PDA

Bekijk Volledige Versie : Niet meer mijn leven (deel 5)



bahar
17-12-02, 13:14
Niet meer mijn leven deel 5

Lachend liepen ze samen naar het hotel. "Mijn vrouw" zei >Marouan. "Hmmm, hoe klinkt dat?" zei hij met een glimlach op zijn gezicht. "Het klinkt als dit:" zei Hayat voordat ze hem een hevige zoen op zijn mond gaf. Ze liepen het hotel in. Ze waren samen zo gelukkig. Hij zou haar man worden, de vader van haar kinderen. Samen zouden ze gelukkig worden, de wereld over reizen, maar het kon niet ver genoeg zijn, zolang ze maar samen waren en van elkaar. In de hotelkamer gingen ze door met hun leuke avond. Kietelend en lachend brachten ze de avond door. Samen gingen ze liggen op bed.

"Hayat, ik hou van je, je bent het beste wat er in mijn leven is voorgekomen" zei Marouan. "Marouan, ik hou ook van jou, voor altijd" zei ze terug. Ze kropen tegen elkaar aan. Marouan sloeg zijn armen om haar lichaam en streelde haar over haar zij.

Hayat had haar arm ook over zijn zij heen. Zo vielen ze in slaap. Een paar uur later werd Marouan wakker gebeld. "Ja" nam hij moe op. "Ja, ik kom eraan." zei hij. "Schatje, ik moet weg, ik hou van je, voor altijd, maar ben zo terug. Enne, geen gekke dingen doen he, ik hou van je.." zei hij en hij stond op. "Waar ga je naartoe Marouan, blijf bij me, alsjeblieft, blijf bij me.." zei ze bang. "Ik wil niet dat je weggaat zo laat, waar moet je nog naartoe?" vroeg ze.

"Ik moet even wat dingen regelen, ben echt binnen een uurtje terug schatje." Hij liep naar Hayat toe en gaf haar een kus. Hayat begon te huilen. "Waarom huil je lieverd?" vroeg Marouan. "Omdat ik niet zonder je kan Marouan." zei Hayat. Hij ging naast haar zitten. Hij sloeg zijn armen om haar heen. "Ik ben zo snel mogelijk terug, je weet dat ik van je hou, jij bent mijn alles. Daarom zal ik altijd terug komen." Marouan stond op. Hij had haar hand nog vast.

Met zijn andere hand droogde hij de tranen van Hayat weg. Hij boog voorover en kuste haar. Nog eenmaal, nog een keer lang. Want dat zou hun laatste kus zijn.

Hayat hoorde de deur dicht gaan. "Wat gaat hij nog zo laat doen?" dacht ze. Aan de telefoon hoorde ze een mannenstem dus hij ging niet naar een meisje ofzo. Ze haalde een diepe zucht, en draaide zich in het bed om. Ze keek naar haar ring en gaf er een kus op. Wat hield ze veel van Marouan, ze hield zo veel van hem. Nooit zou er een ander meer voor haar zijn. Ze viel in slaap.

De volgende ochtend werd ze al vroeg wakker. Marouan was er nog steeds niet. Waar was hij toch? Hayat begon zich zorgen te maken. Ze deed de tv aan. Het was half zes in de ochtend. Marouan was nu dus al ruim vier uurtjes weg. En hij zou binnen een uur terug zijn. Wat is er toch aan de hand.

Had hij haar ook verlaten? Vond hij haar toch vies, omdat haar lichaam nu een afvaldoek was? ging het door Hayat heen. Ze ging op bed liggen en de tranen stroomde over haar wangen. "Marouan, waar ben je, kom alsjeblieft terug" zei ze huilend. Ze stond op en kleedde zich aan. Op de grond lag zijn tas. In de tas zat nog een klein cadootje verpakt met "Hayat" op de voorkant geschreven. En ook een roosje. Hayat haalde diep adem.

“Marouan, je houd nog steeds van me schatje, ik wacht op je" zei ze zachtjes in zichzelf en ging weer op bed liggen. Hij zou zo wel komen. Ze viel in slaap. Rond twaalf uur werd ze weer wakker. Nog steeds geen Marouan. Wat is er toch aan de hand? Hayat raakte nu echt in paniek. Huilend begon ze te schreeuwen. Waar was de enige persoon op deze hele teringwereld die om me gaf? De enige die me respecteerde en accepteerde hoe ik was? ging het door haar heen. Ze wilde naar buiten, om hem te zoeken, maar stel je voor dat hij dan naar de hotelkamer terug zou keren? Dan zou hij haar niet vinden. Dus bleef ze de dag binnen. Misschien was hij thuis, en had hij op zijn kop van zijn vader gekregen. Met die gedachten probeerde zezichzelf gerust te stellen. Maar ze wist wel beter.

Die nacht toen hij wegging had ze al een voorgevoel. Maar Marouan wilde het niet geloven, hij zou binnen een uur terug zijn zei hij. Hayat werd langzaam steeds paniekeriger. Ze besloot naar beneden naar de receptie te gaan, of hun iets wisten. Nee. Ze hadden hem 'snachts weg zien gaan maar verder niets gehoord. Hayat ging weer naar haar hotelkamer. Ze ging op het bed liggen en deed de tv aan. Niets op tv. Ze werd misselijk. "Waar ben je!!" schreeuwde ze ineens keihard huilend en ging op de grond liggen. "Er is iets Marouan, er is iets, waar ben je mijn engel, waar ben je, kom terug, alsjeblieft..." schreeuwde ze. Ze stond op en al huilend deed ze haar jas aan. Ze moest en zou hem gaan zoeken. Bij de receptie vroeg ze zodra ze hem gezien hadden hem konden waarschuwen dat Hayat naar hem opzoek was, en dat hij in de hotelkamer moest blijven. Waar zou ze beginnen? De zoektocht zou al snel eindigen. Ze zou haar Marouan snel vinden.

Met dikke rode ogen liep Hayat langs straten. Ze wist niet hoe ze moest lopen. Maar het maakte haar niet uit. Zolang ze Marouan maar zou vinden. Maar hoe? Ze kon hier verder niemand, hoe zou ze hem kunnen vinden. Ze liep en liep en liep. Langs alle pleinen, grachten, straatjes die er ze maar kon vinden. Net zolang totdat haar voeten haar haast niet meer konden dragen. Huilend en teleurgesteld ging ze op een muurtje zitten. Hoe zou ze hem moeten vinden? Het begon al te schemeren. Ze had nog niets gegeten.

Niets kon haar maag nu vullen. Hij was al gevuld, maar dan met angst. Angst die ze nog nooit gevoeld had. Ze besloot weer terug naar het hotel te gaan. Het idee dat hij daar misschien nu zou zijn, motiveerde haar om te rennen. En dat deed ze. Ookal wist ze niet waar ze zijn moest. Na ongeveer anderhalf uur, en veel vragen aan mensen had ze het gevonden. Ze liep direct naar de receptie om de sleutel te halen die ze daar achter gelaten had. "Jongedame, er is een meneer voor jou geweest, hij beloofde dat hij om half elf terug zou komen, dat is dus nu over een klein half uur."

Hayat's hart klopte eindelijk weer normaal. Dat moest Marouan zijn geweest. Oeeeeee als ze hem te pakken zou krijgen, ze zou echt boos op hem worden. Wie denkt hij dat hij is dat hij mij zo behandelen kan! dacht Hayat boos. Ze liep naar haar kamer. Eigenlijk was ze niet Boos, ze was heel opgelucht. Zo opgelucht dat ze van blijdschap de kamer snel ging opruimen. Het was half elf. Nog geen Marouan. Om kwart voor elf ging de hoteltelefoon. Hayat nam een beetje onzeker op. "Eh hallo?" zei ze. "Er is een jongeman voor je, kom je even naar boven? Of kan hij naar de kamer komen?" vroeg de receptionist. "Laat hem maar naar boven komen hoor." zei Hayat. Eindelijk kon ze Marouan in haar armen houden.

Na een paar minuten hoorde ze geklop op de deur. Het was vreemd dat Marouan niet gelijk naar boven kwam. Hayat haaste zich naar de deur. Ze opende hem. Het was Marouan niet. Ze kon deze jongen niet. De jongen was bleek, lijkbleek, en huilde. "Jij bent Hayat?" vroeg de jongen zacht. "Ja" zei ze bang. Haar ogen werden vochtig. Hayat werd bang, wat was er aan de hand? dacht ze bij zichzelf. "Ik ben de broer van Marouan. Ik kom net van het ziekenhuis. Marouan is overleden." Hayat keek de broer aan. Het ging allemaal ineens heel raar.

Hayat ging op haar knieen zitten en keek naar de grond. Ineens leek het alsof ze pas een paar seconde later het nieuws besefte. Vanuit het niets begon ze te schreeuwen. "AAAAAAAAAAAHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH" bleef het maar doorgaan. Net zolang tot ze niet meer kon. De broer ging naast haar zitten en probeerde haar te kalmeren, maar dat ging niet goed omdat Hayat van de wereld was. Ineens ging het gegil over naar hard gehuil. Gehuil van een meisje, dat weer alleen op de wereld was, en nu helemaal niemand meer had. Een meisje die haar engel verloren had, haar wederhelft. "Waarom God, waarom..."huilde ze hard verder. Marouan's broer stikte haast in zijn eigen tranen en hield Hayat vast.

Samen zaten ze zo op de grond. Helemaal alleen, toch met zijn tweeen. Ze waren beide iemand kwijt geraakt die veel voor ze betekende. Alles voor ze betekende. "Hayat" huilde de jongen. "Marouan is neergeschoten, hij leefde nog in het ziekenhuis en..." zei de jongen. Hij kwam niet meer uit zijn woorden, het enige wat hij nog kon was huilen. Alleen maar huilen, met Hayat in zijn armen. "Hij vroeg direct naar jou, en vertelde mij dat je hier zat, en dat ik tegen je moest zeggen of je naar het ziekenhuis wilde komen" zei de jongen huilend. Hayat ging op het bed zitten met haar hoofd tussen haar benen. "Ik was al eerder geweest, maar toen was je er niet." zei hij. "Ik was naar hem opzoek" zei Hayat zwaar snikkend. "Toen ik terug naar het ziekenhuis kwam, vertelde ik hem dat je niet in je hotelkamer was.

Toen zei hij dat als ik je sprak dat hij heel veel van je houd, en dat hij je nooit verlaten zal, nooit. Tien minuten later was hij er niet meer. Zijn hart stoptte er gewoon ineens mee, terwijl het eerst juist heel goed ging." zei de jongen, en hijbegon weer nog harder te huilen. Hayat ging op het bed liggen. "Ook zei hij dat ik je iets moest geven." De jongen haalde een tas te voorschijn. “Lieve Hayat, ik kom straks terug, ik ga even naar mijn familie toe, hier heb je een telefoon, dan bel ik je later op." zei de jongen en hij liep de hotelkamer uit.

Hayat was van de wereld. Ze wilde niet meer leven. Ze liep de badkamer in en keek zichzelf in de spiegel aan. Ze werd nog misselijker dan dat ze zich al voelde en kotste over zichzelf heen. Hysterisch begon ze te gillen. "Marouaaaaaan, Allah, neeee, alstublieft Vader nee, hij was de enige die ik had, waarom hij Vader, waarom?" huilde ze. Ze ging op de grond liggen. Ze voelde niets meer, ze rook niets meer, haar lichaam was verdoofd. Haar ogen waren op de tas gericht, maar ze kon niet opstaan. Ze sloot haar ogen. Nee, ze opende ze gelijk weer, want ze zag Marouan in haar hoofd. Ze voelde zijn aanraking. Het zou een verschrikkelijke nacht worden.

Hayat kroop uiteindelijk voorzichtig naar de tas. Ze pakte hem vast en wreef hem langs haar gezicht. Marouan had deze tas aangeraakt. Ze opende de rits rustig. Haar ogen waren alleen op de tas gericht. Ze zette hem tussen haar benen. Ze opende hem. Er zat geld in. Veel geld. Heel veel geld. Marouan had Hayat beloofd altijd voor haar te zorgen. Dus dit bedoelde hij ermee. Hoe kwam hij aan het geld? het maakte Hayat niets uit, het geld betekende niets meer voor haar. Marouan zelf zou er niet mee terug komen.

Het pakje! dacht ze ineens. Hij had ook een klein pakje met een roos in zijn andere tas. Ze droogde haar tranen en haalde een diepe zucht. Het hielp niets. Ze kon haar tranen niet tegenhouden. Ze opende het pakje. Er zat een kettinkje in. En een hangertje. Op het hangertje stond gegraveerd; Marouan&Hayat 4-ever. Hayat liet het kettinkje vallen en begon weer hard te huilen. Ze was hem kwijt aan de dood. Zo snel, zo onverwachts. Ze had hem nodig, nu harder dan ooit. Het verdriet dat ze vroeger had was niets vergeleken bij wat ze nu voelde, helemaal niets. Het was niet te beschrijven wat ze voelde.

einde van deel 5