Dx_
10-05-03, 20:51
Bowling for Columbine
JOS VAN DER BURG
Waarom komen er jaarlijks meer dan elfduizend Amerikanen door geweld om het leven en in Europese landen een paar honderd? Guerilla-filmer en linkse activist Michael Moore ging met zijn camera op zoek naar het antwoord.
Het resultaat is de duizelingwekkende tocht door de Amerikaanse geweldscultuur Bowling for Columbine, dat vorige week de Idfa-publieksprijs won. Zoals eerder met de lange documentaires Roger en me en The big one toont Moore de absurde kant van de Amerikaanse samenleving.
Amerikanen vinden wapenbezit een grondrecht, zodat er in het land tweehonderdveertig miljoen handwapens in nachtkastjes en onder kussens liggen. Met als vertrekpunt de door scholieren aangerichte slachtpartij op een school in Columbine, brengt de film de geweldscultuur in kaart. Geen Amerikaan kijkt ervan op dat een bank nieuwe rekeninghouders verblijdt met een gratis geweer en dat een supermarktketen munitie verkoopt. Het 'gedemocratiseerde' wapenbezit leidt tot gruwelijke excessen, zoals de moord van een zesjarig jongetje op een zesjarig meisje op een kleuterschool in Moore's geboortestad Flint.
Moore zou Moore niet zijn als hij geen kwalijke rol zag voor de Amerikaanse overheid. Met een beeldmontage van naoorlogse, Amerikaanse buitenlandse interventies suggereert hij dat Amerikaanse burgers in het klein doen wat de overheid op grote schaal doet. Amerikanen schieten bij conflicten eerst hun pistool leeg en gaan dan praten, betoogt Moore. De Amerikaanse samenleving staat volgens hem stijf van angst, die wordt aangewakkerd door de hysterische aandacht van de media voor geweld.
Bowling for Columbine is een verbijsterende documentaire, die messcherp de vinger op de zwakke plek van de Amerikaanse samenleving legt. Moore's politiek pamflettisme speelt deze keer nauwelijks een rol, wat sterk bijdraagt aan de overtuigingskracht van de film. Bowling for Columbine is een wake up call. Gevreesd moet worden dat het wakker worden nog even kan duren.
JOS VAN DER BURG
Waarom komen er jaarlijks meer dan elfduizend Amerikanen door geweld om het leven en in Europese landen een paar honderd? Guerilla-filmer en linkse activist Michael Moore ging met zijn camera op zoek naar het antwoord.
Het resultaat is de duizelingwekkende tocht door de Amerikaanse geweldscultuur Bowling for Columbine, dat vorige week de Idfa-publieksprijs won. Zoals eerder met de lange documentaires Roger en me en The big one toont Moore de absurde kant van de Amerikaanse samenleving.
Amerikanen vinden wapenbezit een grondrecht, zodat er in het land tweehonderdveertig miljoen handwapens in nachtkastjes en onder kussens liggen. Met als vertrekpunt de door scholieren aangerichte slachtpartij op een school in Columbine, brengt de film de geweldscultuur in kaart. Geen Amerikaan kijkt ervan op dat een bank nieuwe rekeninghouders verblijdt met een gratis geweer en dat een supermarktketen munitie verkoopt. Het 'gedemocratiseerde' wapenbezit leidt tot gruwelijke excessen, zoals de moord van een zesjarig jongetje op een zesjarig meisje op een kleuterschool in Moore's geboortestad Flint.
Moore zou Moore niet zijn als hij geen kwalijke rol zag voor de Amerikaanse overheid. Met een beeldmontage van naoorlogse, Amerikaanse buitenlandse interventies suggereert hij dat Amerikaanse burgers in het klein doen wat de overheid op grote schaal doet. Amerikanen schieten bij conflicten eerst hun pistool leeg en gaan dan praten, betoogt Moore. De Amerikaanse samenleving staat volgens hem stijf van angst, die wordt aangewakkerd door de hysterische aandacht van de media voor geweld.
Bowling for Columbine is een verbijsterende documentaire, die messcherp de vinger op de zwakke plek van de Amerikaanse samenleving legt. Moore's politiek pamflettisme speelt deze keer nauwelijks een rol, wat sterk bijdraagt aan de overtuigingskracht van de film. Bowling for Columbine is een wake up call. Gevreesd moet worden dat het wakker worden nog even kan duren.