Umarvlie
25-01-17, 12:14
DEN HAAG - De gloriedagen van de PvdA zijn definitief voorbij. Tot die sombere conclusie komen partijleden, journalisten en wetenschappers in een nieuw boek over de sociaaldemocraten dat juist nu, in het zicht van de verkiezingen, verschijnt.
Al eerder verschenen er bundels over de vooruitzichten van de PvdA. Net als toen schuwen de schrijvers ook nu niet om de zweep genadeloos over de rug van de partij te halen. De partij bevindt zich ’in guur weer’, is aan het ’voortmodderen’ en kampt met een ’structurele electorale teruggang’.
In het boek zien we een aantal bekende namen zoals Bram Peper, Maurice de Hond en Felix Rottenberg. Ook socioloog Merijn Oudenampsen en journalist Aukje van Roessel (Groene Amsterdammer) leverden een essay in. Hun stukken moeten antwoord geven op de vraag: bestaat de PvdA nog wel in het jaar 2025?
De teneur is alles behalve optimistisch. De meeste auteurs menen dat de partij over een jaartje of acht waarschijnlijk nog niet ten grave zal zijn gedragen, maar op klinkende cijfers bij de verkiezingen hoeft de PvdA eigenlijk niet meer te rekenen.
PvdA’er en opiniepeiler Maurice de Hond draagt daar in de bundel verschillende redenen voor aan. Hij begint met een hele simpele: de oorspronkelijke PvdA-kiezer is oud en sterft uit, iets waar volgens hem ook het CDA onder gebukt gaat.
Een tweede belangrijke reden voor het verval van de partij wordt door meerdere auteurs gedeeld. Peper, De Hond en Van Roessel schetsen dat de PvdA van oudsher uit twee groepen bestaat: de laagopgeleide arbeider die hunkert naar beter versus de hoogopgeleide met een goede baan en dikke portemonnee die de laagopgeleide vooruit wil helpen. Die laatste groep, de salonsocialisten, bestaat nog wel, maar de eerste groep is inmiddels zo goed als verdwenen.
Al wroetend vinden de auteurs daar verschillende redenen voor. Juist door op te komen voor beter onderwijs, is de arbeider van weleer opgeklommen, zo wordt bijvoorbeeld aangedragen. In feite helpt de PvdA daarmee zichzelf om zeep. De oorspronkelijke PvdA’er kan inmiddels door beter onderwijs zijn eigen boontjes doppen. Hij heeft daar geen politieke club meer bij nodig.
De Hond merkt op dat de PvdA in de tussentijd geen nieuwe markten heeft aangeboord. Hij schetst dat de PvdA geen goed antwoord op nieuwe onzekerheden, zoals immigratie en het steeds machtiger wordende Europa, waar de potentiële achterban een broertje dood aan heeft. Bij PVV, SP en 50Plus voelen deze mensen zich inmiddels beter thuis, denkt de opiniepeiler.
Voormalig minister en oud-burgemeester van Rotterdam Bram Peper legt de vinger op een andere zere plek: politieke benoemingen, iets waar ook de PvdA uitermate bedreven in is. „Het zijn politieke partijen die bepalen wie er in de gemeenteraad komen, of in de Tweede Kamer”, schrijft de PvdA’er. „Daar komt het volk niet aan te pas. En dat wringt in een ontzuilde, onttoverde wereld.” En volgens hem weten politici dat heus wel. „Ze voelen ten diepste dat hun legitimiteit op wankele fundamenten rust.”
Socioloog Merijn Oudenampsen stelt dat de PvdA een gigantische strategische blunder heeft gemaakt door na de vorige verkiezingen eigenhandig de kloof tussen VVD en PvdA te dichten op het terrein van geld en het verdelen daarvan. Op dat vlak is de linkse PvdA rechtse teksten gaan bezigen. „De PvdA lijkt nog steeds verknocht aan een rechts macro-economisch raamwerk”, constateert Oudenampsen. „Zo vergeleek Lodewijk Asscher het linkse economische beleid van Jeremy Corbyn met een gokkende vader die geld uitgeeft dat hij niet bezit.”
Oud-partijvoorzitter Felix Rottenberg is nog enigszins monter, maar ook hij denkt dat de PvdA electoraal voortaan genoegen zal moeten nemen met minder. „Een middelgrote partij, met uitschieters naar beneden en boven”, voorspelt hij.
(Bron: Telegraaf)
Al eerder verschenen er bundels over de vooruitzichten van de PvdA. Net als toen schuwen de schrijvers ook nu niet om de zweep genadeloos over de rug van de partij te halen. De partij bevindt zich ’in guur weer’, is aan het ’voortmodderen’ en kampt met een ’structurele electorale teruggang’.
In het boek zien we een aantal bekende namen zoals Bram Peper, Maurice de Hond en Felix Rottenberg. Ook socioloog Merijn Oudenampsen en journalist Aukje van Roessel (Groene Amsterdammer) leverden een essay in. Hun stukken moeten antwoord geven op de vraag: bestaat de PvdA nog wel in het jaar 2025?
De teneur is alles behalve optimistisch. De meeste auteurs menen dat de partij over een jaartje of acht waarschijnlijk nog niet ten grave zal zijn gedragen, maar op klinkende cijfers bij de verkiezingen hoeft de PvdA eigenlijk niet meer te rekenen.
PvdA’er en opiniepeiler Maurice de Hond draagt daar in de bundel verschillende redenen voor aan. Hij begint met een hele simpele: de oorspronkelijke PvdA-kiezer is oud en sterft uit, iets waar volgens hem ook het CDA onder gebukt gaat.
Een tweede belangrijke reden voor het verval van de partij wordt door meerdere auteurs gedeeld. Peper, De Hond en Van Roessel schetsen dat de PvdA van oudsher uit twee groepen bestaat: de laagopgeleide arbeider die hunkert naar beter versus de hoogopgeleide met een goede baan en dikke portemonnee die de laagopgeleide vooruit wil helpen. Die laatste groep, de salonsocialisten, bestaat nog wel, maar de eerste groep is inmiddels zo goed als verdwenen.
Al wroetend vinden de auteurs daar verschillende redenen voor. Juist door op te komen voor beter onderwijs, is de arbeider van weleer opgeklommen, zo wordt bijvoorbeeld aangedragen. In feite helpt de PvdA daarmee zichzelf om zeep. De oorspronkelijke PvdA’er kan inmiddels door beter onderwijs zijn eigen boontjes doppen. Hij heeft daar geen politieke club meer bij nodig.
De Hond merkt op dat de PvdA in de tussentijd geen nieuwe markten heeft aangeboord. Hij schetst dat de PvdA geen goed antwoord op nieuwe onzekerheden, zoals immigratie en het steeds machtiger wordende Europa, waar de potentiële achterban een broertje dood aan heeft. Bij PVV, SP en 50Plus voelen deze mensen zich inmiddels beter thuis, denkt de opiniepeiler.
Voormalig minister en oud-burgemeester van Rotterdam Bram Peper legt de vinger op een andere zere plek: politieke benoemingen, iets waar ook de PvdA uitermate bedreven in is. „Het zijn politieke partijen die bepalen wie er in de gemeenteraad komen, of in de Tweede Kamer”, schrijft de PvdA’er. „Daar komt het volk niet aan te pas. En dat wringt in een ontzuilde, onttoverde wereld.” En volgens hem weten politici dat heus wel. „Ze voelen ten diepste dat hun legitimiteit op wankele fundamenten rust.”
Socioloog Merijn Oudenampsen stelt dat de PvdA een gigantische strategische blunder heeft gemaakt door na de vorige verkiezingen eigenhandig de kloof tussen VVD en PvdA te dichten op het terrein van geld en het verdelen daarvan. Op dat vlak is de linkse PvdA rechtse teksten gaan bezigen. „De PvdA lijkt nog steeds verknocht aan een rechts macro-economisch raamwerk”, constateert Oudenampsen. „Zo vergeleek Lodewijk Asscher het linkse economische beleid van Jeremy Corbyn met een gokkende vader die geld uitgeeft dat hij niet bezit.”
Oud-partijvoorzitter Felix Rottenberg is nog enigszins monter, maar ook hij denkt dat de PvdA electoraal voortaan genoegen zal moeten nemen met minder. „Een middelgrote partij, met uitschieters naar beneden en boven”, voorspelt hij.
(Bron: Telegraaf)