PDA

Bekijk Volledige Versie : "Hoe kan je van zo iemand houden?"



jaja
01-05-03, 19:29
Deserteurs / Loyaal aan Irak, niet aan Saddam
door Judit Neurink
Trouw 2003-05-01

Saddams leger heeft het bij Bagdad met opzet laten afweten, omdat de militairen Saddam Hoessein zat waren. Ze geloofden niet meer in zijn oorlog, zeggen twee militairen die bij de slag om Bagdad deserteerden.

BASRA - ,,Twintig jaar van mijn leven heb ik gegeven'', zegt Oessama, een 35-jarige sergeant uit de speciale troepen van de Republikeinse Garde. ,,In ieder ander leger was ik allang officier geweest.''
Bitter over de behandeling die hij kreeg na jaren trouwe dienst en blij dat Saddam verjaagd is, wil Oessama graag praten. Bijvoorbeeld over hoe iedereen in het Iraakse leger wist dat Saddam generaals de opdracht had gegeven kernwapens te gebruiken tegen de Amerikanen.
,,Elf generaals die dat weigerden, heeft hij laten executeren'', vertelt hij in de tuin van een huis in Basra. ,,Iedereen wist dat als Saddam kernwapens gebruikte, de Amerikanen extra hard tegen ons zouden optreden'', verklaart hij die weigering van de generaals.
,,Weet je wat de rode lijn om Bagdad was?'', vraagt hij dan, en hij tekent op de wankele tuintafel de strategie van het Iraakse leger: binnen de rode cirkel rond Bagdad de Speciale Republikeinse Garde, om de Amerikanen in de val te lokken van de legerdivisies daarachter. Maar toen die divisies oplosten -door de Amerikaanse bombardementen maar vooral ook door desertie, zegt Oesama- viel het plan in duigen.
Als soldaat in de Djomhoeria divisie van de Republikeinse Garde besloot hij een paar dagen voor de slag om Bagdad te deserteren uit Dijala. ,,Mijn commandant was woedend omdat we zoveel mensen hadden verloren, en zat ons op onze nek. Ik moest hem doodschieten om te kunnen ontvluchten'', zegt hij, bijna verontschuldigend, maar echte wroeging toont de gespierde militair niet over die daad.
,,Ik was altijd loyaal aan Irak, niet aan Saddam.'' Na zijn desertie liep hij de honderden kilometers door de oorlog naar zijn woonplaats Nasirija, onderweg bij burgers aankloppend voor onderdak en eten.
Ook de 20-jarige soldaat Hoessein Djaffer Hasan uit de tiende divisie van het gewone Iraakse leger deserteerde. Zijn hele familie zit op de grond om hem heen in de familiekamer van hun huis en lacht hartelijk om de absurditeiten van zijn verhaal. Van de 500 man van zijn divisie waren er op een gegeven moment nog tien over, vertelt hij. Samen met twee anderen trok Hasan zijn uniform uit om bij de checkpoints niet te worden doodgeschoten wegens desertie, en liep van Amara in twee dagen naar zijn dorp Khalad-Sucar tussen Nasirija en Al-Koet. ,,Waarom? Omdat de kakkerlakken zo hard beten'', grapt hij. ,,Nee, ik wilde niet dood.''
Hij was tankbestuurder en verantwoordelijk voor het onderhouden van het contact met de commandanten. ,,Elke keer als ik verbinding zocht, waren de Amerikaanse vliegtuigen binnen een minuut boven me met hun bommen. Dus ik opende de lijn en sprong daarna onmiddellijk uit de tank.''
Hasan vertelt over slecht onderhouden tanks die het meestal niet deden, van lopen die niet te richten waren, van granaten die niet ontploften. Over gasmaskers die ze kregen omdat de Amerikanen gifgas zouden gebruiken, maar die niet functioneerden.
En over de haat van dorpelingen, tegen Saddam en het leger dat voor hem vocht. ,,Als je een dorp binnenging, was je banger voor de dorpelingen dan voor de Amerikanen. Ze roofden alles dat los en vast zat van onze tanks.'' En over oneetbaar voedsel: Iraakse burgers gaven hen keihard brood, waar soms zelfs glas in zat.
Ex-sergeant Oessama toont later in Nasarija een legerplaats met kapot gebombardeerde legertucks. Hij wijst op het logo op de deuren. ,,Met deze wagens werd voedsel naar de troepen vervoerd. Voedsel dat Saddam van burgers opeiste, dat zij zelf maar nauwelijks hadden. Hoe kan je nu van zo iemand houden?''
Hasan vertelt dat soldaten onder elkaar zeiden, dat ze bij de eerste Amerikaanse raket zouden deserteren. Ook Oessama zegt dat het leger geen enkel vertrouwen had in Saddams oorlog. ,,We hadden nog geen procent hoop dat we zouden winnen. En we geloofden niet meer in waar we voor vochten. We hadden het fiasco gezien na de oorlog tegen Iran: families van slachtoffers kregen nauwelijks hulp. We hadden goed wapentuig, maar geen inzet van het leger.''
Alleen de militie van Saddams zoon Oedai, de Fedajien, voerde strijd. Volgens Oessama waren het behalve wezen uit de oorlog tegen Irak, vooral ex-gevangenen, die met peppillen veranderden in ware vechtmachines.
De gardist bevestigt berichten over het verbergen van wapens in woonwijken. ,,Saddam zette de radar tussen de huizen, zodat de mensen zouden klagen over de agressie van de Amerikanen die burgers bestookten. Maar we wisten allemaal wat hij deed.''
Op verschillende plaatsen in Irak staan inderdaad uitgebrande tanks in woonwijken, soms in hele smalle stegen. In Nasirija had Saddam volgens Oessama wapens opgeslagen in een school. Hij zegt er de Amerikanen op te hebben gewezen, die ze hebben weggehaald.
Volgens Oessama liet Saddam raketten vervoeren in grote vrachtwagens met 'ministerie van Handel' erop. ,,Daarom werd die markt in Bagdad geraakt, die vrachtwagen was daar net weggehaald.'' En ook de raketten die op Koeweit werden afgevuurd, zouden op die manier zijn rondgereden.
Saddam Hoessein vormde na de vorige Golfoorlog een nieuw elitekorps waarvan de leden afkomstig waren uit zijn geboorteplaats Tikrit. Deze Speciale Republikeinse Garde was het gevolg van het feit dat hij de gewone garde niet meer vertrouwde. Oessama's verhaal bevestigt dat hij daar gelijk in had. Zeker als de gardist vertelt dat hij met enkele kamaraden sabotage-acties pleegde, waarbij ze kogels vervingen door zand en zelfs wapens naar burgers smokkelden.
Net als de Iraakse burgers waren de soldaten Saddams oorlogen en zijn regime meer dan zat. Zijn jongste zoon Koesai die het leger aanvoerde, genoot door zijn gebrek aan een legeropleiding geen enkel respect. Na de invasie in Koeweit en de sancties die erop volgden, wilde iedereen nog maar een ding: van vader en zoon verlost worden, zegt Oessama.
,,We wachtten al sinds februari op de oorlog. Iedereen wilde Saddam kwijt - zelfs in zijn geboorteplaats Tikrit.'' Ja, hij weet het absoluut zeker: ,,Het leger heeft Saddam met opzet in de steek gelaten.''

c. Trouw

jaja
01-05-03, 19:45
Trouw, dinsdag 29 april 2003

Machteloos speuren naar vermisten

Minka Nijhuis

Terwijl sommige Irakezen demonstreren voor meer invloed van de islam in het nieuwe Irak, zijn anderen nog steeds op zoek naar vermisten.


BAGDAD - 'Waar zijn onze zonen, broers, vaders, gevangenen?', staat op een banier op de omheining. Tientallen mensen verdringen zich rond de A4'tjes die tegen de muur geplakt zijn. Het zijn lijsten met namen van geëxecuteerde gevangenen.

Abdoel Karim laat zijn vinger voorzichtig langs de namen gaan. Hij komt uit Basra om te zoeken naar zijn oom die sinds 1992 wordt vermist, nadat hij werd opgepakt.

Naast hem staat een man met een papiertje met zes namen. De neven van zijn vrouw werden in 1980 gevangen genomen en de familie heeft nooit meer iets van hen vernomen. Alla Hoessein uit Bagdad, zijn dochter, is haar echtgenoot en acht kinderen kwijt. Ze werden in 1981 door agenten van de geheime dienst uit hun huis meegenomen.

,,Mijn hart is gebroken vanwege deze familie, maar ik kon er al die jaren met niemand over praten alleen met mezelf'', zegt hij. Geen van drieën vinden ze informatie, zo blijkt even later.

De lijsten met namen worden opgesteld door een net opgerichte organisatie van ex-gevangenen die na de val van Saddam Hoessein kans zag documenten uit de kantoren van de geheime dienst te halen.

Het doornemen van de dossiers over de gevangenen lijkt onbegonnen werk. Binnen liggen nog honderdduizenden documenten in zakken en bureauladen, soms in stapels tot halverwege het plafond. Het is een van de eerste initiatieven om het duistere verleden van het regime in kaart te brengen. Niemand kan nog overzien hoeveel slachtoffers het bewind de afgelopen decennia gemaakt heeft.

Nu de chaos van de eerste dagen na de oorlog voor een groot deel voorbij is en de veiligheid verbetert, gaan mensen op zoek naar gevangengenomen en vermiste familieleden en vrienden. Ook bij het kantoor van van het Internationale Rode Kruis komen mensen navraag doen.

Een vrouw kust de boodschap die ze kreeg. Haar zoon, een soldaat in het Iraakse leger die ze twintig dagen geleden voor het laatst zag, blijkt terecht. Ze is een van de weinigen die goed nieuws ontvangt. Een medewerkster van het Rode Kruis zucht bij alle verhalen.

,,We concentreren ons op de vermisten uit de recente oorlog. Voor al die andere mensen kunnen we niets doen. Het is te lang geleden en er is te veel informatie verloren gegaan.''

Anderen speuren rond bij massagraven die regelmatig gevonden worden of ze zoeken bij de gevangenissen. Bij het uitgestrekte complex van de Aboe Ghraib-gevangenis port een man met een stok in een zandhoop waaruit botten en een schedel steken. Er hangt een onverdraaglijke geur van rottend vlees. In een van de gebouwen waar gevangenen werden opgehangen staart een groepje mannen met afschuw naar het touw en de valluiken.

Terwijl talloze Irakezen proberen zicht te krijgen op het verleden, houden anderen zich bezig met de toekomst. Bij de hotels waar de buitenlandse media verblijven, demonstreren een paar duizend sjiitische moslims naar aanleiding van de bijeenkomst van zo'n tweehonderd Iraakse politici die op hetzelfde moment onder supervisie van de Amerikanen plaatsvindt.

'Geen tijdelijke regering zonder islamitische kandidaten' en 'Islam is onze leider', zeggen spandoeken. ,,Onder Saddam Hoessein moest ik soms meedoen aan protesten. Dit is de eerste keer dat ik uit vrije wil mijn stem verhef'', zegt Radh al Joran, een student medicijnen. ,,Veel van de leiders in de bijeenkomst van vandaag waren al die jaren in het buitenland. Hoe kunnen ze ons vertegenwoordigen?''

Hij verheft zijn stem om boven het gejoel van de anderen uit te komen. ,,We willen een islamitische geestelijke als leider.'' Een aantal schrijvers en wetenschappersschudden hun hoofd als ze over de eisen van de demonstranten horen. ,,Wat voor soort islam dan? Soennitisch of sjiitisch? En wat zullen de Koerden daarvan vinden?'', vraagt Ahmed Hashim retorisch. ,,Dat is een recept voor een burgeroorlog. We hebben een seculiere regering nodig die boven de religie staat.''

Een eindje verderop slaat een man het tumult van de demonstratie onbewogen gade. Hij doet zijn mond open en weer dicht. Wanneer komt er eten? wil hij weten.


Copyright: Nijhuis, M.