Marsipulami
18-01-17, 15:56
Moslim en gay: hoe aan een lange traditie in korte tijd een einde kwam
Filosoof Michiel Leezenberg over hoe de seksuele moraal plots omsloeg
Een eeuw geleden zagen wij moslims als verwijfd en losbandig, terwijl het nu ‘homohatende macho’s’ zijn die juist van óns denken dat wij verwijfd en losbandig zijn. Hoe is de wereld in zo korte tijd zo grondig kunnen veranderen? De Nederlandse filosoof Michiel Leezenberg trok op onderzoek uit.
17-01-17, 21.10u - Marnix Verplancke
Toen Napoleon en zijn leger in 1798 Egypte binnentrokken, wisten ze niet wat ze zagen. Of om preciezer te zijn, ze wisten het juist wél: seks. Mannen maakten elkaar openlijk het hof en droegen daarbij homo-erotische liefdespoëzie voor. Huwelijken waren geen sacramenten zoals in het christendom, maar tijdelijke contracten die vrijelijk ontbonden konden worden. En toen ze over het bestaan van harems hoorden waarin mannen hun vrouwen en concubines onderbrachten, sloeg de Franse fantasie pas helemaal op hol. Blanke vrouwen werden geschaakt en in zulke harems misbruikt door Arabieren, deed al vlug het gerucht de ronde.
“Wat me opviel bij het lezen van ooggetuigenverslagen uit die tijd, was dat de Europeanen zichzelf zagen als volstrekte tegengestelden van de Arabieren”, zegt Michiel Leezenberg. “Dat waren verwijfde, losbandige en verzwakte mensen, slachtoffers van de tirannie waar*onder ze leefden en de islam die ze aanhingen, terwijl de Europeanen juist rationeel, mannelijk en plichtsbewust dachten te zijn, en dus de natuurlijke overwinnaars van de Egyptenaren. Vandaag zien we een gelijkaardige, maar omgekeerde tegenstelling, waarbij moslim*mannen gebrandmerkt worden als macho’s die niet overweg kunnen met geëmancipeerde vrouwen en nog minder met homoseksualiteit. Ze zijn nog niet klaar voor de moderniteit, zeggen wij seculiere, verlichte, moderne, geëmancipeerde en vrouw- en homovriendelijke westerlingen dan, niet beseffend dat die macho’s ons beschouwen als – waar hoorden we dat eerder – verwijfd, losbandig en verzwakt.”
Welke mechanismen zaten achter deze *ommekeer, vroeg Leezenberg zich af, en daarom trok hij op onderzoek uit. De professor studeerde taalwetenschap en filosofie, verbleef lang in de Arabische wereld alvorens met Islamitische filosofie in 2002 de Socrates-wisselbeker voor het beste filosofieboek van het jaar te winnen. Vandaag is hij werkzaam aan de Universiteit van Amsterdam en soms lijkt het alsof hij meer tijd doorbrengt in de islamitische wereld dan in Nederland. Een geschikter man om De minaret van Bagdad – Seks en politiek in de islam te schrijven was dus moeilijk denkbaar.
“Ik heb me veel met traditionele Perzische literatuur beziggehouden en daarin komt een heel ander beeld van seksualiteit naar voor dan wij gewoon zijn van de Arabische wereld vandaag”, legt Leezenberg uit. “In de klassieke islam zie je een voor ons verbijsterende openheid ten aanzien van allerlei vragen over seksualiteit. Schrift*geleerden en religieuze autoriteiten praatten zonder enige schroom over anale seks binnen het huwelijk, seks tussen mannen buiten het huwelijk en lesbische liefde. De ‘verhalen van 1001 nacht’ behoorden tot de volkscultuur. Er werd niet hoofs over de liefde geschreven, maar in expliciete termen. Westerlingen spraken er schande van dat homoseksuele scènes uit die *verhalen in het openbaar werden voorgelezen waar vrouwen en kinderen bij waren.
“Ook in de klassieke medische literatuur binnen de islam werd heel nuchter over afwijkende vormen van seks gesproken. Men probeerde daar dan medische verklaringen voor te geven die vandaag volstrekt belachelijk zijn, maar er werd niet geculpabiliseerd. Men zei dan bijvoorbeeld dat je lesbisch was omdat je moeder tijdens haar zwangerschap sinaasappelbloesems had gegeten. Het belangrijkste is dat er naar een naturalistische verklaring werd gezocht. De arts zei dat sommige vrouwen nu eenmaal zo waren en dat er niets aan te doen was.”
Bestond er dan geen seksuele regelgeving?
Michiel Leezenberg: “Toch wel, maar er werd heel begripvol omgesprongen met die regels. Op overspel stonden in theorie zware straffen, maar die werden zo goed als nooit voltrokken. Zo is er een Ottomaans auteur uit de 17de eeuw die *vermeldt hoe een rechter één keer een overspelig stel had laten stenigen, waarna de hele gemeenschap schande sprak van hem. Die man is daarop ontslagen en heeft nooit nog een rechterlijk ambt kunnen uitoefenen.
“Een andere bron beschrijft hoe rechters vaak het oordeel uitspraken dat de man van zijn overspelige vrouw diende te scheiden. In de praktijk werd dat vonnis praktisch nooit uitgevoerd. Daarom stelden zij een boete in die betaald moest worden door koppels die na overspel toch samenbleven.
“De islam staat in een vergelijkbare monotheïstische traditie als het christendom, maar daarin werd seksualiteit aan lust, schuld en zonde gekoppeld. In de islam werd seksualiteit vooral met plezier geassocieerd. Waar dat verschil precies aan te wijten is, is niet meteen duidelijk. Op theologisch vlak is er niet echt veel onderscheid, afgezien van het christelijke idee van erfzonde. Institutioneel natuurlijk wel. Daar zit je met een christelijke kerk en een niet-geïnstitutionaliseerde islam.
“Maar of dat nu het hele verhaal is, weet ik niet. Wat ik wel weet, is dat die openheid over seksualiteit vandaag helemaal verdwenen is in de moslimwereld. Twee jaar geleden hield ik in Noord-Irak een lezing voor een Koerdisch publiek over de seksuele inhoud van hun nationale epos, een gedicht uit de 17de eeuw. Op het einde vroeg ik of er vragen waren en er viel een ijzige stilte over de zaal. Toen werd me duidelijk hoe bepaalde zaken die als tijdloos islamitisch worden voorgesteld, in feite heel recent zijn.”
Wat staat er in de Koran over seks?
“Het probleem met het islamdebat is dat men het altijd heeft over ‘moslims’ en ‘de islam’ alsof er niets gebeurd is tussen de openbaring van de Koran 1.400 jaar geleden en IS van vandaag. Geen mens zou het in zijn hoofd halen om bijvoorbeeld de huidige Griekse economische crisis terug te voeren op de Bijbel, maar wanneer het over islam en moslims gaat, doen we dat wel.
“Over seksualiteit staat er praktisch niets in de Koran, net zomin als over gesluierde vrouwen. Het weinige dat er staat, is ook nog eens zo vaag geformuleerd dat je er alle kanten mee op kunt. Het verlangen van mannen naar mannen wordt bijvoorbeeld duidelijk afgekeurd in de Koran, maar er wordt geen straf aan verbonden.”
Waar komt de bestraffing van homoseksualiteit zoals wij die vandaag binnen de islam zien dan vandaan?
“Uit de latere wetgeving, waarbij moet opgemerkt worden dat ook hier geldt dat er in theorie strenge straffen op stonden die in de praktijk *vrijwel nooit werden uitgevoerd.
“In de pre-moderne Arabische wereld werd bovendien een onderscheid gemaakt tussen een homo-erotisch verlangen en seks tussen mannen. Dat mannen verliefd werden op jongens of andere mannen vond men normaal. Blijkbaar had God hen nu eenmaal zo gemaakt. De daad van seksueel verkeer tussen mannen was volgens sommige auteurs echter verboden omdat het seks buiten het huwelijk was.
“Pas in de moderne tijd maakten moslims – net zoals wij – geen onderscheid meer tussen verlangen en daad. In Marokko was homoseksuele prostitutie tot ver in de 20ste eeuw gewone praktijk, terwijl het er vandaag absoluut taboe is. Die omslag heeft veel te maken met de onafhankelijkheid van het land in de jaren 50. Het is dus niet zo dat moslims nog niet modern zijn en daardoor antihomo. Het is juist omdat ze wél modern zijn dat ze homoseksualiteit op ‘natuurlijke’ gronden afwijzen.”
Waarom is die visie op seksualiteit binnen de islam in een eeuw tijd zo veranderd?
“Niet alleen binnen de islam, ook in China en India. Je ziet in de late 19de eeuw hetzelfde soort puritanisme overal ter wereld opduiken. De traditionele verklaring daarvoor is dat het geïnternaliseerde victoriaanse waarden zouden zijn. De preutse Europese kolonialen kwamen in India, waar op tempels allerlei standjes stonden afgebeeld of in de islamitische wereld waar openlijke homoseksuele prostitutie werd bedreven. Dat was het tegendeel van wat ze thuis gewend waren en dat lieten ze ook duidelijk blijken. Je zag hoe bepaalde moslims en hindoes ijverden voor een striktere seksuele moraal omdat zij vonden dat ze achterop geraakt waren in vergelijking met de Europeanen. Het is precies door die moraal dat zij ons kunnen overheersen, werd dan gezegd.
“Dat kan echter niet het volledige verhaal zijn. Wanneer je naar andere delen van de islamitische wereld kijkt die toen niet gekoloniseerd waren, zoals het Ottomaanse Rijk, zie je immers een gelijkaardig proces. Ook daar hoorde je in de 19de eeuw in de literatuur en de bestuursadministratie oproepen weerklinken die een nieuwe seksuele moraal voorstonden. Er verschenen opeens tijdschriften voor vrouwen die ideeën over emancipatie propageerden.
“Maar dat wil niet zeggen dat men het Westen kritiekloos bewonderde. Als je kijkt wat Ottomaanse burgers die naar Europa reisden neerschreven, merk je dat zij meestal helemaal niet zo enthousiast waren over Europa. Zo wordt onder meer gezegd dat de vrijheid van de vrouw er in Wenen toe leidde dat er overal prostituees rondliepen.”
Waar is die ommekeer dan wel aan te wijten?
“Aan de opkomst van het nationalisme en de moderne natiestaat. Je ziet vandaag dat de *mannelijke en vrouwelijke identiteit zeer sterk verbonden worden aan het gevoel van nationale trots. Alexander de Grote werd zowel door nationalistische Albanezen als door de Macedoniërs opgeëist als een van hen, en natuurlijk door de Grieken van nu. Tot in 2004 Oliver Stone in de biopic Alexander suggereerde dat die wereldveroveraar wel heel erg vriendschappelijk omging met zijn strijdmakker Hefaistion en zijn slaaf Bagoas. Die Alexander de Grote was een Albanees, hoorde men toen plots in Macedonische nationalistische kringen, want ‘een Macedoniër is geen homo’.
“Samen met de opkomst van het nationalisme zag je ook de opkomst van het moderne kerngezin. De man werkte buitenshuis en de vrouw zorgde voor de opvoeding van de kinderen. In het Ottomaanse Rijk kwamen nieuwe vormen van nationalisme op. Het vaderland en vaderlandsliefde waren opeens heel erg in. Je moest van je vaderland houden en bereid zijn om er als man je leven voor te geven. Als vrouw moest je nieuwe onderdanen voortbrengen.
“En er moest over de kuisheid en de gezondheid van het vaderland gewaakt worden. De lange homo-erotische traditie in de poëzie werd opeens een bron van schaamte. Er ontstond een moderne literatuur waarin liefde iets tussen een man en een vrouw was. Dat was een totaal nieuw verschijnsel, ook in Europa trouwens, maar daar viel het minder op omdat homoseksuele verlangens en praktijken in een christelijke moraal sowieso minder openlijk werden gedoogd.”
.../...
Filosoof Michiel Leezenberg over hoe de seksuele moraal plots omsloeg
Een eeuw geleden zagen wij moslims als verwijfd en losbandig, terwijl het nu ‘homohatende macho’s’ zijn die juist van óns denken dat wij verwijfd en losbandig zijn. Hoe is de wereld in zo korte tijd zo grondig kunnen veranderen? De Nederlandse filosoof Michiel Leezenberg trok op onderzoek uit.
17-01-17, 21.10u - Marnix Verplancke
Toen Napoleon en zijn leger in 1798 Egypte binnentrokken, wisten ze niet wat ze zagen. Of om preciezer te zijn, ze wisten het juist wél: seks. Mannen maakten elkaar openlijk het hof en droegen daarbij homo-erotische liefdespoëzie voor. Huwelijken waren geen sacramenten zoals in het christendom, maar tijdelijke contracten die vrijelijk ontbonden konden worden. En toen ze over het bestaan van harems hoorden waarin mannen hun vrouwen en concubines onderbrachten, sloeg de Franse fantasie pas helemaal op hol. Blanke vrouwen werden geschaakt en in zulke harems misbruikt door Arabieren, deed al vlug het gerucht de ronde.
“Wat me opviel bij het lezen van ooggetuigenverslagen uit die tijd, was dat de Europeanen zichzelf zagen als volstrekte tegengestelden van de Arabieren”, zegt Michiel Leezenberg. “Dat waren verwijfde, losbandige en verzwakte mensen, slachtoffers van de tirannie waar*onder ze leefden en de islam die ze aanhingen, terwijl de Europeanen juist rationeel, mannelijk en plichtsbewust dachten te zijn, en dus de natuurlijke overwinnaars van de Egyptenaren. Vandaag zien we een gelijkaardige, maar omgekeerde tegenstelling, waarbij moslim*mannen gebrandmerkt worden als macho’s die niet overweg kunnen met geëmancipeerde vrouwen en nog minder met homoseksualiteit. Ze zijn nog niet klaar voor de moderniteit, zeggen wij seculiere, verlichte, moderne, geëmancipeerde en vrouw- en homovriendelijke westerlingen dan, niet beseffend dat die macho’s ons beschouwen als – waar hoorden we dat eerder – verwijfd, losbandig en verzwakt.”
Welke mechanismen zaten achter deze *ommekeer, vroeg Leezenberg zich af, en daarom trok hij op onderzoek uit. De professor studeerde taalwetenschap en filosofie, verbleef lang in de Arabische wereld alvorens met Islamitische filosofie in 2002 de Socrates-wisselbeker voor het beste filosofieboek van het jaar te winnen. Vandaag is hij werkzaam aan de Universiteit van Amsterdam en soms lijkt het alsof hij meer tijd doorbrengt in de islamitische wereld dan in Nederland. Een geschikter man om De minaret van Bagdad – Seks en politiek in de islam te schrijven was dus moeilijk denkbaar.
“Ik heb me veel met traditionele Perzische literatuur beziggehouden en daarin komt een heel ander beeld van seksualiteit naar voor dan wij gewoon zijn van de Arabische wereld vandaag”, legt Leezenberg uit. “In de klassieke islam zie je een voor ons verbijsterende openheid ten aanzien van allerlei vragen over seksualiteit. Schrift*geleerden en religieuze autoriteiten praatten zonder enige schroom over anale seks binnen het huwelijk, seks tussen mannen buiten het huwelijk en lesbische liefde. De ‘verhalen van 1001 nacht’ behoorden tot de volkscultuur. Er werd niet hoofs over de liefde geschreven, maar in expliciete termen. Westerlingen spraken er schande van dat homoseksuele scènes uit die *verhalen in het openbaar werden voorgelezen waar vrouwen en kinderen bij waren.
“Ook in de klassieke medische literatuur binnen de islam werd heel nuchter over afwijkende vormen van seks gesproken. Men probeerde daar dan medische verklaringen voor te geven die vandaag volstrekt belachelijk zijn, maar er werd niet geculpabiliseerd. Men zei dan bijvoorbeeld dat je lesbisch was omdat je moeder tijdens haar zwangerschap sinaasappelbloesems had gegeten. Het belangrijkste is dat er naar een naturalistische verklaring werd gezocht. De arts zei dat sommige vrouwen nu eenmaal zo waren en dat er niets aan te doen was.”
Bestond er dan geen seksuele regelgeving?
Michiel Leezenberg: “Toch wel, maar er werd heel begripvol omgesprongen met die regels. Op overspel stonden in theorie zware straffen, maar die werden zo goed als nooit voltrokken. Zo is er een Ottomaans auteur uit de 17de eeuw die *vermeldt hoe een rechter één keer een overspelig stel had laten stenigen, waarna de hele gemeenschap schande sprak van hem. Die man is daarop ontslagen en heeft nooit nog een rechterlijk ambt kunnen uitoefenen.
“Een andere bron beschrijft hoe rechters vaak het oordeel uitspraken dat de man van zijn overspelige vrouw diende te scheiden. In de praktijk werd dat vonnis praktisch nooit uitgevoerd. Daarom stelden zij een boete in die betaald moest worden door koppels die na overspel toch samenbleven.
“De islam staat in een vergelijkbare monotheïstische traditie als het christendom, maar daarin werd seksualiteit aan lust, schuld en zonde gekoppeld. In de islam werd seksualiteit vooral met plezier geassocieerd. Waar dat verschil precies aan te wijten is, is niet meteen duidelijk. Op theologisch vlak is er niet echt veel onderscheid, afgezien van het christelijke idee van erfzonde. Institutioneel natuurlijk wel. Daar zit je met een christelijke kerk en een niet-geïnstitutionaliseerde islam.
“Maar of dat nu het hele verhaal is, weet ik niet. Wat ik wel weet, is dat die openheid over seksualiteit vandaag helemaal verdwenen is in de moslimwereld. Twee jaar geleden hield ik in Noord-Irak een lezing voor een Koerdisch publiek over de seksuele inhoud van hun nationale epos, een gedicht uit de 17de eeuw. Op het einde vroeg ik of er vragen waren en er viel een ijzige stilte over de zaal. Toen werd me duidelijk hoe bepaalde zaken die als tijdloos islamitisch worden voorgesteld, in feite heel recent zijn.”
Wat staat er in de Koran over seks?
“Het probleem met het islamdebat is dat men het altijd heeft over ‘moslims’ en ‘de islam’ alsof er niets gebeurd is tussen de openbaring van de Koran 1.400 jaar geleden en IS van vandaag. Geen mens zou het in zijn hoofd halen om bijvoorbeeld de huidige Griekse economische crisis terug te voeren op de Bijbel, maar wanneer het over islam en moslims gaat, doen we dat wel.
“Over seksualiteit staat er praktisch niets in de Koran, net zomin als over gesluierde vrouwen. Het weinige dat er staat, is ook nog eens zo vaag geformuleerd dat je er alle kanten mee op kunt. Het verlangen van mannen naar mannen wordt bijvoorbeeld duidelijk afgekeurd in de Koran, maar er wordt geen straf aan verbonden.”
Waar komt de bestraffing van homoseksualiteit zoals wij die vandaag binnen de islam zien dan vandaan?
“Uit de latere wetgeving, waarbij moet opgemerkt worden dat ook hier geldt dat er in theorie strenge straffen op stonden die in de praktijk *vrijwel nooit werden uitgevoerd.
“In de pre-moderne Arabische wereld werd bovendien een onderscheid gemaakt tussen een homo-erotisch verlangen en seks tussen mannen. Dat mannen verliefd werden op jongens of andere mannen vond men normaal. Blijkbaar had God hen nu eenmaal zo gemaakt. De daad van seksueel verkeer tussen mannen was volgens sommige auteurs echter verboden omdat het seks buiten het huwelijk was.
“Pas in de moderne tijd maakten moslims – net zoals wij – geen onderscheid meer tussen verlangen en daad. In Marokko was homoseksuele prostitutie tot ver in de 20ste eeuw gewone praktijk, terwijl het er vandaag absoluut taboe is. Die omslag heeft veel te maken met de onafhankelijkheid van het land in de jaren 50. Het is dus niet zo dat moslims nog niet modern zijn en daardoor antihomo. Het is juist omdat ze wél modern zijn dat ze homoseksualiteit op ‘natuurlijke’ gronden afwijzen.”
Waarom is die visie op seksualiteit binnen de islam in een eeuw tijd zo veranderd?
“Niet alleen binnen de islam, ook in China en India. Je ziet in de late 19de eeuw hetzelfde soort puritanisme overal ter wereld opduiken. De traditionele verklaring daarvoor is dat het geïnternaliseerde victoriaanse waarden zouden zijn. De preutse Europese kolonialen kwamen in India, waar op tempels allerlei standjes stonden afgebeeld of in de islamitische wereld waar openlijke homoseksuele prostitutie werd bedreven. Dat was het tegendeel van wat ze thuis gewend waren en dat lieten ze ook duidelijk blijken. Je zag hoe bepaalde moslims en hindoes ijverden voor een striktere seksuele moraal omdat zij vonden dat ze achterop geraakt waren in vergelijking met de Europeanen. Het is precies door die moraal dat zij ons kunnen overheersen, werd dan gezegd.
“Dat kan echter niet het volledige verhaal zijn. Wanneer je naar andere delen van de islamitische wereld kijkt die toen niet gekoloniseerd waren, zoals het Ottomaanse Rijk, zie je immers een gelijkaardig proces. Ook daar hoorde je in de 19de eeuw in de literatuur en de bestuursadministratie oproepen weerklinken die een nieuwe seksuele moraal voorstonden. Er verschenen opeens tijdschriften voor vrouwen die ideeën over emancipatie propageerden.
“Maar dat wil niet zeggen dat men het Westen kritiekloos bewonderde. Als je kijkt wat Ottomaanse burgers die naar Europa reisden neerschreven, merk je dat zij meestal helemaal niet zo enthousiast waren over Europa. Zo wordt onder meer gezegd dat de vrijheid van de vrouw er in Wenen toe leidde dat er overal prostituees rondliepen.”
Waar is die ommekeer dan wel aan te wijten?
“Aan de opkomst van het nationalisme en de moderne natiestaat. Je ziet vandaag dat de *mannelijke en vrouwelijke identiteit zeer sterk verbonden worden aan het gevoel van nationale trots. Alexander de Grote werd zowel door nationalistische Albanezen als door de Macedoniërs opgeëist als een van hen, en natuurlijk door de Grieken van nu. Tot in 2004 Oliver Stone in de biopic Alexander suggereerde dat die wereldveroveraar wel heel erg vriendschappelijk omging met zijn strijdmakker Hefaistion en zijn slaaf Bagoas. Die Alexander de Grote was een Albanees, hoorde men toen plots in Macedonische nationalistische kringen, want ‘een Macedoniër is geen homo’.
“Samen met de opkomst van het nationalisme zag je ook de opkomst van het moderne kerngezin. De man werkte buitenshuis en de vrouw zorgde voor de opvoeding van de kinderen. In het Ottomaanse Rijk kwamen nieuwe vormen van nationalisme op. Het vaderland en vaderlandsliefde waren opeens heel erg in. Je moest van je vaderland houden en bereid zijn om er als man je leven voor te geven. Als vrouw moest je nieuwe onderdanen voortbrengen.
“En er moest over de kuisheid en de gezondheid van het vaderland gewaakt worden. De lange homo-erotische traditie in de poëzie werd opeens een bron van schaamte. Er ontstond een moderne literatuur waarin liefde iets tussen een man en een vrouw was. Dat was een totaal nieuw verschijnsel, ook in Europa trouwens, maar daar viel het minder op omdat homoseksuele verlangens en praktijken in een christelijke moraal sowieso minder openlijk werden gedoogd.”
.../...