Marsipulami
22-01-17, 08:27
Julien, gered uit de zorg
Auteur: Phara de Aguirre, Hilde De Windt
deredactie.be
Zo lang mogelijk zelfstandig kunnen leven, zo willen we graag oud worden. Julien was goed op weg om die droom waar te maken, tot hij in een ziekenhuis en bij de vrederechter belandde. Het werd het begin van een lijdensweg die hem en de samenleving veel geld zou kosten. Phara de Aguirre en Hilde De Windt vertellen zijn opvallende verhaal.
‘Julien, wat heb je liefst ? Een V-hals of helemaal toe? En welke kleur moet dat zijn?’ Het is dag twee van de solden op de Antwerpse Meir. Michel en Julien zijn op koopjesjacht. Julien is 89 en heeft enkel nog de kleren die hij draagt. Michel is 45. Hij baat in de schaduw van de kathedraal een platenzaak uit, met een schat aan vinylplaten, en is mede-eigenaar van Bar Deco, een echt Antwerps café met een bonte mix van trouwe stamgasten en toevallige bezoekers. Daar leerde hij zo’n 5 jaar geleden Julien kennen.
Verhuis naar de Kaasstraat
Michel Morel : ‘Julien was vaste klant. Hij zat altijd alleen, maar deed met iedereen een babbelke, een schattig manneke. Julien is havenarbeider geweest, heeft een bedrijf gehad samen met zijn vrouw, en in de Tweede Wereldoorlog was hij paracommando. Hij heeft nog meegeholpen aan de bevrijding van Berlijn. Op 11 november, als de oudstrijders gevierd worden, draagt hij al zijn eretekens. Ooit hebben aanhangers van het Vlaams Belang zo’n medaille afgenomen, omdat die Belgisch was. Ik was woest toen Julien me dat vertelde, maar Julien zelf reageerde : ‘Laat ze maar doen, ze weten niet beter.’ Na dat incident kregen we meer en meer contact. We deden elke dag ons babbeltje en onze wandeling. Hij ging naar zijn tram of als hij een glas te veel op had, bracht ik hem naar huis. Een taxi vertrouwde hij niet, want die hadden hem al eens in ’t zak gezet. Julien is iemand die goed op zijn centen let.
Sinds de dood van zijn vrouw en zijn zoon, twintig jaar geleden, woonde Julien alleen in een klein huisje in Hoboken. Twee jaar geleden wou hij verhuizen. Hij voelde zich niet meer thuis in Hoboken en wou dichter bij zijn vrienden en stamcafé’s aan de kathedraal wonen. Leon, die architect is, en ik hebben geholpen om zijn huisje te verkopen. Het was maar 45 m2 groot en moest volledig gerenoveerd worden. Het eerste bod dat we kregen was 45.000 euro, maar uiteindelijk heeft Julien er 62.500 euro voor gekregen.
Samen met Julien hebben we een appartement gevonden in de Kaasstraat, in het centrum. Zo kon hij elke dag te voet zijn ronde doen, van de Pelikaan naar café Final, een soepje eten bij Cabron, een koffietje in Bar Deco. Iedereen hield hem mee in de gaten.
Opgenomen in het ziekenhuis
In mei was hij al een tijdje onwel. Op een dag kreeg hij stekende pijn in zijn zij en ging hij bijna van zijn sus. De baas van café Final heeft een ziekenwagen gebeld. Het was eigenlijk niet zo erg, maar omdat hij alleen woonde, wilde ze hem toch in het ziekenhuis houden. Na een tijdje is hij overgebracht naar de gesloten afdeling Neuro 2 in Hoge Beuken in Hoboken, één van de ziekenhuizen van ZNA, Ziekenhuis Netwerk Antwerpen.
Leon en ik, maar ook Gino, nog een vriend, gingen nu en dan langs. Als we vroegen hoe lang hij daar moest blijven, zeiden ze dat ze testen aan het doen waren. We kregen geen informatie van de verpleging omdat we geen familie waren van Julien.
Voor hij opgenomen werd, was ik samen met hem een hoorapparaat gaan kopen, want hij hoorde niet goed meer. Als we in ’t ziekenhuis vroegen of ze ervoor zorgden dat hij batterijen had, zeiden ze altijd ja, maar als we op bezoek gingen, zaten er nooit batterijen in zijn apparaat. Ik vroeg ook of ik de sleutel van zijn brievenbus kon krijgen om zijn post op te halen, maar ze zeiden dat ze dat zelf zouden doen. Iets later stond de vrouw van de winkel waar we ’t hoorapparaat gekocht hadden in mijn winkel. De rekening, die ze naar Juliens adres gestuurd had, was nog altijd niet betaald. Ze hebben dus die post niet opgehaald.
In augustus zegt Julien me : ‘Morgen komt de vrederechter.’ Toen dacht ik : ‘Nu is hij er toch echt neffen aan ’t slaan.’ Maar we waren toch niet helemaal gerust en Gino heeft dan zijn schoonmoeder, dokter Christiane Pouliart, ingeschakeld. Dokter Pouliart is gewezen diensthoofd van de dienst fysische geneeskunde en revalidatie van het algemeen ziekenhuis Sint–Elisabeth en heeft nog steeds een praktijk in Antwerpen. Een dokter met jaren ervaring, een vrouw die niet met zich laat sollen. De stoom komt nog uit haar oren als ze me haar verhaal doet.
Bezoek van de vrederechter
Dokter Pouliart : ‘Gino kwam langs in mijn praktijk : ‘Bonnie, er zit een vriend van ons in ’t gasthuis en ze gaan die daar opsluiten. Je moet ons helpen om die vrij te krijgen.’ Ik ben de volgende dag om 9u ’s morgens Leon en Michel gaan ophalen. Ik had die mannen nog nooit gezien, maar we hadden afgesproken aan ’t museum. Ik stop, ik claxonneer en ik vraag : zijn jullie Leon en Michel? Ja, oké, spring maar in. Dan Gino opgepikt en met ons vier naar Hoge Beuken gereden. Ik kom daar aan, vraag naar de hoofdverpleegkundige maar die stuurt een stagiaire op me af. Ik krijg een briefje in mijn handen geduwd waarop staat dat de vrederechter om 14.15 uur zou komen. Het was toen half tien ’s morgens. Ze wilden ons weg, vermoed ik. Volgens het ziekenhuis was Julien niet meer in staat om zelfstandig te leven, onder meer omdat hij volgens hen zijn huis verkocht had voor een niemendalletje.
Plots gaat die deur open en komen een man en een vrouw binnen. De vrouw was de vrederechter, de man de griffier. Zij kwamen Julien ondervragen, maar ik mocht er niet bij zijn omdat ik geen familie ben.’
Michel : ‘We zagen hen wel zitten achter glas, en ik zag heel duidelijk dat Julien zijn hoorapparaat niet in had. Ze hebben die dus ondervraagd zonder dat hij iets hoorde. Dat heeft maximum een kwartier geduurd.’
Dokter Pouliart : ‘Toen ze buitenkwamen, vroeg ik wat ze gevraagd hadden. De datum, zijn verjaardag, en zo, maar ook wanneer hij zijn huis verkocht had. Julien wist dat het in januari was, maar de precieze dag wist hij niet meer. Dat was voor hen ook een bewijs dat hij zijn verstand kwijt was.
Ik heb die drie mannen – Leon, Michel en Gino, die waren echt in shock – terug in mijn auto gestoken en we zijn naar een advocaat gereden op de Amerikalei, meester Frank Impens. Ik ken zijn collega, Fred Erdman, goed.’
Advocaat Frank Impens : ‘Ik heb me meteen geïnformeerd. Een sociaal verpleegkundige van het ziekenhuis Hoge Beuken had een verzoekschrift ingediend om Julien Scheers onder bewindvoering te plaatsen. Hij was onderzocht door een dokter en die had in zijn verslag geschreven dat Julien ‘tengevolge van zowel cognitieve en fysische achteruitgang, niet in staat is zijn goederen te beheren.’ De vrederechter is dan bij Julien op bezoek geweest en een week later, op 25 augustus, heeft ze haar vonnis geveld en Julien onder bewindvoering geplaatst. Hij mocht niet meer zelf kiezen waar hij verbleef en over zijn goederen, dus zijn geld, mocht hij ook niet meer zelf beslissen. De vrederechter heeft een advocaat in Antwerpen aangesteld als bewindvoerder. Die heeft de rekening van Julien bij de bank van de Post opgezegd en zijn geld op een speciale rekening gezet, zijn appartement in de Kaasstraat leeggemaakt en het huurcontract opgezegd.’
Het is geen ongewone taak voor vrederechters, mensen onder bewindvoering plaatsen. Kwetsbare volwassenen met een beperking, psychiatrische patiënten, demente bejaarden, ze kunnen er baat bij hebben dat een bewindvoerder voor korte of lange tijd hun zaken behartigt. Dat kan een advocaat zijn, maar ook een familielid. De nieuwe wet op de bewindvoering geeft zelfs de voorkeur aan familiale bewindvoerders. De nieuwe wet vraagt ook dat de vrederechters maatwerk toepassen en niet automatisch kiezen voor de maximale bescherming. Maximaal is niets meer te zeggen hebben over jezelf en je goederen, je geld én je leven dus.
In beroep
Ook bij Julien gaat de vrederechter voor de full option. De bewindvoerder beheert voortaan zijn goederen, maar bepaalt ook zijn verblijfplaats. Julien verhuist van het ziekenhuis Hoge Beuken naar het woonzorgcentrum Lozanahof, waar hij terechtkomt op een gesloten afdeling voor demente bejaarden.
Meester Frank Impens : ‘Dat was schrijnend, Julien hoorde daar echt niet thuis. Die man heeft me zijn leven verteld, de landen waar hij gevochten heeft als para. Die man is absoluut niet dement.’
Dokter Christiane Pouliart : ‘Julien was daar zeer ongelukkig. ’s Morgens gingen zijn kamer en zijn kast op slot, drie keer per dag moest hij in een refter gaan eten, en overdag zat hij tussen de dementen op een stoel. Gewoon niks te doen. Pas ’s avonds kon hij terug naar zijn kamer. Eén keer per maand kwam er een clown.’
Meester Impens gaat in beroep tegen het vonnis van de vrederechter. Dat beroep wordt behandeld door de familierechtbank. ‘We hadden voldoende argumenten. De notaris die het huis van Julien verkocht heeft, heeft ons bevestigd dat Julien heel goed wist wat hij deed. Een notaris mag trouwens geen huis verkopen van iemand die niet toerekeningsvatbaar is. Julien is ook geen verkwister. Het geld dat hij voor zijn huis gekregen had, stond nog bijna volledig op zijn rekening. Hij heeft trouwens ook een maandelijks pensioen.’ In zijn verzoekschrift schrijft meester Impens ook ‘dat vermoedelijk de testen in de Hoge Beuken zijn afgenomen zonder hoorapparaat. Dat nu nog wordt vastgesteld dat geen batterijen worden aangekocht. (…) Dat verzoeker zijn vrijheid wil behouden, zijn cafeetjes blijven bezoeken, zijn vriendenkring zien.’
.../...
Auteur: Phara de Aguirre, Hilde De Windt
deredactie.be
Zo lang mogelijk zelfstandig kunnen leven, zo willen we graag oud worden. Julien was goed op weg om die droom waar te maken, tot hij in een ziekenhuis en bij de vrederechter belandde. Het werd het begin van een lijdensweg die hem en de samenleving veel geld zou kosten. Phara de Aguirre en Hilde De Windt vertellen zijn opvallende verhaal.
‘Julien, wat heb je liefst ? Een V-hals of helemaal toe? En welke kleur moet dat zijn?’ Het is dag twee van de solden op de Antwerpse Meir. Michel en Julien zijn op koopjesjacht. Julien is 89 en heeft enkel nog de kleren die hij draagt. Michel is 45. Hij baat in de schaduw van de kathedraal een platenzaak uit, met een schat aan vinylplaten, en is mede-eigenaar van Bar Deco, een echt Antwerps café met een bonte mix van trouwe stamgasten en toevallige bezoekers. Daar leerde hij zo’n 5 jaar geleden Julien kennen.
Verhuis naar de Kaasstraat
Michel Morel : ‘Julien was vaste klant. Hij zat altijd alleen, maar deed met iedereen een babbelke, een schattig manneke. Julien is havenarbeider geweest, heeft een bedrijf gehad samen met zijn vrouw, en in de Tweede Wereldoorlog was hij paracommando. Hij heeft nog meegeholpen aan de bevrijding van Berlijn. Op 11 november, als de oudstrijders gevierd worden, draagt hij al zijn eretekens. Ooit hebben aanhangers van het Vlaams Belang zo’n medaille afgenomen, omdat die Belgisch was. Ik was woest toen Julien me dat vertelde, maar Julien zelf reageerde : ‘Laat ze maar doen, ze weten niet beter.’ Na dat incident kregen we meer en meer contact. We deden elke dag ons babbeltje en onze wandeling. Hij ging naar zijn tram of als hij een glas te veel op had, bracht ik hem naar huis. Een taxi vertrouwde hij niet, want die hadden hem al eens in ’t zak gezet. Julien is iemand die goed op zijn centen let.
Sinds de dood van zijn vrouw en zijn zoon, twintig jaar geleden, woonde Julien alleen in een klein huisje in Hoboken. Twee jaar geleden wou hij verhuizen. Hij voelde zich niet meer thuis in Hoboken en wou dichter bij zijn vrienden en stamcafé’s aan de kathedraal wonen. Leon, die architect is, en ik hebben geholpen om zijn huisje te verkopen. Het was maar 45 m2 groot en moest volledig gerenoveerd worden. Het eerste bod dat we kregen was 45.000 euro, maar uiteindelijk heeft Julien er 62.500 euro voor gekregen.
Samen met Julien hebben we een appartement gevonden in de Kaasstraat, in het centrum. Zo kon hij elke dag te voet zijn ronde doen, van de Pelikaan naar café Final, een soepje eten bij Cabron, een koffietje in Bar Deco. Iedereen hield hem mee in de gaten.
Opgenomen in het ziekenhuis
In mei was hij al een tijdje onwel. Op een dag kreeg hij stekende pijn in zijn zij en ging hij bijna van zijn sus. De baas van café Final heeft een ziekenwagen gebeld. Het was eigenlijk niet zo erg, maar omdat hij alleen woonde, wilde ze hem toch in het ziekenhuis houden. Na een tijdje is hij overgebracht naar de gesloten afdeling Neuro 2 in Hoge Beuken in Hoboken, één van de ziekenhuizen van ZNA, Ziekenhuis Netwerk Antwerpen.
Leon en ik, maar ook Gino, nog een vriend, gingen nu en dan langs. Als we vroegen hoe lang hij daar moest blijven, zeiden ze dat ze testen aan het doen waren. We kregen geen informatie van de verpleging omdat we geen familie waren van Julien.
Voor hij opgenomen werd, was ik samen met hem een hoorapparaat gaan kopen, want hij hoorde niet goed meer. Als we in ’t ziekenhuis vroegen of ze ervoor zorgden dat hij batterijen had, zeiden ze altijd ja, maar als we op bezoek gingen, zaten er nooit batterijen in zijn apparaat. Ik vroeg ook of ik de sleutel van zijn brievenbus kon krijgen om zijn post op te halen, maar ze zeiden dat ze dat zelf zouden doen. Iets later stond de vrouw van de winkel waar we ’t hoorapparaat gekocht hadden in mijn winkel. De rekening, die ze naar Juliens adres gestuurd had, was nog altijd niet betaald. Ze hebben dus die post niet opgehaald.
In augustus zegt Julien me : ‘Morgen komt de vrederechter.’ Toen dacht ik : ‘Nu is hij er toch echt neffen aan ’t slaan.’ Maar we waren toch niet helemaal gerust en Gino heeft dan zijn schoonmoeder, dokter Christiane Pouliart, ingeschakeld. Dokter Pouliart is gewezen diensthoofd van de dienst fysische geneeskunde en revalidatie van het algemeen ziekenhuis Sint–Elisabeth en heeft nog steeds een praktijk in Antwerpen. Een dokter met jaren ervaring, een vrouw die niet met zich laat sollen. De stoom komt nog uit haar oren als ze me haar verhaal doet.
Bezoek van de vrederechter
Dokter Pouliart : ‘Gino kwam langs in mijn praktijk : ‘Bonnie, er zit een vriend van ons in ’t gasthuis en ze gaan die daar opsluiten. Je moet ons helpen om die vrij te krijgen.’ Ik ben de volgende dag om 9u ’s morgens Leon en Michel gaan ophalen. Ik had die mannen nog nooit gezien, maar we hadden afgesproken aan ’t museum. Ik stop, ik claxonneer en ik vraag : zijn jullie Leon en Michel? Ja, oké, spring maar in. Dan Gino opgepikt en met ons vier naar Hoge Beuken gereden. Ik kom daar aan, vraag naar de hoofdverpleegkundige maar die stuurt een stagiaire op me af. Ik krijg een briefje in mijn handen geduwd waarop staat dat de vrederechter om 14.15 uur zou komen. Het was toen half tien ’s morgens. Ze wilden ons weg, vermoed ik. Volgens het ziekenhuis was Julien niet meer in staat om zelfstandig te leven, onder meer omdat hij volgens hen zijn huis verkocht had voor een niemendalletje.
Plots gaat die deur open en komen een man en een vrouw binnen. De vrouw was de vrederechter, de man de griffier. Zij kwamen Julien ondervragen, maar ik mocht er niet bij zijn omdat ik geen familie ben.’
Michel : ‘We zagen hen wel zitten achter glas, en ik zag heel duidelijk dat Julien zijn hoorapparaat niet in had. Ze hebben die dus ondervraagd zonder dat hij iets hoorde. Dat heeft maximum een kwartier geduurd.’
Dokter Pouliart : ‘Toen ze buitenkwamen, vroeg ik wat ze gevraagd hadden. De datum, zijn verjaardag, en zo, maar ook wanneer hij zijn huis verkocht had. Julien wist dat het in januari was, maar de precieze dag wist hij niet meer. Dat was voor hen ook een bewijs dat hij zijn verstand kwijt was.
Ik heb die drie mannen – Leon, Michel en Gino, die waren echt in shock – terug in mijn auto gestoken en we zijn naar een advocaat gereden op de Amerikalei, meester Frank Impens. Ik ken zijn collega, Fred Erdman, goed.’
Advocaat Frank Impens : ‘Ik heb me meteen geïnformeerd. Een sociaal verpleegkundige van het ziekenhuis Hoge Beuken had een verzoekschrift ingediend om Julien Scheers onder bewindvoering te plaatsen. Hij was onderzocht door een dokter en die had in zijn verslag geschreven dat Julien ‘tengevolge van zowel cognitieve en fysische achteruitgang, niet in staat is zijn goederen te beheren.’ De vrederechter is dan bij Julien op bezoek geweest en een week later, op 25 augustus, heeft ze haar vonnis geveld en Julien onder bewindvoering geplaatst. Hij mocht niet meer zelf kiezen waar hij verbleef en over zijn goederen, dus zijn geld, mocht hij ook niet meer zelf beslissen. De vrederechter heeft een advocaat in Antwerpen aangesteld als bewindvoerder. Die heeft de rekening van Julien bij de bank van de Post opgezegd en zijn geld op een speciale rekening gezet, zijn appartement in de Kaasstraat leeggemaakt en het huurcontract opgezegd.’
Het is geen ongewone taak voor vrederechters, mensen onder bewindvoering plaatsen. Kwetsbare volwassenen met een beperking, psychiatrische patiënten, demente bejaarden, ze kunnen er baat bij hebben dat een bewindvoerder voor korte of lange tijd hun zaken behartigt. Dat kan een advocaat zijn, maar ook een familielid. De nieuwe wet op de bewindvoering geeft zelfs de voorkeur aan familiale bewindvoerders. De nieuwe wet vraagt ook dat de vrederechters maatwerk toepassen en niet automatisch kiezen voor de maximale bescherming. Maximaal is niets meer te zeggen hebben over jezelf en je goederen, je geld én je leven dus.
In beroep
Ook bij Julien gaat de vrederechter voor de full option. De bewindvoerder beheert voortaan zijn goederen, maar bepaalt ook zijn verblijfplaats. Julien verhuist van het ziekenhuis Hoge Beuken naar het woonzorgcentrum Lozanahof, waar hij terechtkomt op een gesloten afdeling voor demente bejaarden.
Meester Frank Impens : ‘Dat was schrijnend, Julien hoorde daar echt niet thuis. Die man heeft me zijn leven verteld, de landen waar hij gevochten heeft als para. Die man is absoluut niet dement.’
Dokter Christiane Pouliart : ‘Julien was daar zeer ongelukkig. ’s Morgens gingen zijn kamer en zijn kast op slot, drie keer per dag moest hij in een refter gaan eten, en overdag zat hij tussen de dementen op een stoel. Gewoon niks te doen. Pas ’s avonds kon hij terug naar zijn kamer. Eén keer per maand kwam er een clown.’
Meester Impens gaat in beroep tegen het vonnis van de vrederechter. Dat beroep wordt behandeld door de familierechtbank. ‘We hadden voldoende argumenten. De notaris die het huis van Julien verkocht heeft, heeft ons bevestigd dat Julien heel goed wist wat hij deed. Een notaris mag trouwens geen huis verkopen van iemand die niet toerekeningsvatbaar is. Julien is ook geen verkwister. Het geld dat hij voor zijn huis gekregen had, stond nog bijna volledig op zijn rekening. Hij heeft trouwens ook een maandelijks pensioen.’ In zijn verzoekschrift schrijft meester Impens ook ‘dat vermoedelijk de testen in de Hoge Beuken zijn afgenomen zonder hoorapparaat. Dat nu nog wordt vastgesteld dat geen batterijen worden aangekocht. (…) Dat verzoeker zijn vrijheid wil behouden, zijn cafeetjes blijven bezoeken, zijn vriendenkring zien.’
.../...