PDA

Bekijk Volledige Versie : Foto met hoofddoek niet toegelaten op paspoort



Amellady
25-10-02, 10:18
Een aanslepend conflict tussen de gemeente Beringen (België) en de islamitische gemeenschap daar is onlangs beslecht door het Hof van Cassatie. Het ging om het recht de islamitische hoofddoek te dragen op de foto van de identiteitskaart.

Sinds 1995 weigert het gemeentebestuur van Beringen een foto voor de identiteitskaart te aanvaarden waarop de persoon met hoofddoek is afgebeeld. Voordien werden dergelijke foto’s van islamitische vrouwen wel aanvaard. Voor tenminste een deel van de islamitische gemeenschap was de ommezwaai in het beleid onaanvaardbaar. In hun protest schakelden zij de rechter in. In kort geding is Beringen al herhaaldelijk veroordeeld tot het uitreiken van een identiteitskaart met de aangeboden foto. Ten gronde werd de gemeente al in 1996 in het ongelijk gesteld door de rechtbank van eerste aanleg van Hasselt. Ze wou echter niet inbinden, en ging in hoger beroep, waar het vonnis in 1998 bevestigd werd, en tenslotte in cassatieberoep. Ook het Hof van Cassatie verwierp de Beringse argumenten.
Uitzondering

Artikel 6 §1 van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten bepaalt dat de gemeente identiteitskaarten uitreikt als bewijs van inschrijving in de bevolkingsregisters. Een ministeriële omzendbrief van 7 oktober 1992 bevat bepalingen over de foto’s die in aanmerking komen voor de identiteitskaart. De foto moet onder meer 'van voren genomen (worden) zonder hoofddeksel' en 'schoon, recent en gelijkend' zijn (art. 15a). Op het verbod van een hoofddeksel is er echter een uitzondering: 'Om een ontegenzeggelijk godsdienstige of medische reden, kan een foto met hoofddeksel toegestaan worden, op voorwaarde dat het gezicht volledig vrij is (…). Deze oplossing kan slechts aanvaard worden als de betrokken burger een ernstige rechtvaardiging voorlegt.' (art. 15d) Bij de redactie van deze tekst had men in de eerste plaats de kloosterzusters voor ogen. Maar de tekst is zo opgesteld dat hij ook op andere godsdiensten van toepassing is, en met name op de islamitische hoofddoek. Het tegendeel zou overigens een ontoelaatbare discriminatie uitmaken.

Beperkte draagwijdte

In feite gaat het over fundamentele zaken: de vrijheid van godsdienst, en het pluralistisch en multicultureel karakter van de Belgische samenleving. Het recht om een islamitische hoofddoek te dragen wordt niet enkel opgeëist in verband met de identiteitskaart, maar in de eerste plaats op school en op het werk. Naar die situaties of de onderliggende principiële vragen toe kunnen uit het cassatiearrest echter geen conclusies worden getrokken.

Nu het wettelijk kader al voorziet in een uitzondering om godsdienstige redenen, was het namelijk niet nodig om deze zaak te behandelen in het licht van de godsdienstvrijheid of het discriminatieverbod. De juridische vragen die erin aan de orde zijn, beperken zich tot de interpretatie van de wetgeving, en met name de beleidsmarge die deze aan de gemeente laat.

Geen beleidsmarge

Kort gezegd komt het erop neer dat de gemeente aanvoert dat zij terzake over een discretionair appreciatierecht beschikt, wat het Hof ontkent.

In de eerste plaats betekent dit dat het geschil wel degelijk bij de gewone rechter thuishoort, en niet bij de Raad van State, zoals Beringen beweerde. De bevoegdheid om identiteitskaarten uit te reiken is namelijk een gebonden bevoegdheid. De interpretatie die de gemeente moet doen bij de toepassing van de regel, onder meer wat betreft de pasfoto’s die in aanmerking kunnen worden genomen, houdt geen appreciatie in.

Ten tweede mag uit de term 'kan' in de omzendbrief niet afgeleid worden dat het de gemeente vrij staat de uitzondering op de regel niet toe te staan aan iemand die aannemelijk maakt dat zij een Islamitische gelovige is die om haar godsdienstige overtuiging te veruiterlijken doorgaans in het openbaar een hoofddoek draagt, en die daartoe een ernstige rechtvaardiging voorlegt. <I>In casu<I> was de eigen verklaring van de vrouw aangevuld door een verklaring van de imam van de moskee van Beringen.

Hoofddoek is islamitisch

Het Hof stelt ook dat 'het dragen in het openbaar van een hoofddoek overeenstemt met de voorschriften van de Islam'. In hoger beroep had de gemeente nog beweerd dat dit geen religieus voorschrift was, maar een strikt individuele wens, aangezien er andere islamitische vrouwen zijn die geen hoofddoek dragen. In de media kon men de Beringse burgemeester trouwens uit de Koran de stelling horen citeren dat de hoofddoek in de Islam niet verplicht is.

Maar dit doet niet terzake. Hoezeer men er ook van overtuigd kan zijn dat een andere interpretatie van de religieuze bronnen wenselijk is, een buitenstaander kan ze niet opdringen. Waar het op aankomt, is dat de betrokkenen de regel als een religieus voorschrift zien, en dat daarvoor een 'ernstige rechtvaardiging' voorligt. Aangezien wereldwijd miljoenen moslims dit voorschrift erkennen, kan dat element moeilijk betwist worden.

Een ander argument in hoger beroep was, dat de wens om met hoofddoek op de identiteitskaart te staan 'niet zozeer zou ingegeven zijn door ernstige godsdienstige motieven maar door politieke agitatie, meer bepaald de actie van sommige fundamentalistische, islamitische verenigingen te Beringen die integratie zouden afwijzen'. Het hof van beroep betwistte het waarheidsgehalte van deze bewering. Het zou echter niet verwonderlijk zijn indien door deze affaire de 'autochtone' en 'allochtone' Beringers verder van mekaar af zijn komen te staan, en het precies de 'integratie' is die het slachtoffer is geworden van het koppige beleid. Dit arrest zou het einde van de strijd moeten inluiden. Misschien kan nu gestreefd worden naar een andere vorm van integratie, vrij van vooroordelen en met aanpassingen aan beide kanten.

Eva Brems

BaMb-InO
25-10-02, 10:28
Geplaatst door Amellady
Een aanslepend conflict tussen de gemeente Beringen (België) en de islamitische gemeenschap daar is onlangs beslecht door het Hof van Cassatie. Het ging om het recht de islamitische hoofddoek te dragen op de foto van de identiteitskaart.

Sinds 1995 weigert het gemeentebestuur van Beringen een foto voor de identiteitskaart te aanvaarden waarop de persoon met hoofddoek is afgebeeld. Voordien werden dergelijke foto’s van islamitische vrouwen wel aanvaard. Voor tenminste een deel van de islamitische gemeenschap was de ommezwaai in het beleid onaanvaardbaar. In hun protest schakelden zij de rechter in. In kort geding is Beringen al herhaaldelijk veroordeeld tot het uitreiken van een identiteitskaart met de aangeboden foto. Ten gronde werd de gemeente al in 1996 in het ongelijk gesteld door de rechtbank van eerste aanleg van Hasselt. Ze wou echter niet inbinden, en ging in hoger beroep, waar het vonnis in 1998 bevestigd werd, en tenslotte in cassatieberoep. Ook het Hof van Cassatie verwierp de Beringse argumenten.
Uitzondering

Artikel 6 §1 van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten bepaalt dat de gemeente identiteitskaarten uitreikt als bewijs van inschrijving in de bevolkingsregisters. Een ministeriële omzendbrief van 7 oktober 1992 bevat bepalingen over de foto’s die in aanmerking komen voor de identiteitskaart. De foto moet onder meer 'van voren genomen (worden) zonder hoofddeksel' en 'schoon, recent en gelijkend' zijn (art. 15a). Op het verbod van een hoofddeksel is er echter een uitzondering: 'Om een ontegenzeggelijk godsdienstige of medische reden, kan een foto met hoofddeksel toegestaan worden, op voorwaarde dat het gezicht volledig vrij is (…). Deze oplossing kan slechts aanvaard worden als de betrokken burger een ernstige rechtvaardiging voorlegt.' (art. 15d) Bij de redactie van deze tekst had men in de eerste plaats de kloosterzusters voor ogen. Maar de tekst is zo opgesteld dat hij ook op andere godsdiensten van toepassing is, en met name op de islamitische hoofddoek. Het tegendeel zou overigens een ontoelaatbare discriminatie uitmaken.

Beperkte draagwijdte

In feite gaat het over fundamentele zaken: de vrijheid van godsdienst, en het pluralistisch en multicultureel karakter van de Belgische samenleving. Het recht om een islamitische hoofddoek te dragen wordt niet enkel opgeëist in verband met de identiteitskaart, maar in de eerste plaats op school en op het werk. Naar die situaties of de onderliggende principiële vragen toe kunnen uit het cassatiearrest echter geen conclusies worden getrokken.

Nu het wettelijk kader al voorziet in een uitzondering om godsdienstige redenen, was het namelijk niet nodig om deze zaak te behandelen in het licht van de godsdienstvrijheid of het discriminatieverbod. De juridische vragen die erin aan de orde zijn, beperken zich tot de interpretatie van de wetgeving, en met name de beleidsmarge die deze aan de gemeente laat.

Geen beleidsmarge

Kort gezegd komt het erop neer dat de gemeente aanvoert dat zij terzake over een discretionair appreciatierecht beschikt, wat het Hof ontkent.

In de eerste plaats betekent dit dat het geschil wel degelijk bij de gewone rechter thuishoort, en niet bij de Raad van State, zoals Beringen beweerde. De bevoegdheid om identiteitskaarten uit te reiken is namelijk een gebonden bevoegdheid. De interpretatie die de gemeente moet doen bij de toepassing van de regel, onder meer wat betreft de pasfoto’s die in aanmerking kunnen worden genomen, houdt geen appreciatie in.

Ten tweede mag uit de term 'kan' in de omzendbrief niet afgeleid worden dat het de gemeente vrij staat de uitzondering op de regel niet toe te staan aan iemand die aannemelijk maakt dat zij een Islamitische gelovige is die om haar godsdienstige overtuiging te veruiterlijken doorgaans in het openbaar een hoofddoek draagt, en die daartoe een ernstige rechtvaardiging voorlegt. <I>In casu<I> was de eigen verklaring van de vrouw aangevuld door een verklaring van de imam van de moskee van Beringen.

Hoofddoek is islamitisch

Het Hof stelt ook dat 'het dragen in het openbaar van een hoofddoek overeenstemt met de voorschriften van de Islam'. In hoger beroep had de gemeente nog beweerd dat dit geen religieus voorschrift was, maar een strikt individuele wens, aangezien er andere islamitische vrouwen zijn die geen hoofddoek dragen. In de media kon men de Beringse burgemeester trouwens uit de Koran de stelling horen citeren dat de hoofddoek in de Islam niet verplicht is.

Maar dit doet niet terzake. Hoezeer men er ook van overtuigd kan zijn dat een andere interpretatie van de religieuze bronnen wenselijk is, een buitenstaander kan ze niet opdringen. Waar het op aankomt, is dat de betrokkenen de regel als een religieus voorschrift zien, en dat daarvoor een 'ernstige rechtvaardiging' voorligt. Aangezien wereldwijd miljoenen moslims dit voorschrift erkennen, kan dat element moeilijk betwist worden.

Een ander argument in hoger beroep was, dat de wens om met hoofddoek op de identiteitskaart te staan 'niet zozeer zou ingegeven zijn door ernstige godsdienstige motieven maar door politieke agitatie, meer bepaald de actie van sommige fundamentalistische, islamitische verenigingen te Beringen die integratie zouden afwijzen'. Het hof van beroep betwistte het waarheidsgehalte van deze bewering. Het zou echter niet verwonderlijk zijn indien door deze affaire de 'autochtone' en 'allochtone' Beringers verder van mekaar af zijn komen te staan, en het precies de 'integratie' is die het slachtoffer is geworden van het koppige beleid. Dit arrest zou het einde van de strijd moeten inluiden. Misschien kan nu gestreefd worden naar een andere vorm van integratie, vrij van vooroordelen en met aanpassingen aan beide kanten.

Eva Brems




Wat een onzin......De term "sluier" wordt meestal zeer slordig gebruikt. Soms bedoelt men een gewoon sjaaltje of hoofddoekje dat alleen de haren bedekt, soms de hidjaab die ook de hals en de schouders aan het oog onttrekt, en soms de verschillende varianten van echte sluiers die als maskers heel het gezicht verbergen. In Pakistan en Afghanistan gebruikt met burqa's met kleine venstertjes van halfdoorzichtig gaas voor de ogen, en in andere landen laten sluiers alleen een kleine kijkspleet voor de ogen vrij. De hoofddoek en de hidjaab zijn dus geen echte sluiers. Ik snap dat dit verboden wordt........maar een hoofddoekje vind ik belachelijk als dat niet mag!

nefertiti
25-10-02, 10:31
Vanaf nu is het dus toegestaan om met een hoofddeksel op de identiteitskaart te staan, als het dragen van een hoofddeksel deel uitmaakt van je religie.

Ik veronderstel dat àlle religies hiervan gebruik kunnen maken?

Weet iemand of er ook bepaald werd, wanneer een bepaalde geloofsovertuiging als religie wordt aanvaard?

observer
25-10-02, 10:33
Hoofddoek is islamitisch

Het Hof stelt ook dat 'het dragen in het openbaar van een hoofddoek overeenstemt met de voorschriften van de Islam'. In hoger beroep had de gemeente nog beweerd dat dit geen religieus voorschrift was, maar een strikt individuele wens, aangezien er andere islamitische vrouwen zijn die geen hoofddoek dragen. In de media kon men de Beringse burgemeester trouwens uit de Koran de stelling horen citeren dat de hoofddoek in de Islam niet verplicht is.

Maar dit doet niet terzake. Hoezeer men er ook van overtuigd kan zijn dat een andere interpretatie van de religieuze bronnen wenselijk is, een buitenstaander kan ze niet opdringen. Waar het op aankomt, is dat de betrokkenen de regel als een religieus voorschrift zien, en dat daarvoor een 'ernstige rechtvaardiging' voorligt. Aangezien wereldwijd miljoenen moslims dit voorschrift erkennen, kan dat element moeilijk betwist worden.
dus waar er binnen de islam geen concensus is over de hoofddoek, komt de rechtbank er wel uit

het feit dat miljoenen moslims wereldwijd deze dragen is beetje slap er zijn ook miljoenen die het niet doen

Marsipulami
25-10-02, 10:35
Geplaatst door nefertiti
Vanaf nu is het dus toegestaan om met een hoofddeksel op de identiteitskaart te staan, als het dragen van een hoofddeksel deel uitmaakt van je religie.

Ik veronderstel dat àlle religies hiervan gebruik kunnen maken?

Weet iemand of er ook bepaald werd, wanneer een bepaalde geloofsovertuiging als religie wordt aanvaard?

In België wordt er nogal eens geredeneerd vanuit de erkende en de niet-erkende levensbeschouwingen.

Erkend zijn jodendom, katholicisme, protestantisme, anglicanisme, orthodox christelijk en Islam. Aan zulke erkenningen zijn een aantal rechten verbonden, maar ook een aantal voorwaarden. Er bestaat een formele erkenningsprocedure en een reeks van voorwaarden.

BaMb-InO
25-10-02, 10:38
Geplaatst door Marsipulami


In België wordt er nogal eens geredeneerd vanuit de erkende en de niet-erkende levensbeschouwingen.

Erkend zijn jodendom, katholicisme, protestantisme, anglicanisme, orthodox christelijk en Islam. Aan zulke erkenningen zijn een aantal rechten verbonden, maar ook een aantal voorwaarden. Er bestaat een formele erkenningsprocedure en een reeks van voorwaarden.



We hebben het nu over Nederland.........Urbanus :p

BaMb-InO
25-10-02, 10:45
Geplaatst door Marsipulami


Het artikeltje hierboven gaat ook over België


Hoe kom ik hier met mijn domme uitspraak uit.............Ehhhh......tsjaaaaaa.............. ehhhhhh..............afgang! :o

Marsipulami
25-10-02, 11:00
Geplaatst door BaMb-InO



Hoe kom ik hier met mijn domme uitspraak uit.............Ehhhh......tsjaaaaaa.............. ehhhhhh..............afgang! :o

Ik stel voor dat ik mijn posts verwijder. Als jij dat dan ook doet dan merkt niemand wat ;)

BaMb-InO
25-10-02, 11:04
Geplaatst door Marsipulami


Ik stel voor dat ik mijn posts verwijder. Als jij dat dan ook doet dan merkt niemand wat ;)


Ehh..............ah laat maar staan...........vind het wel grappig.........als ik rood kon worden was ik rood geworden :p

sahra
25-10-02, 12:37
Geplaatst door Amellady
Een aanslepend conflict tussen de gemeente Beringen (België) en de islamitische gemeenschap daar is onlangs beslecht door het Hof van Cassatie. Het ging om het recht de islamitische hoofddoek te dragen op de foto van de identiteitskaart.

Sinds 1995 weigert het gemeentebestuur van Beringen een foto voor de identiteitskaart te aanvaarden waarop de persoon met hoofddoek is afgebeeld. Voordien werden dergelijke foto’s van islamitische vrouwen wel aanvaard. Voor tenminste een deel van de islamitische gemeenschap was de ommezwaai in het beleid onaanvaardbaar. In hun protest schakelden zij de rechter in. In kort geding is Beringen al herhaaldelijk veroordeeld tot het uitreiken van een identiteitskaart met de aangeboden foto. Ten gronde werd de gemeente al in 1996 in het ongelijk gesteld door de rechtbank van eerste aanleg van Hasselt. Ze wou echter niet inbinden, en ging in hoger beroep, waar het vonnis in 1998 bevestigd werd, en tenslotte in cassatieberoep. Ook het Hof van Cassatie verwierp de Beringse argumenten.
Uitzondering
in nederland mag het wel, ik sta ook met mn kop, met hoofdfoek dr op, op zowel paspoort als vreemdelingenpas!!

Artikel 6 §1 van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten bepaalt dat de gemeente identiteitskaarten uitreikt als bewijs van inschrijving in de bevolkingsregisters. Een ministeriële omzendbrief van 7 oktober 1992 bevat bepalingen over de foto’s die in aanmerking komen voor de identiteitskaart. De foto moet onder meer 'van voren genomen (worden) zonder hoofddeksel' en 'schoon, recent en gelijkend' zijn (art. 15a). Op het verbod van een hoofddeksel is er echter een uitzondering: 'Om een ontegenzeggelijk godsdienstige of medische reden, kan een foto met hoofddeksel toegestaan worden, op voorwaarde dat het gezicht volledig vrij is (…). Deze oplossing kan slechts aanvaard worden als de betrokken burger een ernstige rechtvaardiging voorlegt.' (art. 15d) Bij de redactie van deze tekst had men in de eerste plaats de kloosterzusters voor ogen. Maar de tekst is zo opgesteld dat hij ook op andere godsdiensten van toepassing is, en met name op de islamitische hoofddoek. Het tegendeel zou overigens een ontoelaatbare discriminatie uitmaken.

Beperkte draagwijdte

In feite gaat het over fundamentele zaken: de vrijheid van godsdienst, en het pluralistisch en multicultureel karakter van de Belgische samenleving. Het recht om een islamitische hoofddoek te dragen wordt niet enkel opgeëist in verband met de identiteitskaart, maar in de eerste plaats op school en op het werk. Naar die situaties of de onderliggende principiële vragen toe kunnen uit het cassatiearrest echter geen conclusies worden getrokken.

Nu het wettelijk kader al voorziet in een uitzondering om godsdienstige redenen, was het namelijk niet nodig om deze zaak te behandelen in het licht van de godsdienstvrijheid of het discriminatieverbod. De juridische vragen die erin aan de orde zijn, beperken zich tot de interpretatie van de wetgeving, en met name de beleidsmarge die deze aan de gemeente laat.

Geen beleidsmarge

Kort gezegd komt het erop neer dat de gemeente aanvoert dat zij terzake over een discretionair appreciatierecht beschikt, wat het Hof ontkent.

In de eerste plaats betekent dit dat het geschil wel degelijk bij de gewone rechter thuishoort, en niet bij de Raad van State, zoals Beringen beweerde. De bevoegdheid om identiteitskaarten uit te reiken is namelijk een gebonden bevoegdheid. De interpretatie die de gemeente moet doen bij de toepassing van de regel, onder meer wat betreft de pasfoto’s die in aanmerking kunnen worden genomen, houdt geen appreciatie in.

Ten tweede mag uit de term 'kan' in de omzendbrief niet afgeleid worden dat het de gemeente vrij staat de uitzondering op de regel niet toe te staan aan iemand die aannemelijk maakt dat zij een Islamitische gelovige is die om haar godsdienstige overtuiging te veruiterlijken doorgaans in het openbaar een hoofddoek draagt, en die daartoe een ernstige rechtvaardiging voorlegt. <I>In casu<I> was de eigen verklaring van de vrouw aangevuld door een verklaring van de imam van de moskee van Beringen.

Hoofddoek is islamitisch

Het Hof stelt ook dat 'het dragen in het openbaar van een hoofddoek overeenstemt met de voorschriften van de Islam'. In hoger beroep had de gemeente nog beweerd dat dit geen religieus voorschrift was, maar een strikt individuele wens, aangezien er andere islamitische vrouwen zijn die geen hoofddoek dragen. In de media kon men de Beringse burgemeester trouwens uit de Koran de stelling horen citeren dat de hoofddoek in de Islam niet verplicht is.

Maar dit doet niet terzake. Hoezeer men er ook van overtuigd kan zijn dat een andere interpretatie van de religieuze bronnen wenselijk is, een buitenstaander kan ze niet opdringen. Waar het op aankomt, is dat de betrokkenen de regel als een religieus voorschrift zien, en dat daarvoor een 'ernstige rechtvaardiging' voorligt. Aangezien wereldwijd miljoenen moslims dit voorschrift erkennen, kan dat element moeilijk betwist worden.

Een ander argument in hoger beroep was, dat de wens om met hoofddoek op de identiteitskaart te staan 'niet zozeer zou ingegeven zijn door ernstige godsdienstige motieven maar door politieke agitatie, meer bepaald de actie van sommige fundamentalistische, islamitische verenigingen te Beringen die integratie zouden afwijzen'. Het hof van beroep betwistte het waarheidsgehalte van deze bewering. Het zou echter niet verwonderlijk zijn indien door deze affaire de 'autochtone' en 'allochtone' Beringers verder van mekaar af zijn komen te staan, en het precies de 'integratie' is die het slachtoffer is geworden van het koppige beleid. Dit arrest zou het einde van de strijd moeten inluiden. Misschien kan nu gestreefd worden naar een andere vorm van integratie, vrij van vooroordelen en met aanpassingen aan beide kanten.

Eva Brems :rood: