rafiq
19-12-02, 10:21
Bovenstaande titel is afkomstig uit een boek dat binnenkort zal worden uitgedeeld in Belgie onder de leraren. De volledige oplage bedraagt in eerste instantie zo`n 300 duizend boeken. Het boek druipt van antisemitisme, haat en venijn tegen Israel en het doel is het legitieme bestaan van de Staat van Israel te ondermijnen.
Deze teksten zijn op zich niets nieuws. De Israelische voorlichtingsdienst brengt dit soort teksten vaak onder de aandacht als het gaat om Palestijnse schoolboeken. Tussen Israel en Belgie bestaat al lange tijd vrede en een vriendelijke verhoudingen, en toch, een nieuw Belgisch schoolboek opent de weg naar grote onrust, om het maar eens zachtjes uit te drukken.
Het gaat hier om een nieuw ontwerp voor een leerboek betreffende het Midden Oosten dat binnekort in Belgie zal worden verspreid. Dit met de officiele goedkeuring van het Belgische Ministerie van Onderwijs. Het is een handleiding voor leraren dat de basis zal moeten vormen voor dialogen in de middelbare scholen. 300.000 van deze exemplaren zullen worden verspreid onder Vlaams sprekende leraren. De schrijvers zijn Ludo Abicht (een Antwerpse filosoof) en Lucas Katrin (pseudoniem, een extreem linkse activist). Lucas Katrin heeft in het verleden boeken geschreven die duidelijk zijn bedoelingen naar voren brengen. Enkele titels zijn `De Zionistische Lobby in Belgie´, `100 jaar colonialisme in Palestina´.
Deze twee heren hebben samen een brochure uitgegeven met het argeloze opschrift `bedenkingen over het Palestijns Israelische conflict´. De inhoud heeft de Belgische joodse gemeenschap al doen schrikken.
Het gaat hier volgens de joodse Kehilla om een “klassiek, antizionistise creatie”. Het is niet moeilijk om de bekende techniek van het verkapte antisimitisme onder het mom van antizionisme te herkennen. Daarbij moet opgemerkt worden dat de tekst veel ingenieuzer is als de gangbare antisemitise geschriften van extreem rechtse schrijvers. Statistieken en citaten zijn uit hun verband gehaald met als enige doel het ondermijnen van de legitimatie van het bestaan van de Joodse Staat.
De paragraaf in het epistel dat in het bijzonder de gramschap van de gemeente opwekte betreft de verhouding van het Zionisme met de Nazipartij. Al in de eerste regel constateren de schrijvers: “om hun Staat te kunnen verwaarlijken hebben de Zionisten niet alleen de hulp van het Britse Rijk gezocht, maar ook de hulp van Nazi-Duitsland”. Verder wordt er vermeld: “om de joden naar Palestina te brengen werden verschillende tactieken gebruikt. Onder andere werd met de Nazi's afgesproken dat de joodse emigranten -voordat zij naar Palestina gingen- zouden worden opgeleid in speciaal daarvoor opgerichte kampen. In 1936 waren er al 40 van deze instellingen”.
Een ander aspect van de samenwerking tussen de Nazi's en Zionisten was de activiteit van de Arbeiderspartij van Ben Gurion. “De arbeiderspartij hield nauwe handelscontacten met de Nazi's”. Verder leggen de auteuren uit dat in het kader van de transfer overeenkomsten van 1933 ruim 16.000 van de rijkste Joden een uitreisvergunning naar Palestina zouden krijgen, tegen een betaling van 31.570.000 Sterling Ponden. Dit vermogen zou gestort worden in een fonds met het doel de bevordering van Duitse export naar Palestina. Dit maakte het mogelijk om de mooie wijken van Natanja, Haifa en Naharia te bouwen. Dankzij deze transfer overeenkomsten maken de Joden van Duits origine nog steeds een belangrijk deel uit van de Sociale Israelische Elite. Verder leggen de schrijvers uit, aan de Belgische leraren, dat de gemaakte afspraken het mogelijk maakte voor deze elite om zich goed te vestigen in Palestina. Verder wijden zij zich verder uit over de `Etzel´en de `Lechi´. “Deze partijen van Begin en Shamir gingen nog veel verder! Deze twee heren waren Facsisten. zij waren bereid, in 1941, om actief mee te doen aan de zijde van Duitsland in de oorlog, samenwerking te bewerkstelligen tussen het Duitse Volk en de joodse Natie en hebben hiervoor zelfs een officieel plan ingediend. De openbare joodse historici ontkennen dit niet, zo beweren zij, verwijzen dit als een kanttekening in de historie, en willen dat dit in de vergetelheid raakt”.
De Belgische schrijvers klagen erover dat de Israeliers steeds weer in herinnering brengen dat de Mufti van Jeruzalem collaboreerde met de Nazi's. Volgens hen was het niet een racistische ideologie die de Mufti hiertoe bewoog, maar werd hij gedreven door opportunisme om samen te gaan met de Nazi's onder het mom van `wie de vijand is van mijn vijand is mijn vriend´.
De schrijvers besluiten deze uiteenzetting met de verklaring “de Westerse leerboeken herinneren alleen aan de banden van de Mufti met de Nazi's, niemand rept iets over de commerciele banden van de joodse, Zionistische Socialisten met de Nazi's. Oftewel de offers tot samenwerking met de Nazi's die geopperd werden door de Facsistische Irgoen, wat nu een deel is van de Likud”.
In de bestudering van het 40 bladzijden tellende opvoedkundig epistel blijkt dat de schrijvers in hun ijver voor de delegitimatie van Israel zelfs beweren dat de naam en betekenis van Jeruzalem een Egyptische naam is en niet de Hebreeuwse Shalom, dat vrede betekent. Het eindigt met een onderschrift van een schilderij uit het Israel Museum in Jerusalem, dat duidelijk maakt dat dit Instituut gevestigd is op grond van wat toen het Arabische plaatsje Abu Tur was.
Momenteel wordt het manuscript aangepast aan de laatste ontwikkelingen van de Intifada. Maar de leden van de Joodse Gemeenschap zijn nu al druk bezig om de druk van het manuscript te stoppen. Het is nog niet duidelijk in hoeverre dit zal lukken. Van het Ministerie van Onderwijs en van de Vlaamse Minister
Deze teksten zijn op zich niets nieuws. De Israelische voorlichtingsdienst brengt dit soort teksten vaak onder de aandacht als het gaat om Palestijnse schoolboeken. Tussen Israel en Belgie bestaat al lange tijd vrede en een vriendelijke verhoudingen, en toch, een nieuw Belgisch schoolboek opent de weg naar grote onrust, om het maar eens zachtjes uit te drukken.
Het gaat hier om een nieuw ontwerp voor een leerboek betreffende het Midden Oosten dat binnekort in Belgie zal worden verspreid. Dit met de officiele goedkeuring van het Belgische Ministerie van Onderwijs. Het is een handleiding voor leraren dat de basis zal moeten vormen voor dialogen in de middelbare scholen. 300.000 van deze exemplaren zullen worden verspreid onder Vlaams sprekende leraren. De schrijvers zijn Ludo Abicht (een Antwerpse filosoof) en Lucas Katrin (pseudoniem, een extreem linkse activist). Lucas Katrin heeft in het verleden boeken geschreven die duidelijk zijn bedoelingen naar voren brengen. Enkele titels zijn `De Zionistische Lobby in Belgie´, `100 jaar colonialisme in Palestina´.
Deze twee heren hebben samen een brochure uitgegeven met het argeloze opschrift `bedenkingen over het Palestijns Israelische conflict´. De inhoud heeft de Belgische joodse gemeenschap al doen schrikken.
Het gaat hier volgens de joodse Kehilla om een “klassiek, antizionistise creatie”. Het is niet moeilijk om de bekende techniek van het verkapte antisimitisme onder het mom van antizionisme te herkennen. Daarbij moet opgemerkt worden dat de tekst veel ingenieuzer is als de gangbare antisemitise geschriften van extreem rechtse schrijvers. Statistieken en citaten zijn uit hun verband gehaald met als enige doel het ondermijnen van de legitimatie van het bestaan van de Joodse Staat.
De paragraaf in het epistel dat in het bijzonder de gramschap van de gemeente opwekte betreft de verhouding van het Zionisme met de Nazipartij. Al in de eerste regel constateren de schrijvers: “om hun Staat te kunnen verwaarlijken hebben de Zionisten niet alleen de hulp van het Britse Rijk gezocht, maar ook de hulp van Nazi-Duitsland”. Verder wordt er vermeld: “om de joden naar Palestina te brengen werden verschillende tactieken gebruikt. Onder andere werd met de Nazi's afgesproken dat de joodse emigranten -voordat zij naar Palestina gingen- zouden worden opgeleid in speciaal daarvoor opgerichte kampen. In 1936 waren er al 40 van deze instellingen”.
Een ander aspect van de samenwerking tussen de Nazi's en Zionisten was de activiteit van de Arbeiderspartij van Ben Gurion. “De arbeiderspartij hield nauwe handelscontacten met de Nazi's”. Verder leggen de auteuren uit dat in het kader van de transfer overeenkomsten van 1933 ruim 16.000 van de rijkste Joden een uitreisvergunning naar Palestina zouden krijgen, tegen een betaling van 31.570.000 Sterling Ponden. Dit vermogen zou gestort worden in een fonds met het doel de bevordering van Duitse export naar Palestina. Dit maakte het mogelijk om de mooie wijken van Natanja, Haifa en Naharia te bouwen. Dankzij deze transfer overeenkomsten maken de Joden van Duits origine nog steeds een belangrijk deel uit van de Sociale Israelische Elite. Verder leggen de schrijvers uit, aan de Belgische leraren, dat de gemaakte afspraken het mogelijk maakte voor deze elite om zich goed te vestigen in Palestina. Verder wijden zij zich verder uit over de `Etzel´en de `Lechi´. “Deze partijen van Begin en Shamir gingen nog veel verder! Deze twee heren waren Facsisten. zij waren bereid, in 1941, om actief mee te doen aan de zijde van Duitsland in de oorlog, samenwerking te bewerkstelligen tussen het Duitse Volk en de joodse Natie en hebben hiervoor zelfs een officieel plan ingediend. De openbare joodse historici ontkennen dit niet, zo beweren zij, verwijzen dit als een kanttekening in de historie, en willen dat dit in de vergetelheid raakt”.
De Belgische schrijvers klagen erover dat de Israeliers steeds weer in herinnering brengen dat de Mufti van Jeruzalem collaboreerde met de Nazi's. Volgens hen was het niet een racistische ideologie die de Mufti hiertoe bewoog, maar werd hij gedreven door opportunisme om samen te gaan met de Nazi's onder het mom van `wie de vijand is van mijn vijand is mijn vriend´.
De schrijvers besluiten deze uiteenzetting met de verklaring “de Westerse leerboeken herinneren alleen aan de banden van de Mufti met de Nazi's, niemand rept iets over de commerciele banden van de joodse, Zionistische Socialisten met de Nazi's. Oftewel de offers tot samenwerking met de Nazi's die geopperd werden door de Facsistische Irgoen, wat nu een deel is van de Likud”.
In de bestudering van het 40 bladzijden tellende opvoedkundig epistel blijkt dat de schrijvers in hun ijver voor de delegitimatie van Israel zelfs beweren dat de naam en betekenis van Jeruzalem een Egyptische naam is en niet de Hebreeuwse Shalom, dat vrede betekent. Het eindigt met een onderschrift van een schilderij uit het Israel Museum in Jerusalem, dat duidelijk maakt dat dit Instituut gevestigd is op grond van wat toen het Arabische plaatsje Abu Tur was.
Momenteel wordt het manuscript aangepast aan de laatste ontwikkelingen van de Intifada. Maar de leden van de Joodse Gemeenschap zijn nu al druk bezig om de druk van het manuscript te stoppen. Het is nog niet duidelijk in hoeverre dit zal lukken. Van het Ministerie van Onderwijs en van de Vlaamse Minister