PDA

Bekijk Volledige Versie : Michiel Leezenberg over Ibn Taymiyya (1265-1328), De sjaria-politiek



BiL@L
17-03-03, 08:17
,,God heeft verplicht gesteld het goede te bevelen en het boze te verbieden, en dat kan alleen geschieden door middel van macht en gezag. Evenzo kunnen de andere verplichtingen, zoals de jihad, rechtvaardigheid, de pelgrimstocht, het vrijdaggebed, gebeden op feestdagen, hulp bieden aan hen wie onrecht is aangedaan, en het uitvoeren van straffen, alleen volbracht worden door middel van macht en gezag. Hierover is overgeleverd: Zestig jaar lang een despotisch heerser is beter dan één nacht zonder sultan.''

,,Ik geloof niet in favoriete passages; filosofie is geen verzameling losse spreuken voor op borduurlappen en zo, maar het is een onophoudelijk proces van het denken. De Middeleeuwse denker Ibn Taymiyya heeft als politiek filosoof veel invloed gehad op hedendaagse islamisten, zoals Osama Bin Laden. Dit fragment laat zien hoezeer Ibn Taymiyya van hen verschilt.

Ibn Taymiyya leefde ten tijde van de Mongoolse invasies. Zij verwoestten in 1258 Bagdad en vermoordden de kalief en tienduizend anderen. Allerlei lokale vorsten of sultans bestuurden de moslimswereld, in afwezigheid van een kalief. Ibn Taymiyya probeerde de islamitische gemeenschap van de ondergang te redden door het handhaven van de sjaria of geopenbaarde wet. Hij meende dat rechtvaardigheid in de samenleving een onnatuurlijke toestand is, die alleen door heerschappij - machtsuitoefening - tot stand komt. De wereldse heerschappij rechtvaardigt zichzelf voor zover ze succesvol is in het handhaven van de sociale orde. Ibn Taymiyya stond nadrukkelijk geen heerschappij van de schriftgeleerden voor; ook moest de individuele gelovige de ruimte krijgen om te bepalen wat de Openbaring voor hem inhoudt, en niet simpelweg de geboden van anderen navolgen.

Sayyid Qutb (1903-1966), een moderne islamitische denker, heeft veel naar Ibn Taymiyya gekeken, maar herinterpreteert hem radicaal. Qutb leefde ten tijde van de Egyptische leider Nasser. Aanvankelijk stond hij sympathiek tegenover diens regime, dat sociale rechtvaardigheid nastreefde. Maar toen Nasser zich als een dictator ontpopte, en Qutb en anderen voor jaren liet opsluiten, concludeerde Qutb dat alle vormen van menselijke heerschappij en politieke doctrines zoals nationalisme en socialisme dictatoriaal zijn: ze betekenen de heerschappij van de één over de ander. Alleen God is souverein en alleen een islamitisch politiek stelsel laat de mens volledig vrij. Volgens Qutb is, anders dan volgens Ibn Taymiyya, de islam meer in overeenstemming met de menselijke natuur dan socialisme, liberalisme of kapitalisme. Qutb vond het voor ware moslims onmogelijk om onder Nasser vroom te leven en verlossing na te streven. Zo mochten ze deze tirannie toch bestrijden.

De implicatie om het eigen regime, laat staan individuele moslims, tot ongelovig te verklaren en te bestrijden, is voor de grote meerderheid van de moslims onacceptabel gebleken. Voor zoiets radicaals is geen traditionele rechtvaardiging.

Voor Ibn Taymiyya was de Mongoolse aanwezigheid een probleem. De Mongolen hadden het kalifaat van Bagdad verwoest, maar zich daarna bekeerd tot de islam. Tegen hen kon dus geen jihad (heilige oorlog) worden gevoerd, want ze noemden zichzelf moslims. Toch concludeerde Ibn Taymiyya dat ze geen echte gelovigen konden zijn. Ze hadden hun eigen Mongoolse wetten gehandhaafd naast de sjaria. Dat rechtvaardigde een strijd tegen hen. Hij had echter een afkeer van revolutie en de ermee verbonden anarchie. Volgens hem is het minder schadelijk te leven onder een onrechtvaardige heerser dan onder absolute anarchie. Hoewel Ibn Taymiyya een grote inspiratiebron voor hedendaagse islamisten is, wordt zijn anti-revolutionaire standpunt door radicalere groeperingen vergeten. Hij vocht met de pen tegen intellectuelen en met het zwaard tegen de Mongolen om de moslimwereld te beschermen. Hij stelde nooit simpelweg dat zijn tegenstanders ongelovigen waren en daarom een kopje kleiner moesten worden gemaakt. Ibn Taymiyya stelde wel dat andere, bijvoorbeeld mystieke vormen van de islam, minderwaardig waren, en wanneer ze de sjaria ondermijnen zelfs gevaarlijk kunnen worden voor het welzijn van de gemeenschap. Maar geweld tegen burgers zou hij ten strengste hebben afgekeurd.''

http://www.trouw.nl/religieenfilosofie/filosofen/artikelen/1047882062130.html