Marsipulami
22-05-03, 17:38
Belgisch Al-Qaedaproces gaat van start
Nizar Trabelsi wilde legerbasis Kleine Brogel opblazen
Van onze redacteur
BRUSSEL -- Vandaag begint in Brussel een megaproces tegen 23 moslimfundamentalisten die kort na de aanslagen van 11 september 2001 in ons land opgepakt werden. De kopstukken zijn de Tunesische ex-voetballer Nizar Trabelsi en de ex-journalist Tarek Maaroufi, de vermeende spin in het web van het moslimfundamentalisme in België. Trabelsi wordt onder meer vervolgd omdat hij een aanslag zou gepland hebben tegen de Amerikaanse legerbasis in Kleine Brogel.
Belgische anti-terrorismespeurders pakten na de aanslagen van 11 september 2001 in New York 23 verdachten van moslimterrorisme op in het raam van twee verschillende onderzoeken.
De groep rond Nizar Trabelsi wordt ervan verdacht dat ze aanslagen wilde plegen in ons land, met name op de Amerikaanse legerbasis van Kleine Brogel.
De groep rond de Tunesische ex-journalist Tarek Maaroufi zou de moordenaars van de Afghaanse oppositieleider Ahmed Shah Massoed aan valse papieren hebben geholpen.
Nizar Trabelsi (31) was eind de jaren tachtig nog even profvoetballer bij de Duitse eersteklasser Fortuna Düsseldorf. Toen zijn voetbalcarrière flopte, raakte hij verslaafd aan cocaïne. Na zijn bekering tot de islam zwoer hij drank en drugs af.
Het Brussels gerecht hield Nizar Trabelsi al voor de aanslagen van 11 september 2001 in het oog. Nederlandse en Belgische inlichtingendiensten hadden hen verwittigd dat Trabelsi in ons land ,,iets'' van plan was.
Op 12 september 2001 vielen de speurders het appartement van Trabelsi in Ukkel binnen. Daar vonden ze een Uzi-machinepistool, chemische formules om een bom te maken en valse paspoorten. Trabelsi en zijn kompaan Abdelkrim El Hadouti werden meteen opgepakt.
Een week later vonden de speurders in het pitarestaurant Le Nil vlakbij het Brusselse Zuidstation genoeg zwavel en aceton om een zware bom te maken. Le Nil werd uitgebaat door twee broers van Abdelkrim El Hadouti.
Wat Trabelsi met zijn explosieven van plan was, bleef lang onduidelijk. De eerste die een tip van de sluier oplichtte, was zijn Franse kompaan Djamel Beghal. Die vertelde in zijn cel in de Verenigde Arabische Emiraten dat Nizar Trabelsi de Amerikaanse ambassade in Parijs had willen doen ontploffen. De Belgische politie twijfelde aan dat verhaal.
In juni 2002 bekende Trabelsi dan aan de Brusselse onderzoeksrechter Christian De Valkeneer dat hij een aanslag had willen plegen op de basis van Kleine Brogel. Niet zozeer op de kernwapens die daar liggen, maar wel op de Amerikaanse militairen. Harde bewijzen dat Trabelsi de waarheid sprak, vonden de speurders echter niet.
In de zaak-Trabelsi verschijnen dertien mensen voor de rechter. Nizar Trabelsi zelf wordt ervan beschuldigd dat hij een aanslag op Kleine Brogel wilde plegen. Trabelsi, Amor Sliti en Abdelkrim El-Haddouti zouden actief mee hebben gewerkt aan de voorbereiding van de aanslag. Tarek Maaroufi zou gezorgd hebben voor valse paspoorten, onderdak en geld en hij zou ook vrijwilligers naar de trainingskampen van Al-Qaeda in Afghanistan gezonden hebben. De anderen speelden volgens het parket een ondergeschikte rol in het netwerk.
Twee betichten in de zaak-Trabelsi, Tarek Maroufi en Amor Sliti, zijn ook de hoofdverdachten in het dossier-Massoed, de tweede zaak die vandaag voor de rechtbank behandeld wordt. De Afghaanse oppositieleider Ahmed Shah Massoed werd twee dagen voor 11 september 2001 in Afghanistan vermoord door twee mannen die zich voordeden als journalisten en die vervalste Belgische paspoorten op zak hadden.
Abdessatar Dahmane en Rachid El Ouaer, de twee moordenaars, woonden jarenlang in ons land en werden ,,bekeerd'' door Tarek Maaroufi en Amor Sliti. Het gerecht meent dat Maaroufi en Sliti de twee moordenaars de valse paspoorten bezorgden waarmee ze tot bij Massoed geraakten.
Twaalf mensen moeten zich in het dossier-Massoed verantwoorden omdat ze betrokken zouden zijn bij het op grote schaal vervalsen van Belgische paspoorten en rijbewijzen voor moslimextremisten.
Belgische anti-terreurspecialisten zijn ervan overtuigd dat een band bestaat tussen de 23 verdachten die vandaag in België terechtstaan en het internationale moslimterrorisme van Al-Qaeda. Verscheidene van de 23 mensen die in Brussel terechtstaan, kregen de voorbije jaren een opleiding in trainingskampen van Al-Qaeda in Afghanistan.
Uit analyses van de speurders blijkt bovendien dat zowel Tarek Maaroufi als Amor Sliti al jarenlang in contact staat met de islam-fundamentalisten rond de fanatieke geestelijke leider Abou Qatada in Londen. Abou Qatada zelf wordt beschouwd als de officieuze ambassadeur van Osama bin Laden in Europa.
In het Duitse appartement van Mohammed Atta -- een van de negentien kapers van 11 september 2001 -- vonden speurders verscheidene videocassettes met preken van Abou Qatada. Abou Qatada zelf zit sinds oktober vorig jaar in een Britse cel op verdenking van terroristische activiteiten. Een deel van de Britse pers noemt hem onverbloemd ,,staatsvijand nummer één''.
Uit het Belgisch onderzoek blijkt in elk geval dat zowel Tarek Maaroufi als Amor Sliti in Londen en Afghanistan geregeld contact had met Sayfallah ben Hassine, de rechterhand van Abou Qatada.
22/05/2003 Mark Eeckhaut
©Copyright De Standaard
Nizar Trabelsi wilde legerbasis Kleine Brogel opblazen
Van onze redacteur
BRUSSEL -- Vandaag begint in Brussel een megaproces tegen 23 moslimfundamentalisten die kort na de aanslagen van 11 september 2001 in ons land opgepakt werden. De kopstukken zijn de Tunesische ex-voetballer Nizar Trabelsi en de ex-journalist Tarek Maaroufi, de vermeende spin in het web van het moslimfundamentalisme in België. Trabelsi wordt onder meer vervolgd omdat hij een aanslag zou gepland hebben tegen de Amerikaanse legerbasis in Kleine Brogel.
Belgische anti-terrorismespeurders pakten na de aanslagen van 11 september 2001 in New York 23 verdachten van moslimterrorisme op in het raam van twee verschillende onderzoeken.
De groep rond Nizar Trabelsi wordt ervan verdacht dat ze aanslagen wilde plegen in ons land, met name op de Amerikaanse legerbasis van Kleine Brogel.
De groep rond de Tunesische ex-journalist Tarek Maaroufi zou de moordenaars van de Afghaanse oppositieleider Ahmed Shah Massoed aan valse papieren hebben geholpen.
Nizar Trabelsi (31) was eind de jaren tachtig nog even profvoetballer bij de Duitse eersteklasser Fortuna Düsseldorf. Toen zijn voetbalcarrière flopte, raakte hij verslaafd aan cocaïne. Na zijn bekering tot de islam zwoer hij drank en drugs af.
Het Brussels gerecht hield Nizar Trabelsi al voor de aanslagen van 11 september 2001 in het oog. Nederlandse en Belgische inlichtingendiensten hadden hen verwittigd dat Trabelsi in ons land ,,iets'' van plan was.
Op 12 september 2001 vielen de speurders het appartement van Trabelsi in Ukkel binnen. Daar vonden ze een Uzi-machinepistool, chemische formules om een bom te maken en valse paspoorten. Trabelsi en zijn kompaan Abdelkrim El Hadouti werden meteen opgepakt.
Een week later vonden de speurders in het pitarestaurant Le Nil vlakbij het Brusselse Zuidstation genoeg zwavel en aceton om een zware bom te maken. Le Nil werd uitgebaat door twee broers van Abdelkrim El Hadouti.
Wat Trabelsi met zijn explosieven van plan was, bleef lang onduidelijk. De eerste die een tip van de sluier oplichtte, was zijn Franse kompaan Djamel Beghal. Die vertelde in zijn cel in de Verenigde Arabische Emiraten dat Nizar Trabelsi de Amerikaanse ambassade in Parijs had willen doen ontploffen. De Belgische politie twijfelde aan dat verhaal.
In juni 2002 bekende Trabelsi dan aan de Brusselse onderzoeksrechter Christian De Valkeneer dat hij een aanslag had willen plegen op de basis van Kleine Brogel. Niet zozeer op de kernwapens die daar liggen, maar wel op de Amerikaanse militairen. Harde bewijzen dat Trabelsi de waarheid sprak, vonden de speurders echter niet.
In de zaak-Trabelsi verschijnen dertien mensen voor de rechter. Nizar Trabelsi zelf wordt ervan beschuldigd dat hij een aanslag op Kleine Brogel wilde plegen. Trabelsi, Amor Sliti en Abdelkrim El-Haddouti zouden actief mee hebben gewerkt aan de voorbereiding van de aanslag. Tarek Maaroufi zou gezorgd hebben voor valse paspoorten, onderdak en geld en hij zou ook vrijwilligers naar de trainingskampen van Al-Qaeda in Afghanistan gezonden hebben. De anderen speelden volgens het parket een ondergeschikte rol in het netwerk.
Twee betichten in de zaak-Trabelsi, Tarek Maroufi en Amor Sliti, zijn ook de hoofdverdachten in het dossier-Massoed, de tweede zaak die vandaag voor de rechtbank behandeld wordt. De Afghaanse oppositieleider Ahmed Shah Massoed werd twee dagen voor 11 september 2001 in Afghanistan vermoord door twee mannen die zich voordeden als journalisten en die vervalste Belgische paspoorten op zak hadden.
Abdessatar Dahmane en Rachid El Ouaer, de twee moordenaars, woonden jarenlang in ons land en werden ,,bekeerd'' door Tarek Maaroufi en Amor Sliti. Het gerecht meent dat Maaroufi en Sliti de twee moordenaars de valse paspoorten bezorgden waarmee ze tot bij Massoed geraakten.
Twaalf mensen moeten zich in het dossier-Massoed verantwoorden omdat ze betrokken zouden zijn bij het op grote schaal vervalsen van Belgische paspoorten en rijbewijzen voor moslimextremisten.
Belgische anti-terreurspecialisten zijn ervan overtuigd dat een band bestaat tussen de 23 verdachten die vandaag in België terechtstaan en het internationale moslimterrorisme van Al-Qaeda. Verscheidene van de 23 mensen die in Brussel terechtstaan, kregen de voorbije jaren een opleiding in trainingskampen van Al-Qaeda in Afghanistan.
Uit analyses van de speurders blijkt bovendien dat zowel Tarek Maaroufi als Amor Sliti al jarenlang in contact staat met de islam-fundamentalisten rond de fanatieke geestelijke leider Abou Qatada in Londen. Abou Qatada zelf wordt beschouwd als de officieuze ambassadeur van Osama bin Laden in Europa.
In het Duitse appartement van Mohammed Atta -- een van de negentien kapers van 11 september 2001 -- vonden speurders verscheidene videocassettes met preken van Abou Qatada. Abou Qatada zelf zit sinds oktober vorig jaar in een Britse cel op verdenking van terroristische activiteiten. Een deel van de Britse pers noemt hem onverbloemd ,,staatsvijand nummer één''.
Uit het Belgisch onderzoek blijkt in elk geval dat zowel Tarek Maaroufi als Amor Sliti in Londen en Afghanistan geregeld contact had met Sayfallah ben Hassine, de rechterhand van Abou Qatada.
22/05/2003 Mark Eeckhaut
©Copyright De Standaard