Ramzi
05-05-03, 12:32
maandag 5 mei 2003 uur.
Mislukking dreigt voor jihadproces
Van onze verslaggever Jan Meeus
AMSTERDAM - De rechtszaak volgende week tegen twaalf mannen die worden vervolgd voor het recruteren van moslimstrijders, dreigt te mislukken. Justitie heeft de beschuldigingen van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) nauwelijks kunnen onderbouwen. De AIVD weigert de identiteit van de tipgevers vrij te geven die aan de basis staan van een grootschalig onderzoek naar terrorisme.
Dit blijkt uit het negenduizend pagina's tellende strafdossier dat het Openbaar Ministerie voor de zaak heeft opgebouwd naar aanleiding van een ambtsbericht van de AIVD.
In een soortgelijke zaak eind vorig jaar sprak de Rotterdamse rechtbank vier verdachten vrij - volgens de rechtbank mogen AIVD-inlichtingen in een strafzaak niet zomaar als bewijs worden gebruikt. Deze informatie is namelijk nauwelijks controleerbaar vanwege het anonieme karakter ervan. In reactie op dit vonnis, waartegen hoger beroep is aangetekend, verklaarde minister Donner van Justitie een wetswijziging te overwegen om het gebruik van AIVD-informatie in dit soort zaken mogelijk te maken.
Desondanks hebben de directeur en het hoofd juridische zaken van de AIVD, Sybrand van Hulst en Theo Bot, tijdens een getuigenverhoor bij de rechter-commissaris eerder dit jaar geweigerd om nadere informatie te geven over het ambtsbericht. Volgens een betrokkene hebben zij daarbij verwezen naar hun geheimhoudingsplicht.
Advocaten die de AIVD'ers als getuige hadden opgeroepen, stellen evenwel dat die informatie noodzakelijk is voor de verdediging van de twaalf moslims. 'Het dossier bevat verder zo weinig concrete informatie dat de zaak draait om de betrouwbaarheid van de gegevens die de AIVD heeft verstrekt', stelt de Rotterdamse advocaat Ong Sien Hien.
Het onderzoek tegen de twaalf mannen spitst zich toe op de rol van de Al-Fourqaan-moskee in Eindhoven. Justitie stelt in het dossier dat deze moskee een belangrijk centrum is voor het werven van Nederlandse jongeren voor de jihad, de (al dan niet gewapende) strijd voor de islam. Opmerkelijk is dat de bestuursleden van Al-Fourqaan en de achterliggende stichting Al-Waqf al-Islami niet verder zijn onderzocht. Dit weekeinde citeerde NRC Handelsblad bronnen binnen justitie die stellen dat dit te maken heeft met 'gebrek aan capaciteit'.
Verwacht wordt dat justitie zich in de toekomst wel op deze twee organisaties gaat richten. Een woordvoerder stelt dat de organisaties wel in het dossier voorkomen maar niet als verdacht zijn aangemerkt. 'Wie in de toekomst nog onderzocht zullen worden is op dit moment niet te zeggen.'
De verdachten die vanaf 12 mei in Rotterdam voor de rechter verschijnen, zijn vorig jaar april en augustus opgepakt. Bij huiszoeking in enkele Rotterdamse woningen zijn onder meer opgenomen testamenten gevonden. Die opnames zijn volgens justitie een bewijs voor voorgenomen terroristische aanslagen. Wat het doelwit zou zijn en wanneer die aanslagen gepleegd zouden worden, vermeldt het justitiële dossier niet.
Mislukking dreigt voor jihadproces
Van onze verslaggever Jan Meeus
AMSTERDAM - De rechtszaak volgende week tegen twaalf mannen die worden vervolgd voor het recruteren van moslimstrijders, dreigt te mislukken. Justitie heeft de beschuldigingen van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) nauwelijks kunnen onderbouwen. De AIVD weigert de identiteit van de tipgevers vrij te geven die aan de basis staan van een grootschalig onderzoek naar terrorisme.
Dit blijkt uit het negenduizend pagina's tellende strafdossier dat het Openbaar Ministerie voor de zaak heeft opgebouwd naar aanleiding van een ambtsbericht van de AIVD.
In een soortgelijke zaak eind vorig jaar sprak de Rotterdamse rechtbank vier verdachten vrij - volgens de rechtbank mogen AIVD-inlichtingen in een strafzaak niet zomaar als bewijs worden gebruikt. Deze informatie is namelijk nauwelijks controleerbaar vanwege het anonieme karakter ervan. In reactie op dit vonnis, waartegen hoger beroep is aangetekend, verklaarde minister Donner van Justitie een wetswijziging te overwegen om het gebruik van AIVD-informatie in dit soort zaken mogelijk te maken.
Desondanks hebben de directeur en het hoofd juridische zaken van de AIVD, Sybrand van Hulst en Theo Bot, tijdens een getuigenverhoor bij de rechter-commissaris eerder dit jaar geweigerd om nadere informatie te geven over het ambtsbericht. Volgens een betrokkene hebben zij daarbij verwezen naar hun geheimhoudingsplicht.
Advocaten die de AIVD'ers als getuige hadden opgeroepen, stellen evenwel dat die informatie noodzakelijk is voor de verdediging van de twaalf moslims. 'Het dossier bevat verder zo weinig concrete informatie dat de zaak draait om de betrouwbaarheid van de gegevens die de AIVD heeft verstrekt', stelt de Rotterdamse advocaat Ong Sien Hien.
Het onderzoek tegen de twaalf mannen spitst zich toe op de rol van de Al-Fourqaan-moskee in Eindhoven. Justitie stelt in het dossier dat deze moskee een belangrijk centrum is voor het werven van Nederlandse jongeren voor de jihad, de (al dan niet gewapende) strijd voor de islam. Opmerkelijk is dat de bestuursleden van Al-Fourqaan en de achterliggende stichting Al-Waqf al-Islami niet verder zijn onderzocht. Dit weekeinde citeerde NRC Handelsblad bronnen binnen justitie die stellen dat dit te maken heeft met 'gebrek aan capaciteit'.
Verwacht wordt dat justitie zich in de toekomst wel op deze twee organisaties gaat richten. Een woordvoerder stelt dat de organisaties wel in het dossier voorkomen maar niet als verdacht zijn aangemerkt. 'Wie in de toekomst nog onderzocht zullen worden is op dit moment niet te zeggen.'
De verdachten die vanaf 12 mei in Rotterdam voor de rechter verschijnen, zijn vorig jaar april en augustus opgepakt. Bij huiszoeking in enkele Rotterdamse woningen zijn onder meer opgenomen testamenten gevonden. Die opnames zijn volgens justitie een bewijs voor voorgenomen terroristische aanslagen. Wat het doelwit zou zijn en wanneer die aanslagen gepleegd zouden worden, vermeldt het justitiële dossier niet.