Olive Yao
03-01-19, 18:05
.
Wie zijn de ware vijanden van de planeet?
Jaap Tielbeke, Groene Amsterdammer woensdag 19 december 2018 (https://www.groene.nl/artikel/hoe-rijker-hoe-viezer)
https://www.mupload.nl/img/wwwagbbuv44.jpg
Nee, ‘wij mensen’ zijn niet allemaal even verantwoordelijk voor de opwarming van de aarde of het uitsterven van diersoorten. Bewuste burgers verkleinen hun ecologische voetafdruk, maar de fossiele industrie lobbyt om klimaatbeleid te blokkeren.
Vorig jaar liet de beruchte bioloog Paul R. Ehrlich weer eens van zich horen. Het was bijna een halve eeuw na de publicatie van het boek waarmee hij zijn omstreden reputatie vestigde: The Population Bomb. In die pamflettistische tekst had hij beschreven wat een ellende ons te wachten staat als we de groei van de wereldbevolking niet rap aan banden leggen. Massale hongerdood. Oorlog. Epidemieën. Complete chaos, kortom. Destijds vonden zijn doemscenario’s gretig aftrek: hij verkocht miljoenen boeken, mocht regelmatig aanschuiven bij talkshows op de Amerikaanse televisie en overal ter wereld werden clubs opgericht om de bevolkingsbom te ontmantelen. Toen bleek dat zijn apocalyptische prognoses niet uitkwamen, doofde zijn ster gestaag, tot op het punt dat Ehrlich vooral nog werd aangehaald als een voorbeeld waarom we luidruchtige doemdenkers niet serieus moeten nemen.
Zelf is Ehrlich bepaald niet tot inkeer gekomen, zo bleek vorige zomer. Decennialang werd hij bespot en verketterd, maar nu krijgt hij alsnog gelijk, vindt hij zelf. De voorspelde hongersnood is misschien uitgebleven, er brak geen gemuteerd virus uit of een allesvernietigende wereldoorlog, maar de populatiebom staat volgens Ehrlich nog altijd op barsten. Kijk alleen al naar de ontwrichting van het klimaat en het massale uitsterven van diersoorten. Je hoeft geen wetenschapper te zijn om te begrijpen wie daarvoor verantwoordelijk is, schreef hij in een opiniestuk in The Guardian. Dat zijn wij, de mens. ‘Hoe meer mensen er zijn, hoe meer broeikasgassen de atmosfeer in gaan en hoe groter de impact op dieren die afhankelijk zijn van specifieke temperaturen.’
De aanleiding om opnieuw de alarmklok te luiden was een wetenschappelijk artikel dat hij samen met twee collega’s had geschreven. We zitten midden in een ‘zesde massauitstervingsgolf’, concluderen ze daarin, een ‘biologische vernietiging’ op enorme schaal. In het verleden zijn er vijf van dat soort uitstervingsgolven geweest, waarbij het leven op aarde in één klap drastisch werd opgeschud. De laatste was 65 miljoen jaar geleden, nadat een gigantische asteroïde neerstortte in wat nu Mexico is. Het betekende het einde van de dinosauriërs. Het unieke aan de huidige uitstervingsgolf is dat ze niet wordt veroorzaakt door externe natuurkrachten zoals vulkaanuitbarstingen of meteorietinslagen, maar het gevolg is van de collectieve activiteit van zeven miljard mensen. Of zoals journalist Elizabeth Kolbert het verwoordde: ‘Wij zijn de meteoriet.’
Vandaar dat Kolbert in haar boek The Sixth Extinction regelmatig schrijft over ‘the Anthropocene’. Officieel leven we nog steeds in het Holoceen, het tijdvak dat zo’n twaalfduizend jaar geleden begon en wordt gekenmerkt door stabiele klimatologische omstandigheden, waardoor de menselijke beschaving tot bloei kon komen. Maar inmiddels dreigt de menselijke soort aan haar eigen ‘succes’ ten onder te gaan. Volgens een groeiend aantal wetenschappers hebben we zelfs eigenhandig een nieuw geologisch tijdperk ingeluid: het Antropoceen, het tijdperk van de mens.
De term lijkt impliciet een antwoord te geven op de schuldvraag. ‘Wij mensen’ zijn de reden dat dieren massaal het loodje leggen en temperaturen stijgen. Wij walsen oerbossen plat, vullen oceanen met plastic, pompen broeikasgassen in de atmosfeer en besproeien akkers met giftige chemicaliën. Vandaar dat veel natuurbeschermers er ronduit misantropische opvattingen op nahouden: de mensheid is een destructieve kracht, een soort rupsje-nooit-genoeg dat de planeet kaalvreet en zo al het leven op aarde in gevaar brengt. Om dat gevaar af te wenden is er volgens Ehrlich dan ook maar één logische oplossing: minder mensen.
Nu kijkt Ehrlich met de blik van een bioloog: voordat hij zijn alarmistische bestseller schreef, bestudeerde hij vlinders. Daar zag hij hoe de natuur werkt: als een bepaalde soort te dominant wordt, klapt een ecosysteem in elkaar. Maar de mens is geen insect. Vlinders richten geen multinationals op, ze gaan niet in gele hesjes de straat op, brengen geen wetenschappers voort die het gedrag van hun soort kritisch onder de loep nemen. Je hoeft geen socioloog te zijn om te begrijpen dat de mens zich niet laat reduceren tot zijn biologische eigenschappen. Door het denken in termen van ‘de-mens-als-soort’, zonder oog te hebben voor de sociaal-economische machtsverhoudingen, blijven de ware schuldigen buiten schot.
Want we zijn niet allemaal even verantwoordelijk voor de almaar groeiende ecologische crisis. De helft van de wereldwijde CO2-emissies is afkomstig van de rijkste tien procent. In Nederland stoten tien bedrijven drie keer zo veel uit als alle huishoudens bij elkaar. De oplossing van Ehrlich is dus op z’n zachtst gezegd nogal simplistisch, want er bestaat geen eenduidig causaal verband tussen de groei van de wereldbevolking en de ontwrichting van het klimaat. Tussen 1820 en 2010 groeide de uitstoot van broeikasgassen met een factor 654,8, terwijl de wereldbevolking ‘slechts’ toenam met een factor 6,6. Sterker nog: in de landen waar de bevolking het hardst groeit stoot de gemiddelde burger de minste broeikasgassen uit. Zo groeide de bevolking van China tussen 1980 en 2005 jaarlijks met 1,1 procent, terwijl de CO2-uitstoot toenam met 5,9 procent. In Tsjaad, een land met een snelle bevolkingsgroei, dáálden de emissies zelfs. Noord-Amerika omvat slechts vijf procent van de wereldbevolking, maar is door haar excessieve consumptiegedrag wel goed voor bijna een vijfde van de totale wereldwijde emissies. Over het algemeen lijkt eerder te gelden: hoe rijker, hoe viezer.
(...)
Wie zijn de ware vijanden van de planeet?
Jaap Tielbeke, Groene Amsterdammer woensdag 19 december 2018 (https://www.groene.nl/artikel/hoe-rijker-hoe-viezer)
https://www.mupload.nl/img/wwwagbbuv44.jpg
Nee, ‘wij mensen’ zijn niet allemaal even verantwoordelijk voor de opwarming van de aarde of het uitsterven van diersoorten. Bewuste burgers verkleinen hun ecologische voetafdruk, maar de fossiele industrie lobbyt om klimaatbeleid te blokkeren.
Vorig jaar liet de beruchte bioloog Paul R. Ehrlich weer eens van zich horen. Het was bijna een halve eeuw na de publicatie van het boek waarmee hij zijn omstreden reputatie vestigde: The Population Bomb. In die pamflettistische tekst had hij beschreven wat een ellende ons te wachten staat als we de groei van de wereldbevolking niet rap aan banden leggen. Massale hongerdood. Oorlog. Epidemieën. Complete chaos, kortom. Destijds vonden zijn doemscenario’s gretig aftrek: hij verkocht miljoenen boeken, mocht regelmatig aanschuiven bij talkshows op de Amerikaanse televisie en overal ter wereld werden clubs opgericht om de bevolkingsbom te ontmantelen. Toen bleek dat zijn apocalyptische prognoses niet uitkwamen, doofde zijn ster gestaag, tot op het punt dat Ehrlich vooral nog werd aangehaald als een voorbeeld waarom we luidruchtige doemdenkers niet serieus moeten nemen.
Zelf is Ehrlich bepaald niet tot inkeer gekomen, zo bleek vorige zomer. Decennialang werd hij bespot en verketterd, maar nu krijgt hij alsnog gelijk, vindt hij zelf. De voorspelde hongersnood is misschien uitgebleven, er brak geen gemuteerd virus uit of een allesvernietigende wereldoorlog, maar de populatiebom staat volgens Ehrlich nog altijd op barsten. Kijk alleen al naar de ontwrichting van het klimaat en het massale uitsterven van diersoorten. Je hoeft geen wetenschapper te zijn om te begrijpen wie daarvoor verantwoordelijk is, schreef hij in een opiniestuk in The Guardian. Dat zijn wij, de mens. ‘Hoe meer mensen er zijn, hoe meer broeikasgassen de atmosfeer in gaan en hoe groter de impact op dieren die afhankelijk zijn van specifieke temperaturen.’
De aanleiding om opnieuw de alarmklok te luiden was een wetenschappelijk artikel dat hij samen met twee collega’s had geschreven. We zitten midden in een ‘zesde massauitstervingsgolf’, concluderen ze daarin, een ‘biologische vernietiging’ op enorme schaal. In het verleden zijn er vijf van dat soort uitstervingsgolven geweest, waarbij het leven op aarde in één klap drastisch werd opgeschud. De laatste was 65 miljoen jaar geleden, nadat een gigantische asteroïde neerstortte in wat nu Mexico is. Het betekende het einde van de dinosauriërs. Het unieke aan de huidige uitstervingsgolf is dat ze niet wordt veroorzaakt door externe natuurkrachten zoals vulkaanuitbarstingen of meteorietinslagen, maar het gevolg is van de collectieve activiteit van zeven miljard mensen. Of zoals journalist Elizabeth Kolbert het verwoordde: ‘Wij zijn de meteoriet.’
Vandaar dat Kolbert in haar boek The Sixth Extinction regelmatig schrijft over ‘the Anthropocene’. Officieel leven we nog steeds in het Holoceen, het tijdvak dat zo’n twaalfduizend jaar geleden begon en wordt gekenmerkt door stabiele klimatologische omstandigheden, waardoor de menselijke beschaving tot bloei kon komen. Maar inmiddels dreigt de menselijke soort aan haar eigen ‘succes’ ten onder te gaan. Volgens een groeiend aantal wetenschappers hebben we zelfs eigenhandig een nieuw geologisch tijdperk ingeluid: het Antropoceen, het tijdperk van de mens.
De term lijkt impliciet een antwoord te geven op de schuldvraag. ‘Wij mensen’ zijn de reden dat dieren massaal het loodje leggen en temperaturen stijgen. Wij walsen oerbossen plat, vullen oceanen met plastic, pompen broeikasgassen in de atmosfeer en besproeien akkers met giftige chemicaliën. Vandaar dat veel natuurbeschermers er ronduit misantropische opvattingen op nahouden: de mensheid is een destructieve kracht, een soort rupsje-nooit-genoeg dat de planeet kaalvreet en zo al het leven op aarde in gevaar brengt. Om dat gevaar af te wenden is er volgens Ehrlich dan ook maar één logische oplossing: minder mensen.
Nu kijkt Ehrlich met de blik van een bioloog: voordat hij zijn alarmistische bestseller schreef, bestudeerde hij vlinders. Daar zag hij hoe de natuur werkt: als een bepaalde soort te dominant wordt, klapt een ecosysteem in elkaar. Maar de mens is geen insect. Vlinders richten geen multinationals op, ze gaan niet in gele hesjes de straat op, brengen geen wetenschappers voort die het gedrag van hun soort kritisch onder de loep nemen. Je hoeft geen socioloog te zijn om te begrijpen dat de mens zich niet laat reduceren tot zijn biologische eigenschappen. Door het denken in termen van ‘de-mens-als-soort’, zonder oog te hebben voor de sociaal-economische machtsverhoudingen, blijven de ware schuldigen buiten schot.
Want we zijn niet allemaal even verantwoordelijk voor de almaar groeiende ecologische crisis. De helft van de wereldwijde CO2-emissies is afkomstig van de rijkste tien procent. In Nederland stoten tien bedrijven drie keer zo veel uit als alle huishoudens bij elkaar. De oplossing van Ehrlich is dus op z’n zachtst gezegd nogal simplistisch, want er bestaat geen eenduidig causaal verband tussen de groei van de wereldbevolking en de ontwrichting van het klimaat. Tussen 1820 en 2010 groeide de uitstoot van broeikasgassen met een factor 654,8, terwijl de wereldbevolking ‘slechts’ toenam met een factor 6,6. Sterker nog: in de landen waar de bevolking het hardst groeit stoot de gemiddelde burger de minste broeikasgassen uit. Zo groeide de bevolking van China tussen 1980 en 2005 jaarlijks met 1,1 procent, terwijl de CO2-uitstoot toenam met 5,9 procent. In Tsjaad, een land met een snelle bevolkingsgroei, dáálden de emissies zelfs. Noord-Amerika omvat slechts vijf procent van de wereldbevolking, maar is door haar excessieve consumptiegedrag wel goed voor bijna een vijfde van de totale wereldwijde emissies. Over het algemeen lijkt eerder te gelden: hoe rijker, hoe viezer.
(...)