PDA

Bekijk Volledige Versie : Zijn de nederlanders echt zo anders?



sadeeQ
04-03-03, 23:18
Zijn we echt zo anders?
Houdingen & meningen in Nederland, Turkije, Egypte, Saoedi Arabie en de Verenigde Arabische Emiraten

Inleiding
Sinds 1990 onderzoekt NFO Trendbox houdingen, meningen en concreet gedrag van Nederlanders. In 1997 is, in samenwerking met Universal McCann, het onderzoek Life & Living wereldwijd geintroduceerd. Vrijwel alle Europese en Aziatische landen, de Verenigde Staten en enkele landen in het Midden-Oosten en de Arabische wereld zijn inmiddels in het onderzoek betrokken. Een zeer rijke bron voor observaties van uiteenlopende aard. In deze tijden van “wij” en “zij” is Trendbox op zoek gegaan naar verschillen maar ook overeenkomsten tussen burgers van Nederland, Turkije, Saoedi Arabie, Egypte en de Verenigde Arabische Emiraten.

De waarnemingen hebben betrekking op 3000 interviews, zo’n 600 per land, met een representatieve doorsnede van de lokale bevolking. Alle interviews zijn medio 2001, maar in ieder geval voor 11 september jongstleden, afgenomen. We hebben de keuze gemaakt om resultaten “sec” te interpreteren. Anders dan vermelding van land herkomst zult u niet aantreffen. De resultaten zijn gebaseerd op de antwoorden zoals die door zowel mannen als vrouwen uit alle leeftijdsgroepen en lagen van de bevolking.

Resultaten
Life & Living bestaat voor een deel uit stellingen, waar ondervraagden het al of niet mee eens kunnen zijn. Gerapporteerd wordt voornamelijk over de “top two box”: het percentage ondervraagden dat het “volledig eens” danwel “eens” is met de betreffende stelling.

1. Man & Vrouw
“Als er jonge kinderen in een gezin zijn, behoort de moeder niet buitenshuis te werken”. Misschien dacht u wel dat vrijwel niemand in Nederland die stelling nog onderschrijft, maar los van het feit dat het een minderheid is, is toch nog 30% van de Nederlanders het met de stelling eens. In Turkije ligt dat met 40% eigenlijk maar iets hoger. In Saoedi Arabie (58%) en Egypte (63%) wordt de zorgtaak toch beduidend vaker aan de vrouw toegeschreven (verschillen M/V !!!) . De Emiraten nemen hier een middenpositie in. Het is misschien wel interessant om te weten dat aan het begin van de jaren negentig (we moesten nog voorzichtig aan de periode van economische bloei beginnen) ook een kleine meerderheid van de Nederlanders het toen nog eens was met die stelling!

Minder grote verschillen zien we bij de stelling dat “er tegenwoordig te makkelijk gescheiden wordt”. 58% van de Nederlanders beaamt dat, en vinden daar de Emiraten (57%) naast zich. In Turkije (78%), lopen de sentimenten ten aanzien van de huwelijkse band sterk in de pas met die in Egypte (74%) en Saoedi Arabie (69%).
Negen van de 10 Nederlanders geven aan dat een vrouw net zoveel recht heeft op een maatschappelijke carriere als een man. In Egypte is dat weliswaar lager, maar toch nog steeds 72%, en Turkije toont al helemaal geen afwijkend beeld: 88% van de Turken is het met deze stelling eens. De Emiraten idem dito: 85% is het eens met de stelling.
Hoe opvallend is dan de vaststelling dat juist Nederlanders erg laag scoren als het gaat om steun aan vrouwen bij het verkrijgen van meer invloed op het maatschappelijke leven. Goed het is een meerderheid(je) van net geen 60 procent (met vooral veel vrouwen daar in vertegenwoordigd, maar het steekt toch wat schril af bij de 70 tot 80 procent die we in Turkije, Egypte en de Emiraten mochten noteren (in Saoedi Arabie werden de vragen niet gesteld). U mag daar natuurlijk in lezen dat Nederlanders vinden dat het met die invloed van vrouwen al goed (genoeg) gesteld is, wij zien er eerder een teken in dat er de andere landen veel aan gelegen is de positie van de vrouw te verbeteren.
Tenslotte nog een weetje over de invloed van ouders op het kijkgedrag van hun kinderen. In Nederland geeft 1 op de 5 ouders aan dat zijn/haar kroost zelf bepaalt (mag bepalen) welk tv-programma er bekeken wordt. Gezien het aanbod op de Nederlandse televisie misschien noodzakelijk dat hier wat streng wordt opgetreden. Dan hebben de kids in de andere onderzochte landen het toch wat makkelijker: in bijna de helft van de gevallen mogen ze zelf bepalen wat ze willen zien. Alleen Turkse ouders zijn wat strenger en mag 1 op de 3 vrijelijk over de afstandsbediening beschikken.

2. Materialistisch?
Nederlanders heten snel te vallen voor nieuwe gadgets en technologische vindingen. Dat is natuurlijk ook zo, zie de snelle opmars van CD, het mobieltje, Internet en recentelijk DVD, maar echt te wachten op weer wat nieuws zitten we niet. Een bescheiden 20% van de Nederlanders geeft toe echt gek te zijn op telkens weer nieuwe elektronische speeltjes. Voor een echt dankbare markt zal je dan toch naar de Verenigde Arabische Emiraten moeten, waar liefst 70% reikhalzend naar het volgende speelgoedje uitkijkt. En vlak ook de Saoedi’s (60%) en de Turken (46%) niet uit. Alleen Egyptenaren zijn wat matiger, voor zover ze over de nodige middelen beschikken, natuurlijk.
Puur op dit gegeven afgaand, zou je een visie die als materialistisch te kenschetsen is eerder bij de “anderen” dan bij “ons” plaatsen. Maar daar vergissen we ons dan toch in. Want hoewel 60 procent van de Nederlanders mentale rijkdom boven materieel welvaren plaatst, steken we daarmee schril af bij de andere landen, waar Turkije met 82% nog de laagste score heeft. Er lijkt dus zeker sprake te zijn van een sterke stroming die het geestelijke (niet religieuze!) leven boven het materialistische plaatst. En die overtuiging is in Nederland minder overtuigend aanwezig.
Een ander voorbeeld. Iets minder dan de helft van de Nederlanders heeft de (sterke) wens meer in harmonie met de natuur te kunnen leven. Wat dacht u van Egyptenaren met ruim 90%? Of Turken die daar nauwelijks voor onder doen? En de Saoedi’s en inwoners van de Verenigde Arabische Emiraten die ruim 80% scoren?
Dan is het ook niet meer verrassend dat mensen in deze landen zeer veel meer zorgen maken over de schade die de mens aan de natuur / zijn omgeving toebrengt, met Egypte wederom als koploper.
De algemene verzuchting dat “de wereld” zich tegenwoordig te veel blindstaart op materieel welvaren komt dan in het Midden Oosten authentieker over dan in Nederland (de score is net geen 90% “eens” over de gehele linie). We hebben alles wat we ons kunnen wensen, weten zo snel niet wat we nog meer willen hebben, maar o wee als de Nederlander op die verworvenheden zou moeten inleveren…

3. Als je haar maar goed zit.
De volgende resultaten mogen best met een korreltje zout genomen worden, gezien het feit dat sociaal-culturele bias van invloed kan zijn op de stelligheid waarmee uitspraken door de ondervraagden zijn gedaan. Toch, geplaatst in het kader van het westerse schoonheidsideaal, zien we een paar complexjes aan de horizon opdoemen.
Gevraagd naar de mate van tevredenheid over het eigen uiterlijk, geeft 61% van de Nederlanders aan daar geen moeite mee te hebben. Dat is een mooie meerderheid, al geeft het te denken dat slechts 7% “zeer tevreden” over het eigen uiterlijk is. In Turkije en de Emiraten is dat al een stuk beter, met in beide landen ruim 25% uiterst tevredenen. En in Saoedi Arabie en Egypte wordt helemaal met genoegen een blik in de spiegel geworpen, daar is ruim 40% zeer tevreden met het eigen uiterlijk. Overigens, en daar is Nederland geen uitzondering in, hebben mannen over de gehele linie minder moeite met hun uiterlijk dan vrouwen. Maar omgekeerd zien we dat Nederlandse vrouwen eerder ontevreden zijn dan de vrouwen in de Arabische wereld.
Zo’n 80 tot 90 procent van de ondervraagden houdt de eigen gezondheid goed in de gaten. Grote uitzondering is Turkije, waar dat maar net 60 procent is. Het wekt geenszinsverbazing dat de combinatie van relatieve onvrede over het uiterlijk en de belangstelling voor een gezond leven juist de Nederlanders aanzet tot het verrichten van regelmatige fysieke inspanning. Althans, dat is de mening van tweederde van de Nederlanders. Hoe anders is dat in de landen waar men zo intens tevredenis met het eigen lijf. In Turkije zegt nog geen 20% regelmatig te bewegen en in Egypte is dat met ruim een kwart al niet veel beter. Alleen de Saoedis en de inwoners van de Emiraten komen een beetje bij ons in de buurt met percentages van respectievelijk 41% en 51%.

4. Adverteren.
Een regelmatig terugkerend onderwerp is de beoordeling van inhoud en frequentie van reclameboodschappen. Met de vaststelling dat Nederlanders met enige tegenzin reclame bekijken (op TV) vertellen we niets nieuws. Reclamemakers die dat vervelend vinden, kunnen misschien een carriere in Egypte overwegen: daar kijkt liefst 80% (!) graag naar de tv-reklame. Nog meer naar het zuiden is dat zo rond de 50 procent. In Turkije valt het met 30% ook niet mee, maar Nederland geeft echt het duidelijkste signaal: een zeer magere 13% kijkt graag naar reclame op televisie (en dan moet het vooral “leuk” zijn.
En zo gaat dat nog even door, of het nu om reclameboodschappen op straat, op de radio of in kranten en tijdschriften gaat, Nederland staat onderaan. Merkwaardig genoeg doen we dat juist niet als het er om gaat die boodschappen te interpreteren. Vooral in de Arabische landen hebben de ondervraagden wat moeite om te doorgronden wat de reklame-uitingen nu precies beogen. Misschien dat daar de creatieven die zich in Nederland miskend voelden debet aan zijn…

5. Werk & ontspanning
Een op de zeven Nederlanders zegt alleen voor het geld te werken. Anders gezegd, wij verwachten meer van onze werkkring dan alleen een inkomen. In dat opzicht hebben Egyptenaren veel van ons weg. Natuurlijk, we mogen onze ogen niet sluiten voor de duidelijk hardere realiteit van de Egyptische economie, maar de meerderheid gaat zeker niet met tegenzin aan de slag. En dat laatste geldt, met Turkije als hekkensluiter ook voor de andere onderzochte landen.
Maar goed, na een tijd hard werken mag je jezelf ook wel eens verwennen, zo luidde de stelling. In Saoedi Arabie was men het daar hartgrondig mee eens: 84%. In de Emiraten ligt dat op 66% en in Nederland op 55%.
En dan zien we toch een ander beeld in Egypte, daar is net 40% van mening (of in staat) na hard werken wat gas terug te nemen om van de fijne dingen des levens te genieten. En in Turkije is daar met 27% al helemaal nauwelijks sprake van. Niet toevallig is dat ook het land waar men het meest puur voor het geld zegt te werken.
In de laatste twee landen is het hier zo bekende onthaastingsprincipe absoluut niet populair: voor inkomen inruilen tegen meer vrije tijd krijg je hier de handen nauwelijks op elkaar. Daarvoor moeten we naar de Emiraten en naar Saoedi Arabie, waar een derde van de ondervraagden daar wel oren naar heeft.

6. Wat je van ver haalt is lekker(der)?
Nederlanders, zo hebben we al jaren mogen vastleggen, zijn niet erg chauvinistisch als het gaat om het hebben van een voorkeur voor “home made” produkten. Slecht 1 op de 6 Nederlanders zegt de voorkeur te geven aan producten die uit ons eigen land komen. Daarmee zijn we precies het enige land in dit rijtje waar een meerderheid meer vertrouwen in buitenlandse producten heeft.
Want wat te denken van Egypte, waar zo’n driekwart van de ondervraagden het liefst producten uit eigen land koopt? Of de Saoedi’s, waar dat een ronde 50% is. Zelfs het land met de op 1 na laagste score, de Verenigde Arabische Emiraten, scoort met 34% nog bijna het dubbele van Nederland.

7. Buitenlanders, Integratie & Welvaartsperspectief
Internationaal onderzoek is spannend, vergt veel inspanning en concessies, maar de beloning is daar ook zeker naar. Enkele van de concessies die je moet doen hebben betrekking op de inhoud van de vragenlijst, of op de manier waarop het veldwerk wordt uitgevoerd. Zo dien je in China vooraf vragenlijsten ter goedkeuring aan de verantwoordelijke overheidsdiensten voor te leggen, en is het in Saoedi Arabie & de Emiraten ondenkbaar dat mannelijke enqueteurs vrouwen ondervragen en andersom. Dit is ook de reden dat een aantal van de hier behandelde vragen niet in alle landen in het onderzoek konden worden opgenomen.
In Nederland, Saoedi Arabie en in de Verenigde Arabische Emiraten is gevraagd of men vindt dat buitenlanders hun best doen om te integreren in de lokale samenleving.
In Nederland geeft 43% van de ondervraagden aan dat dat zo is, de Saoedi’s scoren 58% en de Emiraten liefst 74%. Misschien dat dit samenhangt met de economische vooruitzichten zoals men die voor zich ziet. In beide Arabische landen is men beduidend optimistischer over zowel de eigen financiele toekomst als over die van het eigen land als geheel. Na tijden van hoge scores in Nederland, zien we daar nu de laagste scores (ruim 10 procnt van de Nederlanders denkt dat het economische klimaat volgend jaar beter zal zijn dan nu..). Ook Turken zijn pessimistisch, hoewel daar toch nog 25% vertrouwen in de economische ontwikkelingen heeft. In de drie Arabische landen is dat zo tegen de 60 procent.

http://www.marketing-online.nl/trends.html