Shaheed
20-10-02, 13:46
George Bush en de Joodse Lobby
De VN-veiligheidsraad heeft het optreden van israel tegen de Palestijnse Arafat veroordeeld, maar de VS onthield zich van stemming. eens te meer bewijzen de Amerikanen dat ze de belangrijkste bondgenoot van Israel zijn. Volgens Jaap van Wesel spelen binnenlandse politieke overwegingen hierbij een doorslaggevende rol.
Washington, april 2002. Drieduizend genodigden zijn aanwezig bij het afsluitende diner van de jaarlijkse conferentie van het AIPAC - Het American Israel Public Affairs Comittee -. Terwijl buiten de politie pro=Palestijnse demonstranten in bedwang houdt, luistert binnen ongeveer het halve Amerikaanse Congres naar pro-Israelische toespraken die met daverend applaus worden ontvangen. Het lijkt wel een verkiezingscampagne. Het is gebruikelijk voor lobby-organisaties om alle leden van het Congres uit te nodigen. Minder gebruikelijk is dat de politici in zo groten getale komen opdagen. Senatoren en leden van het Huis van Afgevaardigden moeten elke dag een keuze maken uit de talloze uitnodigen die zij krijgen voor diners, lunches en recepties. Welnu, op dit diner is ongeveer de helft van het Congres aanwezig, vijftig senatoren en ongeveer teweehonderd leden van het Huis van Afgevaardigden, zowel Republikeinen als Democraten. Dat is een formidabele demonstratie van de politiekeinvloed van AIPAC, de invloedrijkste pro-Israelische lobby in Washington. Tot de sprekers behoren de Israelische oud-premiers Barak en Netanyahu. Senator Tom Daschle, de Democratische fractieleideren na de president de machtigste man in Amerika, heeft een ongenuanceerde pro-israelische toespraak gehouden. Premier Sharon heeft de genodigden vanuit Jeruzalem per satelliet toegesproken. CNN heeft die toespraak live uitgezonden. Een voor een worden bij de aangvang van het diner de namen van de Geachte Afgevaardigden afgeroepen. Dat neemt meer dan een half uur in beslag. Maar deze publieke "presentielijst" is belangrijker dan alle andere toespraken van de talloze kopstukken uit de Amerikaanse en Israelische politiek die het woord hebben gevoerd. Het is de notering van AIPAC-aandelen op de politieke beurs van Washington.
AIPAC is een van de best georganiseerde lobby -organisaties in Washington, maar zeker niet de enige. Lobbyen is een onlosmakelijk onderdeel van het Amerikaanse politieke systeem. Vrijwel iedere binnenlandse en buitenlandse organisatie van betekenis beschikt over een lobby die bij het Congres haar belangen bepleit. AIPAC staat volgens de index van het blad Fortune op de vierde plaats van het Amerikaanse lobbyklassenment achter de National Rifle Association (de machtigste wapenlobby) de AARP(de organisatie van bejaarden) en de National Federation of Independent Business. Op het gebied van de buitenlandse politiek staan de pro-Israel en de anti-Castro lobby bovenaan, al staat de anti-Castro lobby veel lager in het klassement.
Het werkterrein van AIPAC is vooral het Amerikaanse Congres. Daar hebben de lobbyisten van AIPAC grote invloed. De betrekkingen met de Bush-regering zijn uitstekend, zeker nu de president de anti-Arafatpolitiek van Israel heeft overgenomen, maar lobby-organisaties hebben meestal meer invloed op het Congres dan op het bestuursapparaat.
Israels vijanden dneken en spreken over complotten als het gaat om de invloed van de joodse lobby. Rijke joden zouden via een sinister complot Amerika in hun greep hebben. In de joodse gemeenschap is dat een gevoelig punt omdat het riekt naar antisemisme. Maar de pro-Israelische lobby dankt zijn succes niet aan het feit dat ze joods is, maar omdat ze zo Amerikaans is. Het geheim van het succes van AIPAC en iedere andere succesvolle lobby is een goede organisatie en geld. Anders dan in NL hebben Amerikaanse politici geen sterke binding mtet hun partij, maar wel met hun eigen kiesdistrict. Voor politiek zelfbehoud luisteren zij nauwlettend naar de signalen uit hun eigen district. De publieke opinie thuis uit zich voornamelijk op twee manieren: via telefoontjes, e-mails en de portemonnaie: dat wil zeggen financiele bijdragen voor de herverkiezingskas. Iedere politicus moet rekening houden met een stortvloed van reacties als hij impopulaire uitspraken doet met betrekking tot Israel. AIPAC heeft regionale kantoren in heel Amerika met een totaal van zestig duizend leden. Zij volgen nauwlettend het gedtrag van de politici ten opzichte van Israel. Een politicus die zich niet "netjes gedraagt" kan op kritiek en actieve tegenwerking van AIPAC rekenen, met als maximumstraf het opdrogen van zijn herverkiezingskas.
Is de invloed van Amerikaanse joden dan zo groot dat zij op die manier over het politieke lot van parlementariers kunnen beslissen? Dat ligt niet zo eenvoudig. AIPAC heeft grote invloed in staten met een grote joodse gemeenschap zoals New York, Florida en Californie. Daar kunnen joodse stemmen bij verkiezingen de doorslag geven. Daar komt bij dat Amerikaanse joden traditioneel tot de politiek actiefste bevolkingsgroepen behoren. Amerikaanse joden dragen veel geld bij aan politieke campagnes in heel Amerika, ook buiten hun eigen kiesdistrict, en worden daarin misschien alleen geevenaard door de Cubaanse ballingen in Miami. APPAC kan dan ook besluiten tot een gecoordineerde actie tegen een politicus die het als anti-Israelisch beschouwt. Het kan Amerikaanse joden oproepen een bepaalde kandidaat financieel niet te steunen, of om geld te geven aan zijn tegenstander. Dat gebeurde bijvoorbeeld in de staat Alabama, waar door toedoen van AIPAC bij de Democratische voorverkiezingen in het zevende district voor de congresverkiezingen in november het zittende congreslid Earl Hilliard werd verslagen door een nieuwe kandidaat, Artur Davis, die op grote schaal financieel gesteund werd door pro-israelische geldschieters uit heel Amerika. Hilliard, die Arabisch geld kreeg, geldt als pro-Palestijns en was een van de weinigen die in april tegen een resolutie stemde, waarin men zich solidair verklaarde met Israel.
De recente wapenfeiten van AIPAC zijn indrukwekkend. In mei nam het Huis van Afgevaardigden met slechts 20 stemmen tegen een solidariteitsresolutie met Israel aan. Er is verder in de Senaat en het Huis een wet in voorbereiding. de "Arafat Accountibility Act". Volgens dit ontwerp, dat met actieve steun van AIPAC tot stand is gekomen, moet de regering Bush aantonen dat Arafat en het Palestijnse gezag niet bij terreur betrokken zijn. Zo ja, dan zijn vertegenwoordigers van het Palestijnse Bestuur niet langer welkom in Amerika en zal het Palestijnse kantoor in Washington gesloten worden. De israelische positie in Washington is zo sterk dat AIPAC zich niet langer sterk maakt voor deze wet, omdat de president zich nu zelf voor het verdwijnen van Arafat van het politieke toneel heeft uitgesproken. Wel heeft president Bush zich voor de vestiging van een Palestijnse staat binnen drie jaar uitgesproken. Daarom is er nu in de Senaat en het Huis van Afgevaardigden een wetsontwerp in voorbereiding over de voorwaarden vaaraan een eventuele Palestijnse staat moet voldoen voordat Amerika tot erkenning overgaat. Dat zal dan een democratische staat moeten zijn zonder Arafat en zonder terreur. De president beschouwt dergelijke bemoeizucht van het Congres op het gebied van de buitenlandse politiek als een blok aan het been. Hij heeft dan ook geprobeerd zijn Republikeinse vrienden ine het Congres er toe te bewegen de pro-Israelische resolutie en het pro-Israelische wetsontwerp niet te steunen. Het is veelzeggend dat een van de invloedrijkste geestverwanten van Bush in het Huis van Afgevaardigden, congreslid Tom Delay uit Texas, het advies van de president heeft genegeerd. Integendeel, hij was een van de initiatiefnemers van de solidariteitsresolutie.
AIPAC heeft zoals gezegd bij de regering minder invloed dan bij het zeer pro-israelische congres. Maar indirect voelt ook president Bush de hete adem van AIPAC, vooral door toedoen van de Christelijke Coalitie. De Christelijke Coalitie was voor Tom Delay de drijfveer om zich zo pro-Israelisch op te stellen. De Coalitie zorgde ervoor dat de telefoon van het Witte Huis roodgloeiend stond met pro-Israelische adviezen. De Christelijke-fundamentalistische geestverwanten van Bush manen de president voortdurend om Israel niet in de steek te laten. Het is voor hem een belangrijke reden geweest om te pleiten voor een Palestijns bestuur zonder Arafat. Bush is niet vergeten dat zijn vader in 1992 de presidentsverkiezing van Bill Clinton verloor, onder meer omdat hij zijn conservatieve achterban van zich vervreemd had.
De VN-veiligheidsraad heeft het optreden van israel tegen de Palestijnse Arafat veroordeeld, maar de VS onthield zich van stemming. eens te meer bewijzen de Amerikanen dat ze de belangrijkste bondgenoot van Israel zijn. Volgens Jaap van Wesel spelen binnenlandse politieke overwegingen hierbij een doorslaggevende rol.
Washington, april 2002. Drieduizend genodigden zijn aanwezig bij het afsluitende diner van de jaarlijkse conferentie van het AIPAC - Het American Israel Public Affairs Comittee -. Terwijl buiten de politie pro=Palestijnse demonstranten in bedwang houdt, luistert binnen ongeveer het halve Amerikaanse Congres naar pro-Israelische toespraken die met daverend applaus worden ontvangen. Het lijkt wel een verkiezingscampagne. Het is gebruikelijk voor lobby-organisaties om alle leden van het Congres uit te nodigen. Minder gebruikelijk is dat de politici in zo groten getale komen opdagen. Senatoren en leden van het Huis van Afgevaardigden moeten elke dag een keuze maken uit de talloze uitnodigen die zij krijgen voor diners, lunches en recepties. Welnu, op dit diner is ongeveer de helft van het Congres aanwezig, vijftig senatoren en ongeveer teweehonderd leden van het Huis van Afgevaardigden, zowel Republikeinen als Democraten. Dat is een formidabele demonstratie van de politiekeinvloed van AIPAC, de invloedrijkste pro-Israelische lobby in Washington. Tot de sprekers behoren de Israelische oud-premiers Barak en Netanyahu. Senator Tom Daschle, de Democratische fractieleideren na de president de machtigste man in Amerika, heeft een ongenuanceerde pro-israelische toespraak gehouden. Premier Sharon heeft de genodigden vanuit Jeruzalem per satelliet toegesproken. CNN heeft die toespraak live uitgezonden. Een voor een worden bij de aangvang van het diner de namen van de Geachte Afgevaardigden afgeroepen. Dat neemt meer dan een half uur in beslag. Maar deze publieke "presentielijst" is belangrijker dan alle andere toespraken van de talloze kopstukken uit de Amerikaanse en Israelische politiek die het woord hebben gevoerd. Het is de notering van AIPAC-aandelen op de politieke beurs van Washington.
AIPAC is een van de best georganiseerde lobby -organisaties in Washington, maar zeker niet de enige. Lobbyen is een onlosmakelijk onderdeel van het Amerikaanse politieke systeem. Vrijwel iedere binnenlandse en buitenlandse organisatie van betekenis beschikt over een lobby die bij het Congres haar belangen bepleit. AIPAC staat volgens de index van het blad Fortune op de vierde plaats van het Amerikaanse lobbyklassenment achter de National Rifle Association (de machtigste wapenlobby) de AARP(de organisatie van bejaarden) en de National Federation of Independent Business. Op het gebied van de buitenlandse politiek staan de pro-Israel en de anti-Castro lobby bovenaan, al staat de anti-Castro lobby veel lager in het klassement.
Het werkterrein van AIPAC is vooral het Amerikaanse Congres. Daar hebben de lobbyisten van AIPAC grote invloed. De betrekkingen met de Bush-regering zijn uitstekend, zeker nu de president de anti-Arafatpolitiek van Israel heeft overgenomen, maar lobby-organisaties hebben meestal meer invloed op het Congres dan op het bestuursapparaat.
Israels vijanden dneken en spreken over complotten als het gaat om de invloed van de joodse lobby. Rijke joden zouden via een sinister complot Amerika in hun greep hebben. In de joodse gemeenschap is dat een gevoelig punt omdat het riekt naar antisemisme. Maar de pro-Israelische lobby dankt zijn succes niet aan het feit dat ze joods is, maar omdat ze zo Amerikaans is. Het geheim van het succes van AIPAC en iedere andere succesvolle lobby is een goede organisatie en geld. Anders dan in NL hebben Amerikaanse politici geen sterke binding mtet hun partij, maar wel met hun eigen kiesdistrict. Voor politiek zelfbehoud luisteren zij nauwlettend naar de signalen uit hun eigen district. De publieke opinie thuis uit zich voornamelijk op twee manieren: via telefoontjes, e-mails en de portemonnaie: dat wil zeggen financiele bijdragen voor de herverkiezingskas. Iedere politicus moet rekening houden met een stortvloed van reacties als hij impopulaire uitspraken doet met betrekking tot Israel. AIPAC heeft regionale kantoren in heel Amerika met een totaal van zestig duizend leden. Zij volgen nauwlettend het gedtrag van de politici ten opzichte van Israel. Een politicus die zich niet "netjes gedraagt" kan op kritiek en actieve tegenwerking van AIPAC rekenen, met als maximumstraf het opdrogen van zijn herverkiezingskas.
Is de invloed van Amerikaanse joden dan zo groot dat zij op die manier over het politieke lot van parlementariers kunnen beslissen? Dat ligt niet zo eenvoudig. AIPAC heeft grote invloed in staten met een grote joodse gemeenschap zoals New York, Florida en Californie. Daar kunnen joodse stemmen bij verkiezingen de doorslag geven. Daar komt bij dat Amerikaanse joden traditioneel tot de politiek actiefste bevolkingsgroepen behoren. Amerikaanse joden dragen veel geld bij aan politieke campagnes in heel Amerika, ook buiten hun eigen kiesdistrict, en worden daarin misschien alleen geevenaard door de Cubaanse ballingen in Miami. APPAC kan dan ook besluiten tot een gecoordineerde actie tegen een politicus die het als anti-Israelisch beschouwt. Het kan Amerikaanse joden oproepen een bepaalde kandidaat financieel niet te steunen, of om geld te geven aan zijn tegenstander. Dat gebeurde bijvoorbeeld in de staat Alabama, waar door toedoen van AIPAC bij de Democratische voorverkiezingen in het zevende district voor de congresverkiezingen in november het zittende congreslid Earl Hilliard werd verslagen door een nieuwe kandidaat, Artur Davis, die op grote schaal financieel gesteund werd door pro-israelische geldschieters uit heel Amerika. Hilliard, die Arabisch geld kreeg, geldt als pro-Palestijns en was een van de weinigen die in april tegen een resolutie stemde, waarin men zich solidair verklaarde met Israel.
De recente wapenfeiten van AIPAC zijn indrukwekkend. In mei nam het Huis van Afgevaardigden met slechts 20 stemmen tegen een solidariteitsresolutie met Israel aan. Er is verder in de Senaat en het Huis een wet in voorbereiding. de "Arafat Accountibility Act". Volgens dit ontwerp, dat met actieve steun van AIPAC tot stand is gekomen, moet de regering Bush aantonen dat Arafat en het Palestijnse gezag niet bij terreur betrokken zijn. Zo ja, dan zijn vertegenwoordigers van het Palestijnse Bestuur niet langer welkom in Amerika en zal het Palestijnse kantoor in Washington gesloten worden. De israelische positie in Washington is zo sterk dat AIPAC zich niet langer sterk maakt voor deze wet, omdat de president zich nu zelf voor het verdwijnen van Arafat van het politieke toneel heeft uitgesproken. Wel heeft president Bush zich voor de vestiging van een Palestijnse staat binnen drie jaar uitgesproken. Daarom is er nu in de Senaat en het Huis van Afgevaardigden een wetsontwerp in voorbereiding over de voorwaarden vaaraan een eventuele Palestijnse staat moet voldoen voordat Amerika tot erkenning overgaat. Dat zal dan een democratische staat moeten zijn zonder Arafat en zonder terreur. De president beschouwt dergelijke bemoeizucht van het Congres op het gebied van de buitenlandse politiek als een blok aan het been. Hij heeft dan ook geprobeerd zijn Republikeinse vrienden ine het Congres er toe te bewegen de pro-Israelische resolutie en het pro-Israelische wetsontwerp niet te steunen. Het is veelzeggend dat een van de invloedrijkste geestverwanten van Bush in het Huis van Afgevaardigden, congreslid Tom Delay uit Texas, het advies van de president heeft genegeerd. Integendeel, hij was een van de initiatiefnemers van de solidariteitsresolutie.
AIPAC heeft zoals gezegd bij de regering minder invloed dan bij het zeer pro-israelische congres. Maar indirect voelt ook president Bush de hete adem van AIPAC, vooral door toedoen van de Christelijke Coalitie. De Christelijke Coalitie was voor Tom Delay de drijfveer om zich zo pro-Israelisch op te stellen. De Coalitie zorgde ervoor dat de telefoon van het Witte Huis roodgloeiend stond met pro-Israelische adviezen. De Christelijke-fundamentalistische geestverwanten van Bush manen de president voortdurend om Israel niet in de steek te laten. Het is voor hem een belangrijke reden geweest om te pleiten voor een Palestijns bestuur zonder Arafat. Bush is niet vergeten dat zijn vader in 1992 de presidentsverkiezing van Bill Clinton verloor, onder meer omdat hij zijn conservatieve achterban van zich vervreemd had.