht.

5.4.2 Zien de uitlatingen op ‘ras’ in de zin van de artikelen 137c en 137d van het Wetboek van Strafrecht?

Bij deze beoordeling stelt de rechtbank het volgende voorop.

De implementatie van het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie uit 1966 (hierna: het IVUR) heeft ertoe geleid dat in 1971 in het Wetboek van Strafrecht artikel 137c werd aangepast en artikel 137d een volledig nieuwe tekst kreeg. Kort gezegd kwam het erop neer dat alleen groepen die gekenmerkt werden door ‘ras’, ‘godsdienst’ of ‘levensovertuiging’ (later ook ‘geslacht’, ‘seksuele gerichtheid’ en ‘handicap’) onder de bescherming van deze strafbepalingen vielen.

In de Memorie van Toelichting op het betreffende wetsvoorstel stelt de regering dat het begrip ‘ras’ moet worden uitgelegd naar de kennelijke strekking van artikel 1 van het IVUR. 19 In artikel 1, eerste lid, van het IVUR wordt onder “rassendiscriminatie” verstaan elke vorm van onderscheid, uitsluiting, beperking of voorkeur op grond van ‘ras’, ‘huidskleur’, ‘afkomst’ of ‘nationale of etnische afstamming’.

Het is aan de rechter om te beoordelen hoe, gegeven deze kenmerken, het begrip ‘ras’ in een concreet geval moet worden geïnterpreteerd. Duidelijk is verder dat de juridische betekenis van het begrip ‘ras’ veel ruimer is dan de betekenis die dit begrip in het Nederlandse spraakgebruik en de wetenschap gewoonlijk heeft.

Verdachte heeft op 12 en 19 maart 2014 uitlatingen gedaan over een groep landgenoten. Hij heeft de groep landgenoten waarop hij het oog had op een voor iedereen heldere en duidelijke wijze geïdentificeerd. Hij heeft namelijk verwezen naar wat nu juist hen onderscheidt van andere bevolkingsgroepen in Nederland in wat voor hen kenmerkend is: hun gemeenschappelijke Marokkaanse afkomst.

Vervolgens is het de vraag of het hierbij gaat om een groep die wordt gekenmerkt door ‘nationale of etnische afstamming’ in de zin van artikel 1 van het IVUR. Volgens de verdediging zien deze kenmerken uitsluitend op het verleden van personen, hun herkomst of oorsprong en niet op de ‘present status’. Bij Marokkanen gaat het echter om de ‘present status’ want zij bezitten naast de Nederlandse nationaliteit altijd de Marokkaanse nationaliteit, aldus nog steeds de verdediging.

Deze beperkte uitleg volgt de rechtbank niet. Met ‘nationale of etnische afstamming’ wordt naar het oordeel van de rechtbank gedoeld op personen die een binding hebben met een nationale staat of grondgebied omdat zij afkomstig zijn uit eenzelfde land of streek en een gemeenschappelijke geschiedenis, gemeenschappelijke tradities, een gemeenschappelijke cultuur en/of een gemeenschappelijke taal hebben. Niet ter discussie staat dat van nagenoeg al deze aspecten bij de Marokkaanse bevolkingsgroep in Nederland sprake is. Dat zij naast de Nederlandse nationaliteit al dan niet gedwongen ook de Marokkaanse nationaliteit hebben, maakt dat niet anders.

Onder deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat de door verdachte gebruikte term ‘Marokkanen’ verwijst naar de in het IVUR opgenomen kenmerken ‘afkomst’, ‘nationale afstamming’ en ‘etnische afstamming’. Daarmee is sprake van een ‘ras’ in de zin van artikelen 137c en 137d van het Wetboek van Strafrecht.

De rechtbank wordt in haar conclusie gesteund door eerdere uitspraken waarin is geoordeeld dat met de term ‘Marokkanen’ (evenals de term ‘Turken’) gedoeld wordt op een zekere etnische of nationale afstamming. 20 Dat het in twee van deze zaken zou zijn gegaan om een ‘verbloemde raciale kwalificering’, zoals deskundige prof. Zwart heeft gesteld, kan de rechtbank uit die uitspraken niet afleiden. Zoals de officieren van justitie terecht hebben opgemerkt zijn de citaten in het rapport van prof. Zwart op dit punt niet geheel juist.

Het voorgaande brengt met zich dat de rechtbank verdachte niet volgt in zijn standpunt dat hij expliciet heeft gesproken over personen met de Marokkaanse nationaliteit in de zin van het staatsburgerschap van Marokko.

Dit betekent dat de rechtbank ook niet toekomt aan de vraag of het begrip ‘nationale of etnische afstamming’ in artikel 1 van het IVUR ook nationaliteit in deze zin omvat en hoe daarover in het internationale (publiek)recht wordt gedacht.

(...)

Olive Yao
11-12-16, 15:18
.
5.4.3 Feiten 1 en 2 (de uitlatingen op 19 maart 2014)

5.4.3.1 Is sprake van groepsbelediging in de zin van artikel 137c van het Wetboek van Strafrecht (feit 1)?

De vraag of sprake is van belediging van een groep mensen dient te worden beantwoord aan de hand van de drie in de jurisprudentie ontwikkelde toetsingscriteria:

- i) is de inhoud van de uitlating beledigend, en zo ja;
- ii) neemt de context het beledigende karakter weg, en zo ja;
- iii) is de uitlating onnodig grievend?

(i) Is de inhoud van de uitlating beledigend?

De eerste toets betreft de vraag of een uitlating naar zijn bewoordingen en samenhang naar algemeen spraakgebruik beledigend van aard is. Een uitlating kan als beledigend worden beschouwd wanneer zij de strekking heeft een ander bij het publiek in een ongunstig daglicht te stellen en hem aan te randen in zijn eer en goede naam. Het oordeel dat daarvan sprake is, zal bij een uitlating die in het algemeen op zichzelf niet beledigend is, afhangen van de context waarin de uitlating is gedaan. 21

Ten aanzien van de groepsbelediging stelt de regering in de Memorie van Antwoord bij het wetsontwerp in verband met de hiervoor reeds genoemde aanpassing van artikel 137c van het Wetboek van Strafrecht in dit verband: “Strafbaar is enkel het aantasten van de eigenwaarde of het in diskrediet brengen van de groep, omdat die van een bepaald ras is, een bepaalde godsdienst belijdt of een bepaalde levensovertuiging is toegedaan. Kritiek op opvattingen en gedragingen - in welke vorm ook - valt buiten het bereik van de ontworpen strafbepaling.” 22

Zoals al is vastgesteld, heeft verdachte op 19 maart 2014 aan zijn publiek gevraagd “willen jullie in deze stad en in Nederland meer of minder Marokkanen”. In antwoord hierop werd door het publiek, zoals ook de bedoeling was, meermalen ‘minder’ gescandeerd. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte met zijn vraag binnen de Nederlandse samenleving een hele bevolkingsgroep apart gezet. Deze groep kan in de visie van verdachte, anders dan andere landgenoten, immers minder aanspraak maken op verblijf in Nederland en moet in omvang slinken. Enig onderscheid binnen die groep is daarbij niet gemaakt door verdachte. De groep wordt collectief aangesproken en wordt dan ook collectief in haar eigenwaarde aangetast. De hele Marokkaanse bevolkingsgroep wordt weggezet als minderwaardig ten opzichte van andere Nederlanders. Het is verder volstrekt duidelijk dat verdachte de groep aanspreekt juist omdat ze van Marokkaanse komaf is.

Uit de verklaring van de reeds genoemde [getuige 4] blijkt verder dat verdachte bewust heeft gekozen voor het gebruik van drie retorische vragen om zijn boodschap over te brengen en te versterken. Hij is ook bewust met de onderhavige vraag geëindigd en heeft ervoor gekozen deze vraag niet te beperken tot ‘criminele Marokkanen’. Hij wilde de zaken ten overstaan van de aanwezige camera’s zo scherp mogelijk benoemen om daarmee zoveel mogelijk nieuwswaarde te genereren. 23

Onder deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat de gewraakte tekst, in samenhang met de rest van de speech, zonder meer denigrerend en daarmee beledigend is voor de bevolkingsgroep Marokkanen. Voor vervolging van dit feit zijn geen aangiftes nodig en de daadwerkelijke impact die de uitspraken van verdachte op de samenleving hebben gehad, is niet relevant voor de vraag of sprake is van groepsbelediging. De rechtbank komt dan ook niet toe aan de beoordeling van de beweegredenen van de bijna 6.500 mensen die aangifte hebben gedaan. Wel merkt de rechtbank in dit verband op dat de omstandigheid dat mensen in groten getale aangifte hebben gedaan op zichzelf rechtvaardigt dat het aangiftetraject in meer of mindere mate is gestandaardiseerd.

Verdachte wist dat er naar aanleiding van zijn uitlating op de markt op 12 maart 2014 aangifte tegen hem was gedaan. 24 Hij heeft dan ook minst genomen het voorwaardelijk opzet gehad op het beledigende karakter van zijn uitlating.

(ii) Neemt de bredere context het beledigende karakter weg?

De tweede toets betreft de vraag of een uitlating in een bepaalde context is gedaan en zo ja in welke. Uit de jurisprudentie van de Hoge Raad blijkt dat de context waarin een uitlating is gedaan het beledigend karakter van de uitlating weg kan nemen, indien de uitlating een bijdrage levert aan of dienstig is aan een publiek maatschappelijk debat, een uiting is van een geloofsopvatting of als de uitlating onder de bescherming van artistieke expressie valt.

Zoals de rechtbank al heeft overwogen bij de beoordeling van de preliminaire verweren op 14 oktober 2016, zijn in de jurisprudentie van het EHRM over de uitlatingsvrijheid van politici twee lijnen te ontwaren: enerzijds de lijn dat aan verkozen vertegenwoordigers en andere politici een ruime uitingsvrijheid moet worden gegund en anderzijds de lijn dat juist zij vanwege hun belangrijke maatschappelijke functie moeten vermijden dat ze in hun openbare uitingen de intolerantie voeden. Uit die jurisprudentie valt ook af te leiden dat de omstandigheden van het geval maken of de ene dan wel de andere lijn wordt gevolgd. Die omstandigheden zien dan niet alleen op de inhoud van een uitlating, maar ook op de vorm waarin deze wordt overgebracht.

Over de omstandigheden waaronder verdachte op 19 maart 2014 de uitlatingen heeft gedaan, overweegt de rechtbank als volgt:

- Verdachte heeft zijn uitlatingen gedaan op een moment dat hij er zeker van was dat audiovisuele media deze zouden vastleggen en zouden uitzenden op de nationale televisie. Het EHRM heeft in meerdere uitspraken verwezen naar de impact die uitlatingen door het gebruik van audiovisuele media kunnen hebben, 25 op het kiezerspubliek dat via de nationale televisie kan worden bereikt, 26 de omstandigheid dat een uitlating kan doordringen tot de intimiteit van de woning 27 en de omstandigheid dat een publiek, onder wie minderjarigen, niet of nauwelijks aan een uitlating kan ontkomen. 28

- Het EHRM ziet meer ruimte voor vrijheid van meningsuiting tijdens een debat (in de betekenis van een discussie tussen twee of meer deelnemers). 29 De uitlatingen van verdachte zijn echter niet gedaan tijdens een debat, want het was verdachte die zijn aanhang en iedereen die hij via de media hoopte te bereiken, toesprak.

- De uitlatingen van verdachte zijn, zoals al vermeld, vooraf goed doordacht. Ze zijn tevoren besproken, er is gekozen voor een opruiende wijze van vraagstellen en er is voor gezorgd dat het publiek het juiste antwoord scandeerde. Het is juist in de spiegelbeeldige situatie dat het EHRM een groter gewicht toekent aan het recht op vrijheid van meningsuiting. 30

- Bij de uitlatingen van verdachte was, zoals overwogen, sprake van een vooraf geregisseerde interactie met de zaal. Het EHRM heeft een veroordeling in een zaak tegen een Franse cabaretier in stand gelaten en daarbij betrokken dat het publiek na (antisemitische) uitlatingen werd uitgenodigd om te applaudisseren. 31

De verdediging heeft aangevoerd dat de uitlatingen van verdachte op 19 maart 2014 consistent zijn met zijn al jarenlang uitgedragen standpunten, zoals ook neergelegd in de partijprogramma’s en verkiezingsprogramma’s van de PVV. Een oordeel over deze uitlatingen impliceert een politiek oordeel over het gedachtengoed van de PVV, aldus de verdediging.

De rechtbank deelt deze visie niet. In het partijprogramma of de verkiezingsprogramma’s van de PVV is dit namelijk niet terug te vinden. Als het daar of in eerdere toespraken van verdachte gaat over het “Marokkanenprobleem” dan wordt met name gedoeld op criminele Marokkanen. Deze beperking heeft verdachte in zijn speech nu juist bewust niet gemaakt. Hij heeft het over alle Marokkanen, over de hele bevolkingsgroep zonder enige nuance. Dat ligt niet in de lijn van eerdere standpunten. Hierbij past ook dat [getuige 2] dacht dat verdachte zich versprak op de markt op 12 maart 2014, dat deze uitlating voor [getuige 3] ook ‘uit de lucht kwam vallen’, dat [getuige 5] op 19 maart 2014 constateerde dat de politieke lijn van een week eerder weer werd aangezet en dat partijgenoten, zoals [getuige 1], [getuige 2] en [ex-partijgenoot], na 19 maart 2014, onder meer vanwege deze uitlatingen, uit de partij zijn gestapt.

Als de rechtbank alles in samenhang beziet dan ontstaat het volgend totaalbeeld: het gaat om een beledigende uitlating over een minderheidsgroep (Marokkanen) tijdens een verkiezingsbijeenkomst waarbij door verdachte is gekozen voor de grootst mogelijke impact door de wijze van vraagstelling, door het tevoren laten instrueren van het publiek en door gebruik te maken van de aanwezige audiovisuele media om zoveel mogelijk publiek te bereiken. Er was sprake van een opruiende, opzwepende vraagstelling en een eenduidige daadkrachtige conclusie die niet past binnen het PVV-partijprogramma. Dit alles was meteen en ook later te zien op tv. Daarmee werd geen bijdrage geleverd aan het publieke (integratie/immigratie-)debat.

Onder deze omstandigheden is het niet meer relevant dat verdachte vervolgens, nadat hij het podium had verlaten en ook nadien, een nadere uitleg heeft gegeven, zonder overigens zijn woorden terug te nemen. De boodschap was, precies zoals verdachte dat ook wilde, vanaf het podium via de media direct luid en duidelijk doorgekomen en had zijn werk gedaan.

Conclusie is dan ook dat de context het beledigende karakter niet kan wegnemen. Dat betekent dat de rechtbank niet toekomt aan de derde toets: de vraag of de uitlatingen onnodig grievend (al dan niet in de zin van onverdraagzaam) zijn.

Nadere toetsing aan artikel 10, tweede lid, van het EVRM

Het recht op vrijheid van meningsuiting staat een strafrechtelijke veroordeling voor de tenlastegelegde uitingsdelicten niet in de weg als zo’n veroordeling op grond van artikel 10, tweede lid, van het EVRM een toegelaten beperking van de vrijheid van meningsuiting vormt. Dat is het geval als deze beperking bij wet is voorzien, een gerechtvaardigd doel dient en noodzakelijk is in een democratische samenleving. 32

Niet ter discussie staat dat de (mogelijke) beperking van de vrijheid van meningsuiting is voorzien bij wet. Daarnaast dient een mogelijke veroordeling van verdachte in elk geval de bescherming van de rechten van anderen als bedoeld in het tweede lid van artikel 10 van het EVRM. Dat betekent dat de vraag moet worden beantwoord of de inbreuk op de vrijheid van meningsuiting in de vorm van een strafrechtelijke veroordeling noodzakelijk is in een democratische samenleving.

De term ‘noodzakelijk’ houdt in dat er een dringende maatschappelijke noodzaak moet zijn voor zo’n beperking. De rechtbank moet daarbij de zaak ook hier weer als geheel tegen het licht houden en acht slaan op de inhoud van de uitlatingen en de context waarin deze zijn gedaan. De rechtbank moet vaststellen of de tussenkomst van de autoriteiten proportioneel was in relatie tot de legitieme doelstellingen van de beperking van de vrijheid van meningsuiting.

In zaken waarin uitlatingen gericht zijn op politici of autoriteiten en bedoeld zijn om (het gedrag of beleid van) machthebbers te bekritiseren, kent het EHRM een groot gewicht toe aan het recht op vrijheid van meningsuiting. 33 In deze zaak heeft verdachte zich met zijn uitlatingen echter expliciet gericht op een minderheidsgroep in Nederland die hij als inferieur heeft weggezet. Het EHRM laat in verschillende uitspraken doorklinken dat juist in die situatie ook de vrijheid van meningsuiting van politici kan worden begrensd. 34 Het strafbaar stellen van dergelijke uitlatingen is naar het oordeel van de rechtbank dan ook noodzakelijk in een democratische samenleving.

Alles overziend is de rechtbank van oordeel dat de uitlatingen van verdachte op 19 maart 2014 niet worden beschermd door het recht op vrijheid van meningsuiting zoals dat is neergelegd in artikel 10 van het EVRM.

Conclusie
Gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich op 19 maart 2014 samen met anderen (zijn publiek) schuldig heeft gemaakt aan groepsbelediging (feit 1 primair).

(...)

Olive Yao
11-12-16, 15:20
.
5.4.3.2 Is sprake van aanzetten tot haat en/of discriminatie in de zin van artikel 137d van het Wetboek van Strafrecht (feit 2)?

Bij de beantwoording van deze vraag dient de rechtbank de uitlatingen niet uitsluitend op zichzelf bezien, maar wederom tevens met inachtneming van de omstandigheden van het geval en in het licht van de associaties die deze wekken. 35

Aanzetten

Hieronder moet worden begrepen: anderen trachten te bewegen in een ongeoorloofde richting, hen aan te sporen tot iets wederrechtelijks (hier: discriminatie en/of haat). De strekking van de uiting is daarbij doorslaggevend. Het is verder niet vereist dat de gedraging waartoe is aangezet zich daadwerkelijk voltrokken heeft, dan wel dat het redelijkerwijze waarschijnlijk te achten is dat deze zich zal voltrekken.

Aanzetten tot haat

Haat is een extreme emotie van diepe afkeer en vijandigheid. Voor het aanzetten tot haat moet in beginsel sprake zijn van een krachtversterkend element, waarbij anderen worden opgehitst of opgeroepen om iets te doen. 36 Van een dergelijk element is bij de uitlatingen van verdachte geen sprake. Het gebruik van krachtige retoriek acht de rechtbank, anders dan de officieren van justitie, in dit verband onvoldoende. Dat betekent dat verdachte zal worden vrijgesproken van het aanzetten tot haat.

Aanzetten tot discriminatie

Het bestanddeel ‘aanzetten tot discriminatie’ vereist niet dat daadwerkelijk discriminatie heeft plaatsgevonden. Evenmin is een krachtversterkend element vereist. De rechtbank dient te beoordelen of de uitlating een aansporing bevat tot uitsluiting van de aangeduide groep personen. Waar artikel 137c van het Wetboek van Strafrecht de daadwerkelijke inbreuk op de rechten van een bepaalde groep mensen (in de vorm van belediging) strafbaar stelt, doet artikel 137d van het Wetboek van Strafrecht dat ook voor wat betreft de dreigende schending van de rechten van personen.

Onder discriminatie wordt volgens artikel 90quater van het Wetboek van Strafrecht verstaan: “elke vorm van onderscheid, elke uitsluiting, beperking of voorkeur, die ten doel heeft of ten gevolge kan hebben dat de erkenning, het genot of de uitoefening op voet van gelijkheid van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden op politiek, economisch, sociaal of cultureel terrein of op andere terreinen van het maatschappelijk leven, wordt teniet gedaan of aangetast.”

Naar het oordeel van de rechtbank hebben de uitlatingen van verdachte van 19 maart 2014 een discriminatoir karakter. De strekking van de uitlatingen is namelijk onmiskenbaar om een onderscheid te maken tussen Marokkanen en andere bevolkingsgroepen in Nederland. Hiermee kunnen die uitlatingen, mede gelet op de reeds meermalen besproken omstandigheden waaronder deze zijn gedaan en in het bijzonder gelet op het opruiende karakter ervan, worden aangemerkt als uitlatingen die anderen aanzetten tot discriminatie van personen met een Marokkaanse afkomst.

Conclusie

Gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich samen met anderen (zijn publiek) schuldig heeft gemaakt aan het aanzetten tot discriminatie (feit 2 primair).

5.4.4 Feiten 3 en 4 (de uitlatingen op 12 maart 2014)

Is sprake van groepsbelediging en/of aanzetten tot haat en/of discriminatie in de zin van de artikelen 137c en 137d van het Wetboek van Strafrecht?

De ‘minder Marokkanen’-uitspraak op 12 maart 2014 heeft verdachte gedaan tijdens een interview op een markt in Den Haag, zonder dat sprake was van enige interactie met omstanders. Het heeft er verder alle schijn van dat verdachte deze uitspraak niet goed heeft doordacht. [getuige 1] heeft immers verklaard dat hij dacht dat verdachte tot deze uitspraak is gekomen omdat de meeste mensen die zij die dag spraken, klaagden over Marokkanen. Voorts heeft hij verklaard dat verdachte na het interview vroeg of hij het wel “zo kon zeggen”. [Getuige 2] dacht dat verdachte zich versprak en voor [getuige 3] kwam deze term “uit de lucht vallen”. Dit komt de rechtbank aannemelijk voor. Zij heeft voorts geconstateerd dat het interview is afgenomen vlak nadat verdachte werd aangesproken door een Nederlandse vrouw die vertelde dat ze nog anderhalf ton tegoed heeft, “weduwengeld, maar dat hebben ze aan de Turken en Marokkanen gegeven” en dat verdachte deze uitspraak doet vlak nadat zijn partijgenoot [partijgenoot] in het interview “een stop op de verdere islamisering van deze stad” benoemde.

Conclusie

Op basis van het vorenstaande acht de rechtbank niet bewezen dat verdachte op de markt in Loosduinen het (voorwaardelijk) opzet had om mensen met een Marokkaanse afkomst te beledigen of om aan te zetten tot discriminatie of haat. Verdachte zal om die reden worden vrijgesproken van deze feiten.


5.5 De bewezenverklaring

De rechtbank verklaart wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:

1.
op 19 maart 2014 te Den Haag, zich tezamen en in vereniging met anderen, in het openbaar, mondeling, opzettelijk beledigend heeft uitgelaten over een groep mensen, te weten Marokkanen, wegens hun ras, immers, tijdens een partijbijeenkomst in een horecagelegenheid in het kader van de

gemeenteraadsverkiezingen, heeft hij, verdachte, aan het in die horecagelegenheid aanwezige publiek gevraagd:

"ik vraag aan jullie, willen jullie in deze stad en in Nederland meer of minder Marokkanen?"

waarop een gedeelte van dat aanwezige publiek, meermalen antwoordden:

"minder"

waarna hij, verdachte, zei:

"Nah, dan gaan we dat regelen"

hetgeen door de Nederlandse Omroep Stichting werd opgenomen en op de Nederlandse televisie werd uitgezonden en op de website NOS.nl - Nieuws, Sport en Evenementen | Nederlandse Omroep Stichting (http://www.nos.nl) en andere websites werd geplaatst;

2.
op 19 maart 2014 te Den Haag, tezamen en in vereniging met anderen, in het openbaar, mondeling, heeft aangezet tot discriminatie van mensen, te weten Marokkanen, wegens hun ras,

immers, tijdens een partijbijeenkomst in een horecagelegenheid in het kader van de gemeenteraadsverkiezingen, heeft hij, verdachte, aan het in die horecagelegenheid aanwezige publiek gevraagd:

"ik vraag aan jullie, willen jullie in deze stad en in Nederland meer of minder Marokkanen?"

waarop een gedeelte van dat aanwezige publiek, meermalen antwoordde:

"minder"

waarna hij, verdachte, zei:

"Nah, dan gaan we dat regelen"

hetgeen door de Nederlandse Omroep Stichting is vastgelegd en op de Nederlandse televisie werd uitgezonden en op de website NOS.nl - Nieuws, Sport en Evenementen | Nederlandse Omroep Stichting (http://www.nos.nl) en andere websites werd geplaatst.

(...)

Olive Yao
11-12-16, 15:22
.
6 De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.


7 De strafbaarheid van verdachte

7.1 Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft erop gewezen dat verdachte is beëdigd als lid van de Staten-Generaal en dat hij daarbij een eed heeft afgelegd. Deze eed houdt onder andere een bijzonder plicht tot handelen in namens hen die dat zelf niet kunnen. Verdachte heeft de uitlatingen gedaan uit hoofde van zijn opdracht als volksvertegenwoordiger en zijn plicht om problemen die hij in Nederland signaleert te benoemen. De uitlatingen worden blijkens opiniepeilingen breed gedragen door het Nederlandse volk. Daar komt bij dat de opvattingen berusten op objectieve gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Ten slotte speelt de opdracht die verdachte heeft om te spreken ook een rol bij het beoordelen van de ontlastende functie van artikel 10 van het EVRM. Derhalve is sprake van een strafuitsluitingsgrond, te weten het ontbreken van de materiële wederrechtelijkheid, aldus de verdediging.

7.2 Het standpunt van het openbaar ministerie

De officieren van justitie hebben geconcludeerd tot verwerping van het verweer.

7.3 Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank stelt vast dat het beroep op het ontbreken van materiële wederrechtelijkheid reeds afstuit op het beginsel van subsidiariteit: er stonden verdachte andere wegen open om door hem gesignaleerde maatschappelijke problemen aan de orde te stellen.

Verdachte is dus strafbaar, omdat er ook overigens geen andere feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.


8 De strafoplegging

8.1 Het standpunt van het openbaar ministerie

De officieren van justitie hebben gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een geldboete van € 5000.

8.2 Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft, gezien haar eerdere verweren, geen standpunt ingenomen over de strafmaat.

8.3 Het oordeel van de rechtbank

Bij haar overwegingen of een straf moet volgen, heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.

Met zijn uitlatingen op 19 maart 2014 tijdens een verkiezingsbijeenkomst heeft verdachte bijgedragen aan een verdere polarisatie binnen de Nederlandse samenleving. Dit terwijl juist in onze pluriforme maatschappij het gelijkheidsbeginsel en het respecteren van (rechten van) anderen van groot belang zijn. Dat verdachte zegt zich gesteund te voelen door mogelijk miljoenen mensen, maakt niet dat hem geen verwijt kan worden gemaakt. Groepsbelediging en aanzetten tot discriminatie zijn strafbaar.

Daar staat tegenover dat het hoofddoel van dit strafproces de beantwoording van de vraag is of verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan deze strafbare feiten. Met dit vonnis is die vraag beantwoord en daarmee is de in ons rechtsstelsel voor iedereen geldende norm bevestigd: je kunt niet met een beroep op de vrijheid van meningsuiting groepen beledigen of aanzetten tot discriminatie. Dat geldt ook voor een politicus.

Het gaat verder om een bijzondere, eigenlijk uitzonderlijke zaak, gelet op de positie van verdachte: een democratisch verkozen volksvertegenwoordiger, oprichter van de PVV en leider van de PVV-fractie in de Tweede Kamer.

Dit alles overziend, zal de rechtbank geen aansluiting zoeken bij straffen die in andere zaken zijn opgelegd, zoals de officieren van justitie hebben gedaan. De rechtbank ziet in de gegeven omstandigheden aanleiding te volstaan met de vaststelling dat verdachte zich als politicus schuldig heeft gemaakt aan groepsbelediging en het aanzetten tot discriminatie. Daarmee acht de rechtbank hem voldoende gestraft.

Verdachte zal dus schuldig worden verklaard zonder oplegging van straf.

(...)

Olive Yao
11-12-16, 15:23
.
9 De vorderingen van de benadeelde partijen

9.1 Inleiding

In haar tussenuitspraak van 14 oktober 2016 heeft de rechtbank 3 vorderingen van benadeelde partijen buiten beschouwing gelaten en 18 benadeelde partijen kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Er zijn nu nog 40 vorderingen aan de orde. Hiervan zijn er 35 ingediend door natuurlijke personen en 5 door rechtspersonen.

Een overzicht van de benadeelde partijen (genummerd 22 t/m 61) en de hoogte van hun vorderingen is vermeld in bijlage B en maakt onderdeel uit van dit vonnis.

9.2 De ontvankelijkheid van de benadeelde partijen

De rechtbank ziet zich, anders dan de verdediging, eerst voor de vraag gesteld of de benadeelde partijen in hun vorderingen kunnen worden ontvangen.

Voorop gesteld wordt dat degene die rechtstreeks schade heeft geleden door een strafbaar feit op grond van artikel 51f, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering zich met een vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij kan voegen in het strafproces. Ook uit artikel 361, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering volgt onder andere dat de benadeelde partij alleen ontvankelijk is in haar vordering als sprake is als schade die rechtstreeks aan haar is toegebracht.

Zowel de officieren van justitie als de verdediging hebben betwist dat sprake is van rechtstreekse schade. De uitlatingen van verdachte waren namelijk algemeen en niet specifiek gericht op een van de benadeelde partijen.

De raadslieden van de benadeelde partijen hebben zich tegen dat standpunt verzet.

De rechtbank stelt voorop dat artikelen 137c en 137d van het Wetboek van Strafrecht zijn gerubriceerd onder de misdrijven tegen de openbare orde. Blijkens de wetsgeschiedenis zijn deze strafbaarstellingen “allereerst bestemd […] tot bescherming van de openbare orde” en pas “daarnaast tot bescherming van de eer en den goeden naam van de daarin genoemde [...] groepen, en, eerst in de derde plaats en indirect (vetgedrukt door de rechtbank), ook bescherming verleenen aan de individueele personen, welke op een gegeven tijdstip min of meer toevallig die […] groepen vormen”. 37

Verder hebben artikelen 137c en 137d van het Wetboek van Strafrecht een bijzonder karakter waar het gaat om de kring van mogelijke benadeelden, zoals ook de officieren van justitie naar voren hebben gebracht. Een uitlating die onder een van die artikelen valt heeft naar zijn aard immers al snel betrekking op een groot aantal personen, namelijk allen die binnen de beledigde of gediscrimineerde groep vallen. Dat al die personen zonder meer in hun vorderingen zouden kunnen worden ontvangen, past niet bij de accessoire plaats die de vordering van de benadeelde partij in het strafproces inneemt.

Anders dan de raadslieden van de benadeelde partijen is de rechtbank van oordeel dat uit het arrest van de Hoge Raad van 16 april 1996 valt af leiden dat in het geval van een groepsbelediging geen rechtstreekse schade wordt toegebracht aan de benadeelde partij als de strafbare uitlating onvoldoende specifiek op de betreffende benadeelde partij is gericht. 38 Dat geldt naar het oordeel van de rechtbank ook in het geval van aanzetten tot discriminatie in de zin van artikel 137d van het Wetboek van Strafrecht. Het betreffen immers allebei delicten waarbij een bepaalde groep en in beginsel niet een individu wordt aangesproken.

Gesteld noch is gebleken dat uitlatingen van verdachte min of meer specifiek op een van de benadeelde partijen of hun leden of achterban waren gericht, zodat geen sprake is van rechtstreekse schade in de zin van artikel 361, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. Dat brengt met zich dat de rechtbank de benadeelde partijen niet-ontvankelijk zal verklaren. De rechtbank komt daarmee niet toe aan een verdere, inhoudelijke beoordeling van de vorderingen.

9.3 De proceskosten

De verdediging heeft verzocht de benadeelde partijen te veroordelen in de kosten die verdachte ter verdediging tegen hun vorderingen heeft gemaakt. Vice versa hebben de raadslieden van de benadeelde partijen 26, 27, 30, 31, 36, 45, 46, 48, 50, 51 en 57 t/m 61 verzocht verdachte te veroordelen in de door hen gemaakte kosten.

Volgens artikel 237 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt de partij die in het vonnis in het ongelijk is gesteld in de kosten veroordeeld. In deze zaak kunnen de benadeelde partijen echter niet in hun vorderingen worden ontvangen, omdat binnen het beperkte kader van dit strafproces niet is gebleken van rechtstreekse schade. Verder kan niet worden gesteld dat de benadeelde partijen op enigerlei wijze misbruik hebben gemaakt van de mogelijkheid zich in het strafproces te voegen. Hun vorderingen zijn namelijk niet zonder redelijke aanleiding of grond ingediend en evenmin kan worden gesteld dat deze evident onzinnig waren.

Alles overwegende zal de rechtbank de kosten die in verband met de vorderingen zijn gemaakt over en weer compenseren en bepalen dat verdachte en de benadeelde partijen, als vermeld in bijlage B, ieder hun eigen kosten dragen.

(...)

Olive Yao
11-12-16, 15:24
.
10 De beslissing

De rechtbank:

verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 3 en 4 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij;

verklaart wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 primair en 2 primair tenlastegelegde feiten heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:

de eendaadse samenloop van:

met twee of meer verenigde personen het zich in het openbaar mondeling beledigend uitlaten over een groep mensen wegens hun ras;

en

met twee of meer verenigde personen het in het openbaar mondeling aanzetten tot discriminatie van mensen wegens hun ras;

verklaart het bewezenverklaarde en verdachte deswege strafbaar;

verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;

bepaalt dat geen straf of maatregel wordt opgelegd;

verklaart de benadeelde partijen, als vermeld in bijlage B, niet-ontvankelijk in hun vorderingen tot schadevergoeding;

bepaalt dat de benadeelde partijen en verdachte ieder hun eigen kosten dragen.

Olive Yao
11-12-16, 15:28
.
voetnoten

1 Rechtbank Den Haag 7 april 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:3630.

2 Rechtbank Den Haag 14 oktober 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:12362.

3 Vgl. HR 6 november 2012, ECLI:NL:HR:2012:BX4280 en HR 2 juli 2013, ECLI:NL:HR:2013:7.

4 Vgl. ook HR 19 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:23.

5 EHRM 23 april 1992, NJ 1994, 102.

6 HR 16 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3583.

7 Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL2014 059080, van de politie eenheid Den Haag, Dienst Regionale Recherche, met bijlagen (doorgenummerd blz. 1 t/m 464).

8 Eigen waarneming van de rechtbank op de terechtzitting van 31 oktober 2016; proces-verbaal van bevindingen, p. 14 en 15.

9 Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1], p. 279 en 281.

10 Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2], blz. 335.

11 Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3], p. 421.

12 Proces-verbaal van bevindingen, p. 22-26.

13 Eigen waarneming van de rechtbank op de terechtzitting van 31 oktober 2016; proces-verbaal van bevindingen, p. 30 en 31.

14 Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2], p. 422 en 423.

15 Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 4], p. 429-432.

16 Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 5], p. 438.

17 PVV-aanhang scandeert: minder Marokkanen | NOS (http://nos.nl/video/625574-pvv-aanhang-scandeert-minder-marokkanen.html;) Wilders: kiezer zal PVV niet afstraffen | NOS (http://nos.nl/video/622346-wilders-kiezer-zal-pvv-niet-afstraffen.html;) Pagina niet gevonden - RTL Nieuws (http://www.rtlnieuws.nl/nieuws/special/wilders-willen-jullie-meer-minder-marokkanen;) NU - /dev/null (http://www.nu.nl/politiek/3730669/geert-wilders-belooft-minder-marokkanen-in-haag.html;) Wilders door OM verdacht van aanzetten tot discriminatie | NU - Het laatste nieuws het eerst op NU.nl (http://www.nu.nl/politiek/3898876/wilders-verdacht-van-aanzetten-discriminatie.html).

18 De eigen verklaring van verdachte ter terechtzitting van 23 november 2016.

19 Kamerstukken II 1967-1968, 9724, nr. 3, p. 4.

20 HR 14 maart 1989, NJ 1990, 29; HR 1 mei 1990, NJ 1991, 75; HR 29 maart 2016, ECLI:HR:2016:511.

21 Vgl. HR 22 december 2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ9796.

22 Kamerstukken II 1969-1970, 9724, nr. 6, p. 4.

23 Zie hiervoor onder 5.1.

24 Proces-verbaal van relaas, p. 12.

25 EHRM 23 september 1994, appl. nr. 15890/89 (Jersild tegen Denemarken).

26 EHRM 19 juni 2003, appl. nr. 49017/99 (Pedersen en Baadsgaard tegen Denemarken).

27 EHRM 22 april 2013, appl. nr. 48876/08 (Animal Defenders International tegen het Verenigd Koninkrijk).

28 EHRM 9 februari 2012, appl. nr. 1813/07 (Vejdeland tegen Zweden).

29 EHRM 4 december 2003, appl. nr. 35071/97 (Müslüm Gündüz tegen Turkije).

30 EHRM 25 november 1999, appl. nr. 23118/93 (Nilsen en Johnsen tegen Noorwegen), EHRM 29 februari 2000, appl. nr. 39293/98 (Fuentes Bobo tegen Spanje), EHRM 21 maart 2000, appl. nr. 24773/94 (Andreas Wabl tegen Oostenrijk) en EHRM 11 januari 2011, appl. nr. 4035/08 (Barata Monteiro Da Costa Nogueira en Patrício Pereira tegen Portugal).

31 EHRM 20 oktober 2015, appl. nr. 25239/13 (M’bala M’bala tegen Frankrijk).

32 HR 16 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3583.

33 EHRM 23 april 1992, NJ 1994, 102 (Castells tegen Spanje), EHRM 11 april 2006, appl. nr. 71343/01 (Brasilier tegen Frankrijk), EHRM 7 november 2006, appl. nr. 12697/03 (Mamère tegen Frankrijk), EHRM 1 februari 2011, appl. nr. 16853/05 (Faruk Temel tegen Turkije) en EHRM 15 maart 2011, appl. nr. 2034/07 (Otegi Mondragon tegen Spanje).

34 EHRM 23 september 1994, appl. nr. 15890/89 (Jersild tegen Denemarken), EHRM 16 november 2004, appl. nr. 23131/03 (Norwood tegen het Verenigd Koninkrijk), EHRM 6 juli 2006, appl. nr. 59405/00 (Erbakan tegen Turkije), EHRM 10 juli 2008, appl. nr. 15948/03 (Soulas en anderen tegen Frankrijk), EHRM 16 juli 2009, appl. nr. 15615/07 (Féret tegen België), EHRM 20 april 2010, appl. nr. 18788/09 (Le Pen tegen Frankrijk), EHRM 9 februari 2012, appl. nr. 1813/07 (Vejdeland tegen Zweden) en EHRM 15 oktober 2015, appl. nr. 27510/08 (Perinҫek tegen Zwitserland). In de uitspraak van Perinҫek tegen Zwitserland heeft het EHRM daarbij nog overwogen dat een veroordeling bij uitlatingen die zijn gedaan tegen een gespannen politieke en sociale achtergrond eerder kan worden geaccepteerd.

35 HR 23 november 2010, ECLI:NL:HR:2010:BM9135.

36 Zie in dit verband ook rechtbank Amsterdam 23 juni 2011, ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ9001.

37 Kamerstukken II 1933-1934, 237, nr. 5, p. 16.

38 HR 16 april 1996, NJ 1996, 527.

Hawa
11-12-16, 18:53
Hoeveel lappen aan tekst kan je hier nog aan toe voegen. Ik kan mijn kamer hiermee wel behangen. En waar gaat het uiteindelijk dan over......
Het gaat nergens over.
Toen Wilders dat zei...vond ik dit wel grappig. Niet dat dit leidde naar dit behang proces.
Gaan we regelen.
Minder minder minder.

Nep parlement zegt Wilders.

In mijn ogen is dit ook nep parlement.

Moet je kijken naar uitleg hiervan.
Ze bewegen zich in allerlei bochten om Wilders maar aan te vallen.

Wilders zit al heel erg lang in beveiliging. Om wat hij zegt.
Hij heeft niet eens een leven.

Ik ben niet van de Partij van de Vrijheid.

Maar vrijheid begint bij het individu.
Het beginnende denken.

Maar dit beginnende denken wordt verstompt in partij politiek in wetswijziging in totale regressie in denken en doen.

Stel je voor dat je denkt dat de aarde niet draait en dat je van de hemel valt. In die tijd koste het je kop.
Nu je denkt of als je veronderstelt dat.....het wel wat minder kan met criminelen vanuit die hoek....
Dit is al zolang gaande dat hoef je niet meer te veronderstellen.

Het het minder minder minder dus ook niet.

Wat hebben al die kinderen van Marokkaanse hoek hiermee te maken en denken dat ze het land uit moeten dat is toch pure propaganda vanuit het zielige hoekje.
Waarom vertellen die ouders dan niet dat zij daar niet bij vertegenwoordigt zijn.

En waarom wordt er dan niet aan die bel getrokken als Marokkaanse jochies iemand lastig vallen dat hij of zij niet moslim zijn en allemaal stuk voor stuk naar de hel gaan.

Wat een mieren neuken hieromtrent...Laten we normaal doen mensen.

In cito toets score is moslim school uitgeblonken als de allerbeste school van Nederland.
Horen we hier iemand over. Nee dus.

Al onze kinderen moeten die basis vormen voor een gezonde Nederlandse samenleving.
En daar ga ik voor.

Niet dit proces van ziele pieten.

Er is altijd wel een vlekje te vinden in dit proces waar de minderheid en ook de meerderheid een stapje terug moet doen. Dat willen we toch niet. Kleur bekennen ik zie geen kleur. Heeft met traditie te maken. Ouderwets gemekker in zij en wij. Nou het zij en wij moeten we allang gepasseerd zijn.

Wizdom
11-12-16, 22:50
Marokkanen zijn een ras, zo heeft de rechtbank bepaald.

Zo heeft Wilders het ook bedoeld... Hij heeft de groep apart gezet en ze tot zondebok gemaakt voor alles wat mis gaat in de Nederlandse samenleving... Zijn mond zit er vol van en zijn hart loopt ervan over... Hij heeft het nergens over... Hij is in zijn hatelijke optreden op vele manieren te vergelijken met iemand die op dezelfde wijze een obsessieve haat had voor een bepaald groep mensen die je ook niet onder 1 ras kan plaatsen maar die onder 1 naam genoemd werden door er het verzamel woord Jood aan te hangen...

Wilders is een Nederlandse Hitler in opkomst... Hij gaat schoon schip maken in Nederland... Zoals Hitler schoon schip ging maken in Duitsland...

Hij is een volksmenner en een opruier... Sommige mentale zwakke mensen schuimbekken van woede... Wilder is een gevaar voor Nederland en de Nederlandse politieke stabiliteit en democratie...

https://www.youtube.com/watch?v=azYYHX9MoFA

Ibrah1234
11-12-16, 23:37
Marokkanen zijn een ras, zo heeft de rechtbank bepaald.

Rob, de Hoge raad heeft in aanloop naar dit proces dat gat al dichtgetimmerd. In maart 2016 heeft de Hoge Raad bepaald dat nationaliteit ook naar een ras kan worden herleid. Wilders deed zijn uitspraak echter in 2014.

Voorafgaand aan het proces Wilders hebben ze de uitkomst van het proces Wilders al bepaald door tussentijds deze uitspraak te doen. In maart van dit jaar komt de Hoge Raad met jurisprudentie inzake nationaliteit en in oktober begon het proces Wilders II. Dat terwijl de uitspraak van Wilders in 2014 is geweest. Mij allemaal net ff te toevallig.

Even googelen leerde mij dat de Hoge Raad ogenschijnlijk geheel andere beweegredenen had maar daar geloof ik helemaal niets van. Gezien de uitkomst en het circus rondom het eerste proces Wilders diende koste wat kost een herhaling te worden voorkomen.

Als ik de stemwijzer invul kom ik bij de piratenpartij en de SGP uit. :)

The_Grand_Wazoo
12-12-16, 07:25
Hartelijk dank voor het plaatsen. Heb het op hoofdlijnen gelezen en sommige ounten aandachtig. Erg goed vonnis. Heel helder en heel zorgvuldig. En punt voor punt krijgt W. beargumenteerd ongelijk.

En nee, Marokkanen zijn geen 'ras'. Lees het vonnis.

super ick
12-12-16, 08:08
De rechterlijke macht heeft zich, tot twee keer toe laten verleiden. Deze keer kon men het weer niet afdoen door hem niet te veroordelen. Een echte veroordeling zat er ook niet in. Dus ging men voor een halfzachte tussenoplossing. Schuldig maar geen straf.

Uiteraard gaat hij in hoger beroep, speelt hij het slachtoffer (ik blijf zeggen wat ik denk) en heeft hij er twee zetels bij. Potentiele kiezers spreken er kennelijk geen schande van.

Voorlopig staat Wilders volop in de aandacht. Gratis en voor niets.

knuppeltje
12-12-16, 08:08
Marokkanen zijn een ras, zo heeft de rechtbank bepaald.

Meneer, een cursus begrijpend lezen zou niet verkeerd zijn voor u.

knuppeltje
12-12-16, 08:18
De rechterlijke macht heeft zich, tot twee keer toe laten verleiden. Deze keer kon men het weer niet afdoen door hem niet te veroordelen. Een echte veroordeling zat er niet in. Dus ging men voor een halfzachte tussenoplossing. Schuldig maar geen straf.

Uiteraard gaat hij in hoger beroep, speelt hij het slachtoffer (ik blijf zeggen wat ik denk) en heeft hij er twee zetels bij. Potentiele kiezers spreken er kennelijk geen schande van.

Voorlopig staat Wilders volop in de aandacht. Gratis en voor niets.

Geen echte veroordeling? Dit is er wel degelijk een. Je kunt het er niet mee eens zijn, maar dat is een andere zaak.

En hij kan wel roepen dat hij op dezelfde voet blijft doorgaan, maar ik denk toch dat het slimmer is als hij eerst eens de hele procesgang afwacht voor hij dat doet. Het kan altijd nog eindigen bij het Europese Hof. En daar spotten ze echt niet met uitspraken waarvoor hij nu veroordeeld is.
En eeuwig slachtoffer spelen wordt op een gegeven moment ook te doorzichtig. In feite is het dat allang.

Zijn kiezers niet.

super ick
12-12-16, 09:07
Geen echte veroordeling? Dit is er wel degelijk een. Je kunt het er niet mee eens zijn, maar dat is een andere zaak.

Zijn kiezers niet.

Ik ben het er inderdaad niet mee eens. Hoewel ik het niet met hem eens ben en ik zijn uitspraken onsmakelijk en plat vind hecht ik meer waarde aan het recht dat ze gedaan mogen worden.

Nee dat klopt. Ik vind het ook een vreemd fenomeen. Ik kan er niet echt een vinger achter krijgen. Door ze domweg allemaal tokkies of idioten te noemen slaap je wellicht beter maar dat dekt m.i. de lading niet.
Ik vind dat we Geert grotendeels te danken hebben aan de kwaliteit van onze overige politici.

Hoe leg je bijvoorbeeld uit dat de PvdA nu op 7 zetels staat? Even los van de PVV?

knuppeltje
12-12-16, 10:55
Ik ben het er inderdaad niet mee eens. Hoewel ik het niet met hem eens ben en ik zijn uitspraken onsmakelijk en plat vind hecht ik meer waarde aan het recht dat ze gedaan mogen worden.

Nee dat klopt. Ik vind het ook een vreemd fenomeen. Ik kan er niet echt een vinger achter krijgen. Door ze domweg allemaal tokkies of idioten te noemen slaap je wellicht beter maar dat dekt m.i. de lading niet.
Ik vind dat we Geert grotendeels te danken hebben aan de kwaliteit van onze overige politici.

Hoe leg je bijvoorbeeld uit dat de PvdA nu op 7 zetels staat? Even los van de PVV?

Niemand hoeft het ermee eens te zijn. Dat wordt dan ook van niemand geëist. Ook van Wilders niet.

Anderzijds is er geen enkel zinnig argument aan te voeren waarom iemand zomaar alles zou moeten kunnen zeggen.
Dat zou tot onnoemelijke ontwrichting van de maatschappij kunnen leiden. Daarbij snap ik niet eens dat iemand alsmaar verzot is op het aanhoren van platte en onsmakelijke opmerkingen. Is er dan geen niveau meer?

In dit geval ging het ook niet over de vrijheid van meningsuiting. Iedereen mag straffeloos zeggen dat hij niet van Marokkanen houdt. Daarmee overtreed hij niet de wet. Ook niet als hij zegt dat er onder die groep nogal wat criminelen zitten. Dat geld ook bij andere bevolkingsgroepen, en ook daarvan mag dat gezegd worden.

Het doen voorkomen dat die blonde daarvoor is veroordeeld is dan ook ridicuul. En van de blonde is het louter kwaadaardigheid.

Hier ging het om het in de wet vastgelegde verbod op het beledigen van - en het aanzetten tot discriminatie - van bevolkingsgroepen. Daarover heeft de rechter aan de hand van de bestaande wetgeving een oordeel geveld.

Indien rechters onder druk van politici of de onderbuik van de heffe des volks niet vrijelijk de bestaande wetgeving zouden kunnen toepassen, dan is de democratie om zeep geholpen.

Een politicus die zelf tot de langstzittende Kamerleden behoort, maakt van zichzelf toch zeker een volslagen nep politicus als hij constant het parlement en de rechtspraak tot nep instituten declasseert. Daarmee doet hij een doelbewuste poging tot ondermijning van de democratie.

Tja, als je het rechtssysteem toch zo nep vind, waarom teken je dan na zo'n mild vonnis nog hoger beroep aan? Waarom wil je je dan zelf nog aan uitleveren? Ik zou zeggen: "Tel je zegeningen."
Het feit alleen al dat hij dit doet om publicitaire redenen, bevestigt alleen maar zijn politieke nep status.

Op zich doet Wilders dat ook al door van zijn beweging geen normale democratische politieke partij te maken. Ook hierom is hij al democratisch gezien een nep politicus. In mij ogen is het toelaten van een dergelijke beweging als volksvertegenwoordiging, het eerste dat ik zou afschaffen. De tokkies zullen dat wel als heel ondemocratisch beschouwen, maar ik niet

Dat zijn aanhang het allemaal anders ziet, doet daaraan niets af. Het bewijst voor mij alleen maar dat het je reinste tokkies zijn. Hoog of laag opgeleid, doet er niet toe.

We moeten het inderdaad niet laten met hen als zodanig te benoemen.
Er moet ook naar hen geluisterd worden, maar niet teveel. Ook niet teveel naar andere kiezers. Regeringen en parlementen die alleen maar de waan van de dag volgen, leiden aan een zeer hoge mate van bestuurlijk onvermogen.
Daar hebben we met z'n allen mooi niets aan.
Het neo-liberale beleid van de laatste tijd moet veranderen, en gaat ook hopelijk veranderen. Maar met iedereen nu in alles te laten geloven wat populistische rattenvangers alsmaar beloven, is iedereen voor de gek houden. Dus ook de tokkies.
Ook dat zal als een boemerang terug komen.

Dat is zo simpel als maar kan. De echte PvdA achterban moet helemaal niets van de VVD hebben. Dat was zo, dat is zo en dat zal waarschijnlijk ook wel blijven.

Hier sta ik en ik kan niet anders. "IK verklaar elke PVV'er tot een volslagen tokkie." (Maar mogelijk zitten er daarvan ook bij andere partijen.)

Rob Gosseling
13-12-16, 00:33
Rob, de Hoge raad heeft in aanloop naar dit proces dat gat al dichtgetimmerd. In maart 2016 heeft de Hoge Raad bepaald dat nationaliteit ook naar een ras kan worden herleid. Wilders deed zijn uitspraak echter in 2014.

Voorafgaand aan het proces Wilders hebben ze de uitkomst van het proces Wilders al bepaald door tussentijds deze uitspraak te doen. In maart van dit jaar komt de Hoge Raad met jurisprudentie inzake nationaliteit en in oktober begon het proces Wilders II. Dat terwijl de uitspraak van Wilders in 2014 is geweest. Mij allemaal net ff te toevallig.

Even googelen leerde mij dat de Hoge Raad ogenschijnlijk geheel andere beweegredenen had maar daar geloof ik helemaal niets van. Gezien de uitkomst en het circus rondom het eerste proces Wilders diende koste wat kost een herhaling te worden voorkomen.

Als ik de stemwijzer invul kom ik bij de piratenpartij en de SGP uit. :)

Ras is een construkt om iemand juridisch te kunnen veroordelen. Er bestaat maar één menselijk ras. Ook islambashen wordt gelijk gesteld met racisme in bepaalde kringen. Zo wordt het begrip racisme verder opgerekt.
.

Olive Yao
13-12-16, 00:37
Meneer, een cursus begrijpend lezen zou niet verkeerd zijn voor u.

Wat spreekt u de mensen beleefd aan, meneer knuppeltje. :fpetaf:

Rob Gosseling
13-12-16, 00:49
Marokkanen zijn een ras, zo heeft de rechtbank bepaald.


Meneer, een cursus begrijpend lezen zou niet verkeerd zijn voor u.


Wat spreekt u de mensen beleefd aan, meneer knuppeltje. :fpetaf:

Arrogantie is geen uiting van 'beleefdheid', haal je buddha-masker maar van je smoelwerk Olive, het slaat nergens op. Je geeft iemand een compliment die hautain doet naar een ander. Dat zegt dan weer iets over jou. Waarom zou ik nog beleefd blijven voor de vorm? Ik vind arrogantie hoogst onbeschoft. Nog erger is iemand verdedigen die onbeschoft is.

knuppeltje
13-12-16, 08:32
Niet zo uit de hoogte doen. Nergens voor nodig. Je kunt ook gewoon inhoudelijk antwoorden.


Meneer, een dergelijk aanbeveling is in uw geval een zeer behartigenswaardig iets. Het geeft dus geen pas om daarover zo gepikeerd te doen.

super ick
13-12-16, 17:23
Als zelfs een beperkte leugenaar als Wilders in staat zoveel zetels te halen en een toch gerenommeerde partij als de PvdA niet meer in staat is kiezers aan te spreken kan je wel je kop in het zand steken of hard Tokkie Tokkie roepen maar als je echt intelligent bent zou je je ook af kunnen vragen wat er aan de hand is, wat de reden is, wat er dan veranderd is, etc.

Daar probeer ik wel eens een vinger achter te krijgen. Ik denk dat Wilders een product is van het falen van de rest. Te lang vast blijven houden aan dogma's. Zowel aan de linkerkant als aan de rechterkant. Teveel technocratische beroepsbestuurders zonder emotionele band met hun achterban.
Als je als PvdA-er een keus moet maken tussen de hokeynamen Diederik en Lodewijck dan moet er toch een belletje gaan rinkelen? :hihi:

knuppeltje
14-12-16, 08:49
Als zelfs een beperkte leugenaar als Wilders in staat zoveel zetels te halen

Een beter bewijs voor het feit dat de massa dom is kun je niet leveren.

Ibrah1234
14-12-16, 11:04
Een beter bewijs voor het feit dat de massa dom is kun je niet leveren.

Lodewijk XIV van Frankrijk zal dat ook gedacht hebben tot zijn kop in een rieten mand viel door toedoen van een zootje, zoals jij ze noemt, domme massa.

Dit zonnekoningen gedrag heeft de gevestigde politieke partijen al opgebroken. Bovendien heer Knuppeltje, 'de markt' heeft altijd gelijk.

Wilders en zijn PVV zijn 'in de markt' gezet door door slecht vakmanschap van de overige politici. De PVDA luistert al lang niet meer naar haar eigen achterban en Wilders is in het ontstane gat gesprongen.

knuppeltje
14-12-16, 11:37
Lodewijk XIV van Frankrijk zal dat ook gedacht hebben tot zijn kop in een rieten mand viel door toedoen van een zootje, zoals jij ze noemt, domme massa.

Dit zonnekoningen gedrag heeft de gevestigde politieke partijen al opgebroken.

Bovendien heer Knuppeltje, de markt' heeft altijd gelijk.

Wilders en zijn PVV zijn 'in de markt' gezet door door slecht vakmanschap van de overige politici.

En vervolgens vrat de revolutie haar eigen kinderen op.

Zonnekoningen was en is iets van de Fransen. Daar doen wij als nuchter Hollanders niet aan mee. Het is net zo onzinnig om hier over zonnekoningen te praten als over echt linkse of echt rechtse partijen.

Tja, daarom klagen zeker we met zijn allen wat af over zoveel toegenomen marktwerking in de gezondheidszorg, het bankwezen en veel te grote en te machtige multinationals die alsmaar uit winstbejag hier de werkgelegenheid om zeep helpen of ons die verderfelijke gentechnologie willen opdringen.

Welnee, door domme kiezers die niet verder komen dan protesteren tegen iets waarvan ze niets begrijpen en alsmaar dom roepen dat er een piemel in moet.
Voor mij had de PvdA bij het onderhandelen met de VVD er meer uit moeten slepen. Maar ik geloof nog steeds niet dat al die anderenpartijen met hun totaal onmogelijke eisen het beter zouden hebben gedaan.

StevieK
14-12-16, 11:41
Lodewijk XIV van Frankrijk zal dat ook gedacht hebben tot zijn kop in een rieten mand viel door toedoen van een zootje, zoals jij ze noemt, domme massa.

Dit zonnekoningen gedrag heeft de gevestigde politieke partijen al opgebroken. Bovendien heer Knuppeltje, 'de markt' heeft altijd gelijk.

Wilders en zijn PVV zijn 'in de markt' gezet door door slecht vakmanschap van de overige politici. De PVDA luistert al lang niet meer naar haar eigen achterban en Wilders is in het ontstane gat gesprongen.

Wilders is niet anders dan een product van de falende elite die al lang niet meer naar zijn onderdanen luistert

The_Grand_Wazoo
14-12-16, 11:43
Lodewijk XIV van Frankrijk zal dat ook gedacht hebben tot zijn kop in een rieten mand viel door toedoen van een zootje, zoals jij ze noemt, domme massa.

Dit zonnekoningen gedrag heeft de gevestigde politieke partijen al opgebroken. Bovendien heer Knuppeltje, 'de markt' heeft altijd gelijk.

Wilders en zijn PVV zijn 'in de markt' gezet door door slecht vakmanschap van de overige politici. De PVDA luistert al lang niet meer naar haar eigen achterban en Wilders is in het ontstane gat gesprongen.

Lodewijk de XVI ...

Wat is 'de markt'? In deze context een vaag begrip. Vage begrippen leiden tot vaag gewauwel. Bijv. tot een opmerking als : 'de PvdA heeft zijn achterban van zich vervreemd'.
Kwestie is veeleer: e traditionele achterban van de PvdA heeft opgehouden te bestaan. De samenleving is veranderd.
Juister zou zijn te zeggen dat de PvdA vergeten is zich daar succesvol rekenschap van te geven. Dat heeft het wel geprobeerd, zo beweerde Kok in de jaren '90 dat de PvdA de ideologische veren moest afschudden. Een duidelijke koers wijziging, maar geen succesvolle.

Terug naar jouw historische voorbeeld. Het ancien regime bleek om een groot aantal redenen onhoudbaar in de 18e eeuw. Ik noem er een aantal: het was gebaseerd op een structuur van landheerschap; uiteindelijk feodaal. Het feodale systeem was ontstaan doordat een centraal gezag, na de instorting van het roemeinse rijk, onhoudbaar was geworden. Lokale heersers, krijgsheren die binnen een regio er met de minste scrupules het hardst op durfden te slaan kregen de defacto macht. Koningen, voorzover die er al waren (voor jouw begrip, in de vroege middeleeuwen was een koning een adelijke titel die weinig voorstelde en zeker niet samenging met 'çentraal' gezag) waren machteloos. Om toch de krachten te kunnen verenigen tegen gemeenschappelijke bedreiging, bijv. die van rovende bendes a la de Vikingen, behield een vorst zich het recht voor om titels, d.w.z. land, te vergeven. Feodaal = koppeling van land (de voornaamste bron van inkomen) aan prerogatieven.
In de loop van de late middeleeuwen begint een proces van machtconsolidatie in de hand van een kleinere groep. Deze kregen daardoor konings- en keizers titels. Deze vormden dynastieen en raakten slaags. De oorlogen werden, o.m. door machtsconcentratie (= concentratie van zeggenschap over land) op steeds grotere schaal gevoerd. Dit vereiste steeds grotere concentratie van middelen, wat weer tot een verregaande centralisatie van de staatsmacht leidde. De vorst verzekerd zich van de loyaliteit van zijn heren doordat hij meer en meer functie binnen het centraliserende staatsapparaat vergeeft. De traditionele adel van het zwaard wordt meer en meer weggedrongen door de ambtelijke adel. Besef: de Franse revolutie begon binnen de onvrede onder de eerste stand, niet de derde.
Tweede factor: opkomst handelskapitalisme. Er kwamen andere manieren op (naast het ambtenarendom) om in het levensonderhoud te voorzien. Er ontstond een middenstand.
Derde factor: kolonialisme , of de voorlopers daarvan: was het land in Europa op, dan roofde je wat in overzeese gebieden. De controle over land was voor een vorst geen middel meer om de elite aan zich te binden.

Iets soortgelijks is mutatis mutandis nu ook gaande. De traditioneel lagere sociaal-economische klasse is gewijzigd. Kinderen van arbeiders en kleine middenstanders zijn hoogopgeleid, maar wensen zich niet aan de traditionele mores te houden. (zie de taal die tegenwoordig in de kamer wordt gebruikt, of de 'schaamteloze verrijking door de captains of industry). Het is niet een politiek-elite die niet luistert, het is een zich wijzigende samenleving. Roepen dat 'de politiek' niet luistert is een vorm van intellectueel van twee walletjes mee willen eten, van die uit het verleden, waarin een politieke (en verzuilde) elite het voor de achterban zo goed als mogelijk regelde, maar tegelijkertijd inspraak eisen en als individu vertegenwoordigd willen wezen. Dat schuurt en wringt. De politieke elite daarvan de schuld geven is een vorm van geestelijke luiheid.

knuppeltje
14-12-16, 12:03
Wilders is niet anders dan een product van de falende elite die al lang niet meer naar zijn onderdanen luistert

Elite? Wij hebben in dit kikkerland al heel lang geen elite meer. De elite bestond ooit uit een heel kleine aristocratische groep mensen met heel veel geld en macht. Zij maakten de dienst uit. De rest van de bevolking had niets in te brengen en had niets.
Het zou goed zijn als je je geschiedenisboeken weer eens uit de mottenballen haalt.
Bovendien hebben we allang geen aristocraten meer, en is de adel zover die nog bestaat, machteloos.

Wij zijn allang gewend aan coalitieregeringen. De coalities kunnen na elke verkiezing wisselend zijn samengesteld. Dat hangt af van wat de kiezer stemt. Dat kan dus iedere keer anders zijn. Daarnaast hebben van de laatste vijftien kabinetten de meesten niet eens de termijn van vier jaar gehaald.
Kun je nagaan hoe machtig die door jou veronderstelde elite is.

Umarvlie
14-12-16, 12:05
Opinie - Nederland naar het verknipte beeld van Geert Wilders
(http://www.ed.nl/mening/opinie-nederland-naar-het-verknipte-beeld-van-geert-wilders-1.6734866#.WE_xeH56LJQ.facebook)

Ik moet bekennen dat ik moeite gehad heb om deze opinie in te sturen. Het gevaar dreigt dat je meegezogen wordt in een discussie op het niveau waar het subject van deze brief zich ook beweegt. Met een aan ergernis grenzende zorg heb ik het proces tegen Geert Wilders gevolgd en dan met name diens reacties tijdens en na de rechtszaak. Hij betitelt zijn rechters als 'knettergek'. Een kwalificatie die hij ook vaak zijn politieke opponenten toebedeelt en hij dreigde een eventueel vonnis (geldboete niet betalen) terzijde te schuiven.

Een man, die als hij een ministerraad moet voorzitten - hij wil premier worden - de wetgevende macht vertegenwoordigt, maar de twee andere poten van de trias politica, de rechterlijke en uitvoerende macht, minacht en beledigt. Voor wie eigenlijk maar één wet opgeld doet: de vrijheid van meningsuiting. Dat past in zijn straatje. En hij probeert in zijn Youtube-boodschap 'miljoenen' Nederlanders, die volgens hem precies hetzelfde denken als hij, tegen de rechterlijke macht op te zetten. Als zouden die miljoenen landgenoten mede veroordeeld zijn geweest.

Minachting
De haat en minachting spatten uit 's mans ogen. Jarenlange beveiliging en het verlies van een eigen leven hebben hem tot een non-empathisch mens gemaakt. Wat zou gebeuren als hij inderdaad aan 'de macht' komt? Gaat hij de drie machten schikken naar zijn wereldbeeld? Ik spreek uitdrukkelijk over de man alleen en niet zijn partij, want die stelt niets voor. Je kunt geen lid worden. Je mag hem volgen en wel blindelings. Zijn partijgenoten zijn van meestal bedenkelijk niveau. Je kunt er eigenlijk nog geen fractie van een gemiddelde gemeenteraad mee vullen.

Hij wil Nederland weer maken tot wat het ooit was. Maar dat wordt dan een Nederland naar het verknipte beeld van Wilders.

We horen allemaal dat als je ergens een andere mening over hebt, je door hem als geestesziek wordt weggezet. De vrijheid van meningsuiting die bij de PVV zelf niet bestaat, zal met Wilders in het Torentje voor kritische noten richting hemzelf ook afgeschaft worden.

Over zijn politieke denkbeelden heb ik het nog niet eens. Dat hij alleen al geen moeite en geld wil steken in kunst en innovatie en de omroepen aan banden wil leggen zegt genoeg. Dat wat Nederland eeuwenlang maakte tot een land van toch enige importantie gaat met Wilders ten onder. Hij ziet een land voor zich waar bevolkingsgroepen en partijen lijnrecht tegenover elkaar komen te staan.

Beveiliging
Als ik in dat nepparlement zou zitten, zoals hij dat zelf zegt, zou ik eens opperen om hem zijn beveiliging voortaan zelf te laten betalen. Wanneer die gorilla's rondom hem weg zijn, kan hij weer vrij om zich heen kijken en zien wat er daadwerkelijk speelt.

Ik vind het dus moeilijk om het volgende zo te moeten concluderen. Terugkijkend op een veelbewogen periode uit de afgelopen eeuw kan ik het niet anders verwoorden, gebruikmakend van mijn recht op vrijheid van meningsuiting: Geert Wilders vertoont alle kenmerken van een nationaal-socialist. Haat tegen en verachting en belediging van het bestaande staatsbestel gecombineerd met het opzetten van mensen tegen elkaar en de neiging tot het organiseren van een totalitaire bestuursstructuur waarbinnen voor zelfs medestanders geen plaats voor kritiek of discussie is.

Ik zou graag het onderwijs willen vragen de jaren dertig van de vorige eeuw nadrukkelijker aan de leerlingen voor te willen leggen dan ooit tevoren.

Ibrah1234
14-12-16, 12:41
Wat is 'de markt'? In deze context een vaag begrip.

Het electoraat produceert een gewogen gemiddelde. Net als 'de markt'. Het is mijn stellige overtuiging dat een democratie beschikt over een zelfreinigende werking.

In de huidige beurskoers van Philips (de markt) is alle wereldwijd verzamelde kennis van dit moment verwerkt in de prijs zo ook bij een uitspraak van de kiezer. In dat licht bezien vind ik de stelling: "de kiezer heeft altijd gelijk' te handhaven.

Dat de massa of de markt als zijnde dom aangemerkt kan worden is echter onhoudbaar. Het electoraat als populatie beschikt immers over een gemiddeld IQ.

Laat onverlet dat ik je mening deel over het schaamteloze geschreeuw van Wilders.

super ick
14-12-16, 13:19
Een beter bewijs voor het feit dat de massa dom is kun je niet leveren.

Wilders verschilt in liegen niet van andere politici.

Verontwaardigd dat je het echt geweten hebt dat er extra geld naar de Grieken gaat terwijl dit beklonken was op de vergadering een week eerder waar Dijsselbloem zelf aanwezig was.
Roepen dat er geen cent meer naar de Grieken gaat en enkele weken later gewoon overmaken. Rutte.
Populistisch gebral over zorg en sociale voorzieningen zonder financiële onderbouwing. Roemer.

OM zomaar enkele voorbeelden te noemen.

We kunnen beter concluderen dat de massa stemt uit onvrede, op emotie, op een persoon.

Of dat slim is, is een tweede.

The_Grand_Wazoo
14-12-16, 13:49
Het electoraat produceert een gewogen gemiddelde. Net als 'de markt'. Het is mijn stellige overtuiging dat een democratie beschikt over een zelfreinigende werking.

In de huidige beurskoers van Philips (de markt) is alle wereldwijd verzamelde kennis van dit moment verwerkt in de prijs zo ook bij een uitspraak van de kiezer. In dat licht bezien vind ik de stelling: "de kiezer heeft altijd gelijk' te handhaven.


Nee, dat doet de markt niet. En zo werkt de markt niet. Dat is een klets verhaal en al vele malen doorgeprikt, om te beginnen door Adam Smith.

De kiezer heeft altijd gelijk? Nog meer vage, ronduit nietszeggende patitudes.
Waarin heeft de kiezer gelijk? Gelijk ten opzichte van wat. Waaruit bestaat het ongelijk?

Gebakken lucht met een zweem van gewichtigheid, meer niet.

knuppeltje
14-12-16, 14:20
Wilders verschilt in liegen niet van andere politici.

Verontwaardigd dat je het echt geweten hebt dat er extra geld naar de Grieken gaat terwijl dit beklonken was op de vergadering een week eerder waar Dijsselbloem zelf aanwezig was.
Roepen dat er geen cent meer naar de Grieken gaat en enkele weken later gewoon overmaken. Rutte.
Populistisch gebral over zorg en sociale voorzieningen zonder financiële onderbouwing. Roemer.

We kunnen beter concluderen dat de massa stemt uit onvrede, op emotie, op een persoon.
Of dat slim is, is een tweede.

Dom gelul. Er zijn vele politici die niet liegen.

Mag zo zijn, maar als blijkt dat de gevolgen veel erger kunnen zijn als dat niet gebeurt, kan daarin verandering aanbrengen.
Je moet wel dom zijn als je dat niet wilt begrijpen.

Juist, zo ia dat. en dat is dom.

Ibrah1234
14-12-16, 15:07
Nee, dat doet de markt niet. En zo werkt de markt niet. Dat is een klets verhaal en al vele malen doorgeprikt, om te beginnen door Adam Smith.

Ik begin me steeds meer aan dat arrogante betweterige gedrag van je te irriteren.

De efficiënte-markthypothese (EMH) is de theorie in de financiële wetenschap dat in de prijs van effecten zoals aandelen alle publieke informatie en toekomstverwachtingen verwerkt zitten.

Professor Eugene Fama ontwikkelde deze theorie eind jaren zestig en publiceerde het in mei 1970 in de Journal of Finance onder de titel "Efficient Capital Markets: A Review of Theory and Empirical Work".

In 2013 heeft hij de Nobel Memorial Prize in Economics ontvangen. Ja, ik hang deze theorie ook aan, zowel richting de markt als het politiek toneel. Dat jij dit allemaal afdoet als kletsverhalen getuigt werkelijk van een stuitende arrogantie.

De efficiënte-markthypothese (https://nl.wikipedia.org/wiki/Effici%C3%ABnte-markthypothese)

super ick
14-12-16, 16:16
Mag zo zijn, maar als blijkt dat de gevolgen veel erger kunnen zijn als dat niet gebeurt, kan daarin verandering aanbrengen.
Je moet wel dom zijn als je dat niet wilt begrijpen.

Nee je bent dom als je uitspraken doet waarvan je van tevoren weet dat je die niet na kunt komen, dat de beslissing niet in jouw handen ligt maar in Europa zoals bij de Grieken. Kwaadaardig is een betere uitdrukking.

Dijsselbloem heeft keihard gelogen. Die wist het al en speelde de verbaasde onschuld. Dat is keihard liegen.

Vul maar aan met de rij politici die te hard door de mand zijn gevallen en tussentijds het veld moesten ruimen.

Hawa
14-12-16, 16:18
Gelukkig mag je je oogleden corrigeren zit weer in het ziekenfondspakket. Wilders moet dit gelijk doen kan hij beter de kleine lettertjes lezen. Ziet hij ook gelijk wat van links komt...En hoeft hij ook geen beveiliging meer. En last not but least kan Folkert van der Graaf beveiliger worden bij Wilders.:lole::lole::lole:

The_Grand_Wazoo
14-12-16, 17:58
Ik begin me steeds meer aan dat arrogante betweterige gedrag van je te irriteren.

De efficiënte-markthypothese (EMH) is de theorie in de financiële wetenschap dat in de prijs van effecten zoals aandelen alle publieke informatie en toekomstverwachtingen verwerkt zitten.

Professor Eugene Fama ontwikkelde deze theorie eind jaren zestig en publiceerde het in mei 1970 in de Journal of Finance onder de titel "Efficient Capital Markets: A Review of Theory and Empirical Work".

In 2013 heeft hij de Nobel Memorial Prize in Economics ontvangen. Ja, ik hang deze theorie ook aan, zowel richting de markt als het politiek toneel. Dat jij dit allemaal afdoet als kletsverhalen getuigt werkelijk van een stuitende arrogantie.

De efficiënte-markthypothese (https://nl.wikipedia.org/wiki/Effici%C3%ABnte-markthypothese)

Wat de man lanceert is een theorie over de aandelenmarkt. Dat is niet 'de markt', dat is slechts één van de vele markten. Jij veralgemeniseert dat tot de markt, alsof de arbeidsmarkt, de grondstoffen markt, de energie markt, de huizenmarkt en de Albert Cuypmarkt allemaal hetzelfde zouden werken. Dat doen ze namelijk niet en je hoeft geen Nobelprijs voor de economie te hebben ontvangen om je dat te kunnen beseffen.

Vandaar mijn verwijt dat je een vaag begrip hanteert en als gevolg daarvan, je vervolg analyse kant nog wal raakt. Het is gelul in de ruimte. Dat kun je arrogant vinden, maar het is niet anders. Dan had jij maar iets beter je best mieten doen.

Alsof dat nog niet voldoende is neem jij een economische theorie over aandelen markten die in jouw denken tot 'de markt' zijn verworden als verklaringsmodel voor een electoraat. Gewoon, zomaar, patsboem. Omdat jij dat vind. En omdat de econoom een nobel prijs heeft gewonnen zou dat ook nog steekhouden moeten wezen. Zo ongeveer lijk jij hier te beweren. En dat zou niet arrogant wezen. Kom nou toch.

Dan kom je met, een overigens breed gedragen platitude dat de PvdA zijn traditionele achterban van zich vervreemd.
En om je verhaal te ondersteunen kom je met een historische paralel. Je bevindt je dan op mijn terrein. Ik leg jou uit waarom jouw paralel niet klopt. Desgewenst kan ik je wat vakliteratuur van gerenomeerde historici aanbieden. Daarenboven en aanhakend bij jouw hisorische paralel, beargumenteer ik waarom de voorstelling van een ' de achterban van zich verveemdende PvdA' mijns inziens niet klopt.

Daar had je inhoudelijk op in kunnen gaan, maar, nee, je beperkt je tot vast stellen dat ik het beter weet. Dat lijkt mij, alles op een rijtje zettend, jouw enige correcte inzicht. Dank dat je dat wilde delen. Mijn avond is weer goed. :fplet:

Olive Yao
14-12-16, 21:10
Ik begin me steeds meer aan dat arrogante betweterige gedrag van je te irriteren.

De efficiënte-markthypothese (EMH) is de theorie in de financiële wetenschap dat in de prijs van effecten zoals aandelen alle publieke informatie en toekomstverwachtingen verwerkt zitten.

Professor Eugene Fama ontwikkelde deze theorie eind jaren zestig en publiceerde het in mei 1970 in de Journal of Finance onder de titel "Efficient Capital Markets: A Review of Theory and Empirical Work".

In 2013 heeft hij de Nobel Memorial Prize in Economics ontvangen. Ja, ik hang deze theorie ook aan, zowel richting de markt als het politiek toneel. Dat jij dit allemaal afdoet als kletsverhalen getuigt werkelijk van een stuitende arrogantie.

De efficiënte-markthypothese (https://nl.wikipedia.org/wiki/Effici%C3%ABnte-markthypothese)




Wat de man lanceert is een theorie over de aandelenmarkt. Dat is niet 'de markt', dat is slechts één van de vele markten. Jij veralgemeniseert dat tot de markt, alsof de arbeidsmarkt, de grondstoffen markt, de energie markt, de huizenmarkt en de Albert Cuypmarkt allemaal hetzelfde zouden werken. Dat doen ze namelijk niet en je hoeft geen Nobelprijs voor de economie te hebben ontvangen om je dat te kunnen beseffen.

Off topic: achter de 'efficiënte markten-hypothese' zit een algemener verhaal, de 'rationele verwachtingen-hypothese'. Deze zegt dat individuen en bedrijven optimale beslissingen nemen waarbij ze alle beschikbare informatie gebruiken. Dat kan wel voor alle markten gelden.

Beide hypotheses brengen mee dat er geen luchtbellen in effectenprijzen kunnen zitten: op elk tijdstip geven effectenprijzen alle beschikbare informatie over 'fundamentele waardebepalende factoren' weer. Geldt ook voor huizenprijzen.

Critici voeren aan dat prijzen van effecten vaak meer fluctueren dan verklaard kan worden door nieuwe informatie over 'fundamentele factoren', dus dat 'bubbels' wel voorkomen. Een gezond verstand-standpunt.

De rationele verwachtingen-hypothese en de efficiënte markten-hypothese zijn voorbeelden van theorieën waarbij de markt als ideaal wordt voorgesteld, een voorstelling in volmaakte toestand.

Ibrah1234
14-12-16, 21:22
Wat de man lanceert is een theorie over de aandelenmarkt. Dat is niet 'de markt', dat is slechts één van de vele markten. Jij veralgemeniseert dat tot de markt, alsof de arbeidsmarkt, de grondstoffen markt, de energie markt, de huizenmarkt en de Albert Cuypmarkt allemaal hetzelfde zouden werken. Dat doen ze namelijk niet en je hoeft geen Nobelprijs voor de economie te hebben ontvangen om je dat te kunnen beseffen.

Zie Olive Yao. Beter kan ik het niet verwoorden en doe daar maar dan ook geen verdere poging toe.

The_Grand_Wazoo
14-12-16, 21:50
Zie Olive Yao. Beter kan ik het niet verwoorden en doe daar maar dan ook geen verdere poging toe.

Als jij de laatste regel van Olive goed had gelezen zou jij iets minder tevreden moeten wezen. In een reele wereld zijn er geen ideale markten en hebben niet alle deelnemers gelijkelijk alle beschikbare informatie. Het is een economisch model, en de laatste crisi heeft bewezen wat het waard is.
Je leest ook heel gemakkelijk heen over de zinssnede 'als ideaal wordt voorgesteld'. Niet alleen is dat ideaal de facto onbereikbaar, instituties als wet en regelgeving, tradities, normen en awaarden staat die ideale markt in de weg.
Wellicht een interessant werkje voor je: http://https://global.oup.com/academic/product/the-invisible-hand-9780199608133?cc=nl&lang=en&.

Ga je ook heel gemakkelijk voorbij aan het feit dat een democratisch bestel geen ideale markt vertegenwoordigd. Welbeschouwd ga je nergens op in.

Olive Yao
14-12-16, 21:58
Als jij de laatste regel van Olive goed had gelezen zou jij iets minder tevreden moeten wezen. In een reele wereld zijn er geen ideale markten en hebben niet alle deelnemers gelijkelijk alle beschikbare informatie. Het is een economisch model, en de laatste crisi heeft bewezen wat het waard is.
Je leest ook heel gemakkelijk heen over de zinssnede 'als ideaal wordt voorgesteld'. Niet alleen is dat ideaal de facto onbereikbaar, instituties als wet en regelgeving, tradities, normen en awaarden staat die ideale markt in de weg.
Wellicht een interessant werkje voor je: http://https://global.oup.com/academic/product/the-invisible-hand-9780199608133?cc=nl&lang=en&.

Ga je ook heel gemakkelijk voorbij aan het feit dat een democratisch bestel geen ideale markt vertegenwoordigd. Welbeschouwd ga je nergens op in.

De link werkt niet?

Ibrah1234
14-12-16, 22:28
In een reele wereld zijn er geen ideale markten en hebben niet alle deelnemers gelijkelijk alle beschikbare informatie. Het is een economisch model, en de laatste crisi heeft bewezen wat het waard is.

Het verschil met 1929 is dat nu alle informatie WEL beschikbaar is. Alle deelnemers van de gehele populatie beschikken gelijktijdig over dezelfde informatie. Verplichte SEC fillings NASDAQ zijn voor eenieder op hetzelfde moment met één druk op de knop opvraagbaar.

Het verschil met vroegere dagen is dat er toen alleen kennis kon worden genomen van aandelenprijzen met behulp van een onbetaalbare ticker tape. Jaarverslagen en winst- en verliesrekeningen van bedrijven moest je een boekwerkje voor kopen met sterk verouderde informatie.

Je stelde dat Adam Smith de efficiënte markttheorie heeft afgewezen. Adam Smith leefde echter in het stoomtijdperk waar het wellicht maanden duurde voordat informatie over bijvoorbeeld een crash een ander werelddeel bereikte. Je kunt het stoomtijdperk niet vergelijken met het huidige tijdperk waar de snelheid wordt gemeten in milliseconden en vrijwel iedereen wereldwijd toegang heeft tot relevante informatie.

The_Grand_Wazoo
15-12-16, 08:27
Het verschil met 1929 is dat nu alle informatie WEL beschikbaar is. Alle deelnemers van de gehele populatie beschikken gelijktijdig over dezelfde informatie. Verplichte SEC fillings NASDAQ zijn voor eenieder op hetzelfde moment met één druk op de knop opvraagbaar.

Het verschil met vroegere dagen is dat er toen alleen kennis kon worden genomen van aandelenprijzen met behulp van een onbetaalbare ticker tape. Jaarverslagen en winst- en verliesrekeningen van bedrijven moest je een boekwerkje voor kopen met sterk verouderde informatie.

Je stelde dat Adam Smith de efficiënte markttheorie heeft afgewezen. Adam Smith leefde echter in het stoomtijdperk waar het wellicht maanden duurde voordat informatie over bijvoorbeeld een crash een ander werelddeel bereikte. Je kunt het stoomtijdperk niet vergelijken met het huidige tijdperk waar de snelheid wordt gemeten in milliseconden en vrijwel iedereen wereldwijd toegang heeft tot relevante informatie.



Je hebt nu weer over de aandelen markt. Je hopt van het één naar het andere en biedt zo een bewegend doel. Op de Albert Cuyp, of de huizenmarkt is dat in ieder geval niet het geval. Je zou zelfs kunnen bestrijden of voor alle partijen die informatie op de aandelen markten wel binnen dezelfde miliseconden beschikbaar zijn. Er is een reden waarom bepaalde beurshandelaren, althans de systemen die automatisch transacties initieren op basis van een het bereiken van bepaalde grensaarden, zitten waar zij zitten, nl. om miliseconden sneller te kunnen reageren dan die andere systemen+ die proberen dus juist dat ´gewogen´gemiddelde te ontspringen.
De crisis waarover ik overigens sprak was niet die van 1929, maar 2008. Ook daar bleek 'alle'aanweizige kennis lang niet voor iedereen beschikbaar. Noodzakelijke kennis over sub-prime leningen bleek opzettelijk verknipt in ondoorgrondelijke financiele producten.

Tenslotte, je gaat al drie posts niet in op de hamvraag: wat heeft die economische theorie te maken met het electoraat. Je wekt wekt bij mij de indruk die vraag te ontlopen.

The_Grand_Wazoo
15-12-16, 08:30
De link werkt niet?

https://www.bol.com/nl/p/the-invisible-hand/1001004010607740/

https://www.nrc.nl/nieuws/2016/10/28/vrije-markt-eindigt-in-de-ondergang-5032183-a1529012

knuppeltje
15-12-16, 08:44
Nee je bent dom als je uitspraken doet waarvan je van tevoren weet dat je die niet na kunt komen, dat de beslissing niet in jouw handen ligt maar in Europa zoals bij de Grieken. Kwaadaardig is een betere uitdrukking.

Dijsselbloem heeft keihard gelogen. Die wist het al en speelde de verbaasde onschuld. Dat is keihard liegen.

Vul maar aan met de rij politici die te hard door de mand zijn gevallen en tussentijds het veld moesten ruimen.

Alweer onjuist. Brussel is een uitvoeringskantoor, en niets meer. Het zijn nog steeds de regeringsleiders die uitmaken wat er gebeurt, ook met de steun aan Griekenland.
Dat ook dat weet jij drommels goed, en dus lieg ook jij, en bepaald niet voor de eerste keer. Heel dom, dus. Oliedom om anderen van liegen te beschuldigen als je dat zelf hier meerdere malen aanwijsbaar bewust doet.