Marsipulami
05-08-17, 12:01
Interview Religiewetenschapper Ernst van den Hemel over religieallergie
‘God afzweren is een rite de passage geworden’
Ernst van den Hemel: ‘Als je leeft in een maatschappij waarin religie conflict uitlokt, dan is kennis daarover noodzakelijk. Leerlingen van vandaag zijn de politici en de diplomaten van morgen, religiekunde zou een standaardvak in het curriculum moeten zijn.’* Jimmy Kets
God is niet dood, wel lijkt onze seculiere maatschappij in stervensnood. Volgens de Nederlandse religiewetenschapper Ernst van den Hemel wordt het tijd om gelovige burgers weer ruimte te geven in onze samenleving. ‘We moeten van onze religieallergie af.’
Van onze correspondente ‘Waar is God?’
Hilde Van den Eynde
‘We dachten van de pastoors af te zijn, maar we hebben van de jarenzestig*idealen onze nieuwe pastoor gemaakt'
Ernst van den Hemel weet nog goed waar hij op 11 september 2001 was. Het was zijn eerste dag als student aan de universiteit van Amsterdam. Hij liep over de Dam, een stapel maagdelijke cursussen onder de arm, toen hij het gerucht opving dat Irak de VS zou hebben aangevallen. In de etalage van een televisiewinkel zag hij vervolgens hoe het tweede vliegtuig zich in de WTC-torens boorde. Dat zijn latere loopbaan rond religie zou draaien, wist de aankomend student geschiedenis toen nog niet. Dat de wereld zich op een kantelpunt van die geschiedenis bevond, was wél meteen zonneklaar.
Niet lang na 9/11 verklaarde de Duitse filosoof Jürgen Habermas de seculiere maatschappij failliet. Volgens hem leven we sindsdien in een postseculier tijdperk?’
‘In de VS en Rusland, beide toch hoogontwikkelde maatschappijen, is religie altijd een factor van belang gebleven. Zelfs communistisch China wordt opnieuw een religieus pluriforme maatschappij, nu de overheid er expliciet de vijf officiële godsdiensten promoot. En dan hebben we het nog niet gehad over Afrika en Zuid-Amerika.’
Wereldwijd groeit het aantal gelovigen, in plaats van af te nemen?
‘Alle wereldreligies nemen in omvang toe. Je ziet religie ook in Europa op allerlei manieren weer opveren, óók aan christelijke kant. Kijk naar het succes van de Pinksterbeweging: dat nuanceert het beeld van kerkelijke krimp.’
Dat religie weer een plaats opeist in Europa, is toch een nederlaag voor onze op rationele gronden gebouwde seculiere maatschappij?
‘Het overgrote deel van de Europese moslims is een toonbeeld van tolerantie, zelfrelativering en geduld’
‘Welnee. Religie ouderwets en achterlijk vinden, en secularisme modern en vooruitstrevend, is een verregaande versimpeling van de realiteit. Ze volgt uit het lineaire beeld dat wij van de geschiedenis hebben. Naarmate een maatschappij zich verder ontwikkelt, neemt de invloed van religie af, is ons idee. We leggen de geschiedenis langs een meetlat. Die begint bij een “barbaarse” prehistorie waarin mensen natuurreligies aanhangen, waarna ze via de “duistere” middeleeuwen bij de verlichting en de secularisatie uitkomen – het ideale eindpunt in onze ogen. Andere culturen moeten precies dezelfde evolutie doormaken, vinden we, anders kunnen ze nooit vrij worden zoals wij.’
‘Langs die westerse meetlat gelegd, worden religies achterlijk en middeleeuws gevonden. In werkelijkheid creëert de moderne, seculiere maatschappij juist nieuwe vormen van religiositeit. Een saillant voorbeeld is het moslimfundamentalisme. Daar is niks middeleeuws aan: het is een moderne, hedendaagse ontwikkeling.’
Terwijl de rest van de wereld God aanbidt, verafgoden wij de secularisatie?
‘Ja, althans een geculturaliseerde versie daarvan. De verwezenlijkingen van de jaren 60 zijn we tot norm gaan verheffen. Wil je vandaag laten zien dat je vrij bent, dan moet je een jeans dragen, seksueel promiscue zijn en kritiek op religie hebben. God afzweren is een rite de passage geworden. En als je je als buitenlander wilt integreren, hoor je hetzelfde te doen, zo is het idee. Want wie in God gelooft, kan niet vrij zijn. In dat dogma zijn wij met z’n allen gaan geloven. Dat een vrouw er bijvoorbeeld zélf voor kan kiezen om zich in naam van een godsdienst te bedekken, dat wil er bij ons niet in.’
Bikini verplicht
We praten op het binnenplein van het Meertens Instituut in Amsterdam, waar religiewetenschapper Van den Hemel zich beroepshalve buigt over vragen als: waarom verkoopt de Mattheuspassie van Bach elk jaar uit, terwijl het land steeds verder ontkerkelijkt? Vanop straat klinkt rumoer door: het Meertens Instituut ligt pal op de Wallen, het rodelichtjesdistrict van Amsterdam waar pooiers en dealers de dienst uitmaken.
Waarom voelen autochtone Europeanen die het geloof de rug hebben toegekeerd, zich zo bedreigd door de instroom van mensen die wél nog geloven?
‘Interessant dat u “nog” zegt. Ik denk dat veel van die emotie voortkomt uit het beeld dat we van onszelf hebben: wij westerlingen zijn “af”, tolerant en klaar met alle grote problemen. Als je aan dat narratief morrelt, kan je flink wat irritatie verwachten.’
‘We hebben uit de jaren 60 een allergie voor religie geërfd. Als je in die tijd de kerk bekritiseerde, maakte je deel uit van een progressieve tegencultuur. Die is vandaag de norm geworden. Zaken als feminisme, homorechten, religiekritiek zijn wezenskenmerken van het Westen geworden. Die verworvenheden moeten wij nu beschermen tegen bedreiging van buitenaf, vinden veel mensen. Dat homoacceptatie ook onder autochtonen nog weleens te wensen overlaat, dat we niet “af” zijn, wordt gemakshalve vergeten.’
Veel verworvenheden uit de jaren zestig waren toch een bevrijding?
‘Tuurlijk wel. Alleen zijn ze vandaag een dwingende norm geworden. Wanneer politieagenten vrouwen gaan verplichten om op het strand hun boerkini uit te trekken, een kledingstuk dat niet zoveel verschilt van een wetsuit of een nonnenhabijt, dan zie je hoe we ons idee van seksuele bevrijding uit de jaren zestig van een recht in een plicht hebben veranderd. We dachten van de pastoors af te zijn, maar we hebben van de jarenzestigidealen onze nieuwe pastoor gemaakt.’
Conservatieve politici benadrukken graag de ‘joods-christelijke wortels’ van Europa. Hoe seculier is een maatschappij nog als ze zich op een religieuze erfenis moet beroepen?
‘Populistische bewegingen werven aanhang met het beeld van het bloedarme Westen dat zich schaamt voor zijn erfgoed, dat geen religieuze energie meer heeft en onder de voet dreigt te worden gelopen door een vitalistische islamitische cultuur. Denk aan Pegida in Duitsland, of het Front National in Frankrijk. Maar klassieke liberale en christelijke partijen hanteren een vergelijkbaar discours, ook in Nederland en Vlaanderen.’
‘Conservatief rechts benadrukt die joods-christelijke wortels graag om het onderscheid te maken tussen de oorspronkelijke, autochtone, witte bevolking en nieuwkomers uit islamitische landen. Het joods-christelijke erfgoed waarop het zich beroept, valt nauwelijks nog als religie te herkennen. Moet je zien wat er allemaal onder geschaard wordt: homorechten, vrouwenrechten, dierenrechten, ja zelfs de secularisering en de ontkerkelijking. Opmerkelijk in het nieuwe politieke landschap is dat conservatieve politici progressieve waarden zijn gaan omarmen. Ze promoten verwezenlijkingen als de seksuele emancipatie en de bescherming van homoseksuelen, in de jaren zestig door links bevochten op rechts, nu als joods-christelijk erfgoed. Bij de motieven daarvoor kan je vragen hebben.’
Het joods-christelijke erfgoed wordt selectief gehanteerd?
‘Er ontstaan verrassende nieuwe politieke allianties, die voorheen ondenkbaar waren. Liberale politici kunnen opeens prima door één deur met hun conservatief-christelijke collega’s, dierenrechtenactivisten slaan de handen in elkaar met conservatief rechts, bien étonnés de se trouver ensemble, als ze zo een verbod op ritueel slachten binnen kunnen halen. Wat vroeger diametraal tegenover elkaar stond, trekt nu gezamenlijk ter strijde tegen de gemeenschappelijke vijand: de islam.’
Mag een seculiere maatschappij dan geen dierenrechten boven religieuze rechten stellen, zoals nu in Vlaanderen gebeurt met het aanstaande verbod op onverdoofd slachten?
‘Zelf eet ik ook liever geen vlees, maar er zijn gelegenheidsargumenten waar je niet aan mee moet willen werken. Ik vind het zó cynisch: mede uit naam van “de joods-christelijke cultuur” de rituele slacht verbieden, terwijl het jodendom net als de islam onverdoofd slachten voorstaat. Hier speelt vooral een anti-islamagenda. Waarom zou je wél de rituele slacht aanpakken, maar niet het leed dat de vleesindustrie veroorzaakt? Ik ben voor dierenrechten, maar dan wel als onderdeel van een bredere agenda. Zo’n selectief slachtverbod over de rug van minderheden doorvoeren: dat vind ik politiek problematisch.’
Wat hoort de koers van een seculiere samenleving dan te zijn, als ze met religieuze eisen geconfronteerd wordt?
‘De Engelse filosoof John Locke zei al in de zeventiende eeuw: wat toegestaan is in de maatschappij, is ook toegestaan in religie, en wat voor de ene religie is toegestaan, moet ook voor de andere religie toegestaan worden. Denk aan de commotie over de oproep tot het gebed. Gelijke behandeling van religies zou betekenen dat als een christen geluid mag maken, een moslim dat ook mag. Religies zijn immers voor de wet gelijk. Toch ligt dat heel gevoelig. Mensen zouden cultureel gewend zijn aan klokkengelui, terwijl de oproep tot gebed hun cultureel vreemd is. Dat is een zorgelijke ontwikkeling. Het wordt tegenwoordig billijk gevonden als een overheid zegt: we nemen de eigen cultuur in bescherming en we gaan niet uit naam van gelijkheid alles maar toestaan. Dat standpunt omarmen liberale politici steeds vaker, terwijl de liberalen in alle eerstejaarshandboeken van politieke wetenschappers toch bekendstaan als pleitbezorgers van scheiding tussen kerk en staat.’
‘Dat de échte burger de autochtone burger is, die zijn wortels heeft in de joods-christelijke cultuur, is in de ogen van veel conservatieven nu belangrijker dan juridische gelijkheid. Maar door culturele saamhorigheid boven juridische gelijkheid te stellen, komen we op een zeephelling terecht en gaan we grondrechten tussen haakjes zetten. Daartoe moeten we ons niet willen laten verleiden, enkel om een opgeklopte culturele angst te bezweren.’
Heeft de Fransman Michel Houellebecq ongelijk, als hij in zijn boek ‘Soumission’ waarschuwt voor een onderwerping van het Westen aan de islam?
‘In de praktijk zie je dat het overgrote deel van de Europese moslimbevolking bijzonder weinig religieuze rechten voor zichzelf opeist en een toonbeeld is van tolerantie, zelfrelativering en geduld. Vaker niet dan wel maken moslims gebruik van hun grondwettelijke recht om religieuze rechten af te dwingen. Als de gemiddelde moslim zich écht kwaad zou maken en grondwettelijke gelijkheid zou eisen, dan zou je de poppen aan het dansen hebben.’
Nietzsche verklaarde God dood. Vandaag lijkt eerder de seculiere maatschappij in doodsnood te verkeren?
‘Er is een diepgaande herschrijving van de rol van religie in de maatschappij gaande. Religie is níet verdwenen, het wordt steeds salonfähiger om over cultuur en godsdienstigheid te spreken. Conservatief rechts heeft wat dat betreft goed op de tijdgeest ingespeeld. Het wordt tijd dat progressieve stemmen een groter aandeel in het debat krijgen, want tot dusver bepaalt vooral conservatief rechts het speelveld van religies. Op links heerst een verkramping, terwijl de vraag niet is óf er over religie gesproken moet worden in de 21ste eeuw, wel hóe je moet omgaan met een multireligieuze maatschappij.’
.../...
‘God afzweren is een rite de passage geworden’
Ernst van den Hemel: ‘Als je leeft in een maatschappij waarin religie conflict uitlokt, dan is kennis daarover noodzakelijk. Leerlingen van vandaag zijn de politici en de diplomaten van morgen, religiekunde zou een standaardvak in het curriculum moeten zijn.’* Jimmy Kets
God is niet dood, wel lijkt onze seculiere maatschappij in stervensnood. Volgens de Nederlandse religiewetenschapper Ernst van den Hemel wordt het tijd om gelovige burgers weer ruimte te geven in onze samenleving. ‘We moeten van onze religieallergie af.’
Van onze correspondente ‘Waar is God?’
Hilde Van den Eynde
‘We dachten van de pastoors af te zijn, maar we hebben van de jarenzestig*idealen onze nieuwe pastoor gemaakt'
Ernst van den Hemel weet nog goed waar hij op 11 september 2001 was. Het was zijn eerste dag als student aan de universiteit van Amsterdam. Hij liep over de Dam, een stapel maagdelijke cursussen onder de arm, toen hij het gerucht opving dat Irak de VS zou hebben aangevallen. In de etalage van een televisiewinkel zag hij vervolgens hoe het tweede vliegtuig zich in de WTC-torens boorde. Dat zijn latere loopbaan rond religie zou draaien, wist de aankomend student geschiedenis toen nog niet. Dat de wereld zich op een kantelpunt van die geschiedenis bevond, was wél meteen zonneklaar.
Niet lang na 9/11 verklaarde de Duitse filosoof Jürgen Habermas de seculiere maatschappij failliet. Volgens hem leven we sindsdien in een postseculier tijdperk?’
‘In de VS en Rusland, beide toch hoogontwikkelde maatschappijen, is religie altijd een factor van belang gebleven. Zelfs communistisch China wordt opnieuw een religieus pluriforme maatschappij, nu de overheid er expliciet de vijf officiële godsdiensten promoot. En dan hebben we het nog niet gehad over Afrika en Zuid-Amerika.’
Wereldwijd groeit het aantal gelovigen, in plaats van af te nemen?
‘Alle wereldreligies nemen in omvang toe. Je ziet religie ook in Europa op allerlei manieren weer opveren, óók aan christelijke kant. Kijk naar het succes van de Pinksterbeweging: dat nuanceert het beeld van kerkelijke krimp.’
Dat religie weer een plaats opeist in Europa, is toch een nederlaag voor onze op rationele gronden gebouwde seculiere maatschappij?
‘Het overgrote deel van de Europese moslims is een toonbeeld van tolerantie, zelfrelativering en geduld’
‘Welnee. Religie ouderwets en achterlijk vinden, en secularisme modern en vooruitstrevend, is een verregaande versimpeling van de realiteit. Ze volgt uit het lineaire beeld dat wij van de geschiedenis hebben. Naarmate een maatschappij zich verder ontwikkelt, neemt de invloed van religie af, is ons idee. We leggen de geschiedenis langs een meetlat. Die begint bij een “barbaarse” prehistorie waarin mensen natuurreligies aanhangen, waarna ze via de “duistere” middeleeuwen bij de verlichting en de secularisatie uitkomen – het ideale eindpunt in onze ogen. Andere culturen moeten precies dezelfde evolutie doormaken, vinden we, anders kunnen ze nooit vrij worden zoals wij.’
‘Langs die westerse meetlat gelegd, worden religies achterlijk en middeleeuws gevonden. In werkelijkheid creëert de moderne, seculiere maatschappij juist nieuwe vormen van religiositeit. Een saillant voorbeeld is het moslimfundamentalisme. Daar is niks middeleeuws aan: het is een moderne, hedendaagse ontwikkeling.’
Terwijl de rest van de wereld God aanbidt, verafgoden wij de secularisatie?
‘Ja, althans een geculturaliseerde versie daarvan. De verwezenlijkingen van de jaren 60 zijn we tot norm gaan verheffen. Wil je vandaag laten zien dat je vrij bent, dan moet je een jeans dragen, seksueel promiscue zijn en kritiek op religie hebben. God afzweren is een rite de passage geworden. En als je je als buitenlander wilt integreren, hoor je hetzelfde te doen, zo is het idee. Want wie in God gelooft, kan niet vrij zijn. In dat dogma zijn wij met z’n allen gaan geloven. Dat een vrouw er bijvoorbeeld zélf voor kan kiezen om zich in naam van een godsdienst te bedekken, dat wil er bij ons niet in.’
Bikini verplicht
We praten op het binnenplein van het Meertens Instituut in Amsterdam, waar religiewetenschapper Van den Hemel zich beroepshalve buigt over vragen als: waarom verkoopt de Mattheuspassie van Bach elk jaar uit, terwijl het land steeds verder ontkerkelijkt? Vanop straat klinkt rumoer door: het Meertens Instituut ligt pal op de Wallen, het rodelichtjesdistrict van Amsterdam waar pooiers en dealers de dienst uitmaken.
Waarom voelen autochtone Europeanen die het geloof de rug hebben toegekeerd, zich zo bedreigd door de instroom van mensen die wél nog geloven?
‘Interessant dat u “nog” zegt. Ik denk dat veel van die emotie voortkomt uit het beeld dat we van onszelf hebben: wij westerlingen zijn “af”, tolerant en klaar met alle grote problemen. Als je aan dat narratief morrelt, kan je flink wat irritatie verwachten.’
‘We hebben uit de jaren 60 een allergie voor religie geërfd. Als je in die tijd de kerk bekritiseerde, maakte je deel uit van een progressieve tegencultuur. Die is vandaag de norm geworden. Zaken als feminisme, homorechten, religiekritiek zijn wezenskenmerken van het Westen geworden. Die verworvenheden moeten wij nu beschermen tegen bedreiging van buitenaf, vinden veel mensen. Dat homoacceptatie ook onder autochtonen nog weleens te wensen overlaat, dat we niet “af” zijn, wordt gemakshalve vergeten.’
Veel verworvenheden uit de jaren zestig waren toch een bevrijding?
‘Tuurlijk wel. Alleen zijn ze vandaag een dwingende norm geworden. Wanneer politieagenten vrouwen gaan verplichten om op het strand hun boerkini uit te trekken, een kledingstuk dat niet zoveel verschilt van een wetsuit of een nonnenhabijt, dan zie je hoe we ons idee van seksuele bevrijding uit de jaren zestig van een recht in een plicht hebben veranderd. We dachten van de pastoors af te zijn, maar we hebben van de jarenzestigidealen onze nieuwe pastoor gemaakt.’
Conservatieve politici benadrukken graag de ‘joods-christelijke wortels’ van Europa. Hoe seculier is een maatschappij nog als ze zich op een religieuze erfenis moet beroepen?
‘Populistische bewegingen werven aanhang met het beeld van het bloedarme Westen dat zich schaamt voor zijn erfgoed, dat geen religieuze energie meer heeft en onder de voet dreigt te worden gelopen door een vitalistische islamitische cultuur. Denk aan Pegida in Duitsland, of het Front National in Frankrijk. Maar klassieke liberale en christelijke partijen hanteren een vergelijkbaar discours, ook in Nederland en Vlaanderen.’
‘Conservatief rechts benadrukt die joods-christelijke wortels graag om het onderscheid te maken tussen de oorspronkelijke, autochtone, witte bevolking en nieuwkomers uit islamitische landen. Het joods-christelijke erfgoed waarop het zich beroept, valt nauwelijks nog als religie te herkennen. Moet je zien wat er allemaal onder geschaard wordt: homorechten, vrouwenrechten, dierenrechten, ja zelfs de secularisering en de ontkerkelijking. Opmerkelijk in het nieuwe politieke landschap is dat conservatieve politici progressieve waarden zijn gaan omarmen. Ze promoten verwezenlijkingen als de seksuele emancipatie en de bescherming van homoseksuelen, in de jaren zestig door links bevochten op rechts, nu als joods-christelijk erfgoed. Bij de motieven daarvoor kan je vragen hebben.’
Het joods-christelijke erfgoed wordt selectief gehanteerd?
‘Er ontstaan verrassende nieuwe politieke allianties, die voorheen ondenkbaar waren. Liberale politici kunnen opeens prima door één deur met hun conservatief-christelijke collega’s, dierenrechtenactivisten slaan de handen in elkaar met conservatief rechts, bien étonnés de se trouver ensemble, als ze zo een verbod op ritueel slachten binnen kunnen halen. Wat vroeger diametraal tegenover elkaar stond, trekt nu gezamenlijk ter strijde tegen de gemeenschappelijke vijand: de islam.’
Mag een seculiere maatschappij dan geen dierenrechten boven religieuze rechten stellen, zoals nu in Vlaanderen gebeurt met het aanstaande verbod op onverdoofd slachten?
‘Zelf eet ik ook liever geen vlees, maar er zijn gelegenheidsargumenten waar je niet aan mee moet willen werken. Ik vind het zó cynisch: mede uit naam van “de joods-christelijke cultuur” de rituele slacht verbieden, terwijl het jodendom net als de islam onverdoofd slachten voorstaat. Hier speelt vooral een anti-islamagenda. Waarom zou je wél de rituele slacht aanpakken, maar niet het leed dat de vleesindustrie veroorzaakt? Ik ben voor dierenrechten, maar dan wel als onderdeel van een bredere agenda. Zo’n selectief slachtverbod over de rug van minderheden doorvoeren: dat vind ik politiek problematisch.’
Wat hoort de koers van een seculiere samenleving dan te zijn, als ze met religieuze eisen geconfronteerd wordt?
‘De Engelse filosoof John Locke zei al in de zeventiende eeuw: wat toegestaan is in de maatschappij, is ook toegestaan in religie, en wat voor de ene religie is toegestaan, moet ook voor de andere religie toegestaan worden. Denk aan de commotie over de oproep tot het gebed. Gelijke behandeling van religies zou betekenen dat als een christen geluid mag maken, een moslim dat ook mag. Religies zijn immers voor de wet gelijk. Toch ligt dat heel gevoelig. Mensen zouden cultureel gewend zijn aan klokkengelui, terwijl de oproep tot gebed hun cultureel vreemd is. Dat is een zorgelijke ontwikkeling. Het wordt tegenwoordig billijk gevonden als een overheid zegt: we nemen de eigen cultuur in bescherming en we gaan niet uit naam van gelijkheid alles maar toestaan. Dat standpunt omarmen liberale politici steeds vaker, terwijl de liberalen in alle eerstejaarshandboeken van politieke wetenschappers toch bekendstaan als pleitbezorgers van scheiding tussen kerk en staat.’
‘Dat de échte burger de autochtone burger is, die zijn wortels heeft in de joods-christelijke cultuur, is in de ogen van veel conservatieven nu belangrijker dan juridische gelijkheid. Maar door culturele saamhorigheid boven juridische gelijkheid te stellen, komen we op een zeephelling terecht en gaan we grondrechten tussen haakjes zetten. Daartoe moeten we ons niet willen laten verleiden, enkel om een opgeklopte culturele angst te bezweren.’
Heeft de Fransman Michel Houellebecq ongelijk, als hij in zijn boek ‘Soumission’ waarschuwt voor een onderwerping van het Westen aan de islam?
‘In de praktijk zie je dat het overgrote deel van de Europese moslimbevolking bijzonder weinig religieuze rechten voor zichzelf opeist en een toonbeeld is van tolerantie, zelfrelativering en geduld. Vaker niet dan wel maken moslims gebruik van hun grondwettelijke recht om religieuze rechten af te dwingen. Als de gemiddelde moslim zich écht kwaad zou maken en grondwettelijke gelijkheid zou eisen, dan zou je de poppen aan het dansen hebben.’
Nietzsche verklaarde God dood. Vandaag lijkt eerder de seculiere maatschappij in doodsnood te verkeren?
‘Er is een diepgaande herschrijving van de rol van religie in de maatschappij gaande. Religie is níet verdwenen, het wordt steeds salonfähiger om over cultuur en godsdienstigheid te spreken. Conservatief rechts heeft wat dat betreft goed op de tijdgeest ingespeeld. Het wordt tijd dat progressieve stemmen een groter aandeel in het debat krijgen, want tot dusver bepaalt vooral conservatief rechts het speelveld van religies. Op links heerst een verkramping, terwijl de vraag niet is óf er over religie gesproken moet worden in de 21ste eeuw, wel hóe je moet omgaan met een multireligieuze maatschappij.’
.../...