PDA

Bekijk Volledige Versie : De Marokkaanse militaire bijdrage aan de strijd tegen Nazi-Duitsland



Ramzi
29-04-03, 13:34
(hele artikel kun je hier lezen: http://www.lbr.nl/documentatie/doc_marokkaansetroepen.html)


.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.



De balans opgemaakt

De twee Marokkaanse divisies, de 2e division d’infanterie marocaine en de 4e division marocaine de montagne hebben zowel in Italië als in Frankrijk meer dan hun plicht gedaan in veelal extreem moeilijke omstandigheden. Verder waren er natuurlijk de goums en spahis met ieder hun specialistische optreden. Naar schatting had het Franse leger in Italië een omvang van 65.000 man, zeker 40.000 hiervan was afkomstig uit Marokko. In de gevechten in Europa in 1944-1945 sneuvelden ruim 8.000 Marokkanen.

In totaal heeft Noord-Afrika het Franse leger 233.000 man geleverd. In feite de kern van die strijdmacht gedurende de hele oorlog. Uit Marokko kwamen er daarvan in 1942 ruim 77.000 op een bevolking van zes miljoen. Lange tijd is de geschiedschrijving van enerzijds de oorlog in Europa nadrukkelijk bepaald door Europeanen en Amerikanen terwijl anderzijds de geschiedschrijving van Marokko in het teken stond van de onafhankelijkheidsstrijd. De inzet van de Marokkanen in Europa viel zodoende tussen wal en schip. Juist heden ten dage, nu de band tussen Europa en Noord-Afrika op allerlei manieren hechter is dan ooit en onze samenlevingen meer vervlochten raken, is het zaak aan dit militair optreden van Marokkanen, Algerijnen en Tunesiërs in Europa aandacht te geven. Zij hebben bijgedragen aan onze vrijheid, dat mogen we niet vergeten. In het museum van de Franse infanterie in Montpellier is hun optreden verbeeld.

Ramzi
30-04-03, 10:47
Nadere informatie over de lezing Marokkanen in de Tweede Wereldoorlog

Marokkanen in de Tweede Wereldoorlog

Lezing van dr. Herman Obdeijn en Mohamed Achahboun

Zaterdag 3 mei, om 13.30 uur, in de Laurenskerk te Rotterdam, spreken dr. Herman Obdeijn en Mohamed Achahboun hun lezing uit over ‘Marokkanen in de Tweede Wereldoorlog’. Een persbericht over de lezing is half april verspreid (zie www.lbr.nl).

Aanvullende informatie over de sprekers en het thema van de lezing is geplaatst op www.lbr.nl, de website van het Landelijk bureau ter bestrijding van Rassendiscriminatie (LBR), dat de lezing organiseert.

Op de website staat onder meer het artikel ‘De Marokkaanse militaire bijdrage aan de strijd tegen Nazi-Duitsland in Europa 1940 – 1945’, van dr. W. Klinkert, docent militaire geschiedenis aan de Koninklijke Militaire Academie Breda.

Een citaat uit zijn artikel: ‘In totaal heeft Noord-Afrika het Franse leger 233.000 man geleverd. In feite de kern van die strijdmacht gedurende de hele oorlog. Uit Marokko kwamen er daarvan in 1942 ruim 77.000 op een bevolking van zes miljoen. Lange tijd is de geschiedschrijving van enerzijds de oorlog in Europa nadrukkelijk bepaald door Europeanen en Amerikanen terwijl anderzijds de geschiedschrijving van Marokko in het teken stond van de onafhankelijkheidsstrijd. De inzet van de Marokkanen in Europa viel zodoende tussen wal en schip. Juist heden ten dage, nu de band tussen Europa en Noord-Afrika op allerlei manieren hechter is dan ooit en onze samenlevingen meer vervlochten raken, is het zaak aan dit militair optreden van Marokkanen, Algerijnen en Tunesiërs in Europa aandacht te geven. Zij hebben bijgedragen aan onze vrijheid, dat mogen we niet vergeten.’

In de Laurenskerk zal zaterdag eveneens een tentoonstelling te zien zijn van het Amsterdams 4+5 mei Comité, met zwart-wit foto’s van krijgsgevangen Marokkaanse soldaten in Zeeland.

De toegang tot de lezing van Herman Obdeijn en Mohamed Achahboun, in de Laurenskerk, Grote Kerkplein 15, te Rotterdam, is gratis.

Voor nadere informatie: zie www.lbr.nl, of per e-mail via [email protected], of telefonisch via 010-2010201, vraag naar Xiu Lin Tan of Aranka Kellermann.

Simon
30-04-03, 18:41
Relatie tussen Marokko en Nederland.

De relatie tussen Marokko en Nederland bestaat anno 2002 ruim vier eeuwen. Marokko is een van de weinig staten waarmee Nederland al zolang diplomatieke betrekkingen hebben. Dit komt door de strategische ligging van Marokko aan de noordzijde van Afrika, waardoor Marokko een belangrijke rol speelt in de wereldpolitiek. Slechts weinig Nederlanders hebben kennis van deze betrekkingen. Dit Ondanks de instroom van Marokkaanse gastarbeiders in de jaren zestig en hun onafgebroken aanwezigheid hier in Nederland. Vrijwel alle Marokkanen die naar Nederland worden gehaald om mee te helpen aan de wederopbouw van dit land, dat door de oorloog was verwoest, zijn onder aan de maatschappelijke ladder van de Nederlandse samenleving terechtgekomen. Ook de cultuur en de religie die zij meebrachten wordt door sommige Nederlanders niet geaccepteerd "onbekend maakt onbemind". Het is dan ook niet verwonderlijk- maar wel jammer, dat zo wel de Nederlandse en de Marokkaanse regering nog geen aanleiding hebben gevonden om relief te geven aan het feit dat ruim vier eeuwen gelden de basis werd gelegd voor deze relatie (dit in tegenstelling met bijvoorbeeld de relatie tussen Nederland en Amerika die een paar jaar geleden met groot tamtam werd
gevierd. Deze bestond 250 jaar).
De relatie tussen Marokko en Nederland begon op 15 oktober 1596 toen heeft de Staten- Generaal der Nederlanden een brief verzonden, naar de Grote keizer van Marokko. In die brief werd de Keizer verzocht de te Marakkech wonende Nederlander Jacob Bartlholomeüsz als zaak- gelastigde voor de Staten-Generaal der Nederlanden te aanvaarden.
Deze benoeming zou het beging zijn van een sterke eeuwen durende relatie. Deze relatie is de laatste eeuw wat minder geworden dan het drie voorgaande eeuwen, dat kwam doordat Marokko jaren door Frankrijk en Spanje bezet is geweest. Uit deze koloniale periode stammen de nauwe politieke en culturele banden met deze landen. De gebrekkige kennis van de Franse en Spaanse taal, vooral de Franse taal bij Nederlanders, heeft ertoe bijgedragen, dat de relatie op een laag pitje bleef.
De bovengenoemde brief die naar de Grote keizer van Marokko werd verzonden, vormde direct aanleiding tot ongemoeid handel drijven op verschillende havens van Marokko door een groep Amsterdamse kooplieden. Zowel voor Nederland als voor Marokko waren er verschillende redenen de betrekkingen te versterken, te weten: enerzijds de grote afkeer die de toenmalige Charif Moulay Ahmed El. Mansoer tegen Spanje koesterde, waardoor hij bondgenoot van Nederland zocht in hun strijd tegen Spanje en daarnaast het internationale prestige dat "Moulay Ahmed El Mansoer" genoot. Dit had hij voornamelijk te danken aan zijn voorganger, Moulay Abdelmalek wiens leger, de koning van Portugal in 1578 een verpletterende nederlaag had toegebracht in de slag bij Ksar El. Kabier aan de oever van Ouad Makhazin, waar beide vorsten om het leven kwamen. Voor de Portugese troon had deze gebeurtenis het rampzalige gevolg dat hij door een nauwe familierelatie met die van Catillie en het ontbreken van directe afstammelingen na luttele jaren aan Philips II toeviel, waardoor het land gedurende 60 jaar het oppertoezicht van Spanje moest verdragen en geen rol van betekenis meer speelde op het Europese toneel. Anderzijds had Nederland grote belangen bij de relatie met Marokko om samen tegen hun vijand nummer een "Spanje" te strijden. Nederland zou Marokkaanse havens als uitvalsbasis voor haar oorlogsschepen gebruiken tegen Spanje. De heer Jacobs Bartholomeüsz had zijn benoeming, behalve aan het feit dat hij al jaren in Marokko "Marakkech" werkzaam en woonachtig was vooral te danken aan zijn halfbroer Jacob Bartholomeüsz, woordvoerder van de Amsterdamse groep bij de staten- Generaal. Hij ontving twee brieven uit Den Haag. Een was voor hem bestemd en de andere was bestemd voor Moulay Ahmed El. Mansour. In de brief aan de Grote Keizer, wees de Staten-Generaal op de reeds meer dan 25 jaar durende strijd tegen de Spaanse onderdrukker. Eerst onder de leiding van Wijlen de Prins van Oranje, vervolgens onder een notabel uit Fes, de heer Mohammed Ouja, die in Nederland verbleef met de brief gestuurd.
Marokko speelde namelijk een belangrijke rol bij de succesvolle Engels- Nederlandse vlootoperatie waarbij Cadiz werd bezet en de Spaanse vloot in handen viel van Nederland. Hoe de Charif op deze courtoisie reageerde is niet overgeleverd, maar dat de brief op een warme ontvangst kon rekenen, lag
voor de hand, na de successen van de Nederlandse vloot tegen Spanje. Een nieuwe bondgenoot tegen de toenemende Spaanse agressie. Spanje beheerst de Portugese bezittingen Ceuta, Tanger, Asilah en Ouad Al Makhazin en aasde op Larache. Goede betrekkingen met Marokko waren zowel van belang bij het bestrijden van de gemeenschappelijke vijand Spanje, als de piraterij. Het aanhalen van goede betrekkingen met Marokko bood beide landen veel voordelen: Marokko zag in het verschiet de mogelijkheid schepen te verkrijgen uit Nederland die ingezet konden worden voor oorlog- en handelsdoeleinden.
Een van deze schepen stond onderleiding van Kapitein Moerad Raeis, de tot Islam bekeerde Jan Janz van Haarlem die uiteindelijk tot gouverneur van Salé een druk overslagpunt en thuishaven voor schepen uit Nederland. Behalve in schepen en hoger scheepskader was Marokko ook geïnteresseerd in wapens, munitie en fijn geweven.
De Schiedammer Pieter Maartensz Coy die de functie van de inmiddels vertrokken Jacob Baltholomeüsz had overgenomen werd met een grote ceremonie in Marakesch ontvangen. De missie waarmee Pieter Maartensz Coy door de Staten-Generaal naar Marokko was gezonden luide: een zodanige toenadering tussen de beide landen te bewerkstelligen, dat een vrije toegang tot elkaars havens en een onbelemmerde handel een veilige personeelsverkeer in een formeel verdrag werd vastgelegd. Echter de eerste vier jaar van zijn verblijf in Marokko kon hij zijn opdracht niet vervullen vanwege de interne problemen in Marokko. Namelijk Charif Moulay Ahmed El. Mansour, had elk van zijn drie zoons een deel van zijn rijk toebedeeld, maar aangezien de een zich meer benadeeld voelde dan andere, ontstond er onenigheid. Passt toen de Jongeste zoon van de Grote Keizer, Moulay Zidan zich een stabiele plaats wist toe te eigenen kon Pieter Maartensz Coy aan zijn opdracht beginnen. In 1609 had de Keizer zijn antwoord klaar en zond hij een Marokkaanse gezantschap mee met twee schepen die de Staten-Generaal der Nederlanden hem ter beschikking hadden gesteld. Dit gezantschap bestond uit de Caid Hamoe Ben Bachir en zijn Joodse Secretaris de Zakenman Samuel Pallache, die later Ambassadeur voor Marokko in Nederland werd, Prins Maurits, schriftelijk en mondeling overbrachten, bleek dat de Keizer instemde met het door Nederland voorgestelde verdrag inzake vrijheid van handel en verkeer alsmede veiligheid van personen en goederen. Als tegenprestatie verwachtte Marokko drie a vier oorlogsschepen en oorlogsmateriaal van Nederland.
In dat jaar 1609 ontving de Staten-Generaal een tweede Marokkaanse gezantschap, nu met aan het hoofd de Cadi Ahmed Ben Abdellah in de rang van Ambassadeur en Samuel Pallache in de rang van agent. Dit was naar aanleiding van het heugelijke feit, dat Marokko als een van de eerste landen ter wereld, de door Nederland uitgeroepen zeven provinciën erkende. Op 24 december van dat jaar(1609) werd een nieuwe verdrag getekend. Een verdrag van vriendschap en wederzijdse samenwerking compleet met het militaire tintje dat de keizer er aan had gegeven. De bouw van de drie oorlogsschepen die het gezantschap had besteld, was zo goed als voltooid. Op 21 januari 1611 zijn deze schepen uit Den Helder vertrokken om twee maanden later in Salé te arriveren.
Daarna zijn er verschillende verdragen tussen beide koninkrijken getekend:
In 1651-1659-1673-1692-18301852 en1891.
Uiteraard houdt de geschiedenis hier niet op. In de Tweede Wereldoorlog heeft Marokko een belangrijke rol gespeeld in de bevrijding van Europa en dus ook van Nederland. Er zijn meer dan 70. Duizend Marokkanen tijdens de deze oorlog tussen 1939 en 1945 gesneuveld. In de zestiger jaren, toen Europa, waaronder Nederland door de oorlog verwoest was, zijn veel Marokkanen naar Nederland gehaald om aan de wederopbouw van Nederland mee te helpen. De laatste 15 jaar van de vorige eeuw zagen we een toenemende toenadering tussen beide landen. Er werden verschillende verdragen gesloten. Het laatste verdrag was in het jaar 2000. Het ging om een verdrag over "SOCIALE ZEKERHEID" Nederland is met Marokko een herziening van het oude sociale zekerheids verdrag overeengekomen. In de nieuwe verdragen werden afspraken opgenomen over controle op het verstrekken van uitkeringen aan Marokkanen die naar Marokko terugkern.
Maar de incidenten rondom het voorstel met betrekking tot een nieuwe verdrag die Nederland het recht zou geven om in Marokko te controleren of Marokkanen die een uitkering van Nederland krijgen of ze een huis of bedrijven bezetten en de Europese onenigheid over het vissen in Marokkaanse wateren hebben deze relaties wat doen afnemen.
Nu de meeste Marokkanen Nederland als hun tweede land beschouwen en Marokko de laatste jaren zowel maatschappelijk als politiek en economisch is verbeterd, is het raadzaam de vriendschapsbanden juist meer aan te halen.
De tweede en de derde generatie Marokkanen kunnen nu verder gaan met op de weg die de gezanten in de afgelopen eeuwen hebben bewandeld, namelijk de weg die leidt naar een betere samenwerking en wederzijds respect tussen hun beide "vaderlanden".
Het is daarom van groot belang dat de relatie tussen beide landen versterkt en uitgebreid moet worden.
Nederland heeft er baat bij de relatie tussen Marokko en Nederland te onderhouden.
In Marokko zijn er op velerlei gebieden veelbelovende ontwikkelingen. Daarvan kan Nederland ook in de toekomst van profiteren.
Marokko is onder een jonge democratische en Europees georiënteerde Koning Mohammed VI bezig zich te ontwikkelen op het gebied van landbouw, industrie, visserij en maatschappelijk welzijn. Veel Europese landen waaronder Frankrijk, Spanje, Duitsland, Italië en België hebben de laatste jaren veel in Marokko geïnvesteerd.
Ook op het gebied van internationale samenwerking zijn veel steden uit deze landen met succes een stedenband aangegaan met verschillende steden in Marokko.
Nederland loopt weer eens achter, terwijl Nederland wel over veel deskundigheid op de bovengenoemde terreinen beschikt.
De Marokkanen in Nederland kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de totstandkoming van de relatie tussen Nederland en Marokko. Zij zouden de brugfunctie tussen beide samenlevingen uitstekend kunnen vervullen.
Ook een wederzijds bezoek van staatshoofden, regeringen, parlementsleden, lage overheden en gewone burgers zal ongetwijfeld bijdragen aan de integratie van Marokkanen in de Nederlandse samenleving.
Om dit te bewerkstelligen wordt op dit moment gedacht in het jaar 2005 vier honderd jaar betrekkingen tussen Marokko en Nederland te vieren. De heren drs.Paolo De Mas (Universiteit van Amsterdam) en dr.Herman Obdeijn (Universiteit van Leiden) hebben initiatief genomen om van 2005 een Marokko-jaar te maken.
Ze hebben hierover eerst gesprekken met instanties en organisaties in beide landen gevoerd.
Uit deze contacten is gebleken dat er bij een breed spectrum van instellingen en instanties ruim voldoende draagvlak bestaat voor een dergelijke viering.
De viering van 400 jaar betrekkingen tussen Marokko en Nederland stimuleert de bevolking van beide landen meer met elkaar te doen. Uitwisseling van kennis en ervaring door gezamenlijk acties te ondernemen op de meest uiteenlopende gebieden.
Daarbij spelen alle kwesties die op dit moment aan de orde zijn een rol, zoals de situatie van Marokkanen in Nederland, de promotie van Nederland in Marokko en de promotie van Marokko in Nederland. In Nederland wordt Marokko enerzijds geassocieerd met een rijkdom aan culturele diversiteit, anderzijds met de problematiek van groepen Marokkaanse jongeren. De culturele diversiteit nodigt uit tot nadere kennismaking, de problematiek maakt deze kennismaking noodzakelijk. Vooruitgang wordt ons inziens bereikt wanneer de (hernieuwde) kennismaking niet alleen leidt tot meer begrip, maar ook tot meer samen werken.
Het programma zal uit een variatie van activiteiten bestaan. Naast de voor de handliggende onderwerpen als kunst, vrije tijd, sport en economie wordt ook plaats ingeruimd voor projecten die uitwisseling en samenwerking stimuleren in onder meer de journalistiek, de wetenschap en maatschappelijke vraagstukken. De ambitie is daadwerkelijke kennismaking, begrip, maar vooral samen ondernemen.
Voor meer informatie hierover kunt u terecht bij: drs.Paolo De Mas, Universiteit van Amsterdam
Dr. Herman Obdeijn, Universiteit van Leiden.
Postadres:
Dr.Herman Obdeijn
Faculteit der Letteren Postbus 9515 2300 RA Leiden
e-mail: [email protected]
Bron:
Boek. "Nederland en de Arabische wereld". Van Middeleeuwen tot twintigste eeuw.
Boek. « Le Maroc et la Holland ». Etudes sur l’histore, lamgration, la linguistique el sémiologie de la cultur.



Geschreven door. Mohamed Achahboun.