CyberMujahida
21-04-03, 12:17
Slim onder de sluier
'De islam is een achterlijke cultuur', roept Pim Fortuyn, en vele Nederlanders zeggen het hem na. Sinds 11 september horen we vooral vooroordelen en misverstanden over de islam. Antropoloog Willy Jansen, die woensdag 6 maart in Leiden de Annie Romein-Verschoorlezing houdt, hekelt het simpele vijanddenken en legt uit dat de sluier meer is dan alleen een vrouwonderdrukkend symbool.
Malou van Hintum
In Algerije begon iedereen altijd over nachtclubs als ze mij zagen. Alsof wij westerlingen altijd naar nachtclubs gaan! Zelf deden ze dat wel, als ze naar Frankrijk gingen. Dat is hun cliché over ons.'
Willy Jansen, hoogleraar vrouwenstudies en antropoloog aan de Katholieke Universiteit Nijmegen, stelt onder de titel 'Zijn zij dom of zijn wij het?' in haar Annie Romein-Verschoorlezing de eenzijdige beelden ter discussie die het Westen over de islam en zijn aanhangers heeft. Beelden die na de aanslagen van 11 september gekoesterd worden. Want mét George W. Bush willen we hier maar al te graag geloven dat alle moslims hun echtgenotes, zussen en dochters onderdrukken, dat gesluierde vrouwen dom zijn en, vooral, dat de islam nu eindelijk zijn ware gezicht laat zien: het is een vrouwvijandige, terroristische beweging met irrationele fanatiekelingen die grote massa's opzwepen tot anti-westerse sentimenten die een bedreiging vormen voor de wereldvrede.
Of ligt het toch iets genuanceerder?
Zoals het Midden-Oosten zijn eigen clichés over het Westen koestert, clichés die gaan over seks, drank en gokken, zo nemen wij gretig de beelden op die westerse media van het Midden-Oosten laten zien. Maar terwijl we, met enige ergernis, constateren dat hun beeld van onze wereld maar een klein deel van onze werkelijkheid betreft, twijfelen we er niet aan dat ons beeld van hun wereld volledig is. Maar dat, zegt Willy Jansen, klopt niet.
Westerse feministen
Kale cijfers kunnen een paar vooroordelen wegnemen. 'Op de Jordaanse universiteiten was in 1998-1999 de helft van de ingeschreven studenten vrouw. Het percentage meisjes dat bètawetenschappen studeert, is er hoger dan in Nederland. Vrouwen zijn in het Midden-Oosten überhaupt veel beter vertegenwoordigd in de wetenschappelijke staf. Zo is in Turkije twintig procent van de hoogleraren vrouw - in Nederland is dat nog geen zes procent. Algerije telt tweemaal zoveel vrouwen in de wetenschappelijke top als Nederland,' somt Jansen op.
Waarom weten we dat niet? 'Westerse feministen houden niet op te benadrukken dat in zulke landen meer vrouwen analfabeet zijn dan mannen. Dat is waar, en dit analfabetisme moet ook bestreden worden, maar het is de halve waarheid. Als je kijkt naar de armoede daar, als je weet dat voorzieningen geconcentreerd zijn in de grote steden en als je je realiseert dat het uitgestrekte platteland verstoken is van onderwijs en ontwikkeling, is het eigenlijk juist verbazingwekkend hoeveel meisjes onderwijs volgen.'
Het is een kwestie van perspectief, vindt Jansen. Je kunt oog hebben voor wat er nog steeds mis is. Maar je kunt ook kijken naar positieve ontwikkelingen. Armoede en achterstand worden in het Westen stelselmatig onderschat, of verward met achterlijkheid. Dat levert een vertekend beeld op van de islamitische wereld. Maar, zegt Jansen, het is wél waar dat het Midden-Oosten vele corrupte regimes telt. Dat democratische vrijheden er ver te zoeken zijn, dat de rijkdom er ongelijk is verdeeld omdat de elite zich van alles toe-eigent. Maar wie dat aanklaagt, moet ook naar de rol van het Westen kijken. 'Dit soort regimes wordt wel door de Verenigde Staten gesteund. Dat verklaart voor een belangrijk deel de anti-westerse sentimenten die er leven.' Een vrijbrief voor terroristische acties zijn zulke gevoelens natuurlijk nooit, benadrukt Jansen. 'Ik verfoei wat er is gebeurd, maar tegelijkertijd wil ik wel weten hoe het zover heeft kunnen komen.'
Dat de daders van '11 september' jonge 'verwesterde' Arabieren waren, die alcohol dronken en vriendinnen hadden, verbaast haar overigens niet. 'Zulke jonge mensen líjken verwesterd omdat ze typisch westers gedrag vertonen, maar ze zíjn het niet,' legt Jansen uit. 'Ze worstelen vaak met een identiteitscrisis. Ze zijn losgekomen van hun achtergrond: als eersten van hun familie, in de regel lagere middenklasse, kunnen ze gaan studeren. Ze kunnen geen weerstand bieden aan de verlokkingen van het Westen. Ze gaan uit, ze drinken, ze gokken, ze doen alles wat volgens hun islamitische achtergrond verboden is. Dat zit ze niet lekker. Eenmaal terug thuis, wordt de westerse belofte van een goed inkomen en een mooie positie niet ingelost omdat er te weinig banen beschikbaar zijn. Ze worden gefrustreerd in hun aspiraties en geconfronteerd met hun machteloosheid, wat vreet aan hun eigenwaarde. Het islamisme kan dan uitkomst bieden.'
Internationale mode
De identiteitscrisis van goed opgeleide vrouwen is nog veel groter, zegt Jansen. 'Zij hebben in de regel een traditioneel gesluierde moeder die thuis zit en - vaak - analfabeet is. Zelf werken ze buitenshuis en gaan ze westers gekleed. Ze hebben een marginale positie in hun eigen samenleving, ze twijfelen voortdurend: hoort dit wel wat ik doe? Dat is zeker zo wanneer een vrouw kinderen krijgt en familierelaties veel belangrijker worden. Er zijn vrouwen die op zo'n moment de sluier omdoen. Maar daarmee maken ze zichzelf niet monddood.'
De sluier heeft voor vrouwen verschillende betekenissen, legt Jansen uit. De meeste beschouwen het als een kledingstuk: 'Zoals wij bij het naar buiten gaan een jas aantrekken, doen zij een sluier om.' En zoals wij uitgebreid de tijd nemen om een jas uit te zoeken, doen zij dat met een sluier ook. 'Er zijn heel veel modes, heel veel kleuren, heel veel stoffen. De manier waarop hij versierd is en gedragen wordt, zegt van alles over de draagster. Sociale status, seksuele toegankelijkheid, mate van religiositeit. Er zijn verschillende manieren waarop je de sjaal om je hoofd doet en over je schouders drapeert, en mooie speldjes waarmee je hem vastzet onder je kin', zegt Jansen die, overigens, de sluier 'een onding' noemt: 'Veel te warm.' Ook laat de sluier zien dat de draagster een nette vrouw is die zich houdt aan de kledingvoorschriften. 'Mannen kunnen zo'n vrouw niet verbieden onderwijs te volgen of buitenshuis te werken. De sluier geeft vrouwen de gemoedsrust en de eigenwaarde waar ze binnen de islamitische samenleving behoefte aan hebben en de mogelijkheid te doen wat ze graag willen.'
Daarnaast is de sluier ook een cultuurkritisch, want anti-westers symbool. 'De hijab, de sobere sluier die veel vrouwen dragen, is internationale mode geworden. Ze is herkenbaar als anti-westers en pro-islamitisch symbool, maar ook als kledingstuk voor vrouwen die zich niet laten belemmeren in hun bewegingsvrijheid.'
Gebruiken vrouwen de sluier om hun behoefte aan zelfstandigheid én geborgenheid met elkaar te verenigen, het islamisme zetten ze in om hun man tot vrouwvriendelijker gedrag te bewegen. De koran verplicht vrouwen hun talenten te ontwikkelen, geeft hun het recht op bezit en bevat ook gedragsvoorschriften voor mannen: ze mogen niet naar de hoeren en niet drinken, bijvoorbeeld. 'Vrouwen gebruiken religieuze argumenten en symbolen om vaders en echtgenoten te kritiseren, en die hebben daar niets tegenin te brengen. Zo kunnen ze, met de koran in de hand, de mannelijke autoriteit ondermijnen.'
Willy Jansen houdt woensdag 6 maart om 20.00 uur in het Academiegebouw de dertiende Annie Romein-Verschoorlezing. Gratis toegangskaarten reserveren per e-mail: [email protected]
Dit is een verkorte versie van een interview dat in Vrij Nederland van 2 maart staat afgedrukt.
'De islam is een achterlijke cultuur', roept Pim Fortuyn, en vele Nederlanders zeggen het hem na. Sinds 11 september horen we vooral vooroordelen en misverstanden over de islam. Antropoloog Willy Jansen, die woensdag 6 maart in Leiden de Annie Romein-Verschoorlezing houdt, hekelt het simpele vijanddenken en legt uit dat de sluier meer is dan alleen een vrouwonderdrukkend symbool.
Malou van Hintum
In Algerije begon iedereen altijd over nachtclubs als ze mij zagen. Alsof wij westerlingen altijd naar nachtclubs gaan! Zelf deden ze dat wel, als ze naar Frankrijk gingen. Dat is hun cliché over ons.'
Willy Jansen, hoogleraar vrouwenstudies en antropoloog aan de Katholieke Universiteit Nijmegen, stelt onder de titel 'Zijn zij dom of zijn wij het?' in haar Annie Romein-Verschoorlezing de eenzijdige beelden ter discussie die het Westen over de islam en zijn aanhangers heeft. Beelden die na de aanslagen van 11 september gekoesterd worden. Want mét George W. Bush willen we hier maar al te graag geloven dat alle moslims hun echtgenotes, zussen en dochters onderdrukken, dat gesluierde vrouwen dom zijn en, vooral, dat de islam nu eindelijk zijn ware gezicht laat zien: het is een vrouwvijandige, terroristische beweging met irrationele fanatiekelingen die grote massa's opzwepen tot anti-westerse sentimenten die een bedreiging vormen voor de wereldvrede.
Of ligt het toch iets genuanceerder?
Zoals het Midden-Oosten zijn eigen clichés over het Westen koestert, clichés die gaan over seks, drank en gokken, zo nemen wij gretig de beelden op die westerse media van het Midden-Oosten laten zien. Maar terwijl we, met enige ergernis, constateren dat hun beeld van onze wereld maar een klein deel van onze werkelijkheid betreft, twijfelen we er niet aan dat ons beeld van hun wereld volledig is. Maar dat, zegt Willy Jansen, klopt niet.
Westerse feministen
Kale cijfers kunnen een paar vooroordelen wegnemen. 'Op de Jordaanse universiteiten was in 1998-1999 de helft van de ingeschreven studenten vrouw. Het percentage meisjes dat bètawetenschappen studeert, is er hoger dan in Nederland. Vrouwen zijn in het Midden-Oosten überhaupt veel beter vertegenwoordigd in de wetenschappelijke staf. Zo is in Turkije twintig procent van de hoogleraren vrouw - in Nederland is dat nog geen zes procent. Algerije telt tweemaal zoveel vrouwen in de wetenschappelijke top als Nederland,' somt Jansen op.
Waarom weten we dat niet? 'Westerse feministen houden niet op te benadrukken dat in zulke landen meer vrouwen analfabeet zijn dan mannen. Dat is waar, en dit analfabetisme moet ook bestreden worden, maar het is de halve waarheid. Als je kijkt naar de armoede daar, als je weet dat voorzieningen geconcentreerd zijn in de grote steden en als je je realiseert dat het uitgestrekte platteland verstoken is van onderwijs en ontwikkeling, is het eigenlijk juist verbazingwekkend hoeveel meisjes onderwijs volgen.'
Het is een kwestie van perspectief, vindt Jansen. Je kunt oog hebben voor wat er nog steeds mis is. Maar je kunt ook kijken naar positieve ontwikkelingen. Armoede en achterstand worden in het Westen stelselmatig onderschat, of verward met achterlijkheid. Dat levert een vertekend beeld op van de islamitische wereld. Maar, zegt Jansen, het is wél waar dat het Midden-Oosten vele corrupte regimes telt. Dat democratische vrijheden er ver te zoeken zijn, dat de rijkdom er ongelijk is verdeeld omdat de elite zich van alles toe-eigent. Maar wie dat aanklaagt, moet ook naar de rol van het Westen kijken. 'Dit soort regimes wordt wel door de Verenigde Staten gesteund. Dat verklaart voor een belangrijk deel de anti-westerse sentimenten die er leven.' Een vrijbrief voor terroristische acties zijn zulke gevoelens natuurlijk nooit, benadrukt Jansen. 'Ik verfoei wat er is gebeurd, maar tegelijkertijd wil ik wel weten hoe het zover heeft kunnen komen.'
Dat de daders van '11 september' jonge 'verwesterde' Arabieren waren, die alcohol dronken en vriendinnen hadden, verbaast haar overigens niet. 'Zulke jonge mensen líjken verwesterd omdat ze typisch westers gedrag vertonen, maar ze zíjn het niet,' legt Jansen uit. 'Ze worstelen vaak met een identiteitscrisis. Ze zijn losgekomen van hun achtergrond: als eersten van hun familie, in de regel lagere middenklasse, kunnen ze gaan studeren. Ze kunnen geen weerstand bieden aan de verlokkingen van het Westen. Ze gaan uit, ze drinken, ze gokken, ze doen alles wat volgens hun islamitische achtergrond verboden is. Dat zit ze niet lekker. Eenmaal terug thuis, wordt de westerse belofte van een goed inkomen en een mooie positie niet ingelost omdat er te weinig banen beschikbaar zijn. Ze worden gefrustreerd in hun aspiraties en geconfronteerd met hun machteloosheid, wat vreet aan hun eigenwaarde. Het islamisme kan dan uitkomst bieden.'
Internationale mode
De identiteitscrisis van goed opgeleide vrouwen is nog veel groter, zegt Jansen. 'Zij hebben in de regel een traditioneel gesluierde moeder die thuis zit en - vaak - analfabeet is. Zelf werken ze buitenshuis en gaan ze westers gekleed. Ze hebben een marginale positie in hun eigen samenleving, ze twijfelen voortdurend: hoort dit wel wat ik doe? Dat is zeker zo wanneer een vrouw kinderen krijgt en familierelaties veel belangrijker worden. Er zijn vrouwen die op zo'n moment de sluier omdoen. Maar daarmee maken ze zichzelf niet monddood.'
De sluier heeft voor vrouwen verschillende betekenissen, legt Jansen uit. De meeste beschouwen het als een kledingstuk: 'Zoals wij bij het naar buiten gaan een jas aantrekken, doen zij een sluier om.' En zoals wij uitgebreid de tijd nemen om een jas uit te zoeken, doen zij dat met een sluier ook. 'Er zijn heel veel modes, heel veel kleuren, heel veel stoffen. De manier waarop hij versierd is en gedragen wordt, zegt van alles over de draagster. Sociale status, seksuele toegankelijkheid, mate van religiositeit. Er zijn verschillende manieren waarop je de sjaal om je hoofd doet en over je schouders drapeert, en mooie speldjes waarmee je hem vastzet onder je kin', zegt Jansen die, overigens, de sluier 'een onding' noemt: 'Veel te warm.' Ook laat de sluier zien dat de draagster een nette vrouw is die zich houdt aan de kledingvoorschriften. 'Mannen kunnen zo'n vrouw niet verbieden onderwijs te volgen of buitenshuis te werken. De sluier geeft vrouwen de gemoedsrust en de eigenwaarde waar ze binnen de islamitische samenleving behoefte aan hebben en de mogelijkheid te doen wat ze graag willen.'
Daarnaast is de sluier ook een cultuurkritisch, want anti-westers symbool. 'De hijab, de sobere sluier die veel vrouwen dragen, is internationale mode geworden. Ze is herkenbaar als anti-westers en pro-islamitisch symbool, maar ook als kledingstuk voor vrouwen die zich niet laten belemmeren in hun bewegingsvrijheid.'
Gebruiken vrouwen de sluier om hun behoefte aan zelfstandigheid én geborgenheid met elkaar te verenigen, het islamisme zetten ze in om hun man tot vrouwvriendelijker gedrag te bewegen. De koran verplicht vrouwen hun talenten te ontwikkelen, geeft hun het recht op bezit en bevat ook gedragsvoorschriften voor mannen: ze mogen niet naar de hoeren en niet drinken, bijvoorbeeld. 'Vrouwen gebruiken religieuze argumenten en symbolen om vaders en echtgenoten te kritiseren, en die hebben daar niets tegenin te brengen. Zo kunnen ze, met de koran in de hand, de mannelijke autoriteit ondermijnen.'
Willy Jansen houdt woensdag 6 maart om 20.00 uur in het Academiegebouw de dertiende Annie Romein-Verschoorlezing. Gratis toegangskaarten reserveren per e-mail: [email protected]
Dit is een verkorte versie van een interview dat in Vrij Nederland van 2 maart staat afgedrukt.