Orakel
14-03-03, 18:30
De crickettest
In Engeland bestaat een inburgeringstoets waarbij aan buitenlanders wordt gevraagd aan wiens kant ze zouden staan bij een cricketwedstrijd tussen Engeland en het land van herkomst. De eerste generatie kiest altijd massaal voor het voormalige vaderland, terwijl de tweede generatie al enigszins begint te twijfelen tussen het land van hun ouders en het nieuwe vaderland. Maar het verrassende is dat de derde generatie opnieuw massaal kiest voor het vroegere vaderland, dat wil zeggen: het land van de grootouders.
Uit onderzoek in Amerika blijkt ongeveer hetzelfde en sociologen zijn dit verschijnsel 'het derde generatiesyndroom' gaan noemen. De kleinkinderen hebben een hernieuwde belangstelling voor hun 'wortels', ze lezen over het oude land, ze luisteren naar de muziek uit dat land, ze gaan er ook naar toe, zij het als toeristen. Het is een aangeleerd en dus kunstmatig sentiment, zegt men, zonder verder effect op het functioneren als burger in het nieuwe land.
Ik weet niet precies wat ik van deze zogeheten 'crickettest' moet denken. Ik herinner me dat ik pas uit Suriname kwam en de voetbalwedstrijd tussen Nederland en Argentinië volgde. Ik zat in een woonkamer met zeker vijftien andere personen, allemaal Surinamers, maar al veel langer in Nederland, sommigen al in de tweede generatie. Nou heb ik totaal geen verstand van voetbal en dat wil ik graag zo houden, maar je moest toch ergens staan, je moest toch voor iemand 'kraken', zoals Surinamers het zeggen. Dus koos ik voor Argentinië. Waarom? Continentale verbondenheid, verzon ik, ik was ineens Zuid-Amerikaan, wat natuurlijk alleen technisch waar is.
Maar wat mij verwonderde was dat ik daarin totaal alleen stond, in die woonkamer. Al die andere Surinamers kraakten voor Nederland, ze kenden de spelers, ze kenden Johan Cruijff, en vooral toen Nederland verloor en ik zogenaamd juichte, keken ze mij allemaal aan met een niet mis te verstane doodswens.
Tja, jongens, neem me niet kwalijk, mijn inburgering moest nog beginnen, maar wat is dat een dun vernisje! Ik ben nu pas drie jaar in India en een paar weken geleden speelde Nederland tegen India in het wereldkampioenschap cricket in Zuid-Afrika. Was ik voor Nederland? Nu ik goed en wel als Nederlander ben ingeburgerd zou je het verwachten, maar wat een belachelijk idee. Kom nou, India behoort tot de allersterksten op het gebied van cricket en gaan kraken voor Nederland zou neerkomen op het kraken voor mij als ik zou vechten tegen Myke Tyson. We moeten wel reëel blijven. Maar was ik dan voor India? Dat ook weer niet. Het eerlijkst ben ik als ik zeg dat de hele wedstrijd mij koud liet.
De ultieme crickettest kwam voor mij eergisteren, toen India speelde tegen Pakistan. Ik heb het al eens eerder geschreven, dat is geen wedstrijd, dat is een atoomoorlog. De moeder aller matches, datgene waar het echt om gaat, twee ijzersterke teams, met aan de ene kant de snelste bowler (Shoaib Akhtar, Pakistan) en de andere kant de beste batsman (Sachin Tendulkar, India).
Amper vijftig jaar geleden waren de Pakistani gewoon Indiërs, het is een hoogst kunstmatig volk dat in principe nog niet helemaal bestaat, of laat ik het zo zeggen: de Pakistani bestaan alleen ten overstaan van India. Want wie haat je het meest, leren antropologen? Degenen die het meest op je lijken. Wildvreemden kun je niet echt haten, wildvreemden zijn precies dat, wild, barbaars, niet echt interessant. Haten doen mensen met een duidelijk en simpel motief en de haat tussen Indiërs en Pakistani heeft er zo één: ze waren ooit één en dezelfde, dat is zelfs meer dan een broedervolk.
Welnu, omstreeks vijf uur in de middag stonden de twee cricketreuzen tegenover elkaar: Akhtar met de bal en Tendulkar met de bat. Ik weet dat u niets van cricket begrijpt (wie het per se wil weten kan gaan naar www.cricket.org) maar Pakistan had op dat moment al een comfortabel aantal runs, en wel 273. In voetbaltermen komt dat ongeveer neer op 5-0, en wanneer kom je dat tegen tijdens een wereldkampioenschap? India moest dat nu dus in gaan lopen, een schier onmogelijke taak. En wat doet die Sachin Tendulkar? Die mept bal na bal die met snelheden van 150 km per uur naar hem worden gesmeten met een stalen zelfvertrouwen het veld uit.
Ik wil niet deskundiger overkomen dan ik ben, maar ik veerde op, zoveel moet ik toegeven, en mijn zoontje dat meer verstand heeft van cricket vroeg of ik me wel goed voelde, want ik veer gewoonlijk nergens voor op, op mijn leeftijd. Maar met toenemende verbazing vond ik mezelf applaudisserend, alsof ze het in Zuid-Afrika zouden horen, en rende ik net als miljoenen Indiërs tegen het eind de straat op en schoot ik vuurwerk af, dat tijdens oudjaar was blijven liggen omdat het toen regende.
Terug naar de crickettest: wat zegt dat over mij? Ik zou willen horen dat ik ineens de sterkste partij herkende en de schoonheid van het cricket eindelijk inzag, maar een flinke identiteitscrisis is misschien dichter bij de waarheid. Ik was domweg vóór India en dus tégen Pakistan en derhalve geen haar beter dan al die idiote nationalisten die Indiërs bij zo'n gelegenheid zijn. Volgens de crickettest van de Britse sociologen ben ik Indiër geworden, in amper drie jaren. Maar ik zal het ontkennen, tot voor de hoogste instantie, kom nou, ik ben Nederlander, desnoods Surinamer, ik zal het tot de laatste snik volhouden, heus, u mag mij martelen en kastijden en veroordelen tot het eeuwig kijken naar sport, ik zal het nooit toegeven. Ik ben een wereldburger, dat zullen mijn laatste woorden zijn.
Waarom ik u opzadel met deze hoogst persoonlijke frustratie? Omdat ik probeer mee te denken met de moslimjongeren in Nederland als de oorlog tegen Irak begint. Ik weet het, beste moslims, àls jullie dit al lezen, het wordt knap moeilijk, omdat de argumenten van Bush en Blair ook mij niet erg overtuigen, maar zie het als een crickettest in het groot, en loop niet in de val van al die syndromen die de sociologen jullie aanpraten. Je kunt moslim zijn, mij best, maar je kunt ook Nederlander zijn en het verstandigste is eigenlijk om helemaal niets te zijn, gewoon lekker jezelf. Dat maakt die sociologen radeloos en niets is zo leuk.
Anil Ramdas
In Engeland bestaat een inburgeringstoets waarbij aan buitenlanders wordt gevraagd aan wiens kant ze zouden staan bij een cricketwedstrijd tussen Engeland en het land van herkomst. De eerste generatie kiest altijd massaal voor het voormalige vaderland, terwijl de tweede generatie al enigszins begint te twijfelen tussen het land van hun ouders en het nieuwe vaderland. Maar het verrassende is dat de derde generatie opnieuw massaal kiest voor het vroegere vaderland, dat wil zeggen: het land van de grootouders.
Uit onderzoek in Amerika blijkt ongeveer hetzelfde en sociologen zijn dit verschijnsel 'het derde generatiesyndroom' gaan noemen. De kleinkinderen hebben een hernieuwde belangstelling voor hun 'wortels', ze lezen over het oude land, ze luisteren naar de muziek uit dat land, ze gaan er ook naar toe, zij het als toeristen. Het is een aangeleerd en dus kunstmatig sentiment, zegt men, zonder verder effect op het functioneren als burger in het nieuwe land.
Ik weet niet precies wat ik van deze zogeheten 'crickettest' moet denken. Ik herinner me dat ik pas uit Suriname kwam en de voetbalwedstrijd tussen Nederland en Argentinië volgde. Ik zat in een woonkamer met zeker vijftien andere personen, allemaal Surinamers, maar al veel langer in Nederland, sommigen al in de tweede generatie. Nou heb ik totaal geen verstand van voetbal en dat wil ik graag zo houden, maar je moest toch ergens staan, je moest toch voor iemand 'kraken', zoals Surinamers het zeggen. Dus koos ik voor Argentinië. Waarom? Continentale verbondenheid, verzon ik, ik was ineens Zuid-Amerikaan, wat natuurlijk alleen technisch waar is.
Maar wat mij verwonderde was dat ik daarin totaal alleen stond, in die woonkamer. Al die andere Surinamers kraakten voor Nederland, ze kenden de spelers, ze kenden Johan Cruijff, en vooral toen Nederland verloor en ik zogenaamd juichte, keken ze mij allemaal aan met een niet mis te verstane doodswens.
Tja, jongens, neem me niet kwalijk, mijn inburgering moest nog beginnen, maar wat is dat een dun vernisje! Ik ben nu pas drie jaar in India en een paar weken geleden speelde Nederland tegen India in het wereldkampioenschap cricket in Zuid-Afrika. Was ik voor Nederland? Nu ik goed en wel als Nederlander ben ingeburgerd zou je het verwachten, maar wat een belachelijk idee. Kom nou, India behoort tot de allersterksten op het gebied van cricket en gaan kraken voor Nederland zou neerkomen op het kraken voor mij als ik zou vechten tegen Myke Tyson. We moeten wel reëel blijven. Maar was ik dan voor India? Dat ook weer niet. Het eerlijkst ben ik als ik zeg dat de hele wedstrijd mij koud liet.
De ultieme crickettest kwam voor mij eergisteren, toen India speelde tegen Pakistan. Ik heb het al eens eerder geschreven, dat is geen wedstrijd, dat is een atoomoorlog. De moeder aller matches, datgene waar het echt om gaat, twee ijzersterke teams, met aan de ene kant de snelste bowler (Shoaib Akhtar, Pakistan) en de andere kant de beste batsman (Sachin Tendulkar, India).
Amper vijftig jaar geleden waren de Pakistani gewoon Indiërs, het is een hoogst kunstmatig volk dat in principe nog niet helemaal bestaat, of laat ik het zo zeggen: de Pakistani bestaan alleen ten overstaan van India. Want wie haat je het meest, leren antropologen? Degenen die het meest op je lijken. Wildvreemden kun je niet echt haten, wildvreemden zijn precies dat, wild, barbaars, niet echt interessant. Haten doen mensen met een duidelijk en simpel motief en de haat tussen Indiërs en Pakistani heeft er zo één: ze waren ooit één en dezelfde, dat is zelfs meer dan een broedervolk.
Welnu, omstreeks vijf uur in de middag stonden de twee cricketreuzen tegenover elkaar: Akhtar met de bal en Tendulkar met de bat. Ik weet dat u niets van cricket begrijpt (wie het per se wil weten kan gaan naar www.cricket.org) maar Pakistan had op dat moment al een comfortabel aantal runs, en wel 273. In voetbaltermen komt dat ongeveer neer op 5-0, en wanneer kom je dat tegen tijdens een wereldkampioenschap? India moest dat nu dus in gaan lopen, een schier onmogelijke taak. En wat doet die Sachin Tendulkar? Die mept bal na bal die met snelheden van 150 km per uur naar hem worden gesmeten met een stalen zelfvertrouwen het veld uit.
Ik wil niet deskundiger overkomen dan ik ben, maar ik veerde op, zoveel moet ik toegeven, en mijn zoontje dat meer verstand heeft van cricket vroeg of ik me wel goed voelde, want ik veer gewoonlijk nergens voor op, op mijn leeftijd. Maar met toenemende verbazing vond ik mezelf applaudisserend, alsof ze het in Zuid-Afrika zouden horen, en rende ik net als miljoenen Indiërs tegen het eind de straat op en schoot ik vuurwerk af, dat tijdens oudjaar was blijven liggen omdat het toen regende.
Terug naar de crickettest: wat zegt dat over mij? Ik zou willen horen dat ik ineens de sterkste partij herkende en de schoonheid van het cricket eindelijk inzag, maar een flinke identiteitscrisis is misschien dichter bij de waarheid. Ik was domweg vóór India en dus tégen Pakistan en derhalve geen haar beter dan al die idiote nationalisten die Indiërs bij zo'n gelegenheid zijn. Volgens de crickettest van de Britse sociologen ben ik Indiër geworden, in amper drie jaren. Maar ik zal het ontkennen, tot voor de hoogste instantie, kom nou, ik ben Nederlander, desnoods Surinamer, ik zal het tot de laatste snik volhouden, heus, u mag mij martelen en kastijden en veroordelen tot het eeuwig kijken naar sport, ik zal het nooit toegeven. Ik ben een wereldburger, dat zullen mijn laatste woorden zijn.
Waarom ik u opzadel met deze hoogst persoonlijke frustratie? Omdat ik probeer mee te denken met de moslimjongeren in Nederland als de oorlog tegen Irak begint. Ik weet het, beste moslims, àls jullie dit al lezen, het wordt knap moeilijk, omdat de argumenten van Bush en Blair ook mij niet erg overtuigen, maar zie het als een crickettest in het groot, en loop niet in de val van al die syndromen die de sociologen jullie aanpraten. Je kunt moslim zijn, mij best, maar je kunt ook Nederlander zijn en het verstandigste is eigenlijk om helemaal niets te zijn, gewoon lekker jezelf. Dat maakt die sociologen radeloos en niets is zo leuk.
Anil Ramdas