Zwarte Schaap
06-11-02, 18:53
Verrast door onderwijs in Marokko'
Door Romain van Damme
Woensdag 06 november 2002 - BREDA -
In zijn woorden zit nog altijd een mengeling van verbazing en verrassing. Christ de Vries van De Vlinderboom, school voor speciaal onderwijs in Breda, steekt bovendien zijn bewondering niet onder stoelen of banken. "In Marokko zijn de beleidsvoornemens zeer vooruitstrevend en is het niveau van het onderwijs behoorlijk, om niet te zeggen heel goed."
De Vries was enkele weken geleden in Marokko. Samen met negentien andere 'onderwijsmensen' uit Breda en Etten-Leur (basis-,speciaal-en voortgezet onderwijs) toerde De Vries een week door het Noord-Afrikaanse land. Dat gebeurde aan de hand van drs. Farouk Benaïssa.
"Twee jaar geleden werd me gevraagd een studiereis naar Marokko te organiseren", zegt Benaïssa die als coördinator Oalt (Onderwijs in Allochtone Levende Talen) werkzaam is bij Edux-onderwijsadviseurs. "Bedoeld voor alle scholen in Breda. Uiteindelijk wilden er zeventien mee en hebben we daar drie scholen voor voortgezet onderwijs uit Etten-Leur aan toegevoegd."
Ze hebben veel geleerd, zegt De Vries. Zomaar een voorbeeldje. "In Marokko ben je pas op zesjarige leeftijd leerplichtig. In Nederland is dat bij vier jaar. Nu snap ik veel beter dat Marokkaanse moeders moeite hebben om hun jonge kinderen naar school te sturen."
Het is een van de vele voorbeelden die De Vries en Benaïssa in De Vlinderboom op tafel leggen. "Het belangrijkste was inzicht te krijgen in het Marokkaans onderwijs en meer begrip voor elkaar te krijgen. Daarom wilden we niet alleen modelscholen bezoeken, niet alleen de paradepaardjes."
Ze bezochten scholen in de grote stad, maar ook op het platteland in verscholen dorpjes. De Vries: "Overal tweetalig onderwijs! Arabisch en Frans, ook in het basisonderwijs. Daar komt in d e hogere klassen dan ook nog eens Engels als derde taal bij. Poeh, dat niveau is hoog."
Nog een verschil. "Ze werken in ploegendiensten. De eerste groep kinderen komt om acht uur en gaat om tien uur weer weg. Dan komt de tweede groep tot twaalf uur die dan weer afgelost wordt door de eerste groep. Zo gaat dat tot 16.00 uur. Op die manier worden de schoolgebouwen zeer intensief gebruikt."
De klassen zijn groot. Veertig tot vijftig kinderen in een klas is geen uitzondering. "Dus kun je alleen maar klassikaal, frontaal lesgeven. Ze krijgen veel geheugentraining. Opvallend is ook dat de manier van lesgeven in alle klassen wordt doorgetrokken, tot aan het voortgezet onderwijs."
Maar uiteraard loopt niet alles van een leien dakje. Moeilijk lerende kinderen 'verdrinken' in de massa. Benäissa: "Inderdaad, kinderen die niet meekunnen, zien ze bij wijze van spreken niet. Alleen kinderen met bijvoorbeeld het syndroom van Down worden in een speciale groep gezet. Maar voor MLK-kinderen (moeilijk lerende kinderen) is er niets."
Plannen om daar verandering in aan te bregen, zijn er overigens wel. De Vries: "Ze vroegen ons: wat hebben jullie te bieden? Jullie weten veel van speciaal onderwijs, jullie zijn de experts. Dat is allemaal terug te vinden in de beleidsvoornemens. Ze willen vooruit."
Benaïssa: "Het Marokkaans onderwijssysteem is op de Franse leest geschoeid. Logisch, Marokko was een Franse kolonie. De regering wil dat veranderen en naar een Duits systeem toe. Dat is meer beroepsgericht. Een groot probleem in Marokko is dat er veel vraag is naar dergelijk onderwijs, maar dat er weinig aanbod is."
In de hoofdstad Rabat hebben ze uitvoerig met leden van een nieuw ministerie gesproken. Dat ministerie houdt zich bezig met de positie van de vrouw in Marokko, de ontwikkeling van het gezin en de integratie van de gehandicapten.
"Dat ministerie staat onder leiding van de eerste vrouwelijke minister in Marokko. Er is een groot actieplan opgesteld. Er komt bijvoorbeeld een convenant waarin bedrijven zich verplichten dat vijf procent van hun werknemers gehandicapt is en de rechten van het kind worden erkend."
De Vries kan blijven vertellen. Lachend: "Zeker. Over hoofddoekjes bijvoorbeeld. In Marokko nooit een punt van discussie. Iedereen doet wat hij of wil. Niemand wordt tot iets verplicht. Wat mij ook opviel: de grote betrokkenheid van de leraren."
Terug in Nederland merkte De Vries meteen dat de Marokkaanse gemeenschap uiterst enthousiast was over het bezoek. "Ze stellen het ten zeerste op prijs. Dat wij ons willen verdiepen in hun cultuur. Het geeft meer vertrouwen, dat merk je meteen. Omdat je zelf meer begrijpt van hun cultuur, kom je veel gemakkelijker in gesprek met hen."
Een prima basis voor een verdere samenwerking. Benaïssa: "Voor mezelf ben ik nog op zoek naar een weg om al die ervaringen goed te vertalen. Wat kunnen we ermee doen, wat kunnen we verder voor elkaar betekenen? Als dat met wederzijds respect gebeurt, wordt iedereen er beter van."
Door Romain van Damme
Woensdag 06 november 2002 - BREDA -
In zijn woorden zit nog altijd een mengeling van verbazing en verrassing. Christ de Vries van De Vlinderboom, school voor speciaal onderwijs in Breda, steekt bovendien zijn bewondering niet onder stoelen of banken. "In Marokko zijn de beleidsvoornemens zeer vooruitstrevend en is het niveau van het onderwijs behoorlijk, om niet te zeggen heel goed."
De Vries was enkele weken geleden in Marokko. Samen met negentien andere 'onderwijsmensen' uit Breda en Etten-Leur (basis-,speciaal-en voortgezet onderwijs) toerde De Vries een week door het Noord-Afrikaanse land. Dat gebeurde aan de hand van drs. Farouk Benaïssa.
"Twee jaar geleden werd me gevraagd een studiereis naar Marokko te organiseren", zegt Benaïssa die als coördinator Oalt (Onderwijs in Allochtone Levende Talen) werkzaam is bij Edux-onderwijsadviseurs. "Bedoeld voor alle scholen in Breda. Uiteindelijk wilden er zeventien mee en hebben we daar drie scholen voor voortgezet onderwijs uit Etten-Leur aan toegevoegd."
Ze hebben veel geleerd, zegt De Vries. Zomaar een voorbeeldje. "In Marokko ben je pas op zesjarige leeftijd leerplichtig. In Nederland is dat bij vier jaar. Nu snap ik veel beter dat Marokkaanse moeders moeite hebben om hun jonge kinderen naar school te sturen."
Het is een van de vele voorbeelden die De Vries en Benaïssa in De Vlinderboom op tafel leggen. "Het belangrijkste was inzicht te krijgen in het Marokkaans onderwijs en meer begrip voor elkaar te krijgen. Daarom wilden we niet alleen modelscholen bezoeken, niet alleen de paradepaardjes."
Ze bezochten scholen in de grote stad, maar ook op het platteland in verscholen dorpjes. De Vries: "Overal tweetalig onderwijs! Arabisch en Frans, ook in het basisonderwijs. Daar komt in d e hogere klassen dan ook nog eens Engels als derde taal bij. Poeh, dat niveau is hoog."
Nog een verschil. "Ze werken in ploegendiensten. De eerste groep kinderen komt om acht uur en gaat om tien uur weer weg. Dan komt de tweede groep tot twaalf uur die dan weer afgelost wordt door de eerste groep. Zo gaat dat tot 16.00 uur. Op die manier worden de schoolgebouwen zeer intensief gebruikt."
De klassen zijn groot. Veertig tot vijftig kinderen in een klas is geen uitzondering. "Dus kun je alleen maar klassikaal, frontaal lesgeven. Ze krijgen veel geheugentraining. Opvallend is ook dat de manier van lesgeven in alle klassen wordt doorgetrokken, tot aan het voortgezet onderwijs."
Maar uiteraard loopt niet alles van een leien dakje. Moeilijk lerende kinderen 'verdrinken' in de massa. Benäissa: "Inderdaad, kinderen die niet meekunnen, zien ze bij wijze van spreken niet. Alleen kinderen met bijvoorbeeld het syndroom van Down worden in een speciale groep gezet. Maar voor MLK-kinderen (moeilijk lerende kinderen) is er niets."
Plannen om daar verandering in aan te bregen, zijn er overigens wel. De Vries: "Ze vroegen ons: wat hebben jullie te bieden? Jullie weten veel van speciaal onderwijs, jullie zijn de experts. Dat is allemaal terug te vinden in de beleidsvoornemens. Ze willen vooruit."
Benaïssa: "Het Marokkaans onderwijssysteem is op de Franse leest geschoeid. Logisch, Marokko was een Franse kolonie. De regering wil dat veranderen en naar een Duits systeem toe. Dat is meer beroepsgericht. Een groot probleem in Marokko is dat er veel vraag is naar dergelijk onderwijs, maar dat er weinig aanbod is."
In de hoofdstad Rabat hebben ze uitvoerig met leden van een nieuw ministerie gesproken. Dat ministerie houdt zich bezig met de positie van de vrouw in Marokko, de ontwikkeling van het gezin en de integratie van de gehandicapten.
"Dat ministerie staat onder leiding van de eerste vrouwelijke minister in Marokko. Er is een groot actieplan opgesteld. Er komt bijvoorbeeld een convenant waarin bedrijven zich verplichten dat vijf procent van hun werknemers gehandicapt is en de rechten van het kind worden erkend."
De Vries kan blijven vertellen. Lachend: "Zeker. Over hoofddoekjes bijvoorbeeld. In Marokko nooit een punt van discussie. Iedereen doet wat hij of wil. Niemand wordt tot iets verplicht. Wat mij ook opviel: de grote betrokkenheid van de leraren."
Terug in Nederland merkte De Vries meteen dat de Marokkaanse gemeenschap uiterst enthousiast was over het bezoek. "Ze stellen het ten zeerste op prijs. Dat wij ons willen verdiepen in hun cultuur. Het geeft meer vertrouwen, dat merk je meteen. Omdat je zelf meer begrijpt van hun cultuur, kom je veel gemakkelijker in gesprek met hen."
Een prima basis voor een verdere samenwerking. Benaïssa: "Voor mezelf ben ik nog op zoek naar een weg om al die ervaringen goed te vertalen. Wat kunnen we ermee doen, wat kunnen we verder voor elkaar betekenen? Als dat met wederzijds respect gebeurt, wordt iedereen er beter van."