PDA

Bekijk Volledige Versie : De liefde voor de cité: Italianen en Marokkanen in Genk



Marsipulami
02-03-03, 10:00
ETNISCH/BELGISCH. Italianen en Marokkanen in Genk
De liefde voor de cité

28/02/2003 Koen Sonck

Vlaanderen is rijker dan we denken. Mensen uit andere windstreken kwamen hiernaartoe en brachten hun cultuur en levenswijze mee. Onder meer het straatbeeld in onze steden en het aanbod aan winkels en restaurants worden erdoor bepaald. Wat zou Antwerpen zijn zonder joden, Genk zonder Italianen en Marokkanen, Brussel zonder Afrikanen of Gent zonder Turken? Vandaag deel 2: de cités bij Genk

,,Ik ben een jaar weggeweest uit de cités van Winterslag. Ik heb toen een kilometer dichter naar het centrum van Genk gewoond, maar ik kon het er niet gewoon worden. De overbuurman stierf en niemand wist ervan. In de cités is zoiets onvoorstelbaar. Hier is er nog solidariteit.''

Als het aan Lorena Noë ligt, blijft ze de rest van haar leven in de cité wonen. In Genk kon ze niet aarden als Italiaanse, beweert ze. ,,Het leefde niet.'' De mijnen mogen dan wel gesloten zijn, de cité-mentaliteit leeft meer dan ooit. Een woord dat de inwoners van Winterslag overigens zelf graag in de mond nemen.

Als Gentenaar stelde ik me bij een cité een smal, doodlopend straatje en scheefgezakte arbeiderswoningen voor, maar de cités van Winterslag zijn geen grauwe beluiken. De woonwijken die de verlichte industriëlen voor de kompels bouwden, ogen fris en groen. Brede wegen, ruime tuinen, weinig verkeer, mooie halfopen bebouwingen, kortom straten waar de prijzen in een doorsnee voorstad hoog zouden oplopen.

Melouda Ait Aadi, mijn gids, doet er nog een schepje surrealisme bovenop. De eerste cité van Winterslag bevindt zich voor de brug, legt ze uit. En de tweede en de vierde cité liggen aan weerszijden van de Noordlaan. En de derde dan? ,,Die bestaat niet'', antwoordt ze. ,,Er zijn gewoon maar drie cités. De eerste, de tweede en de vierde.''

Houssein Bouharras woont in de tweede cité, maar jeugdhuis Eldorado waarvan hij de coördinator is, ligt in de vierde cité. Hij weet hoe het is om op te groeien in de cités van Winterslag. ,,Vrij saai'', geeft hij toe. ,,Er valt weinig te beleven hier voor jongeren. Het jeugdhuis is zo ongeveer de enige plek waar ze terecht kunnen. En omdat hier vooral gepensioneerde mijnwerkers wonen, is er ook een gebrek aan rolmodellen. Als je iemand hier vraagt wat hij of zij later wil worden, zullen ze nooit advocaat of dokter antwoorden. Dat is iets voor de mensen van het centrum.''

En toch zou niemand de cité voor het centrum willen ruilen, ook Houssein Bouharras niet. ,,Deze buurt is zoveel socialer. In de zomer wordt er op elke straathoek gevoetbald. Zelfs in de taal van de cités hoor je dat er hier samen wordt geleefd. Het Winterslagse dialect is doorspekt met Turkse, Marokkaanse en Italiaanse woorden en klanken. 'Neri ', bijvoorbeeld, komt uit het Marokkaans en betekent zoiets als 'wow'. En iedereen, Belg of Marokkaan, roept hier 'Madonna! ' als ze hun ogen niet kunnen geloven.''

CASA Papa Giovanni ligt langs de Noordlaan. Een symbolische plek haast, want pal op de scheidingslijn tussen de tweede en vierde cité, lees: tussen Marokkanen en Italianen. Maar van segregatie is weinig te merken in het café. Casa Papa Giovanni is veeleer de plek waar Italianen en Marokkanen elkaar ontmoeten. ,,En Grieken en Polen en noem maar op'', zegt Anna Pileri, die achter de toog staat. ,,Zelf ben ik van Italiaanse afkomst, maar mijn man is een Griek. Met mijn moeder spreek ik Italiaans, met mijn schoonmoeder Grieks en met jou Nederlands. Helemaal niet ongewoon in dit café.''

Ook in AFI in de Vennestraat hoor je niet uitsluitend Italiaans, hoewel het café toebehoort aan de Associazione di Famiglie Italiani . Melouda wordt enthousiast onthaald door voorzitster Yolanda Roncada, die ook haar huisbazin blijkt te zijn. De wereld is klein in de cités van Winterslag. ,,De Roncada's zijn al in 1923 naar België gekomen'', vertelt Yolanda. ,,Mijn grootvader werkte aanvankelijk in de mijnen van Marcinelle. Toen hij hoorde dat je in Winterslag een huis kreeg als je hier in de mijnen kwam werken, was de keuze voor hem snel gemaakt. Voor iemand met vijf kinderen was dat een buitenkans.''

Het café van de progressieve vereniging vormt voor veel oudere Italianen de laatste link met la bella Italia . Ze komen er om een Italiaanse krant te lezen, naar het voetbal te kijken of, zoals wij, een bord authentieke spaghetti bolognese te eten. ,,Wij houden nog een aantal traditionele feesten in ere'', aldus Yolanda. ,,Het Kastanjefeest , bijvoorbeeld, valt samen met Sint-Maarten. Dan eten we gepofte kastanjes. En Befana is onze versie van Sinterklaas. Dan komt een goede heks cadeautjes uitdelen aan de kinderen. Maar over het algemeen wordt de band met Italië steeds dunner. Mijn kinderen spreken nog een beetje Italiaans, mijn kleinkinderen al helemaal niet meer. Mijn schoonbroer is teruggekeerd naar Italië, naar de streek van Bologna, net boven Toscane. Een schitterende streek, maar hij kan het er niet gewoon worden. Huilen deed hij toen ik hem de laatste keer gaan bezoeken ben.''

De oudere klanten kennen AFI nog als De Mineur . Tot in de jaren '70 kwamen de mijnwerkers hier aan de toog hun hard verdiende geld opdrinken. ,,Nu doet vooral het voetbal het café hier vollopen'', aldus ondervoorzitter Tony Godderie, een onvervalste Belg. ,,Het calcio én Racing Genk. Vroeger was het de mijn die ons bond, nu is het Racing Genk. Belg, Italiaan of Turk, dat maakt niet uit. We zijn allemaal supporters.''

WINTERSLAG was de laatste van de Limburgse steenkoolmijnen die gesloten werd. Zwartberg en Waterschei waren al eerder dichtgegaan. Met de sluiting gingen niet alleen arbeidsplaatsen verloren, maar ook een stuk sociaal weefsel. ,,Vroeger zorgden de mijnen voor heel veel dingen'', zegt Lorena Noë. ,,Huisvesting -- de cités -- is maar het meest voor de hand liggende voorbeeld. Ook Sinterklaas- of Sint-Barbarafeesten, bijvoorbeeld, werden door de mijncomités georganiseerd. Plots viel dat allemaal weg. Vooral de vrouwen verzeilden daardoor in een sociaal isolement. Ze hadden altijd thuis gezeten, kenden de taal niet en hadden weinig contacten. Aanvankelijk zijn het nonnen geweest die zich in de jaren '70 het lot van de vrouwen in de wijken hebben aangetrokken. In Winterslag waren dat de Zusters van Liefde. Zij hebben de basis gelegd voor de vrouwenwerking in de wijken.''

Lorena Noë is al twaalf jaar vrouwenwerkster in Winterslag. Het vrouwencentrum organiseert cursussen en werkt rond thema's als opvoeding en emancipatie. ,,Heel elementaire zaken soms nog'', bevestigt Lorena Noë. ,,Er zijn bijvoorbeeld nog altijd vrouwen van de eerste generatie die hier Nederlands leren. Als opstapje naar een rijbewijs bijvoorbeeld. We zijn er in de eerste plaats om te zorgen dat die groep vrouwen niet uit de boot valt. Vrouwen die het Nederlands machtig zijn, vinden zelf hun weg wel.''

JEUGDHUIS, vrouwencentrum, nationale verenigingen... Komt het door het collectieve mijnverleden? Eén ding is zeker: de Genkenaars hebben iets met verenigingen. Ook de gloednieuwe Marokkaanse Hassan Ibnotabit-moskee, een van de zes moskeeën in Genk, is meer dan alleen maar een moskee. In de kelder bevindt een ruimte die voor huwelijks- en geboortefeesten en allerhande culturele activiteiten wordt gebruikt.

,,Momenteel sparen we nog voor een biljart- en pingpongtafel'', zegt Elgoul Abdelkader, de voorzitter van de moskee. Dat ze kunnen sparen, bewijst de nieuwbouw waarin we staan. De moskee werd in april 2002 geopend en is volledig gebouwd met geld van de Genkse Marokkaanse gemeenschap. ,,Vroeger moesten we ons behelpen met een barakske hier recht tegenover op een terrein dat we van een katholieke school hadden gekregen.''

Samenwerking tussen katholieken en moslims? Hier in Winterslag vinden ze het doodnormaal. Elgoul Abdelkader is ook ondervoorzitter van het Abrahamshuis, een vzw die alle religies in Genk overkoepelt. ,,We helpen families die kampen met drugs-, alcohol- of financiële problemen. Niet financieel, maar we trachten samen met hen een oplossing te vinden. Alle moskeeën, alle katholieke kerken en ook de Oekraďense orthodoxe kerk zijn aangesloten.''

En terwijl we de moskee verlaten, legt Melouda onze fotograaf uit hoe hij een Marokkaans stoofpotje kan maken in de tajine die hij heeft gekregen van vrienden. Niet in de oven, maar op het vuur.


-- AFI, Vennestraat 98, telefoon: 089-35.24.07.

-- Casa Papa Giovanni, Noordlaan 111, telefoon: 089-35.43.67.




©Copyright De Standaard