Marsipulami
11-06-03, 14:05
Belgische vluchtelingen in Gouda tijdens de Eerste Wereldoorlog
http://www.wereldoorlog1418.nl/vluchtelingen/kamp-gouda/gouda00.jpg
De komst en de opvang van vluchtelingen staat anno 1998 hoog op de politieke agenda. Dat stond het ook tijdens de Eerste Wereldoorlog. Tachtig jaar geleden op 11 november 1918 kwam er door de wapenstilstand een einde aan deze oorlog. Ons land was neutraal tijdens de Eerste Wereldoorlog, maar deze oorlog is niet aan ons land voorbijgegaan. Naast het geschipper om neutraal te blijven en de economische en sociale problematiek, zoals onder meer de schaarste aan voedsel, kreeg ons land ook te maken met de komst van Belgische vluchtelingen. In de eerste oorlogsmaanden zijn ruim een miljoen Belgen ons land binnengekomen. In de aan België grenzende provincies ontstonden grote problemen.
De grote toestroom werd met name veroorzaakt door de val van Antwerpen begin oktober 1914. Een groot aantal vluchtelingen keerde, nadat de oorlogshandelingen in een deel van België verminderden, weer terug, maar zeker ruim honderdduizend Belgische vluchtelingen hebben de oorlogsjaren in ons land doorgebracht. Van diegenen die hier langer bleven en niet zelf voor huisvesting, voedsel en kleding konden zorgen, werd opvang geregeld bij particulieren. Tevens richtte de rijksoverheid voor de vluchtelingen, in het bijzonder de minvermogenden, een aantal vluchtelingenkampen, vluchtoorden genoemd, op. De vluchtoorden voor burgers werden gevestigd in Nunspeet, Ede en Uden. Daarnaast heeft ook Gouda een vluchtoord binnen de gemeentegrenzen gehad. Het opmerkelijke daarvan is dat, in tegenstelling tot de andere vluchtoorden, het vluchtoord Gouda is voortgekomen uit het particulier initiatief.
(....)
Gouwenaars en de Belgische vluchtelingen
Gouda telde in 1914 zo’n 25.000 inwoners. De levensomstandigheden waren voor een belangrijk deel van de Gouwenaars in het algemeen zeker niet gunstig in die tijd en verslechterden nog meer door de oorlog. Hoe zat het, om een moderne term te gebruiken, met het sociale draagvlak? Zeker bij het begin van de komst van de vluchtelingen ondernamen de Gouwenaars tal van initiatieven om de vluchtelingen te helpen. Zo haalden de plaatselijke padvinders kleding op en bedrijven en particulieren brachten etenswaren naar de vluchtelingen.
Een R.K. geestelijke zorgde voor geld voor klompen voor de in de keuken werkzame Belgische vrouwelijke vluchtelingen meldde de Goudsche Courant van 15 oktober 1914. Maar het mocht niet te ver gaan, het verstrekken van sigaren en sigaretten was prima, maar het plaatselijk comité riep de Goudse bevolking op: (-)"onder geen omstandigheden Bier of Sterken Drank aan vluchtelingen uit te reiken, daar het Comité zich anders tot zijn leedwezen zal genoodzaakt zien de Vluchtelingen niet anders dan onder geleide toe te staan zich in de stad te begeven, welke maatregel de vrijheid der vluchtelingen zeer zou beperken.(-)."
De burgemeester kon dan ook in november 1914 aan de Commissaris van de Koningin in Zuid-Holland melden dat de Gouwenaars een positieve houding hadden aangenomen ten opzichte van de vluchtelingen en zeer met hun lot waren begaan. Maar er waren er ook andere geluiden. Die kwamen in 1915 tot uiting tijdens een debat in de Goudse gemeenteraad over de vraag of in deze moeilijke tijden de jaarlijkse kermis wel door moest gaan. Het Goudse gemeenteraadslid Donker was van mening dat als de kermis zou doorgaan er grote problemen zouden ontstaan vanwege de aanwezigheid van de Belgische vluchtelingen:"(-) Wij allen weten toch, dat van een groot deel hunner het gehalte nu niet zoo goed is (-)." Ook het raadslid Kolijn gaf zijn visie op de Belgen:"(-)Velen van ons weten helaas al uit eigen ervaring, en anders uit mededeelingen van anderen, dat het optreden van de Belgen, wat betreft het terrein van het zedelijk leven, nu niet schitterend is te noemen".
Maar een deel van de Goudse bevolking pikte deze stellingname niet. Als reactie kreeg het gemeentebestuur een petitie ondertekend door 343 Goudse burgers. Zij betreurden de onsympathieke wijze waarop in de Raadsvergadering was gesproken is over de hier verblijvende Belgen. Zij waren van mening dat de overgrote meerderheid van de Gouwenaars de aanwezigheid van de Belgische vluchtelingen op hoge prijs stellen.
___________________
Het hele verhaal met plaatjes erbij kan je hier lezen:
http://www.wereldoorlog1418.nl/vluchtelingen/kamp-gouda/index.htm
http://www.wereldoorlog1418.nl/vluchtelingen/kamp-gouda/gouda00.jpg
De komst en de opvang van vluchtelingen staat anno 1998 hoog op de politieke agenda. Dat stond het ook tijdens de Eerste Wereldoorlog. Tachtig jaar geleden op 11 november 1918 kwam er door de wapenstilstand een einde aan deze oorlog. Ons land was neutraal tijdens de Eerste Wereldoorlog, maar deze oorlog is niet aan ons land voorbijgegaan. Naast het geschipper om neutraal te blijven en de economische en sociale problematiek, zoals onder meer de schaarste aan voedsel, kreeg ons land ook te maken met de komst van Belgische vluchtelingen. In de eerste oorlogsmaanden zijn ruim een miljoen Belgen ons land binnengekomen. In de aan België grenzende provincies ontstonden grote problemen.
De grote toestroom werd met name veroorzaakt door de val van Antwerpen begin oktober 1914. Een groot aantal vluchtelingen keerde, nadat de oorlogshandelingen in een deel van België verminderden, weer terug, maar zeker ruim honderdduizend Belgische vluchtelingen hebben de oorlogsjaren in ons land doorgebracht. Van diegenen die hier langer bleven en niet zelf voor huisvesting, voedsel en kleding konden zorgen, werd opvang geregeld bij particulieren. Tevens richtte de rijksoverheid voor de vluchtelingen, in het bijzonder de minvermogenden, een aantal vluchtelingenkampen, vluchtoorden genoemd, op. De vluchtoorden voor burgers werden gevestigd in Nunspeet, Ede en Uden. Daarnaast heeft ook Gouda een vluchtoord binnen de gemeentegrenzen gehad. Het opmerkelijke daarvan is dat, in tegenstelling tot de andere vluchtoorden, het vluchtoord Gouda is voortgekomen uit het particulier initiatief.
(....)
Gouwenaars en de Belgische vluchtelingen
Gouda telde in 1914 zo’n 25.000 inwoners. De levensomstandigheden waren voor een belangrijk deel van de Gouwenaars in het algemeen zeker niet gunstig in die tijd en verslechterden nog meer door de oorlog. Hoe zat het, om een moderne term te gebruiken, met het sociale draagvlak? Zeker bij het begin van de komst van de vluchtelingen ondernamen de Gouwenaars tal van initiatieven om de vluchtelingen te helpen. Zo haalden de plaatselijke padvinders kleding op en bedrijven en particulieren brachten etenswaren naar de vluchtelingen.
Een R.K. geestelijke zorgde voor geld voor klompen voor de in de keuken werkzame Belgische vrouwelijke vluchtelingen meldde de Goudsche Courant van 15 oktober 1914. Maar het mocht niet te ver gaan, het verstrekken van sigaren en sigaretten was prima, maar het plaatselijk comité riep de Goudse bevolking op: (-)"onder geen omstandigheden Bier of Sterken Drank aan vluchtelingen uit te reiken, daar het Comité zich anders tot zijn leedwezen zal genoodzaakt zien de Vluchtelingen niet anders dan onder geleide toe te staan zich in de stad te begeven, welke maatregel de vrijheid der vluchtelingen zeer zou beperken.(-)."
De burgemeester kon dan ook in november 1914 aan de Commissaris van de Koningin in Zuid-Holland melden dat de Gouwenaars een positieve houding hadden aangenomen ten opzichte van de vluchtelingen en zeer met hun lot waren begaan. Maar er waren er ook andere geluiden. Die kwamen in 1915 tot uiting tijdens een debat in de Goudse gemeenteraad over de vraag of in deze moeilijke tijden de jaarlijkse kermis wel door moest gaan. Het Goudse gemeenteraadslid Donker was van mening dat als de kermis zou doorgaan er grote problemen zouden ontstaan vanwege de aanwezigheid van de Belgische vluchtelingen:"(-) Wij allen weten toch, dat van een groot deel hunner het gehalte nu niet zoo goed is (-)." Ook het raadslid Kolijn gaf zijn visie op de Belgen:"(-)Velen van ons weten helaas al uit eigen ervaring, en anders uit mededeelingen van anderen, dat het optreden van de Belgen, wat betreft het terrein van het zedelijk leven, nu niet schitterend is te noemen".
Maar een deel van de Goudse bevolking pikte deze stellingname niet. Als reactie kreeg het gemeentebestuur een petitie ondertekend door 343 Goudse burgers. Zij betreurden de onsympathieke wijze waarop in de Raadsvergadering was gesproken is over de hier verblijvende Belgen. Zij waren van mening dat de overgrote meerderheid van de Gouwenaars de aanwezigheid van de Belgische vluchtelingen op hoge prijs stellen.
___________________
Het hele verhaal met plaatjes erbij kan je hier lezen:
http://www.wereldoorlog1418.nl/vluchtelingen/kamp-gouda/index.htm