PDA

Bekijk Volledige Versie : Niet meer mijn leven (deel 3)



bahar
17-12-02, 13:10
Niet meer mijn leven Deel 3

Moe en hongerig stapte Hayat de tram in. Ze zou voor een nacht dertig euro kwijt zijn. Ze zou snel werk moeten vinden. Zwart werk. In de tram was ze alleen. Tenminste dat dacht ze. Een paar stoelen voor haar zat iemand. Ze stapte uit waar de man van de VVV haar gezegd had. Ze stond bij de deur en haalde een diepe zucht. Ze dacht aan haar ouders. Wat dachten ze nu? Wat ging er nu door hun heen. Laat ze maar voelen. dacht Hayat. Haar lichaam begon pijn te doen. Ze wilde alleen maar slapen. Maar eerst iets eten halen, de hele dag heeft ze nog niets gegeten.

Ze stapte uit. Keek om zich heen. Ze liep de weg af, de stoep op. Ze keek weer goed om zich heen of ze het hotel zag. In de verte zag ze een geel lichtgevend bord, was dat het? Nee dat was een snackbar. Ze had toch trek in eten dus wilde ze daar naartoe lopen. Ze keek in haar tas en zocht het geld bij elkaar. Een hand raakte haar schouder aan. Ze draaide zich om. "Kan ik je ergens mee helpen zoeken, volgens mij kom je niet hier vandaan" zei een stem. Hayat bekeek de jongen goed. Hij had een engelen gezicht. Ze was in een klap vergeten dat ze naar haar hotel zocht. "Eh ja ik moet naar mijn hotel. En ik moet iets eten halen." zei ze verstrompeld. Ineens realiseerde Hayat zich de verwondingen aan haar gezicht. Ze keek gelijk naar beneden. Ze draaide zich om en liep weg.

"Wacht, meisje, wat is er met je gebeurt?" zei de jongen. Hij trok Hayat naar een lantarenpaal. Ze stonden beide in het licht. Hayat bekeek hem. Hij was mooi, heel mooi. Hij straalde iets zachts uit, iets onbekends, veiligs. "Miskiena, wie heeft dit gedaan?" vroeg hij. Hayat zei niets. "Niemand joh". De jongen keek haar met medelijden aan. "Je werkt toch niet he" zei hij. "Nee, maar wat bedoel je?" zei Hayat. "Oke, ik bedoel dit heeft toch geen man gedaan, je werkt toch niet als prostituee he meisje?" zei de jongen. Hayat snapte hem. "Nee, nee ben je gek? Dit heeft mijn vader gedaan omdat ik niet met zijn neef wilde trouwen, mijn achterneef." zei ze weer met tranen in haar ogen. Waarom vertelde ze dit, ze kon hem niet, dacht ze. "Ik heet Marouan" zei de jongen. "wil je iets eten of drinken, je ziet er moe uit meid" zei hij. "Huil niet lieverd, kom we gaan wat eten". Hayat liep mee.

Ze liepen richting de snackbar. Marouan had haar tas van haar overgenomen. "Ik heet Hayat, en ik kom uit Rotterdam" zei ze. "Ik ben gestrand, weet niet meer wat ik moet doen. Ik heb het zo koud Marouan" huilde ze. "Ik weet gewoon niet meer wat ik moet, wieik ben, wat ik voel". Marouan legde haar tas op de grond. Hij deed zijn arm om haar schouder. Hij trok haar voorzichtig naar zich toe. Hayat sloot haar ogen. Ze liet alles komen, al haar verdriet, haar pijn. Ze was ruw kapot gemaakt vannacht. En vanmorgen hebben haar ouders er nog een schepje boven op gedaan.

Hayat was een sterke meid. Ze heeft altijd aan de eisen van haar ouders willen voldoen. Ze is weleens verliefd geweest, en die jongen ook op haar maar heeft dat afgeblazen omdat ze alles volgens de regels van haar ouders wilde. Ze wist dat ze ooit zou ontploffen, dat het gewoon een keer teveel voor haar zou worden. De mishandelingen waren een normale zaak bij haar thuis. Vaak werd ze eraan blootgesteld. Imane ook. Samen zaten ze weleens op een bankje te huilen erom. En daarna heel hard te lachen. Dat maakt haar sterk. Door erom te lachen. Dan kon ze het weer even aan. Maarnu was het anders. Nu was ze kapot gemaakt. Hayat voelde zich vertrouwd bij Marouan. Ze kon hem pas vijf minuten, maar het voelde alsof hij nu de enige was die ze had.

“Wat wil je eten?" vroeg Marouan. Hayat keek naar de grond. Ze schaamde zich een beetje. Marouan leek het te zien. "Hey, lieverd, wil je patat? met een broodje kaassoufflé ofzo?" zei hij met zijn Amsterdamse accent. "Eh ja dat is goed" zei Hayat. "Blijf jij hier maar even wachten" zei hij. Hij liep naar binnen, hij was mooi gekleed. Een mooi postuur, mooi gezicht, maar wie was deze jongen.

Even later kwam Marouan buiten gelopen met een paar plastic tasjes met eten en drinken erin. "Ik heb voor jou fanta meegenomen en een blikje rode fernandes, is dat goed?" vroeg hij. Hayat knikte. Hij had het eten betaald, dus dan was alles goed, dacht ze in zichzelf. "Okey hoe heet je hotel?" vroeg Marouan. Hayat was het vergeten. “Ik ben het vergeten, maar het zou hier in de buurt moeten zijn".

Marouan fronsde zijn wenkbrauw. "Dan weet ik waar het moet zijn, en dat is best een klein hotelletje". zei hij. Hij liep met haar mee. Ze liepen de straat uit, en gingen rechtsaf. Daar stond een bord voor de deur. Hotel Achilles. Hayat herinnerde zich weer dat dit hem was. Marouan hield de deur voor haar open. Hij liep mee naar binnen. Gelijk liep hij richting het loket. "Heb je al gereserveerd?" vroeg hij. "Ja" antwoorde Hayat. De man keek Hayat aan. Hayat keek weg. Marouan zag het. "Meneer, er is dus gereserveerd, voor een eenpersoonskamer? Hayat?"

Hayat knikte. Het VVV kantoor heeft gebeld. De man pakte een lijst. In gebrekkig Nederlands zei hij "Ja, kamer 112. Morgen om 12 uur uitchecken. en dat word dan 55 euro"en hij gaf haar een sleutel. Hayat schrok. "Wat 55 euro, maar tegen die man hadden jullie gezegd dat het maar 30 euro was." Hayat raakte lichtjes in paniek.Zoveel geld kon ze er niet aan uitgeven. Marouan legde ineens 200 euro op de toonbank. "Dit krijg je als ze 4 nachten ken blijven" zei hij. Hayat pakte het geld en gaf het terug aan Marouan. "Nee marouan, niet doen" zei ze. "Stil" zei Marouan kortaf. "Is het een deal?" zei hij tegen de man. De man knikte en pakte snel het geld. Hij gaf Hayat de sleutel. Marouan pakte de tassen en liep naast Hayat de gang in. Hij gaf haar de tassen aan. Hij legde zijn arm op haar schouder. Hij keek haar aan. In haar ogen, niet naar de blauwe plekken.

"Meisje, red je het een beetje?" vroeg hij. "Zal ik je morgen ochtend komen ophalen? om 12 uur?" vroeg hij. Hayat dacht na.Hij was zo lief voor haar geweest. Ze vertrouwde hem. Ze gaf al om hem. Nog nooit had iemand zoiets voor haar gedaan. Hij was voor haar opgekomen. Zelfs haar eigen ouders deden dat niet voor haar. "Blijf je alstjeblieft bij me slapen Marouan?" vroeg ze hem.

Ik bedoel, ik zou het fijn vinden als je bij me kon blijven, zonder verdere gedachten hoor!" zei ze er snel achterna. Marouan glimlachtte. "Okey, als je dat goed vind". zei hij. Ze liepen de trap op. Eerste verdieping, kamer 112. Hayat opende de deur. De kamer was klein. Er stond geen tv, een hele kleine badkamer en een tweepersoonsbed. Ze had heel erg veel pijn aan haar blauwe plekken, maar had ook erg honger. Marouan legde de Hayat's tas op de grond, en het eten zette hij op een tafeltje. Gulzig at Hayat haar eten op. Marouan bekeek haar. Hayat zag het. Ze werd rood. "Wat is er Mar?" zei ze met volle mond. Marouan lachtte. "Niets hoor meid, niets" zei hij. Hayat voelde zich op haar gemak.

Maar nog steeds ging het door haar heen wat haar ouders nu aan het doen waren. En hoe het met Said, haar broertje ging. Nadat Hayat haar eten op had stond ze op. Bloed. Ze zat nog geen tien minutenen ze bloedde alweer. De pijn daar was nog het ergst. Ze had de gebeurtenis niet aan Marouan verteld. Hij zag het nog voordat zij het zag. "Hayat, je bloed." zei hij geschrokken. Hayat keek Marouan geschrokken aan. Het kwam helemaal door haar broek heen. "Ga staan Hayat, ga naar de douche, kleed je maar om, heb je een pyama bij je?" vroeg hij. "Hayat knikte, terwijl ze die niet mee genomen had.

Ze schaamde zich diep. Liep snel naar de badkamer. Ze deed haar kleren voorzichtig uit. Ze deed de douche aan. Ze stapte onder de douche. Het bloed liep langs haar benen. Gelukkig werd het steeds minder. Ze bleef onder de douche staan totdat het helemaal stopte. Marouan klopte op de deur. "Hayat, ik heb hier iets voor je, kan je de deur een klein beetje open doen?" vroeg hij. Hayat antwoorde ”ja, momentje alstjeblieft." Ze deed de douche uit en de wikkelde zich in een handdoek. Haar schouders waren beide bont en blauw, en haar borsten ook. Ze deed de deur op een kier en riep Marouan.

Ineens zag ze een hand tussen de deur komen met daarin een paar maandverbandjes. Marouan was maandverband voor haar wezen halen. Hayat schaamde zich nog erger. Hij dacht dus dat ze ongesteld was. Ze pakte haar tas naast de badkamer en zocht naar haar ondergoed. Ze deed haar onderbroek aan en voor de zekerheid deed ze er ook een maandverbandje in. Ze had geen pyama bij zich, wat moest ze dan aan. Waarom dacht ze daar thuis niet over na. Ze besloot haar trui, die ze diezelfde dag aanhad, aan te houden. Maar nu nog een broek. Dan maar de broek die ze morgen aan zou doen. Ze keek in de spiegel. Nu pas kon ze goed zien wat er met haar gezicht gebeurd was. Gelukkig waren het plekken die wel zouden helen, maar op het moment zelf schrok Hayat.

Haar wangen waren beiden dik en blauw, en ook haar oog. Boven haar wenkbrauw had ze een helend wondje zitten en haar lip was ook dik. Ze was bijna niet te herkennen, het enige wat nog echt van haar was waren haar ogen. Haar mooie lichtbruine ogen, die een verhaal vertelde. Er stond angst in getekend. Ogen liegen niet zeggen ze, en dat was bij Hayat zeker het geval. Ze was doodsbang, doodsbang voor wat de toekomst haar brengen zou. Ze voelde nog steeds de penissen in haar vagina zitten. Ze voelde zich smerig. Ze kon niet meer naar zichzelf in de spiegel kijken. Haar rug deed pijn, alles deed pijn, maar niets kon ze vergelijken met de pijn die ze in haar hart voelde. Ze wilde niet meer, ze kon niet meer.

Ze huilde, huilde verschrikkelijk. Ze was alleen, alleen in zichzelf, ze was weggegaan en kon nooit meer terug. Ze moest nood gedwongen opnieuw beginnen. Hayat kon dat niet. Niet alleen. Maar voor nu was Marouan bij haar. Al was het maar een nacht. Hayat waste haar gezicht nogmaals met wat water. Ze droogde haar gezicht met een handdoek af. Pijn. Ze drukte. Nog meer pijn. Laat het dan maar nat zijn, dacht ze. Ze deed de deur open.

Marouan had zijn schoenen uitgedaan en had voor zichzelf op de grond een slaapplaats gemaakt met behulp van zijn jas en een extra kussen die onder het bed lag. Hij zat daar. Hayat liep naar het bed enging op het bed zitten. Marouan ging liggen. Hij legde zijn hand onder zijn hoofd. Hayat kon het niet helpen, maar ze bleef op hem letten.

Angst. Ze voelde een angstaanval opkomen. Ze huilde. Dit kon niet. Ze draaide zich snel om. Marouan had niets in de gaten. "Hayat"zei hij ineens rustig. "Ben je nog wakker?" vroeg hij. Hayat Droogde snel haar tranen en draaide zich om. Marouan zag haar ogen. Hij zag dat ze verdriet had. Hij kon het niet plaatsten. Hayat zag er slecht uit, maar Marouan hield al van haar. Op vele fronten. Hij voelde dat maar durfde niets aan haar te laten zien. Zijn gevoel was oprecht.

"Ja" antwoorde Hayat. "lieverd, hoe oud ben je?" zei Marouan. "Ik ben net 18 geworden". antwoorde Hayat. Marouan zweeg. "Hayat, Wat is er allemaal gebeurd, of wil je er niet over praten? Dan hou ik mijn mond." zei Marouan. "Ik kan er niet over praten Marouan. Maar hoe oud ben jij eigenlijk en vertel iets over jezelf." zei Hayat. “Oke, eh, ik word 21, ik zit op kickboxen, voetbal en fitness, ik ben van school af, geen zin.." zei hij met een kleine glimlach op zijn gezicht. "Ik woon nog thuis." eindigde hij. "ja ik niet meer, en ik weet niet meer waar ik naar toe moet ook hierna." zei Hayat. Weer voelde ze die tranen branden. "Ik weet helemaal niets meer Marouan, ik voel me zo vernederd zo kapot, wat ze met me hebben gedaan, het is allemaal mijn schuld Marouan." zei Hayat inmiddels echt huilend. "Nee het is nooit jou schuld, kijk wat ze hebben gedaan, je vader heeft je helemaal verot geslagen a lieverd, dat is toch niet jou schuld? wat je ook gedaan heb." zei Marouan en hij leunde naar Hayat toe.Hij aaide haar met zijn hand over haar wang. "Marouan. Ze hebben me verkracht." zei Hayat zachtjes.

Marouan schrok. "Wie, lieverd, wie" zei hij rustig. Hayat haalde diep adem en vertelde hem het verhaal. Ze legde uit hoe pijnlijk het was, hoe vernederend, hoe erg ze haar ermee kapot hebben gemaakt. Ze was in tien minuten tijd haar onschuld verloren, ze was geen meisje meer maar een verpeste vrouw. Marouan ging naast Hayat op bed zitten. Hij fluisterde dat ze nog steeds een ontzettend mooie lieve meid was. Hij ging met zijn hand door haar haar. Net zolang tot hij niets meer hoorde. Net zolang tot ze in slaap viel.

Hayat viel in slaap. Marouan bekeek haar. Hij haalde diep adem. Wat heeft dit arme meisje meegemaakt. Hoe hebben ze haar dit aan kunnen doen, je'l mgarba dacht hij. Hij had dit nog nooit meegemaakt, nog nooit had hij zo snel en zoveel om een meisje gegeven. Hij zag haar die avond uit de tram stappen. Haar uitstraling, zo mooi hij kon het niet beschrijven kon hij niet zomaar laten gaan. Hij besloot toen om ook uit de tram te stappen. Hij bekeek haar en schaamde zich om direct op haar af te stappen. Hij zag haar rond kijken. Aan de manier waarop ze dat deed concludeerde hij dat ze niet uit Amsterdam kwam. Hij besloot toen om naar haar toe te gaan, voordat het te laat was, voordat ze weg zou gaan, weg zou gaan uit zijn blik. Hij hield van haar. Hij gaf haar zachtjes een kus op haar voorhoofd en ging op de grond liggen. Hij viel in slaap.

Hayat voelde zijn kus. Ze deed net alsof ze sliep. Ze voelde zijn zachte lippen tegen haar hoofd gedrukt. Ze opende gelijk haar ogen. Marouan zag het niet en ging dus gelijk slapen. Ze keek naar hem hoe hij lag. Zijn lichaam in de loophouding. Hij was echt heel mooi, stevig gespierd gebouwd. Zijn ademhaling klonk als een mooi lied in Hayats oren. Ze viel snel daarna in slaap, op het ritme van zijn ademhaling.

De volgende ochtend werd Hayat als eerste wakker. Ze keek op haar Marouans telefoon. Half zeven. Ze stond op en ging douchen. Haar lichaam was nu minder gezwollen dan die dag ervoor, maar de pijn was hetzelfde. Ze had die nacht ook niet meer gebloed. Opgelucht deed ze de douche aan en stapte eronder. Weer voelde ze van binnen die pijn, die pijn die ze kreeg omdat ze weer helemaal terug in de realiteit was. Haar lichaam voelde moe aan. Dat was ze ook. Ze zeepte zichzelf zachtjes in. Haar vagina voelde nog wel gevoelig aan. Ook had ze nog moeite om haar benen stevig dicht naast elkaar te laten staan. Ze miste Said. Een half uurtje later droogde ze zichzelf af en kleede ze zich aan. Vandaag zou ze echt opzoek naar werk moeten.

Voorzichtig deed ze de deur open. Marouan lag er niet meer. Hayat raakte licht in paniek totdat ze een briefje vond. "Ik ben zo terug Hayat" stond er. Ze maakte het bed op en ging er op liggen. Ze sloot haar ogen en vijf minuten later viel ze als een blok in slaap.