PDA

Bekijk Volledige Versie : De ossenogen van het Midden-Oosten



jaja
17-06-03, 14:40
Trouwen Letter en Geest, zaterdag 14 juni 2003
De ossenogen van het Midden-Oosten
Wybren Verstegen
,,Toen in het Westen de astronomie een hoge vlucht nam, vernielden Turkse militairen een sterrenwacht, omdat ze deze 'ketterse' vinding verantwoordelijk achtten voor het uitbreken van een pestepidemie.'' Historicus Wybren Verstegen over opkomst en ondergang van het Ottomaanse Rijk: een militaire plundermachine en een theocratie die elke innovatie in de kiem smoorde en tegen zijn eigen bevolking een politiek van onderontwikkeling voerde.
Mijn Turkse bakker verkoopt, behalve de bekende ronde Turkse broden, ook croissants. Ik heb de man nooit durven vertellen welke symboliek er achter dit broodje schuilgaat. De croissant is namelijk, de naam ten spijt, geen Franse maar een Oostenrijkse vinding en symboliseert de ommekeer in de verhouding tussen christendom en islam. In 1683 sloegen de Turken het beleg voor Wenen. De fraaie buitenwijken van de stad werden doorkruist door Turkse loopgraven die tot aan de stadsmuren liepen. Maar dankzij de opmars van een Pools-Duits leger werd het beleg afgeslagen. Om dit te vieren bakten de Weense bakkers croissants, broodjes in de vorm van de wassende maan, symbool van de islam.
Nadat het beleg was afgeslagen, joegen de christelijke legers de Turken uit een groot deel van de Balkan, in een eeuwenlange reconquista die pas halt hield toen het Westen na de Eerste Wereldoorlog in Turkije vastliep op de legers van Moestafa Kemal Atatürk. Het Ottomaanse Rijk - de 'oude zieke man' zoals het werd genoemd - was toen al ten prooi gevallen aan gretige Franse, Russische en Engelse imperialisten.
Atatürk zou de politiek-religieuze kaart van het Midden-Oosten grondig veranderen. Met de verdrijving van meer dan een miljoen Grieken verdween de Grieks-orthodoxe kerk uit Klein-Azië en het nieuwe Turkije werd een seculiere staat, min of meer naar westers model. Het meer dan duizend jaar oude kalifaat werd opgeheven, het Arabische schrift en de islam werden bij het oud vuil gezet. Dat werd de Jong Turken van Atatürk niet in dank afgenomen in de rest van de islamitische wereld. Het verbreken van de band tussen godsdienst en staat was voor Arabische nationalisten onder leiding van de emir van Mekka en Medina, Hoessein I, hét argument zich tijdens de Eerste Wereldoorlog van het Turkse Rijk los te maken en de onafhankelijkheid uit te roepen.
De Arabisch-islamitische wereld wankelt sindsdien tussen modernisering en traditie. Er is enerzijds het ideaal van de moderne staat dat werd gerealiseerd door Atatürk en met de mond werd beleden door heersers als Nasser in Egypte, Assad in Syrië en Saddam Hoessein in Irak. Anderzijds ontstonden uit treurnis over het verdwijnen van het sultanaat fundamentalistische organisaties zoals de in 1928 in Egypte opgerichte Moslim Broederschap. Nu de moderniseerders zijn vastgelopen in het moeras van hun eigen heerszucht, koerst de Arabische wereld weer op de traditie om haar macht te herstellen. Dat herstel is de droom van de gehele Arabische wereld, de teloorgang van die macht een van de grote raadsels in de wereldgeschiedenis: waarom heeft de Arabisch-islamitische wereld, die in de Middeleeuwen een hoge beschaving bereikte, de aansluiting met het Westen gemist?
Volgens de 'groene' stroming in de geschiedwetenschap is die Arabische afgang het gevolg van eeuwenlange roofbouw. In Een groene geschiedenis van de wereld wijst de Britse historicus Clive Ponting erop dat in het Midden-Oosten vanaf de Oudheid het land werd ontbost. Landbouwirrigatie leidde tot verzilting en de weidegronden werden door geiten overbegraasd, waardoor het gebied zijn vruchtbaarheid verloor. Jared Diamond, auteur van de wereldgeschiedenis Paarden, zwaarden en ziektekiemen, komt tot dezelfde conclusie. Hij beschrijft hoe de laatste bossen in het Midden-Oosten in de buurt van de toeristische trekpleister Petra werden gekapt door de Turken. Dit geschiedde ten behoeve van de beruchte Hejas-spoorweg, die een sleutelrol vervult in de film Lawrence of Arabia over de Arabische opstand tegen de Turken. Het kappen van die bossen was het sluitstuk van wat Diamond de 'ecologische zelfmoord' noemt van de beschavingen in de vruchtbare halvemaan.
Maar daarmee is nog niet verklaard waarom de rijkdom van het gebied na de Tweede Wereldoorlog niet hersteld kon worden. Want dat economisch herstel mogelijk is in een ecologisch uitgeput gebied, bewijst Israël. Het Beloofde Land is allesbehalve bevrijd van zijn ecologische problemen, die vooral samenhangen met watergebrek, maar heeft zich economisch duidelijk sterk ontwikkeld vanaf de stichting van de staat Israël in 1948. Op het punt van de algemene ontwikkeling van de bevolking, steekt Israël met kop en schouders uit boven alle Arabische landen: de zuigelingensterfte ligt, als enig land in het Midden-Oosten, op het lage Europees-Amerikaanse niveau. De levensverwachting is hoog, het BNP is 'westers', en vooral: het analfabetisme is vergeleken bij de rest van het Midden-Oosten zeer laag.
Een tegenwerping is dat Israël zonder Amerikaanse financiële steun de broek niet kan ophouden. Maar waarom de broek van de Arabische landen, ondanks de nog veel grotere toevloed van geld uit de oliewinning, gestaag afzakt, is daarmee nog niet verklaard: de geboortecijfers zijn veel te hoog, net als de zuigelingensterfte, en de levensomstandigheden zijn nog slechter dan die in het voormalige communistische Midden-Europa. Grote boosdoener is de algemene onderontwikkeling van de bevolking. Het analfabetisme is vooral onder de vrouwen zeer hoog, en dat is fataal want wereldwijd geldt dat zonder een redelijk geschoolde, geëmancipeerde vrouwelijke bevolking, het aantal geboorten, de sterfte en de armoede te hoog blijven. Maar de strijd tegen de onderontwikkeling van een groot deel van de bevolking zal moeilijk zijn. De achterstand dateert namelijk bepaald niet van vandaag of gisteren. Het westerse kolonialisme heeft hem misschien wel instandgehouden, maar kan er moeilijk van beticht worden hem ook in gang te hebben gezet.
Een gangbare verklaring is dat de islam zélf de oorzaak is van de achterstand van de Arabische wereld. De islam kent geen scheiding van 'moskee en staat', waardoor de religie te veel macht heeft over opvoeding, economie, techniek en onderwijs. De Amerikaanse Midden-Oosten- kenner Bernard Lewis, schrijver van What went wrong (2002, in vertaling Wat is er misgegaan?) zet daar grote vraagtekens bij vanwege de grote militaire kracht en de hoge vlucht van de Arabische beschaving in de eerste eeuwen na Mohammed.
De oorzaak voor de teloorgang van de Arabische macht vanaf de 11de eeuw zoekt Lewis (in zijn boek The Arabs in history, laatste druk 1993) in de afnemende betekenis van de handel met het Verre Oosten in die tijd. Hierdoor zeeg het centrale gezag van de extravagante kaliefen, dat draaide op de belastinginkomsten uit die handel, ineen. De bestuurders van het enorme gebied die eerst contant werden betaald, werden toen noodgedwongen steeds vaker 'betaald' met het recht belastingen te innen. Zij moesten daaruit zelf hun deel van het leger onderhouden en ontwikkelden zich daarmee tot regionale heersers met eigen troepen waar het kalifaat steeds minder over te zeggen had. Hierdoor werd het gebied een steeds gemakkelijkere prooi voor kruisvaarders, Turken, Perzen en Mongolen.
Het waren uiteindelijk de Turken die de meeste greep op het verzwakte kalifaat kregen. Een van de Turkse vorstendommen, dat van de Ottomanen in Noord-Turkije, zou vanaf het einde van de Middeleeuwen in hoog tempo vrijwel het gehele Midden-Oosten onderwerpen. Tussen de val van Byzantium in 1453 en die van Boedapest (1526), Basra (1546) en Tripoli (1551) zou maar een eeuw verlopen. Dit jonge Ottomaanse Rijk was volgens Paul Kennedy, auteur van The rise and fall of the great powers (1987, in vertaling De wisselkoers van de macht) één grote oorlogsmachine. De bureaucratie was efficiënt, net als de training van de officieren. Deze 'militaire plundermachine' teerde op de buit die de oorlogvoering opleverde - zo werd Hongarije tijdens de Turkse bezetting zo ongeveer teruggeworpen naar het stenen tijdperk - en keerde zich ook tegen de onderworpen Arabische bevolking. Dit soennietische Turkse Rijk raakte niet alleen langdurig in conflict met Oostenrijk en Rusland, maar ook met de sjiieten in Perzië.
Het Ottomaanse Rijk werd een kleptocratie zoals we die nu kennen in veel derdewereldlanden. Het voerde tegen de gelovige massa's een politiek van onderontwikkeling. Zo was de drukpers, essentieel voor het verspreiden van wetenschappelijke kennis, praktisch verboden. Joden, Grieken en Armeniërs mochten de drukpers gebruiken, maar in de Arabische taal mocht niets gedrukt worden onder het voorwendsel dat het drukken van de heilige taal van de Koran heiligschennis was. De eigenlijke reden was volgens Kennedy dat de machthebbers als de dood waren dat de soennietische bevolking kennis zou kunnen nemen van de religieuze opvattingen van de sjiieten. Het gevolg was dat bijvoorbeeld de drukpers van Constantinopel in de 18de eeuw, tijdens de schaarse jaren waarin hij werd getolereerd, nog geen 65 titels produceerde. De 'Turkse' medische ontdekking uit die tijd, het inenten, was in feite Grieks en werd in Europa (Oxford, Venetië en Leiden) gepubliceerd door Griekse geleerden. Naar schatting 95 procent van de bevolking in het Ottomaanse Rijk was toen analfabeet tegen de helft van de Europese bevolking. Europa publiceerde in de 18de eeuw volgens een grove schatting 10 000 maal zoveel boeken als het Turkse rijk. Terwijl in Europa het toenemende gebruik van de volkstaal grotere delen van de bevolking bij literatuur, scholing en politiek betrok, ontmoedigden de Turken het gebruik van het Arabisch door hun onderdanen.
De intellectuele onderontwikkeling van het Ottomaanse Rijk werd al in 1657 geconstateerd door de Turkse encyclopedist Katan Chelebi. Toen in het Westen de astronomie een hoge vlucht nam, staarden de inwoners van het Ottomaanse Rijk 'naar het universum met de ogen van ossen'. Deze uitspraak kan niet beter geïllustreerd worden dan door de verwoesting van een sterrenwacht in 1580 door opstandige militairen die deze 'ketterse' vinding verantwoordelijk achtten voor het uitbreken van een pestepidemie. Dergelijk religieus obscurantisme was een plaag in het Ottomaanse rijk waar westerse ideeën werden afgewezen, omdat zij afkomstig waren van 'ongelovigen'. Dit islamitische superioriteitsgevoel werd een blok aan het been in een tijd dat Europa de richting insloeg van de Wetenschappelijke Revolutie en de Verlichting. Tekenend is in dit verband dat Europese steden al sinds de late Middeleeuwen met toenemend succes epidemieën bestreden via het quarantainesysteem, terwijl het Turkse rijk daar pas in 1841 voor het eerst maatregelen tegen nam.
Ook in de economie leed het Ottomaanse Rijk al vroeg aan aderverkalking. De Europese vorsten trachtten voortdurend het technische peil van hun industrieën te verhogen en de landbouw in de economische groei in te schakelen. Zo was de textielindustrie een belangrijke motor van de industriële revolutie. Maar het Ottomaanse Rijk werkte de industriële ontwikkeling bewust tegen. In Syrië onderdrukte de sultan de opkomst van de textielindustrie omdat die de belastinginkomsten uit de doorvoer van katoen en linnen van India naar Europa zou belemmeren.
De handel vanuit het Midden-Oosten naar West-Europa viel in de 17de en 18de eeuw in toenemende mate in handen van Europeanen. Curieus genoeg werd zelfs een van de grootste bedreigingen van die handel, de Barbarijse kaapvaart, gedomineerd door westerlingen. Hun succesvolle scheepstypen waren van Hollands ontwerp en de beruchtste kapers waren geen Arabieren, maar Hollanders, zoals de renegaten Soliman Reis, alias 'de veenboer' die het zelfs tot Turks admiraal schopte, en Soliman Buffoen, alias 'Jakob de Hoerewaard'. Het waren ook Europese handelaren die in die tijd voorstelden om op eigen kosten de haven van Tripoli te verbeteren en een brug over de Eufraat te leggen in ruil voor tijdelijke belastingverlaging. De Turkse gouverneurs zagen het echter niet zitten om hun belastinginkomsten op korte termijn te zien dalen. Zij waren maar voor een paar jaar benoemd en schoten niets op met verbeteringen van de handelscondities waar vooral hun opvolgers van zouden profiteren.
Het Ottomaanse Rijk boerde onder zoveel bekrompenheid gestaag achteruit. Demografisch, militair en economisch werd het totaal overvleugeld en het viel machteloos ten prooi aan het westers kolonialisme. De Australische economisch-historicus Eric Lionel Jones legt de verantwoordelijkheid daarvoor bij de theocratie van het sultanaat en het theologisch conservatisme dat iedere technische of organisatorische vernieuwing op het goudschaaltje van de traditie woog en iedere afwijking van de orthodoxie afstrafte: Bida - innovatie - was het sterkste verwijt dat een hervormingsvoorstel of een technische vinding kon treffen.
Dat de Moslim Broederschap en de Arabische emirs terug wilden naar de eenheid van staat en geloof om de islamitische wereld te redden, was daarom een fatale misrekening. De secularisering van de Turkse staat en de ondergang van het Ottomaanse rijk werden ervaren als een verstoting uit het paradijs en men denkt dat paradijs te hervinden in het onderschikken van politiek, rechtspraak en wetenschap aan de Koran. Het is de droom terug te kunnen keren naar de veilige schoot van de door de Jong Turken verbroken theocratie die de Arabische wereld machteloos en wankelende houdt.
Copyright: Verstegen, Wybren

moenna
17-06-03, 23:17
Een mooi en leerzaam stuk. Helaas is de kern van de historische uiteenzetting nu nog steeds de harde realiteit in de Arabische wereld.

I.m.o. kan alleen middels het invoeren van een totaal vernieuwde (en vooral vrije) en onafhankelijke onderwijsstelsel een productieve en sructurele uitkomst bieden, die de nodige veranderingen teweeg kan brengen. Hierdoor creeer je een intellectuele en kritische bovenlaag die nu nog in geen enkel Arabisch land te vinden is. Ja, er zijn intellectuelen maar die zijn met handen en voeten gebonden waarbij kritiek op de staatspolitiek met harde hand wordt bestreden. En de handjevol Arabische wetenschappers die er zijn hebben de studie niet eens in eigen land genoten, maar in het buitenland. Ze zouden het niet eens in eigen land kunnen, omdat er geen fatsoenlijk wetenschappelijk infrastructuur ontwikkeld is.

Dat de Islam wetenschappelijk onderzoek verbiedt is lariekoek. Dat dit argument juist door deze dictatoren wordt gebruikt om hun eigen hachje te redden, is dan ook niet vreemd. Het opmerkelijke en meest frustrerende hieraan is dat ze wel gebruik maken van de technologische ontwikkeling die nb. door het "slechte" westen wordt geproduceerd. Zelfs de wapens waarmee ze hun land verdedigen worden massaal geimporteerd uit het westen. SA en Koeweit zijn zelfs nog een stapje verder gaan en hebben het Amerikaanse leger ingehuurd voor landbescherming. Damn, zieliger kan niet! Als ze dat geld nu eens in hun eigen bevolking investeren, dan zouden ze onafhankelijk kunnen opereren en zichzelf kunnen redden en beschermen. Nu zijn ze totaal afhankelijk en zijn ze als met een navelstreng verbonden met de VS, die ze zogenaamd haten. Bow down for the Mighty States. Eikels!

Revolution! Iran is al bezig nu de rest nog.....