Hamza-T
27-02-03, 10:20
De voorbeeldige (ideale) politiek.
De voorbeeldige politiek die wij voorleggen is de politiek van de Islam. Het voorbeeldige wat uit deze politiek voortkomt is naar ons inzicht niet alleen omdat het islamitisch is, maar de enige politiek is die realistisch is inzake het onderwerp, die de menselijke waardigheid en de rechtvaardigheid waarborgt, en dwang uitsluit. Het is aan de moslims die in het westen leven gelegen tot deze juiste politiek op te roepen in plaats van in te stemmen met de integratiepolitiek, en druk uit te oefenen op de westerse landen om haar te overtuigen om deze politiek ten uitvoer te brengen over hen. Deze politiek vertegenwoordigt een aantal beginselen waaronder:
Ten eerste: het begrip burgerschap.
De burgers zijn de mensen die leven in Dar Islam en die zijn onderworpen aan de heerschappij van de Islam, ongeacht hun religie of credo of ras of huidskleur of etniciteit of minderheid. Met andere woorden het burgerschap omvat zowel de moslims als
degene die niet tot de Islam behoren, deze laatsten worden ook wel Dhimi genoemd.
Het permanente verblijf in de Dar Islam en het onderworpen zijn aan haar wetten en heerschappij zijn een vereiste voor het burgerschap. Vandaar dat een moslim die permanent verblijft in Dar Kufr zonder dat daar enige aanleiding voor is en op vrijwillige basis, ofwel om niet onder de heerschappij van de Islam te leven, geen burger is van de Islamitische staat ondanks dat deze persoon moslim is. Dit in tegenstelling tot een ongelovige die verblijft in Dar Islam die daarom wel als burger wordt beschouwd ondanks dat deze ongelovig is. Hem komt datgene toe wat de moslims toekomt en heeft dezelfde verplichtingen als zij.
Ten tweede: het voldoen aan de overeenkomsten
Dhimi komt voort uit het woord Al-Dhima en betekent de overeenkomst. Volgens de Arabieren betekent het overeenkomst, veiligheid, etc.
Zij hebben bij de moslims een overeenkomst om hen te behandelen volgens hetwelk zij elkaar hebben verzoend, en zij en hun zaken worden behandeld naar de wetten van de Islam.
Het accepteren van een Dhimi in het Dhima en het sluiten van een overeenkomst met hen betekent dat zij burgers van de staat worden, en betekent ook dat de Moslims en de staat hun overeenkomst moeten nakomen. Hun geld, hun bloed, en hun eer zijn gewaarborgd/onschendbaar en hun waardigheid is beschermd, en hun rechten zij gewaarborgd, en hun te hulp schieten in geval van oorlog en het onderhouden van hun behoeftigen is een plicht, en hun rechten in geval van misdaad blijven gewaarborgd.
En komt de verbintenis na.
(zie vertaling v.d. betekenissen v.d. Koran, soerah Al-Israa, 34)
Ten derde: geen dwang in de religie
De oorsprong hiervan is:
In de godsdienst is geen dwang.
(zie vertaling v.d. betekenissen v.d. Koran, soerah Al-Baqara, 256)
Wie van de ongelovigen, Dhimi of Musta'min of Muahid, verblijft in Dar Islam zal niet van zijn religie worden verleid en niet ervan worden weggeleid, en is in de bescherming van Allah en zijn profeet.
Hierin ligt een wijsheid die voortkomt uit de realiteit van de mens, en ligt in de aard van credo's en concepten die bestaan op basis van overtuiging. De Islam, die ondanks dat deze zou willen dat alle mensen ertoe toe zouden treden en alles doet om dat te bereiken, is zich ervan bewust dat de mensen ervan houden om te kiezen zonder dwang. Vandaar dat degene die verblijft tussen de moslims, in bescherming, de kans heeft om kennis te maken en de Islam waar te nemen. Zo ziet hij de rechtvaardigheid van de Islam in zijn wetten, en de rust die heerst in zijn samenleving die naar zijn systeem is ingericht, de diepte en de verlichting van zijn denkbeelden, wat uiteindelijk een reden is om op basis van overtuiging en niet op basis van dwang tot de Islam toe te treden en te geloven in het Islamitische credo.
Dit is de sfeer die de Islam creëert in zijn Dar, de Islam verandert de overtuiging van een ongelovige niet, echter wordt door hen wel gerespecteerd en zij zijn eraan trouw. Vandaar dat de geschiedenis getuigt van Christenen die meevechten aan de zijde van Salah-Al-Dien en getuigt van het feit dat Christenen onder de heerschappij van de Islam willen blijven.
Ten vierde: tot de rechten van de Dhimi behoren;
Bij het ten uitvoer brengen van de wetten van de Islam in de Islamitische staat worden hun specifieke zaken op de volgende punten gewaarborgd:
Zij worden gelaten in hun overtuiging en hun aanbidding
Zij worden in klederdracht en spijswetten volgens de eigen religie behandelt zolang die niet in strijd zijn met de wetgeverlijke oordelen van de Islam.
Huwelijken en echtscheidingen tussen hen vindt plaats onder de wetten van de eigen religie.
De plichten van de Moslim
De plichten van de Moslim ten aanzien van anderen:
De Moslim is in al zijn doen en laten en in alle situaties gebonden aan het Wetgeverlijke oordeel. Zoals in de Koran overgeleverd:
Maar nee, bij jouw Heer, zij geloven pas [echt] als zij zou tot scheidsrechter maken over wat bij hen omstreden is en als zij dan bij zichzelf geen moeite hebben met wat jij geoordeeld hebt en het volledig aanvaarden. (zie vertaling v.d. betekenissen v.d. Koran, soerah Al-Nisaa, 65)
Daarom zullen we een aantal Wetgeverlijke oordelen de revue laten passeren die moeten worden nageleefd en als wettelijke leidraad moeten dienen die de relatie tussen de Moslims in het westen en de westerlingen vastlegt.
De basis voor deze Wetgeverlijke oordelen vormt wat in de Fiqh wordt aangeduid als Amaan (bescherming). Want zoals het is toegestaan voor een ongelovige om Dar Islam te betreden is het toegestaan (Jaiz) voor de Moslim om in staat van Amaan (bescherming) Dar Kufr te betreden. Wanneer een Moslim een westers land betreedt, dan is hij verplicht (Wajib) zich aan de Amaan te houden.
Het bewijs daarvoor is de volgende Ayet:
En komt de verbintenis na. Over de verbintenis wordt verantwoording afgelegd.
(zie vertaling v.d. betekenissen v.d. Koran, soerah Al-Israa, 34)
En de volgende Ayet waarin het geprezen wordt:
En wie hun verbintenis nakomen.
(zie vertaling v.d. betekenissen v.d. Koran, soerah Al-Baqara, 177)
En de volgende Ayet:
Komt Gods verbintenis na wanneer jullie een verbintenis aangaan.
(zie vertaling v.d. betekenissen v.d. Koran, soerah Al-Nahl, 91)
En van de Wetgeverlijke oordelen die gelden zijn de volgende:
Onschendbaarheid / heiligheid van hun geld.
Het is verboden (Haraam) hun geld te stelen, te ontnemen, te verduisteren of hen te bedriegen/ te zwendelen. Vandaar dat indien iemand hun iets ontneemt, dit moet vergoeden. Hieronder valt bijvoorbeeld ook het reizen met de trein zonder kaartje.
Onschendbaarheid / heiligheid van hun bloed.
Het is Haraam hen te doden of hen te krengen. Hieronder valt bijvoorbeeld het lastigvallen of in de weg lopen, etc.
Onschendbaarheid / heiligheid van hun eerbaarheid. Het is verboden hun vrouwen bloot te stellen aan toespelingen. Het is verboden in enigerlei vorm hen te mishandelen of te beledigen met woorden of daden.
Onschendbaarheid / heiligheid van hun religie. Het respecteren van hun religie: het is verboden hun religie te beledigen of aanslagen te plegen op hun heiligdommen of kerken of gebedshuizen.
Op een goede manier samenleven en hen goed te behandelen, en het feliciteren bij hun feesten en deelnemen aan hun rouw zolang hierin geen verboden (Ma'sia of Ithm) worden gepleegd
Het verbod (Haraam) om te liegen tegen hen of een list op te zetten of hen voor de gek houden om een bepaald belang te bereiken.
Dit zijn een aantal Wetgeverlijke oordelen die de Islam heeft vastgelegd als basis voor een Moslim die een Dar betreedt met wedertrouw en garantie inzake bescherming (Amaan). Deze zijn vastgelegd en verankerd in de rechtsboeken (Fiqh) zoals door het Wetgeverlijke oordeel is bewezen en waarvan het verplicht (Wajib) is deze te volgen.
Noch het eigenbelang noch het belang in zaken die het leven aangaan noch de vrees voor het westen, en vooral het laatste zijn aanleiding voor ons onderzoek naar het wetgeverlijke oordeel, omdat de vrees alleen voor Allah is en niet voor anderen:
Vreest dan de mensen niet maar vreest Mij en verkwanselt Mijn tekenen niet.
(zie vertaling v.d. betekenissen v.d. Koran, soerah Al-Maida, 44)
De voorbeeldige politiek die wij voorleggen is de politiek van de Islam. Het voorbeeldige wat uit deze politiek voortkomt is naar ons inzicht niet alleen omdat het islamitisch is, maar de enige politiek is die realistisch is inzake het onderwerp, die de menselijke waardigheid en de rechtvaardigheid waarborgt, en dwang uitsluit. Het is aan de moslims die in het westen leven gelegen tot deze juiste politiek op te roepen in plaats van in te stemmen met de integratiepolitiek, en druk uit te oefenen op de westerse landen om haar te overtuigen om deze politiek ten uitvoer te brengen over hen. Deze politiek vertegenwoordigt een aantal beginselen waaronder:
Ten eerste: het begrip burgerschap.
De burgers zijn de mensen die leven in Dar Islam en die zijn onderworpen aan de heerschappij van de Islam, ongeacht hun religie of credo of ras of huidskleur of etniciteit of minderheid. Met andere woorden het burgerschap omvat zowel de moslims als
degene die niet tot de Islam behoren, deze laatsten worden ook wel Dhimi genoemd.
Het permanente verblijf in de Dar Islam en het onderworpen zijn aan haar wetten en heerschappij zijn een vereiste voor het burgerschap. Vandaar dat een moslim die permanent verblijft in Dar Kufr zonder dat daar enige aanleiding voor is en op vrijwillige basis, ofwel om niet onder de heerschappij van de Islam te leven, geen burger is van de Islamitische staat ondanks dat deze persoon moslim is. Dit in tegenstelling tot een ongelovige die verblijft in Dar Islam die daarom wel als burger wordt beschouwd ondanks dat deze ongelovig is. Hem komt datgene toe wat de moslims toekomt en heeft dezelfde verplichtingen als zij.
Ten tweede: het voldoen aan de overeenkomsten
Dhimi komt voort uit het woord Al-Dhima en betekent de overeenkomst. Volgens de Arabieren betekent het overeenkomst, veiligheid, etc.
Zij hebben bij de moslims een overeenkomst om hen te behandelen volgens hetwelk zij elkaar hebben verzoend, en zij en hun zaken worden behandeld naar de wetten van de Islam.
Het accepteren van een Dhimi in het Dhima en het sluiten van een overeenkomst met hen betekent dat zij burgers van de staat worden, en betekent ook dat de Moslims en de staat hun overeenkomst moeten nakomen. Hun geld, hun bloed, en hun eer zijn gewaarborgd/onschendbaar en hun waardigheid is beschermd, en hun rechten zij gewaarborgd, en hun te hulp schieten in geval van oorlog en het onderhouden van hun behoeftigen is een plicht, en hun rechten in geval van misdaad blijven gewaarborgd.
En komt de verbintenis na.
(zie vertaling v.d. betekenissen v.d. Koran, soerah Al-Israa, 34)
Ten derde: geen dwang in de religie
De oorsprong hiervan is:
In de godsdienst is geen dwang.
(zie vertaling v.d. betekenissen v.d. Koran, soerah Al-Baqara, 256)
Wie van de ongelovigen, Dhimi of Musta'min of Muahid, verblijft in Dar Islam zal niet van zijn religie worden verleid en niet ervan worden weggeleid, en is in de bescherming van Allah en zijn profeet.
Hierin ligt een wijsheid die voortkomt uit de realiteit van de mens, en ligt in de aard van credo's en concepten die bestaan op basis van overtuiging. De Islam, die ondanks dat deze zou willen dat alle mensen ertoe toe zouden treden en alles doet om dat te bereiken, is zich ervan bewust dat de mensen ervan houden om te kiezen zonder dwang. Vandaar dat degene die verblijft tussen de moslims, in bescherming, de kans heeft om kennis te maken en de Islam waar te nemen. Zo ziet hij de rechtvaardigheid van de Islam in zijn wetten, en de rust die heerst in zijn samenleving die naar zijn systeem is ingericht, de diepte en de verlichting van zijn denkbeelden, wat uiteindelijk een reden is om op basis van overtuiging en niet op basis van dwang tot de Islam toe te treden en te geloven in het Islamitische credo.
Dit is de sfeer die de Islam creëert in zijn Dar, de Islam verandert de overtuiging van een ongelovige niet, echter wordt door hen wel gerespecteerd en zij zijn eraan trouw. Vandaar dat de geschiedenis getuigt van Christenen die meevechten aan de zijde van Salah-Al-Dien en getuigt van het feit dat Christenen onder de heerschappij van de Islam willen blijven.
Ten vierde: tot de rechten van de Dhimi behoren;
Bij het ten uitvoer brengen van de wetten van de Islam in de Islamitische staat worden hun specifieke zaken op de volgende punten gewaarborgd:
Zij worden gelaten in hun overtuiging en hun aanbidding
Zij worden in klederdracht en spijswetten volgens de eigen religie behandelt zolang die niet in strijd zijn met de wetgeverlijke oordelen van de Islam.
Huwelijken en echtscheidingen tussen hen vindt plaats onder de wetten van de eigen religie.
De plichten van de Moslim
De plichten van de Moslim ten aanzien van anderen:
De Moslim is in al zijn doen en laten en in alle situaties gebonden aan het Wetgeverlijke oordeel. Zoals in de Koran overgeleverd:
Maar nee, bij jouw Heer, zij geloven pas [echt] als zij zou tot scheidsrechter maken over wat bij hen omstreden is en als zij dan bij zichzelf geen moeite hebben met wat jij geoordeeld hebt en het volledig aanvaarden. (zie vertaling v.d. betekenissen v.d. Koran, soerah Al-Nisaa, 65)
Daarom zullen we een aantal Wetgeverlijke oordelen de revue laten passeren die moeten worden nageleefd en als wettelijke leidraad moeten dienen die de relatie tussen de Moslims in het westen en de westerlingen vastlegt.
De basis voor deze Wetgeverlijke oordelen vormt wat in de Fiqh wordt aangeduid als Amaan (bescherming). Want zoals het is toegestaan voor een ongelovige om Dar Islam te betreden is het toegestaan (Jaiz) voor de Moslim om in staat van Amaan (bescherming) Dar Kufr te betreden. Wanneer een Moslim een westers land betreedt, dan is hij verplicht (Wajib) zich aan de Amaan te houden.
Het bewijs daarvoor is de volgende Ayet:
En komt de verbintenis na. Over de verbintenis wordt verantwoording afgelegd.
(zie vertaling v.d. betekenissen v.d. Koran, soerah Al-Israa, 34)
En de volgende Ayet waarin het geprezen wordt:
En wie hun verbintenis nakomen.
(zie vertaling v.d. betekenissen v.d. Koran, soerah Al-Baqara, 177)
En de volgende Ayet:
Komt Gods verbintenis na wanneer jullie een verbintenis aangaan.
(zie vertaling v.d. betekenissen v.d. Koran, soerah Al-Nahl, 91)
En van de Wetgeverlijke oordelen die gelden zijn de volgende:
Onschendbaarheid / heiligheid van hun geld.
Het is verboden (Haraam) hun geld te stelen, te ontnemen, te verduisteren of hen te bedriegen/ te zwendelen. Vandaar dat indien iemand hun iets ontneemt, dit moet vergoeden. Hieronder valt bijvoorbeeld ook het reizen met de trein zonder kaartje.
Onschendbaarheid / heiligheid van hun bloed.
Het is Haraam hen te doden of hen te krengen. Hieronder valt bijvoorbeeld het lastigvallen of in de weg lopen, etc.
Onschendbaarheid / heiligheid van hun eerbaarheid. Het is verboden hun vrouwen bloot te stellen aan toespelingen. Het is verboden in enigerlei vorm hen te mishandelen of te beledigen met woorden of daden.
Onschendbaarheid / heiligheid van hun religie. Het respecteren van hun religie: het is verboden hun religie te beledigen of aanslagen te plegen op hun heiligdommen of kerken of gebedshuizen.
Op een goede manier samenleven en hen goed te behandelen, en het feliciteren bij hun feesten en deelnemen aan hun rouw zolang hierin geen verboden (Ma'sia of Ithm) worden gepleegd
Het verbod (Haraam) om te liegen tegen hen of een list op te zetten of hen voor de gek houden om een bepaald belang te bereiken.
Dit zijn een aantal Wetgeverlijke oordelen die de Islam heeft vastgelegd als basis voor een Moslim die een Dar betreedt met wedertrouw en garantie inzake bescherming (Amaan). Deze zijn vastgelegd en verankerd in de rechtsboeken (Fiqh) zoals door het Wetgeverlijke oordeel is bewezen en waarvan het verplicht (Wajib) is deze te volgen.
Noch het eigenbelang noch het belang in zaken die het leven aangaan noch de vrees voor het westen, en vooral het laatste zijn aanleiding voor ons onderzoek naar het wetgeverlijke oordeel, omdat de vrees alleen voor Allah is en niet voor anderen:
Vreest dan de mensen niet maar vreest Mij en verkwanselt Mijn tekenen niet.
(zie vertaling v.d. betekenissen v.d. Koran, soerah Al-Maida, 44)