Orakel
13-01-03, 21:40
Nederlanders: bot, stipt en bekrompen
Van onze verslagggeefster Deedee Derksen
DEN HAAG - Nederlanders die in het buitenland hebben gewoond en weer terugkeren, krijgen vaak opnieuw een cultuurschok. 'Je moet je twee keer aanpassen', aldus een remigrant. En dat valt niet mee. 'Ongelooflijk als iemand belt dat ie vijf minuten te laat is.'
e-mail dit artikel
printversie
meer over dit onderwerp
nieuwsbrieven
Repatrianten kijken met verbazing naar veranderingen in de maatschappij en voelen zich vaak niet thuis
In Afrika vonden Michel de Lepper (45) en zijn vrouw José Verwegen (41) zichzelf heel Nederlands. Veel Nederlandser dan ze zich nu voelen, nu ze terug zijn. Dáár, en later in Vietnam, vierden ze elk jaar Sinterklaas en zongen op Koninginnedag uit volle borst het Wilhelmus. Trots vertelden ze over de orde en rust in hun vaderland. Soms waren ze zelfs té Nederlands, als ze wel erg direct waren. Het echtpaar leerde zich aan te passen.
In 1997 keerden ze terug naar Nederland. Tot hun verbazing voelen ze zich híer niet meer thuis. 'Als mijn huis in Duitsland zou staan, zou ik het ook prima vinden.'
Het was moeilijk om contact te houden met hun oude vrienden, zegt De Lepper, technisch directeur van Heinekenvestigingen. 'Nederlanders hebben altijd totaal volgeplande agenda's. Een afspraak kun je pas maken voor over drie weken. Dat is heel weinig hartelijk.'
Hij kreeg ook problemen op zijn werk. 'In Afrika had ik geleerd dat als er een probleem was, ik zo snel mogelijk met een oplossing kwam. Maar in Nederland werkt dat heel anders. Hier moet je eerst overleggen met allerlei collega's. Je moet samen door een hele emotie heen, voordat je met een oplossing komt. Het poldermodel, zeg maar. Het wordt absoluut niet op prijs gesteld als ik direct met een plan aankom.' De Lepper voelt zich inmiddels helemaal geen Nederlander meer. Hij vindt Nederlanders 'hyprocriet en bekrompen'. 'Ze denken precies te weten hoe alles in elkaar zit. Allemaal eigenschappen waar ik me absoluut niet mee identificeer.'
Voor Els de Jong (54) van het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) in Amsterdam is dit een bekend verhaal. 'Als Nederlanders naar het buitenland gaan bereiden ze zich voor op een cultuurschok, maar niet als ze terugkeren. Toch blijkt dat vaak veel moeilijker dan verwacht.' Vier jaar geleden begonnen De Jong en haar collega Jaap Vossestein daarom met een zogeheten re-entrycursus, een inburgeringsklasje voor repatrianten.
De Jong en Vossestein komen veel verzet tegen bij net teruggekeerde Nederlanders om zich weer aan te passen aan de Nederlandse cultuur. De Jong: 'In het buitenland denken ze na over hun culturele identiteit en passen ze zich gedeeltelijk aan aan de heersende waarden en normen. Als ze dan weer terugkomen ergeren ze zich bijvoorbeeld aan de rigide agenda's, de stiptheid, of het gebrek aan hiërarchie. Toch blijkt hun Nederlander-zijn uiteindelijk te overheersen.'
'Je moet je twee keer aanpassen, een keer in het buitenland en dan weer in Nederland', zegt De Lepper, 'Je wordt je bewust van het onbewuste: je Nederlandse identiteit.' Maar wat is die Nederlandse identiteit precies? En is dat iets wat je in het buitenland van je af kunt schudden, of blijft het onherroepelijk en misschien wel ongewild altijd bij je?
Nederlanders zijn bot, direct en heel erg informeel, vindt Annemiek van Stek (41), die als ontwikkelingswerker twaalf jaar met haar gezin in Bangladesh, Belize en Egypte woonde. 'Verder staan Nederlanders in het buitenland bekend om hun punctualiteit en grote gevoel voor gerechtigheid.' Ze herkent zichzelf nog maar ten dele in dit beeld.
'Die stiptheid heb ik bijvoorbeeld niet meer. Ik vind het nu ongelofelijk als iemand belt om te zeggen dat hij vijf minuten te laat is, wat hier als heel gewoon wordt beschouwd.' Ook het geheven vingertje, dat ze hier nogal eens aantreft, heeft ze in het buitenland achtergelaten. 'Ik ben er nu achter dat het in andere landen gewoon anders gaat. Niet beter of slechter.' Ondanks deze veranderingen is ze 'onvervreemdbaar Nederlands' gebleven, vindt ze zelf. 'Ik heb nog steeds die oer-Hollandse nuchterheid en directheid en een groot gevoel voor rechtvaardigheid. Als Willem-Alexander door rood rijdt, moet hij ook gewoon een boete betalen, vind ik.'
Yolanthe Smit (58) - 25 jaar in de Verenigde Staten, tweeënhalf jaar terug - noemt zichzelf liever 'kosmopoliet' dan Nederlander. 'Maar het Nederlander-zijn blijft natuurlijk wel in mijn systeem zitten. Ik vind de taal erg belangrijk, en ook sommige dichters die ik me van vroeger herinner, zoals Slauerhoff en Bloem. Verder ben ik heel huiselijk. Ik schep er plezier in mijn huis leuk in te richten. Die huiselijke gezelligheid vind ik ook typisch Nederlands.'
Uit de Verenigde Staten heeft ze haar ondernemingslust overgehouden. 'Amerikanen reageren altijd heel enthousiast als je een plan hebt. Nederlanders zien eerder obstakels.'
Niet alleen zijzelf zijn veranderd in de tijd dat ze weg waren, de repatrianten zien dat in Nederland zelf de afgelopen jaren grote verschuivingen hebben plaatsgevonden. Jaap Vossestein van het KIT heeft een lijst gemaakt van nieuwigheden die zijn cursisten zijn opgevallen.
De punten lopen uiteen van praktische zaken als hoge huizenprijzen en kant-en-klaarmaaltijden tot zinloos geweld, multiculturele samenleving en het zoeken naar normen en waarden.
Nederlanders zijn veel materialistischer geworden, vindt Van Stek. 'Ik vind het verbazingwekkend om te zien met welk gemak mensen hier tegenwoordig geld uitgeven. Het tuincentrum hier in de buurt puilt uit van de spullen, twaalf jaar geleden was dat nog heel anders. Kennissen van ons kochten onlangs een nieuwe keuken, alleen maar omdat ze de oude niet meer mooi vonden. Daar kan ik niet bij.'
José Verwegen vindt de omgangsvormen in het openbare leven erg verruwd sinds zij uit Nederland vertrok. 'Iedereen wil de eerste zijn, vooral in het verkeer. Ik was erg verbaasd over het gemak waarmee tegenwoordig de derde vinger wordt opgestoken. Ik kende het gebaar niet eens, toen ik hier wegging.'
Terwijl ze het zegt, moet ze een beetje lachen. 'Dit klagen is eigenlijk ook typisch Nederlands.' Haar man: 'Nederlanders zijn zelden positief. Al helemaal niet over ons Nederlanderschap.'
Vervang "Nederlander" door "allochtoon" en veel (niet alles) wordt duidelijk.
Van onze verslagggeefster Deedee Derksen
DEN HAAG - Nederlanders die in het buitenland hebben gewoond en weer terugkeren, krijgen vaak opnieuw een cultuurschok. 'Je moet je twee keer aanpassen', aldus een remigrant. En dat valt niet mee. 'Ongelooflijk als iemand belt dat ie vijf minuten te laat is.'
e-mail dit artikel
printversie
meer over dit onderwerp
nieuwsbrieven
Repatrianten kijken met verbazing naar veranderingen in de maatschappij en voelen zich vaak niet thuis
In Afrika vonden Michel de Lepper (45) en zijn vrouw José Verwegen (41) zichzelf heel Nederlands. Veel Nederlandser dan ze zich nu voelen, nu ze terug zijn. Dáár, en later in Vietnam, vierden ze elk jaar Sinterklaas en zongen op Koninginnedag uit volle borst het Wilhelmus. Trots vertelden ze over de orde en rust in hun vaderland. Soms waren ze zelfs té Nederlands, als ze wel erg direct waren. Het echtpaar leerde zich aan te passen.
In 1997 keerden ze terug naar Nederland. Tot hun verbazing voelen ze zich híer niet meer thuis. 'Als mijn huis in Duitsland zou staan, zou ik het ook prima vinden.'
Het was moeilijk om contact te houden met hun oude vrienden, zegt De Lepper, technisch directeur van Heinekenvestigingen. 'Nederlanders hebben altijd totaal volgeplande agenda's. Een afspraak kun je pas maken voor over drie weken. Dat is heel weinig hartelijk.'
Hij kreeg ook problemen op zijn werk. 'In Afrika had ik geleerd dat als er een probleem was, ik zo snel mogelijk met een oplossing kwam. Maar in Nederland werkt dat heel anders. Hier moet je eerst overleggen met allerlei collega's. Je moet samen door een hele emotie heen, voordat je met een oplossing komt. Het poldermodel, zeg maar. Het wordt absoluut niet op prijs gesteld als ik direct met een plan aankom.' De Lepper voelt zich inmiddels helemaal geen Nederlander meer. Hij vindt Nederlanders 'hyprocriet en bekrompen'. 'Ze denken precies te weten hoe alles in elkaar zit. Allemaal eigenschappen waar ik me absoluut niet mee identificeer.'
Voor Els de Jong (54) van het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) in Amsterdam is dit een bekend verhaal. 'Als Nederlanders naar het buitenland gaan bereiden ze zich voor op een cultuurschok, maar niet als ze terugkeren. Toch blijkt dat vaak veel moeilijker dan verwacht.' Vier jaar geleden begonnen De Jong en haar collega Jaap Vossestein daarom met een zogeheten re-entrycursus, een inburgeringsklasje voor repatrianten.
De Jong en Vossestein komen veel verzet tegen bij net teruggekeerde Nederlanders om zich weer aan te passen aan de Nederlandse cultuur. De Jong: 'In het buitenland denken ze na over hun culturele identiteit en passen ze zich gedeeltelijk aan aan de heersende waarden en normen. Als ze dan weer terugkomen ergeren ze zich bijvoorbeeld aan de rigide agenda's, de stiptheid, of het gebrek aan hiërarchie. Toch blijkt hun Nederlander-zijn uiteindelijk te overheersen.'
'Je moet je twee keer aanpassen, een keer in het buitenland en dan weer in Nederland', zegt De Lepper, 'Je wordt je bewust van het onbewuste: je Nederlandse identiteit.' Maar wat is die Nederlandse identiteit precies? En is dat iets wat je in het buitenland van je af kunt schudden, of blijft het onherroepelijk en misschien wel ongewild altijd bij je?
Nederlanders zijn bot, direct en heel erg informeel, vindt Annemiek van Stek (41), die als ontwikkelingswerker twaalf jaar met haar gezin in Bangladesh, Belize en Egypte woonde. 'Verder staan Nederlanders in het buitenland bekend om hun punctualiteit en grote gevoel voor gerechtigheid.' Ze herkent zichzelf nog maar ten dele in dit beeld.
'Die stiptheid heb ik bijvoorbeeld niet meer. Ik vind het nu ongelofelijk als iemand belt om te zeggen dat hij vijf minuten te laat is, wat hier als heel gewoon wordt beschouwd.' Ook het geheven vingertje, dat ze hier nogal eens aantreft, heeft ze in het buitenland achtergelaten. 'Ik ben er nu achter dat het in andere landen gewoon anders gaat. Niet beter of slechter.' Ondanks deze veranderingen is ze 'onvervreemdbaar Nederlands' gebleven, vindt ze zelf. 'Ik heb nog steeds die oer-Hollandse nuchterheid en directheid en een groot gevoel voor rechtvaardigheid. Als Willem-Alexander door rood rijdt, moet hij ook gewoon een boete betalen, vind ik.'
Yolanthe Smit (58) - 25 jaar in de Verenigde Staten, tweeënhalf jaar terug - noemt zichzelf liever 'kosmopoliet' dan Nederlander. 'Maar het Nederlander-zijn blijft natuurlijk wel in mijn systeem zitten. Ik vind de taal erg belangrijk, en ook sommige dichters die ik me van vroeger herinner, zoals Slauerhoff en Bloem. Verder ben ik heel huiselijk. Ik schep er plezier in mijn huis leuk in te richten. Die huiselijke gezelligheid vind ik ook typisch Nederlands.'
Uit de Verenigde Staten heeft ze haar ondernemingslust overgehouden. 'Amerikanen reageren altijd heel enthousiast als je een plan hebt. Nederlanders zien eerder obstakels.'
Niet alleen zijzelf zijn veranderd in de tijd dat ze weg waren, de repatrianten zien dat in Nederland zelf de afgelopen jaren grote verschuivingen hebben plaatsgevonden. Jaap Vossestein van het KIT heeft een lijst gemaakt van nieuwigheden die zijn cursisten zijn opgevallen.
De punten lopen uiteen van praktische zaken als hoge huizenprijzen en kant-en-klaarmaaltijden tot zinloos geweld, multiculturele samenleving en het zoeken naar normen en waarden.
Nederlanders zijn veel materialistischer geworden, vindt Van Stek. 'Ik vind het verbazingwekkend om te zien met welk gemak mensen hier tegenwoordig geld uitgeven. Het tuincentrum hier in de buurt puilt uit van de spullen, twaalf jaar geleden was dat nog heel anders. Kennissen van ons kochten onlangs een nieuwe keuken, alleen maar omdat ze de oude niet meer mooi vonden. Daar kan ik niet bij.'
José Verwegen vindt de omgangsvormen in het openbare leven erg verruwd sinds zij uit Nederland vertrok. 'Iedereen wil de eerste zijn, vooral in het verkeer. Ik was erg verbaasd over het gemak waarmee tegenwoordig de derde vinger wordt opgestoken. Ik kende het gebaar niet eens, toen ik hier wegging.'
Terwijl ze het zegt, moet ze een beetje lachen. 'Dit klagen is eigenlijk ook typisch Nederlands.' Haar man: 'Nederlanders zijn zelden positief. Al helemaal niet over ons Nederlanderschap.'
Vervang "Nederlander" door "allochtoon" en veel (niet alles) wordt duidelijk.