Vier vermeende moslimterroristen uit voorarrest
ANP
ROTTERDAM - De rechtbank in Rotterdam laat in het proces tegen twaalf vermeende moslimterroristen, vier verdachten vrij. Voor hen geldt in de meeste gevallen dat de verwachte op te leggen gevangenisstraf korter of gelijk zal zijn aan het voorarrest, motiveerde rechtbankvoorzitter Van Klaveren maandag de beslissing.
De rechtbank zei dit na het aanhoren van de strafeisen en motivering daarvan van aanklager J. Valente. De overige verdachten blijven in voorarrest
Volkskrant
Zes maanden tot drie jaar geëist in terreurzaak 19-05-2003
Officier van justitie Jo Valente heeft maandag op de zesde dag van het proces tegen twaalf vermeende moslimterroristen in Rotterdam onvoorwaardelijke celstraffen van zes maanden tot drie jaar geëist. Bij tien van de twaalf verdachten acht het Openbaar Ministerie (OM) deelname aan een criminele organisatie bewezen. Vier van de verdachten werden na de strafeis onmiddellijk op vrije voeten gesteld.
Valente liet in de ochtenduren van het proces bij de laatste drie verdachten een aantal aanklachten vallen. Eerder gebeurde dat al bij de andere verdachten. Ook in de zaak tegen deze drie verdachten zal Valente om vrijspraak vragen in de aanklacht 'het verlenen van hulp aan de vijand van de Nederlandse staat en/of haar bondgenoten in tijd van een gewapend conflict'. Eerder liet het OM tegen zeven van de verdachten een aantal aanklachten vallen, omdat het ten laste gelegde onvoldoende bewijsbaar werd geacht. Alleen in het geval van Dadi M. blijft de eis 'het verlenen van hulp aan de vijand' staan. Het OM denkt genoeg bewijs te hebben dat hij naar de Iraanse hoofdstad Teheran is afgereisd om vanuit daar naar een opleidingskamp in Afghanistan te vertrekken. Rida A. wordt alleen poging tot hulp aan de vijand ten laste gelegd.
Na de verhoring van verdachte Mohamed R. volgde het ruim viereneenhalf uur durende slotpleidooi van Valente. De totale requisitoir besloeg 110 pagina's. Valente zei in zijn pleidooi onder andere dat de verdediging niet heeft kunnen bewijzen dat de AIVD informatie onrechtmatig heeft verkregen. Daarnaast legde hij uit waarom hij het verlenen van hulp aan de vijand bewezen acht. Na de aanslagen in New York op 11 september heeft de VS een gewapend conflict gehad met de Taliban in Afghanistan. Als bondgenoot van de VS was Nederland indirect betrokken bij dit conflict, zo stelde Valente.
Valente vindt bewezen dat op 8 oktober 2001 tot een met half januari 2002 sprake was van een internationaal conflict in Afghanistan. Daarom acht hij iedereen die direct of indirect hulp heeft geboden aan de Taliban of al-Qaeda schuldig. Ook na half januari is er sprake van een conflict, aldus Valente, en dat loopt nu nog steeds door. Niet alleen het oproepen en aanzetten tot een jihad, maar ook het vervalsen van paspoorten en het inzamelen van geld voor de Taliban acht hij overtredingen.
In het pleidooi ging Valente ook in op zijn definitie van een criminele organisatie. Volgens hem is dit een organisatie die tot oogmerk heeft een misdaad te plegen. De organisatie hoeft niet direct iets gedaan te hebben. Wanneer de leden van dit oogmerk op de hoogte zijn, begaan ze een strafbaar feit. "Meelopers kunnen ook daders zijn", zo stelde de officier van justitie.
Na het slotpleidooi legde Valente de strafeisen aan de rechtbank voor. Drie verdachten werden meteen vrijgelaten, omdat de geëiste onvoorwaardelijke celstraf van deze verdachten korter of gelijk was aan de tijd dat ze in voorarrest hadden doorgebracht. Een vierde verdachte hoorde twee jaar tegen zich eisen, maar mocht in afwachting van de uitslag van het proces naar huis omdat volgens justitie vluchtgevaar ontbreekt. Tegen vijf andere verdachten werd drie jaar geëist.
Advocaat Pestman van de vrijgelaten Khasim A. noemde de rechtszaak een 'farce'. "Mijn cliënt is niet dankzij mij, maar dankzij de officier van justitie op vrije voeten gesteld." Naast A. zijn ook Anwar M., Mustafa B. en Zouhair T. op vrije voeten gesteld. Volgens advocate Zegveld is de vrijlating een 'sterke indicatie voor een positief eindresultaat'. "Dit had veel eerder moeten gebeuren, maar we hebben gewacht met dit te vragen uit respect voor de officier. Maar het is een volstrekt belachelijke zaak." Zij voegde hier aan toe dat ze zeker een schadevergoeding gaat eisen voor haar cliënt. Niet alleen vanwege het aantal dagen in voorarrest, maar ook voor de emotioneel geleden schade, aldus Zegveld. Ook advocaat Koppe noemde het een rare rechtszaak: "Een bizarre zaak als deze heb ik nog nooit meegemaakt en heeft heel Nederland volgens mij nog nooit meegemaakt" Koppe doelt daarmee op fouten gemaakt door het Openbaar Ministerie.
Bij tien van de twaalf gevallen acht de officier van justitie het bewezen dat ze aan een criminele organisatie deelgenomen hebben. De overige twee verdachten hoorden zes maanden tegen zich eisen op verdenking van het bezit van valse documenten. Tegen een verdachte werd één jaar cel geëist. Vier verdachten hoorden twee jaar tegen zich eisen, terwijl vijf verdachten volgens de officier drie jaar de cel in zouden moeten.
[Copyright 2003, Novum]