Shaheed
07-12-02, 19:47
KAMP BUREIJ - Bij een inval van het Israëlische leger in een vluchtelingenkamp in de Gazastrook zijn vrijdag tien Palestijnen om het leven gekomen. Twee van de slachtoffers waren medewerkers van de VN-organisatie voor hulp aan Palestijnse vluchtelingen, de UNRWA.
Twee weken geleden is er in Jenin, op de Westelijke Jordaanoever, ook al een VN-medewerker doodgeschoten; toen was het een buitenlander. De Israëlische soldaten die dat deden, hadden zijn mobieltje aangezien voor een vuurwapen. De slachtoffers van vrijdag, een man en een vrouw, werkten als conciërge en onderwijzeres op een school van de UNRWA.
De Israëlische troepen arriveerden even na middernacht met veertig tanks en pantserwagens bij het vluchtelingenkamp, dat zo'n dertigduizend inwoners telt. Volgens een Israëlische legerwoordvoerder was het leger op zoek naar Aiman Shasniyeh, een lokale leider van de Comités voor Volksverzet, die de hand zou hebben gehad in een bomaanslag op een tank waarbij in maart drie soldaten waren gedood. Shasniyehs woning in het kamp werd opgeblazen, zelf was hij onvindbaar.
Via de luidsprekers van de moskeeën werden de mannen opgeroepen verzet te komen bieden tegen de Israëlische troepen, die vanuit de lucht werden gesteund door helikopters. Veel mannen onderbraken de viering van het Suikerfeest en kwamen gewapend de straat op, waarop er vuurgevechten ontbrandden die drie uur aanhielden.
De legerwoordvoerder zei dat minstens vier van de doden gewapend verzet hadden geboden. Behalve tien doden vielen er in de strijd ook negentien gewonden, onder wie enkele kinderen.
De Israëlische inval in het kamp bracht de Palestijnse leider Yasser Arafat tot woede. 'Elke dag is er een nieuw bloedbad, elke dag is er verwoesting, elke dag is er meer schade. Elke dag zijn er meer arrestaties en elke dag meer doden', zei hij tegen journalisten.
Twee weken geleden is er in Jenin, op de Westelijke Jordaanoever, ook al een VN-medewerker doodgeschoten; toen was het een buitenlander. De Israëlische soldaten die dat deden, hadden zijn mobieltje aangezien voor een vuurwapen. De slachtoffers van vrijdag, een man en een vrouw, werkten als conciërge en onderwijzeres op een school van de UNRWA.
De Israëlische troepen arriveerden even na middernacht met veertig tanks en pantserwagens bij het vluchtelingenkamp, dat zo'n dertigduizend inwoners telt. Volgens een Israëlische legerwoordvoerder was het leger op zoek naar Aiman Shasniyeh, een lokale leider van de Comités voor Volksverzet, die de hand zou hebben gehad in een bomaanslag op een tank waarbij in maart drie soldaten waren gedood. Shasniyehs woning in het kamp werd opgeblazen, zelf was hij onvindbaar.
Via de luidsprekers van de moskeeën werden de mannen opgeroepen verzet te komen bieden tegen de Israëlische troepen, die vanuit de lucht werden gesteund door helikopters. Veel mannen onderbraken de viering van het Suikerfeest en kwamen gewapend de straat op, waarop er vuurgevechten ontbrandden die drie uur aanhielden.
De legerwoordvoerder zei dat minstens vier van de doden gewapend verzet hadden geboden. Behalve tien doden vielen er in de strijd ook negentien gewonden, onder wie enkele kinderen.
De Israëlische inval in het kamp bracht de Palestijnse leider Yasser Arafat tot woede. 'Elke dag is er een nieuw bloedbad, elke dag is er verwoesting, elke dag is er meer schade. Elke dag zijn er meer arrestaties en elke dag meer doden', zei hij tegen journalisten.