PDA

Bekijk Volledige Versie : Voor Mark..



Waterval
23-03-03, 10:40
....tis een beetje leeswerk, maar wel interessant.




ps. Wanneer ga je nou trouwen?


Monotheïsme / De opkomst van het nieuwe heidendom
door Gerbert van Loenen
2003-03-22

President Bush, Al-Kaida, Israëliërs, Palestijnen hebben één overeenkomst: het zijn allemaal monotheïsten. Volgens de egyptoloog Jan Assmann is dat geen toeval. Wie in één God gelooft, wordt vanzelf fanatiek. Theoloog Jürgen Manemann bestrijdt dat. Is vrede pas mogelijk als we terugkeren naar een wereld met meer goden?



Met Mozes is het begonnen. Met hem kwam de idee de berg af dat er maar één God is, waarmee alle andere goden tot valse goden, tot afgoden werden verklaard. ,,Met dit nieuwe type religie komt het onderscheid tussen waar en vals in de geschiedenis van de religie'', denkt Jan Assmann van de universiteit van Heidelberg.

Als onderzoeker van het oude Egypte weet Assmann hoe de wereld eruitzag vóór Mozes, in de tijd van de veelgoderij. Overal doordrong een rijke godenwereld het leven. Het polytheïsme bood stammen de mogelijkheid in vrede samen te leven: ze aanvaardden gemakkelijk elkaars goden, niet in plaats van, maar naast de eigen god.

Het was dan ook een verstrekkende vernieuwing toen in Israël het idee van het monotheïsme, van slechts één God, opkwam. Wat in Israël ontstond, was theologie, was een zich kritisch boven andere religies verheffend geloof, volgens Assmann. Dit geloof stelde vragen, ontwikkelde zich tot de ware religie die andere uitsloot. ,,In het beeldverbod zie je het uitsluitende karakter van het monotheïsme het duidelijkst terug'', zegt Assmann. Dit verbod maakt God los van de wereld, plaatst hem tegenover die wereld. Ook de mens, in deze traditie geschapen naar Gods evenbeeld, maakt niet langer deel uit van de wereld, maar beschikt er voortaan over als rentmeester.

Met het onderscheid tussen de ware en valse God, komt volgens Assmann ook het onderscheid tussen vriend en vijand in de wereld. De manier waarop in het Oude Testament met de aanbidders van het Gouden Kalf of met de Baälpriesters wordt afgerekend, voert Assmann aan om te onderstrepen dat het monotheïsme een groot geweldpotentieel in zich heeft. ,,Het werd door middel van bloedbaden ingevoerd'', denkt Assmann. Eén kanttekening: de grondleggers van het monotheïsme, de joden, hebben het ware geloof bewaard op vreedzame wijze, door zichzelf af te zonderen, en ,,om jezelf af te zonderen is geen geweld nodig''. Het waren de christenen en de moslims die hun geloof in de enige ware God meenden te dienen door gelovigen in een andere god af te slachten.

Hoe meer goden, des te meer vrede dus? Assmanns stellingen borduren voort op de sinds de Verlichting gehoorde kritiek op het monotheïsme. Arthur Schopenhauer meende al dat monotheïsme en intolerantie samen gaan, want ,,een God die de enige is, is naar zijn aard een jaloerse God''. De afgelopen jaren is die kritiek op het monotheïsme verhevigd, nu in het kielzog van het postmodernisme het geloof in absolute waarheden is verdwenen. De kritiek op het geloof in één God en de veronderstelde, met dat geloof gepaard gaande, onverdraagzaamheid is inmiddels zo fel, dat volgens de theoloog Jürgen Manemann uit Münster van antimonotheïsme gesproken moet worden.

Sommige antimonotheïsten kun je volgens Manemann als 'nieuw rechts' dan wel 'nieuw heidens' kenschetsen. Het boegbeeld van nieuw rechts, de Fransman Alain de Benoist, wijst het monotheïsme af, omdat het de mens een schuldgevoel aanpraat, en hem dwingt andere mensen als gelijken voor te stellen.

Inderdaad, beaamt Manemann enthousiast, dat is het wezenlijke van het monotheïsme. Het gaat er niet zozeer om dat het monotheïsme één in plaats van meerdere goden aanhangt. Het gaat erom dat wie stelt dat er maar één God is, automatisch zal uitkomen bij de gedachte dat er één mensheid is. Hoe verschillend zij ook zijn, als gelijken voor God hebben de mensen iets met elkaar te maken.

Daarmee komt het debat op de universele aanspraken van de monotheïstische godsdiensten, die immers menen een boodschap voor de hele mensheid te hebben, tegenover de critici die hun heil zoeken in het eigene, het lokaal verwortelde, het ongelijke.

Dat universele, alle mensen omvattende van de monotheïstische aanspraken lokt bij critici wantrouwen uit, komt hun onoprecht of agressief voor. ,,Wie 'mensheid' zegt, wil bedriegen'', schreef de rechtse Duitse politicoloog Carl Schmitt bijvoorbeeld al in 1932. Ook de Duitse filosoof Peter Sloterdijk bekritiseert de overspannen, wereldwijde pretenties die voortvloeien uit het geloof in één God. In onze huidige tijd, gekenmerkt door het verdwijnen van God, verdwijnt daarmee ook het ,,principe van alle mensen die bij elkaar horen in de eenheid van een geschapen soort'', schrijft Sloterdijk. Het vacuüm dat ontstaat waar ooit het geloof in de ene mensheid heerste, pogen sommigen nog op te vullen met het idee van de mensenrechten, ,,waarbij het geen toeval is'', aldus Sloterdijk, ,,dat het ex-christenen waren die oorspronkelijk de mensenrechtenmissie lanceerden''. Zulke wereldwijd geldende mensenrechten ziet hij als laatste stuiptrekking van het monotheïsme.

Als de antimonotheïsten weten te winnen, dan komt daarna nieuw heidendom, denkt Manemann. 'Nieuwe heidenen' zijn er in variaties, maar ze hebben gemeen dat ze uitgaan van ongelijkheid, en daarmee afstand nemen van de universele pretentie van het monotheïsme. Het lokale krijgt de overhand boven het universele, en waar de vroegere mens over de wereld beschikte, herontdekken de nieuwe heidenen het milieu als geheel waar zij zelf deel van uitmaken.

Manemann spreekt tegen dat het geloof in één God mensen aanzet tot onverdraagzame gewelddadigheid jegens gelovigen in andere goden. ,,Ja, wraak komt voor in de Bijbel. Maar wraak komt alleen God toe, niet de mens. De mens mag zich God niet toeëigenen. In het monotheïsme is God transcendent, hij onttrekt zich aan de beschikking door de mens.'' Het geloof in één God mag dan ook niet leiden tot de misvatting de waarheid in pacht te hebben, want ,,waarheid is niet abstract, het gaat om waarachtigheid, het moet existentieel geleefd worden'', zegt Manemann. ,,Niemand bezit de waarheid, dan zou hij God bezitten.''

Het monotheïsme biedt zijn aanhangers dan ook niet de waarheid op een dienblad. Het biedt hun een perspectief, dat van liefde en gerechtigheid, aan de hand waarvan zij de vele stemmen op aarde kunnen horen. Het unieke van deze God is dat hij zich laat eren door inzet te eisen voor andere mensen, door rechtvaardigheid te eisen, zegt Manemann. ,,Deze ene, ware God voelt zich superieur, blijkt uit psalm 82, waar hij in de godenverzameling de andere goden verwijt dat ze te weinig doen voor de geringen en behoeftigen''. De gevoeligheid voor leed, de blijvende vraag naar gerechtigheid in de joods-christelijke traditie, maakt aansluiting bij grote systemen die het leed begripvol incalculeren onmogelijk, denkt prof. Hans-Gerd Janßen uit Münster.

Wat met Mozes de berg is afgekomen, is volgens Manemann veeleer het onderscheid tussen rechtvaardige en onrechtvaardige samenlevingen. Het monotheïsme stelt mensen in staat om zichzelf los te weken van hun lokale wortels, om over zichzelf, het geloof en de wereld na te denken. Manemann spreekt van 'productieve vaderlandsloosheid'.

Als Bush nu met geweld Irak van een onrechtvaardige dictator bevrijdt, staaft dat dan de stelling dat het monotheïsme tot geweld leidt, al is het met goede bedoelingen?

Peter Sloterdijk, tegenstander van de Irak-oorlog, wijst inmiddels termen als 'het Westen' en 'de beschaafde wereld' af; hij wil op zijn minst een onderscheid maken tussen Europa en Amerika. Met de Duitse Sonderweg tegen oorlog is Sloterdijk blij. Maar wie niet zwartwit denkt, waarschuwt hij, ,,kan erop rekenen door de veldpredikers op hun zwarte lijsten te worden gezet''.

Volgens Manemann is Bush, juist vanwege zijn zwartwitdenken, helemaal geen typische monotheïst. Door te spreken in termen van licht en duister gaat hij niet uit van één mensheid, is hij een dualist, iemand die de waarheid in pacht heeft.

Het monotheïsme zoals zich dat in het jodendom heeft ontwikkeld, zegt de Oostenrijkse theoloog Alois Halbmayr, biedt de hele wereld de mogelijkheid zich aan te sluiten. Het is in die zin universeel. Maar steeds bekritiseert dit geloof in een geheel andere, onzichtbare God de bestaande heerschappij, de bestaande politiek. Halbmayr: ,,Wie de monotheïstische idee wil redden, moet haar verbinding met de politieke macht verhinderen en haar voor misbruik en voorbarig toetasten beschermen.''

Jürgen Manemann (red.): Monotheismus. Jahrbuch Politische Theologie 2002 Band 4, Münster, Lit Verlag.

Jürgen Manemann: Carl Schmitt und die Politische Theologie. Politischer Anti-Monotheismus, Münster, Aschendorff Verlag 2002.

Mark
23-03-03, 10:56
Een interessante discussie :)

Eigenlijk ben ik het met allebei de heren oneens :denk:

Of monotheistische religies aggressiever zijn weet ik niet..... Ik denk namelijk dat religies zich lenen als instrument van geweld, en dat komt dan weer door nationalisme, macht etc etc...

In India en China hebben ze geen monotheistische religie maar om nou te zeggen dat zij veel vredelievender zijn....

Verschillen in cultuur heb je natuurlijk wel....
En ook in staatsvorm... Ik heb laatst een interessante stelling gehoord:

Tussen twee echte democratien ontstaat nooit oorlog

Dit schijnt blijkbaar bijna altijd te gelden.

Wat betreft de vredelievendheid van mono-theistische religies: hoe zeer deze meneer ook naar voren brengt dat het de mensheid als 1 beschouwd... dat is natuurlijk alleen als zij zich over geven aan zijn God... Anders blijft er natuurlijk een ongelijkheid... een verdeling in gelovigen en ongelovigen.

Als de basis van je denkwijze gebaseerd is op een systeem waarbij er verschil is tussen mensen (gelovig/ongelovig, vrouw/man) en als je daar superioriteit/inferioriteit aan koppelt dan zal je altijd een basis hebben waarbij het kan worden gebruikt om conflicten met geweld te beslechten.