PDA

Bekijk Volledige Versie : zionistische monsters



sadeeQ
04-02-03, 19:28
Een klein dorp 7 km onder de rook van Jeruzalem.
Zaterdag 17 januari.

Allahoe Akbar!! Allahoe Akbar!! Het is feest in huize Abdel Rahmen,
vader Moestafa zit op een kussen op de grond met zijn kleine zoontje
Ismael op zijn schoot. Hij leert hem soerat AL Ichlaas met veel geduld
herhaald hij keer op keer de aya's. Vol liefde kijkt hij neer op het
onschuldige gezicht van zijn 5 -jarige zoontje. Hij kijkt naar zijn
vrouw Soeraya, ze zit in de hoek op de grond en heeft haar handen
voor haar magere gezicht geslagen. Hij hoort haar zachtjes dou3a maken.
''Baba wilt u thee?'' Moestafa kijkt om en ziet zijn dochter staan.
Haar ogen zijn roodomrand door het vele huilen, maar nu glimlacht
ze vriendelijk. Haar stralende lach maakt haar beeldschoon en
Moestafa ziet dat zijn kleine meisje al een jonge vrouw begint te
worden. ''Ja, insha Allah Firdaus, en maak ook thee voor je moeder,
ze heeft de hele dag nog niks gedronken''. Over eten wordt al niet
meer gesproken, sinds de Israeli's ruim drie maanden geleden alle
grenzen dicht hebben gegooid. Het beetje voorraden wat ze hadden
opgeslagen zijn op. Niemand kan het dorp uit en niemand komt erin.
Geen inkomsten, geen werk, alleen wanhoop, honger en onmacht.
Het begon allemaal vroeg in de ochtend, toen kleine Ismael nog op
school was. Ze zaten met zijn drieen in de kleine huiskamer op de grond
want meubels zijn er niet. Ze maakten dou3a en hielden elkaars hand
vast. Plotseling hoorde ze een jongen schreeuwen.....met een knal
vloog hun deur open en Hamdi de buurjongen kwam binnen
stormen.....''Salaam aleikom'' zei hij, hij haalde onregelmatig
adem en zonder op antwoord te wachten ging hij haperend verder,
''een bom! een hele grote''. Moestafa staat op...''Wat bedoel je
Hamdi,'' wil hij ongeduldig weten. ''Er is een man met een bom in
een vrachtwagen vol soldaten gesprongen en heeft hun allemaal
opgeblazen! veel doden, allemaal joden. "Waar?'' vraagt Moestafa.
''Bij de grenspost net buiten het dorp.'' En de man zelf" vraagt
Moestafa, en zijn hart begint wild te bonken. De twee seconden
voordat de jongen antwoord geeft lijken wel 6 jaren en hij voelt
hoe zijn wereldje begint te draaien. ''die is ook dood,'' zegt de
jongen opgewonden. ''Nee wacht ik bedoel Sjehied, hij is sjehied
hoor meneer Abdel Rahmen,'' verbetert hij zichzelf en stormt snel
de deur weer uit om het nieuws verder te verspreiden.

Als Hamdi weg is blijft het doodstil in de kleine huiskamer.
Firdaus staart naar de grond en durft niet naar haar ouders te
kijken, ze voelt hoe haar hart verschrikkelijk hard begint te
kloppen en hoe een ondraaglijke pijn zich meester van haar maakt.
Soeraya staat langzaam op, Moestafa ziet tranen over haar gezicht
stromen.....''Allahoe Akbar!! Allahoe Akbar!!'' Roept ze met
overslaande stem. ''Allahoe Akbar!! Allahoe Akbar!!'' Ze loopt het
huisje door en zegt steeds ''Allahoe Akbar!!'' Ze zakt uiteindelijk
huilend op haar knieen....''ibni...ibni! Allahoe Akbar!!'' Firdaus
staat op, rent naar haar moeder en slaat huilend haar armen om haar
moeders nek, samen huilen ze en smeken Allah SWT om hulp, en sabr.
Moestafa lacht, 1 traan rolt over zijn wang. Hij ziet het stralende
gezicht van Mohammed nog voor zich, met zijn mooie baard in zijn
witte djelebe. Pas 19 was hij, maar al meer man dan velen ooit zullen zijn.

De dag verloopt rusteloos, in het dorp breken rellen uit, binnen de
korste keren zwermt het er met Isrealische soldaten. Jongeren
gooien met stenen en soldaten schieten met rubberen! kogels terug.
Overal klinken geweerschoten, je hoort overal mensen schreeuwen en
huilen. Moeders die hun kind niet kunnen vinden rennen angstig door
het dorp op zoek. Het luchtalarm gaat steeds af. De mensen zijn
angstig en woedend. De spanning is te snijden.

De familie Abdel Rahmen blijft binnen, ze maken dou3a en bidden.
Kleine Ismael is net als alle andere kinderen door de school naar
huis gestuurd. Bij elke knal schiet Firdaus half overeind en zakt
dan rusteloos weer terug op haar kussen. De uren kruipen voorbij en
ze is op van de zenuwen. Soeraya valt steeds in slaap, ze is
doodmoe, want de nacht ervoor heeft ze niet geslapen, niemand heeft
geslapen. Ze had zitten praten met Mohammed, tenslotte waren dit de
laatste uurtjes die ze nog had met haar zoon. Elke keer als er weer
een geweer afgaat schrikt ze wakker, dan slaat ze
haar handen weer voor haar gezicht en gaat ze door met het maken
van dou3a.

Buiten begint het te schemeren en de azzan voor salat el meghreb
klinkt door de straten. Moestafa kijkt naar kleine Ismael die op
zijn schoot zit, ''herhaal alles wat je hoort,'' zegt hij
vriendelijk tegen Ismael. Ismael gehoorzaamt, ''Allahoe Akbar
Allahoe Akbar,'' zijn zachte kinderstem maakt iedereen rustig en ze
kijken allemaal vol liefde naar Ismael. "Eshedoe en''le ilehe
Ilalah....."BAAAAAAMMMM!!!!! met een luide knal vliegt de deur
open, alles gaat daarna erg snel, een groep van minstens 6
Isrealische soldaten stormen het piepkleine huisje binnen. Ismael
gilt van schrik. Nog voor Moestafa kan opstaan om Ismael op een
veilige plaats te verbergen, word
hij door drie soldaten vreselijk hard geslagen met de achterkant
van hun geweren. Hij voelt hoe Ismael uit zijn armen wordt
gerukt....Alles begint zwart om hem heen te worden, hij hoort
Firdaus gillen...Babaaaa!! Hij kan alleen nog maar de sjehede
zeggen.......

Soeraya schrikt als de soldaten binnen komen en verlamt van schrik,
ze rennen op haar af en sleuren haar weg.....ze ziet hoe 1 Israelie
Ismael aan zijn mooie krullen optilt en wegsleurt van Moestafa, ze
wil gillen maar kan geen lucht krijgen, ze hoort haar dochter
Firdaus gillen "Babaaaa!!'' dan is ze in de slaapkamer en kan ze
haar familie niet meer zien. Als een bezetene vecht ze tegen haar
belagers.....''Kijk'' hoort ze een van hen lachend zeggen "geen bed
maar wel een matras, daar moeten we het dan maar mee doen"...de
soldaat rukt haar hoofddoek af en grijpt haar haren vast.
Hij draait haar haren om zijn hand en trekt er zo hard aan dat
Soeraya valt. Ze kan niet praten, ze is helemaal verlamt van woede
en schrik, en in haar gedachte bidt ze tot Allah swt, en herhaalt
keer op keer de Sjehede.......

Firdaus probeert wakker te worden uit deze boze droom, ze ziet hoe
Ismael opgetild wordt aan zijn haren door een van de soldaten, hij gooit
hem zomaar alsof hij een lappepop is de kamer door, met een
misselijk makende knal komt hij met zijn hoofdje tegen de stenen
muur, en valt levenloos op de grond. Firdaus hapt naar adem, ze kan
bijna geen lucht krijgen, Babaaa!!! gilt ze, ze kijkt en ziet hoe
een groepje soldaten hem keer op keer slaan, ze kan zijn gezicht
niet zien alleen een bloederige massa. " Mohammeeeed" huilt ze, maar
herinnert zich dat hij er niet meer is en dat daarom de soldaten nu
hier zijn. Alles gaat zo snel, ze wil naar haar moeder rennen maar
twee mannen pakken haar vast en een derde, dezelfde die Ismael door
de kamer smeet begint grijnzend
haar kleren van haar lichaam te scheuren. Ze begint wild met haar
armen om zich heen te slaan, en spuugt naar de soldaten. ''Laat me,
laat me!'' roept ze. Ze lachen alleen en dwingen haar op de grond,
ze vecht maar heeft geen enkele kans tegen drie volwassen mannen.
De soldaat die haar kleren verscheurd heeft verkracht haar, ze gilt
en begint te huilen, de soldaat geeft haar steeds stompen tegen
haar gezicht. ''Stil!'' roept hij steeds de rest van wat hij zegt
verstaat ze niet. Ze knijpt haar ogen stijf dicht, ze wil zijn
gezicht niet zien en begint Allah swt om hulp te smeken.....

Veel mensen uit het dorp worden gearresteerd, Er zijn meer dan 67
gewonden, waarvan de helft zwaargewond is. Er is geen ziekenhuis en
de enige dokter is vorig jaar al doodgeschoten. Moeders huilen om
hun zonen. Vrouwen wachten thuis angstig op de terugkeer van hun
mannen. Oude mannen proberen de gewonden zo goed mogelijk te
verzorgen met het beetje kennis dat ze hebben.
De soldaten staan op elke straathoek, en iedereen verschuilt zich
in zijn huisje. Niemand durft naar het huis van Moestafa te gaan,
ze weten dat er soldaten binnen zijn geweest en hebben zijn familie
horen gillen. Nu zijn de soldaten weg uit het huisje. Maar niemand
van het gezin is het huis uitgekomen. het licht is ook niet
aangegaan toen het donker werd. Het huisje ziet er bijna vredig
uit, ondanks de vele kogelgaten en de ramen zonder glas en de
scheve deur. Toch durft niemand te gaan kijken of alles wel goed
gaat en of ze hulp nodig hebben, ze zijn bang voor de soldaten.

Firdaus wordt de volgende ochtend wakker als de stralen van de zon
haar gezicht zachtjes strelen. Langzaam opent ze haar ogen en
knippert tegen het felle zonlicht. Ze voelt overal pijn in haar
jonge lichaam. Haar gezichtje is gezwollen en blauw. Ze kijkt de
kamer door en ziet Ismeal nog precies in dezelfde houding liggen
als gisteren. Haar vader ligt in elkaar gedoken in een plas bloed
naast Ismael. Met zijn rechterhand heeft hij de Qoran vastgeklemd.
Ze huilt niet, ze is in shock. Strompelend bereikt ze de slaapkamer
van haar ouders, ze ziet haar moeder op de matras liggen, met
doorgesneden keel en onteerd. Ze snikt luid "ommiiii!!"en zakt op
haar knieen. Ze begint voor het eerst in haar leven zo
verschrikelijk te huilen als ze nog nooit gehuild heeft. Ze kan
bijna geen lucht krijgen. Haar lichaam schokt wild en tranen
stromen over haar gezwollen gezicht. Ze snakt naar adem en geeft
uiteindelijk over. Ze probeerd overeind te komen, dit lukt haar
niet, ze kruipt naar het lichaam van haar dierbare moeder, en
bedekt haar. Ze herinnert zich de soldaten die haar verkracht
hebben en wil ineens zo snel mogelijk het huisje uit. Maar haar
benen kunnen haar niet dragen ze heeft het gevoel of ze van
grassprietjes gemaakt zijn en is duizelig , ze kruipt moeizaam naar
buiten. alles verdwijnd langzaam, alles
wordt zwart en stil....

Een oude man die voorbij komt lopen ziet de dochter van Moestafa
halfnaakt staan, hij ziet hoe ze zich op haar knieen laat zakken en
tegen zichzelf praat terwijl ze omhoog kijkt. Hij schudt triest
zijn hoofd, ''wat hebben die joden toch weer gedaan'', mompelt hij.
Ineens zakt ze op de grond in elkaar. Het kan de man ineens niet
schelen dat er overal soldaten zijn, hij rent op het meisje af en
knielt naast haar neer, ze is dood. Weer schudt hij zijn hoofd.
''Inne lilahi we inna ilahi nirdja'oen'' zegt de oude man, en staat
op om mensen te gaan halen die het gezin Abdel Rahman kunnen komen
wassen en begraven. Het feest van de familie Abdel Rahman is afgelopen.