Orakel
23-01-03, 00:27
Inleiding
De moord op Mohammed Achrak, eind november vorig jaar in Borgerhout, deed honderden allochtone jongeren op straat komen, met stevige rellen tot gevolg. Terwijl de leider van de Arabisch Europese Liga, Dyab Abou Jahjah, en de Antwerpse politiecommissaris Luc Lamine elkaar op straat in het wit van de ogen keken, deden lokale en nationale politici gespierde uitspraken. Termen als verplichte inburgering, repatriëring, respect en uitsluiting vlogen in het rond. Het hele integratieproces werd zwaar onder vuur genomen, leek zelfs even op losse schroeven te staan.
Twee maanden later, nu de rust in de Borgerhoutse straten is teruggekeerd, vroeg Gazet van Antwerpen negen vooraanstaande Antwerpse figuren om hun visie op het integratieproces te verwoorden.
Waar liggen de knelpunten? Wie moet welke verantwoordelijkheid nemen? Welke problemen moeten het eerst worden aangepakt? Welke rol kan de overheid bij dit alles vervullen?
Onze negen gesprekspartners mochten zich uitspreken over negen thema’s: werkgelegenheid, onderwijs, opvoeding, huisvesting, aansprakelijkheid, inburgering, racisme, culturele tolerantie en politiek.
Aansprakelijkheid
“De vernieler betaalt de schade, logisch”
De novemberrellen in Borgerhout lieten een spoor van vernieling na. Hoe geraken de slachtoffers vergoed? Wie wordt aansprakelijk gesteld? Wat als de daders minderjarig zijn? En welke rol kan de overheid spelen?
Dyab Abou Jahjah: “Wie de wet overtreedt, moet worden aangepakt. Betogen is een democratisch recht. Het is aan de politie om in te staan voor de ordehandhaving. Ik begrijp niet waarom een gemeenschap moet opdraaien voor vernielingen door leden van die gemeenschap, terwijl de Belgische gemeenschap niet opdraait voor de schade aangericht door voetbalhooligans. Als je de één tegenover de ander blijft zetten, kom je geen stap verder.”
Saïda El Fekri: “Alle schade die ontstaat door een misdrijf,moet worden vergoed, dat is logisch. Ik begrijp niet waarom er altijd in ‘wij en zij’-termen wordt gesproken. Waarom moet een hele gemeenschap opdraaien voor wat enkele jongeren uit die gemeenschap hebben misdaan?”
“Waarom moet een hele gemeenschap opdraaien voor wat enkele jongeren uit die gemeenschap hebben misdaan?” - Saïda El Fekri
Christian Leysen: “De vernieler betaalt en wordt gestraft. Als je onwettige dingen doet, moet je daar de gevolgen van dragen. We moeten de kosten van vernielingen invorderen bij jongeren en hun ouders, eventueel via alternatieve straffen zoals herstelprestaties.”
Filip Dewinter: “Vermits het Antwerpse stadsbestuur niets doet om de slachtoffers van rellen te vergoeden, stelt het Vlaams Blok de oprichting van een schadefonds voor.”
Chantal Pauwels: “Voor de vernielingen door voetbalhooligans hebben we een buurtschadefonds. Dat is makkelijker te organiseren, omdat je het risicogebied preciezer kunt afbakenen. Bij rellen is dat minder beheersbaar. We zullen dus creatiever moeten zoeken naar oplossingen. Dat lijkt me een taak voor het winkelcentra-management.”
Leona Detiège: “Ouders zijn aansprakelijk voor de daden van hun minderjarige kinderen. Wie gevat wordt bij het plegen van vernielingen, zal betalen. Die regel is nu al van toepassing.”
Mohamed Chakkar: “Schade moet worden vergoed en de daders moeten worden gestraft. Daarbij mag geen onderscheid worden gemaakt tussen allochtonen en autochtonen. Dat is de logica zelf.”
Onderwijs
Schoolplicht voor allochtone kleuters?
Tachtig procent van de allochtone leerlingen belandt momenteel in het beroepsonderwijs. Hoe kan dit getal worden teruggedrongen? Hoe werk je de taalachterstand het snelst weg? Mogen scholen kinderen weigeren? En is er een toekomst weggelegd voor aparte islamitische scholen?
Leona Detiège: “Ook in het onderwijs zijn er raakpunten met de situatie waarin Belgische vrouwen zich vroeger bevonden. Ze werden dikwijls te snel doorverwezen naar specifieke opleidingen als ‘Snit & Naad’. Hier is een sturende taak voor de Centra voor Leerlingenbegeleiding weggelegd. Zij moeten allochtone ouders wijzen op de mogelijkheden die ze hebben, zonder de kinderen meteen naar het beroepsonderwijs te sturen. Ook de leerkrachten moeten die taak ter harte nemen.
De taalachterstand bij allochtone kinderen kan worden aangepakt door ze al de laatste twee jaar van het kleuteronderwijs naar school te sturen. Desnoods moeten we de wet veranderen en dit verplicht maken. Tegelijk moet de overheid ervoor zorgen dat er in die kleuterscholen voldoende plaats is, anders verandert er niets. Een islamitische school zet geen zoden aan de dijk.
Ik ben van het principe dat een pluralistische school, waar kinderen met alle soorten leerlingen in contact komen, het beste is. Islamitische scholen kun je niet tegenhouden, maar ik zie ze liever niet.”
Saïda El Fekri: “Scholen moeten meer middelen en kansen krijgen om jongeren van allochtone origine te begeleiden.Het heeft weinig zin te blijven zeuren over ouders die onvoldoende Nederlands kennen. De ouders hebben meestal niet de kans gekregen om de taal te leren. De kinderen mogen daar niet het slachtoffer van worden.
Ik heb zelf jaren voor de klas gestaan. Het viel mij tijdens de besprekingen van de leerlingen op, dat leerkrachten méér moeite deden om de oorzaak van slechte resultaten te achterhalen bij een autochtone leerling dan bij een allochtone leerling. Bij een kind uit een migrantengezin werd al snel beslist dat de leerling de stof niet aankon, en dat de ouders niet geïnteresseerd waren in zijn schoolprestaties. Als de overheid allochtone kinderen over alle scholen wenst te spreiden, moet ze de concentratiescholen afschaffen, zowel de ‘witte’ als de ‘bruine’. Het spel moet eerlijk worden gespeeld.”
“De lesboekjes zijn nog te vaak opgesteld vanuit een westers concept. Kinderen kunnen de gehanteerde begrippen soms moeilijk vatten.” - Abdeslam El-Ajjouri
Abdeslam El-Ajjouri: “Jongeren zonder afdoende kwalificaties van school sturen is ontoelaatbaar. Daarom moet de kwaliteit binnen de scholen verhogen. Ik denk bijvoorbeeld aan speciale pakketten taalontwikkeling voor kinderen van allochtone afkomst. Het onderricht moet ook beter worden aangepast aan de noden van deze leerlingen. De lesboekjes zijn nog te dikwijls opgesteld vanuit een westers concept.”
Filip Dewinter: “Het Vlaams Blok pleit voor de invoering van een drempel van maximum 10 procent vreemdelingen per school. We zijn ook voor de oprichting van achterstandsscholen om taal- en leerachterstand te overwinnen. Aparte islamitische scholen kunnen voor ons niet. Ze werken de integratie tegen en zijn broeinesten van fundamentalisme.”
Dyab Abou Jahjah: “Het is toch normaal dat mensen thuis hun moedertaal spreken? Je kunt ze niet zomaar een andere taal opleggen. De taalachterstand bij de kinderen vormt een pedagogische uitdaging. In de Verenigde Staten krijgen kinderen uit de Spaanse gemeenschap de eerste schooljaren les in hun moedertaal. Er is aandacht voor zowel de linguïstiek als de cultuur. In België moet het toch ook mogelijk zijn om, zeker in de eerste schooljaren, de gewone leerstof aan te bieden met extra aandacht voor het Nederlands, maar ook voor de moedertaal, of die nu Berbers, Turks of Arabisch is. Dat kost geld, maar je kunt beter investeren in het onderwijs dan in een zaalvoetbalclub voor allochtonen.
Het heeft ook geen zin vzw’s te subsidiëren die woensdagnamiddag of zaterdag Arabische lessen geven. De kinderen moeten dan kunnen genieten van hun vrije tijd. Iedere gemeenschap moet de kans krijgen om met overheidssteun een school op te richten. Er is een grote vraag naar een islamitische school, maar die wordt nu genegeerd. De overheid mag aan deze school dezelfde kwaliteitsvereisten opleggen als aan andere schoolnetten. Ik ben ervan overtuigd dat de islamitische school niet veel zal verschillen van het katholieke net.”
Christian Leysen: “Zonder een degelijke kennis van de taal ontstaat er een barrière. Taalkennis is een basisvereiste voor integratie, ook op de werkvloer. Een ‘voortraject’ voor allochtone kleuters met taalachterstand moet op de politieke agenda komen. Bijvoorbeeld een uurtje taal in het kleuteronderwijs, zonder aparte klassen voor allochtone kinderen. Voor ouderen mag de lat iets minder hoog liggen, maar een zekere inspanning mag je toch verwachten.
Chantal Pauwels: “We moeten actie voeren om de ouders ervan te overtuigen hun jongens en meisjes naar het kleuteronderwijs te sturen. Ik stel vast dat we in Borgerhout geen algemeen secundair onderwijs meer hebben. Dat is een signaal dat er iets grondig is misgelopen. In kleuterscholen moeten we specifieke taakleerkrachten inzetten, om de achterstand bij alle kinderen weg te werken. De banden met de ouders aanhalen blijft intussen een cruciale opdracht. En niet alleen bij een slecht rapport.”
Nahima Lanjri: “Waarom geen verplichting voor de scholen om álle leerlingen in te schrijven, ook allochtone? De doorstroming in het onderwijs moet verbeteren, en de ouders moeten er meer bij worden betrokken. Zo kun je op school de opdracht krijgen om thuis naar Nederlandstalige tv-programma’s te kijken. Een islamschool? Ja, want er bestaat hier een vrije keuze van onderwijs. Zoals er katholieke en joodse scholen zijn, moeten ook islamitische scholen kunnen, volgens de normen en erkenningsvoorwaarden van de Belgische scholen. Al zullen niet alle migranten hun kinderen er naar toe sturen. In Brussel was het alvast geen groot succes. Vrije scholen zouden wel een grotere openheid voor andere godsdiensten moeten nastreven.”
Mohammed Chakkar: “De onderwijsachterstand die allochtonen hebben, heeft met meer dan alleen taal te maken. Discriminatie in het onderwijs blijft een groot probleem. De meeste migrantenleerlingen voelen zich niet veilig in hun eigen school. Kwaliteit kost geld: geef de scholen meer middelen, pedagogische ruimte, didactisch materiaal en personeel om kinderen met een achterstand op te vangen.
Verder moet de ‘witte vlucht’ uit bepaalde scholen een halt worden toegeroepen, door met de ouders van autochtone leerlingen te praten. Die ouders moeten begrijpen dat het nog altijd de leerkrachten zijn die lesgeven, en niet de Marokkaanse medeleerlingen. Concentratiescholen zijn op termijn funest voor de hele samenleving.
Investeren in het onderwijs is investeren in de toekomst. Het is de taak van de inrichtende machten om segregatie tegen te gaan. Tegen de oprichting van islamitische scholen valt weinig te beginnen. De grondwet zegt dat er vrijheid van onderwijs is. Toch zijn dergelijke scholen geen goed antwoord op de problemen die we kennen.”
De moord op Mohammed Achrak, eind november vorig jaar in Borgerhout, deed honderden allochtone jongeren op straat komen, met stevige rellen tot gevolg. Terwijl de leider van de Arabisch Europese Liga, Dyab Abou Jahjah, en de Antwerpse politiecommissaris Luc Lamine elkaar op straat in het wit van de ogen keken, deden lokale en nationale politici gespierde uitspraken. Termen als verplichte inburgering, repatriëring, respect en uitsluiting vlogen in het rond. Het hele integratieproces werd zwaar onder vuur genomen, leek zelfs even op losse schroeven te staan.
Twee maanden later, nu de rust in de Borgerhoutse straten is teruggekeerd, vroeg Gazet van Antwerpen negen vooraanstaande Antwerpse figuren om hun visie op het integratieproces te verwoorden.
Waar liggen de knelpunten? Wie moet welke verantwoordelijkheid nemen? Welke problemen moeten het eerst worden aangepakt? Welke rol kan de overheid bij dit alles vervullen?
Onze negen gesprekspartners mochten zich uitspreken over negen thema’s: werkgelegenheid, onderwijs, opvoeding, huisvesting, aansprakelijkheid, inburgering, racisme, culturele tolerantie en politiek.
Aansprakelijkheid
“De vernieler betaalt de schade, logisch”
De novemberrellen in Borgerhout lieten een spoor van vernieling na. Hoe geraken de slachtoffers vergoed? Wie wordt aansprakelijk gesteld? Wat als de daders minderjarig zijn? En welke rol kan de overheid spelen?
Dyab Abou Jahjah: “Wie de wet overtreedt, moet worden aangepakt. Betogen is een democratisch recht. Het is aan de politie om in te staan voor de ordehandhaving. Ik begrijp niet waarom een gemeenschap moet opdraaien voor vernielingen door leden van die gemeenschap, terwijl de Belgische gemeenschap niet opdraait voor de schade aangericht door voetbalhooligans. Als je de één tegenover de ander blijft zetten, kom je geen stap verder.”
Saïda El Fekri: “Alle schade die ontstaat door een misdrijf,moet worden vergoed, dat is logisch. Ik begrijp niet waarom er altijd in ‘wij en zij’-termen wordt gesproken. Waarom moet een hele gemeenschap opdraaien voor wat enkele jongeren uit die gemeenschap hebben misdaan?”
“Waarom moet een hele gemeenschap opdraaien voor wat enkele jongeren uit die gemeenschap hebben misdaan?” - Saïda El Fekri
Christian Leysen: “De vernieler betaalt en wordt gestraft. Als je onwettige dingen doet, moet je daar de gevolgen van dragen. We moeten de kosten van vernielingen invorderen bij jongeren en hun ouders, eventueel via alternatieve straffen zoals herstelprestaties.”
Filip Dewinter: “Vermits het Antwerpse stadsbestuur niets doet om de slachtoffers van rellen te vergoeden, stelt het Vlaams Blok de oprichting van een schadefonds voor.”
Chantal Pauwels: “Voor de vernielingen door voetbalhooligans hebben we een buurtschadefonds. Dat is makkelijker te organiseren, omdat je het risicogebied preciezer kunt afbakenen. Bij rellen is dat minder beheersbaar. We zullen dus creatiever moeten zoeken naar oplossingen. Dat lijkt me een taak voor het winkelcentra-management.”
Leona Detiège: “Ouders zijn aansprakelijk voor de daden van hun minderjarige kinderen. Wie gevat wordt bij het plegen van vernielingen, zal betalen. Die regel is nu al van toepassing.”
Mohamed Chakkar: “Schade moet worden vergoed en de daders moeten worden gestraft. Daarbij mag geen onderscheid worden gemaakt tussen allochtonen en autochtonen. Dat is de logica zelf.”
Onderwijs
Schoolplicht voor allochtone kleuters?
Tachtig procent van de allochtone leerlingen belandt momenteel in het beroepsonderwijs. Hoe kan dit getal worden teruggedrongen? Hoe werk je de taalachterstand het snelst weg? Mogen scholen kinderen weigeren? En is er een toekomst weggelegd voor aparte islamitische scholen?
Leona Detiège: “Ook in het onderwijs zijn er raakpunten met de situatie waarin Belgische vrouwen zich vroeger bevonden. Ze werden dikwijls te snel doorverwezen naar specifieke opleidingen als ‘Snit & Naad’. Hier is een sturende taak voor de Centra voor Leerlingenbegeleiding weggelegd. Zij moeten allochtone ouders wijzen op de mogelijkheden die ze hebben, zonder de kinderen meteen naar het beroepsonderwijs te sturen. Ook de leerkrachten moeten die taak ter harte nemen.
De taalachterstand bij allochtone kinderen kan worden aangepakt door ze al de laatste twee jaar van het kleuteronderwijs naar school te sturen. Desnoods moeten we de wet veranderen en dit verplicht maken. Tegelijk moet de overheid ervoor zorgen dat er in die kleuterscholen voldoende plaats is, anders verandert er niets. Een islamitische school zet geen zoden aan de dijk.
Ik ben van het principe dat een pluralistische school, waar kinderen met alle soorten leerlingen in contact komen, het beste is. Islamitische scholen kun je niet tegenhouden, maar ik zie ze liever niet.”
Saïda El Fekri: “Scholen moeten meer middelen en kansen krijgen om jongeren van allochtone origine te begeleiden.Het heeft weinig zin te blijven zeuren over ouders die onvoldoende Nederlands kennen. De ouders hebben meestal niet de kans gekregen om de taal te leren. De kinderen mogen daar niet het slachtoffer van worden.
Ik heb zelf jaren voor de klas gestaan. Het viel mij tijdens de besprekingen van de leerlingen op, dat leerkrachten méér moeite deden om de oorzaak van slechte resultaten te achterhalen bij een autochtone leerling dan bij een allochtone leerling. Bij een kind uit een migrantengezin werd al snel beslist dat de leerling de stof niet aankon, en dat de ouders niet geïnteresseerd waren in zijn schoolprestaties. Als de overheid allochtone kinderen over alle scholen wenst te spreiden, moet ze de concentratiescholen afschaffen, zowel de ‘witte’ als de ‘bruine’. Het spel moet eerlijk worden gespeeld.”
“De lesboekjes zijn nog te vaak opgesteld vanuit een westers concept. Kinderen kunnen de gehanteerde begrippen soms moeilijk vatten.” - Abdeslam El-Ajjouri
Abdeslam El-Ajjouri: “Jongeren zonder afdoende kwalificaties van school sturen is ontoelaatbaar. Daarom moet de kwaliteit binnen de scholen verhogen. Ik denk bijvoorbeeld aan speciale pakketten taalontwikkeling voor kinderen van allochtone afkomst. Het onderricht moet ook beter worden aangepast aan de noden van deze leerlingen. De lesboekjes zijn nog te dikwijls opgesteld vanuit een westers concept.”
Filip Dewinter: “Het Vlaams Blok pleit voor de invoering van een drempel van maximum 10 procent vreemdelingen per school. We zijn ook voor de oprichting van achterstandsscholen om taal- en leerachterstand te overwinnen. Aparte islamitische scholen kunnen voor ons niet. Ze werken de integratie tegen en zijn broeinesten van fundamentalisme.”
Dyab Abou Jahjah: “Het is toch normaal dat mensen thuis hun moedertaal spreken? Je kunt ze niet zomaar een andere taal opleggen. De taalachterstand bij de kinderen vormt een pedagogische uitdaging. In de Verenigde Staten krijgen kinderen uit de Spaanse gemeenschap de eerste schooljaren les in hun moedertaal. Er is aandacht voor zowel de linguïstiek als de cultuur. In België moet het toch ook mogelijk zijn om, zeker in de eerste schooljaren, de gewone leerstof aan te bieden met extra aandacht voor het Nederlands, maar ook voor de moedertaal, of die nu Berbers, Turks of Arabisch is. Dat kost geld, maar je kunt beter investeren in het onderwijs dan in een zaalvoetbalclub voor allochtonen.
Het heeft ook geen zin vzw’s te subsidiëren die woensdagnamiddag of zaterdag Arabische lessen geven. De kinderen moeten dan kunnen genieten van hun vrije tijd. Iedere gemeenschap moet de kans krijgen om met overheidssteun een school op te richten. Er is een grote vraag naar een islamitische school, maar die wordt nu genegeerd. De overheid mag aan deze school dezelfde kwaliteitsvereisten opleggen als aan andere schoolnetten. Ik ben ervan overtuigd dat de islamitische school niet veel zal verschillen van het katholieke net.”
Christian Leysen: “Zonder een degelijke kennis van de taal ontstaat er een barrière. Taalkennis is een basisvereiste voor integratie, ook op de werkvloer. Een ‘voortraject’ voor allochtone kleuters met taalachterstand moet op de politieke agenda komen. Bijvoorbeeld een uurtje taal in het kleuteronderwijs, zonder aparte klassen voor allochtone kinderen. Voor ouderen mag de lat iets minder hoog liggen, maar een zekere inspanning mag je toch verwachten.
Chantal Pauwels: “We moeten actie voeren om de ouders ervan te overtuigen hun jongens en meisjes naar het kleuteronderwijs te sturen. Ik stel vast dat we in Borgerhout geen algemeen secundair onderwijs meer hebben. Dat is een signaal dat er iets grondig is misgelopen. In kleuterscholen moeten we specifieke taakleerkrachten inzetten, om de achterstand bij alle kinderen weg te werken. De banden met de ouders aanhalen blijft intussen een cruciale opdracht. En niet alleen bij een slecht rapport.”
Nahima Lanjri: “Waarom geen verplichting voor de scholen om álle leerlingen in te schrijven, ook allochtone? De doorstroming in het onderwijs moet verbeteren, en de ouders moeten er meer bij worden betrokken. Zo kun je op school de opdracht krijgen om thuis naar Nederlandstalige tv-programma’s te kijken. Een islamschool? Ja, want er bestaat hier een vrije keuze van onderwijs. Zoals er katholieke en joodse scholen zijn, moeten ook islamitische scholen kunnen, volgens de normen en erkenningsvoorwaarden van de Belgische scholen. Al zullen niet alle migranten hun kinderen er naar toe sturen. In Brussel was het alvast geen groot succes. Vrije scholen zouden wel een grotere openheid voor andere godsdiensten moeten nastreven.”
Mohammed Chakkar: “De onderwijsachterstand die allochtonen hebben, heeft met meer dan alleen taal te maken. Discriminatie in het onderwijs blijft een groot probleem. De meeste migrantenleerlingen voelen zich niet veilig in hun eigen school. Kwaliteit kost geld: geef de scholen meer middelen, pedagogische ruimte, didactisch materiaal en personeel om kinderen met een achterstand op te vangen.
Verder moet de ‘witte vlucht’ uit bepaalde scholen een halt worden toegeroepen, door met de ouders van autochtone leerlingen te praten. Die ouders moeten begrijpen dat het nog altijd de leerkrachten zijn die lesgeven, en niet de Marokkaanse medeleerlingen. Concentratiescholen zijn op termijn funest voor de hele samenleving.
Investeren in het onderwijs is investeren in de toekomst. Het is de taak van de inrichtende machten om segregatie tegen te gaan. Tegen de oprichting van islamitische scholen valt weinig te beginnen. De grondwet zegt dat er vrijheid van onderwijs is. Toch zijn dergelijke scholen geen goed antwoord op de problemen die we kennen.”