Arvid
19-06-03, 20:14
Het is begrijpelijk dat velen denken dat de Democratische Volksrepubliek Korea (DVK) de agressor is in het huidige conflict met de Verenigde Staten (VS). De schaarse genuanceerde artikels die een correct beeld geven van het geschil verdrinken in een vloedgolf van ridicule sprookjes over een "kluizenaarstaat" onder een eenmansdictatuur die enkel met die van Saddam Hoessein kan vergeleken worden.
Ironisch genoeg maken zelfs "pacifisten" deze vergelijking. Daarmee willen ze dan de zogenaamde incoherentie in het beleid van de VS blootleggen maar verschaffen ze Washington enkel een excuus om de oorlogstaal nog op te drijven. Echter weet iedereen die vertrouwd is met de achtergrond van Korea dat het eigenlijk de VS is die op oorlog aanstuurt.
Het nieuws over Noord-Korea gedurende de laatste maanden is misschien wel verwarrend maar als het geanalyseerd wordt in de historische en politieke context blijkt dat de DVK een rationele, vredelievende politiek voert in het belang van het hele Koreaanse volk. Tezelfdertijd moet Noord-Korea het hoofd bieden aan de onverantwoordelijke intimidaties van een supermacht die over een militaire overmacht beschikt en wier belang lijnrecht staat tegenover de vrede in Noordoost Azië.
Korea op weg naar hereniging
Tot september van vorig jaar stevende Korea nog gestaag af op een hereniging van Noord en Zuid en de normalisatie van de relaties van de DVK met zijn buurlanden. Op 17 september bracht de Japanse eerste minister Koizumi nog een historisch eendaags bezoek aan Pyongyang, de hoofdstad van Noord Korea. Hij bracht er zijn verontschuldigingen over voor de verschrikkelijke schade en het lijden van het Koreaanse volk tijdens de kolonisatie door zijn land (1910-1945). De Noord-Koreaanse leider Kim Jong Il van zijn kant verbaasde de wereld met een opgemerkte verontschuldiging voor het uitzenden van spionageschepen in Japanse wateren en de ontvoering van dertien Japanners, waaronder een dertienjarig meisje, tussen 1977 en 1982.
Na de bezoeken van de Zuid-Koreaanse president Kim Dae Jung en VS-buitenlandminister Madeleine Albright aan Pyongyang in juni en oktober 2000 was het bezoek van Koizumi het derde hoogtepunt in een serie gebeurtenissen die langzaam maar zeker de vreedzame hereniging van Korea schenen in te luiden. De dag erna begonnen soldaten uit Zuid en Noord met de verwijdering van landmijnen in de bufferzone die beide Koreas scheidt om de verbinding van beider spoorwegnetwerken mogelijk te maken. Enkele weken later stapten atleten van Noord- en Zuid-Korea achter de vlag van het verenigd Korea tijdens de Aziatische Spelen in Pusan, Zuid-Korea.
De daden die de DVK aan Koizumi toegaf zijn te betreuren. Maar we mogen niet vergeten dat de geschiedenis en de huidige situatie van het land allesbehalve gewoon te noemen zijn. Tijdens de jaren 1930 en 1940 ontvoerde de Japanse bezetter honderdduizenden jonge Koreaanse mannen voor dwangarbeid en vrouwen voor gedwongen prostitutie. De VS bezetting na de capitulatie van Japan in 1945 en de Koreaanse oorlog die daarop volgde van 1950-1953 eiste 4 miljoen slachtoffers en maakte de civiele infrastructuur met de grond gelijk.
Formeel gezien is het Zuiden trouwens nog steeds in staat van oorlog met zijn noordelijke buur want Zuid-Korea tekende nooit de wapenstilstand. Het herbergt bovendien nog altijd 37.000 VS-troepen en plaatste het eigen leger onder een gezamenlijk commando met de VS, onder leiding van een Amerikaanse generaal. De VS troepen in Korea schrikken niet terug voor wat bloedvergieten. Zij steunden decennialang een militaire dictatuur en lieten het Zuid-Koreaanse leger toe om in 1980 2000 burgers af te slachten in de stad Kwangju. Bovendien zitten nog steeds honderden gevangenen vast op grond van de nationale veiligheidswet. Deze wet voorziet in gevangenisstraffen voor elke lof voor Noord-Korea of ongeoorloofde contacten met Noord -Koreanen.
De VS lappen het raamakkoord van 1994 aan hun laars
De detente in de relaties tussen Noord- en Zuid-Korea kwam na een akkoord dat de DVK in 1994 afsloot met de VS en dat bekend staat als het raamakkoord (Agreed Framework). De geschiedenis van dit akkoord, zoals ze in 1998 aan het licht gebracht werd in de Bulletin of the Atomic Scientists (1), is op zijn zachtst gezegd opmerkelijk. William Perry, de defensieminister van toenmalig VS-president Clinton, gaf toe dat hij al een gedetailleerd plan in de la had voor een aanval op de nucleaire centrale van Yongbyon, waarvan de VS beweerde dat ze gebruikt werd voor de productie van kernwapens, en voor de daaropvolgende invasie van Noord-Korea. Volgens Perry’s schattingen zou dat tienduizenden Koreaanse militairen de dood injagen en miljoenen vluchtelingen veroorzaken.
Ex-president Jimmy Carter, die lucht gekregen had van het plan, was zo gealarmeerd dat hij spoorslags en in eigen naam naar Pyongyang vertrok om president Kim Il Sung te ontmoeten. De interventie van Carter openbaarde via CNN het verlangen van Noord Korea naar een onderhandelde oplossing voor het conflict. Clinton en Perry werden aldus in hun hemd gezet aangezien hun rechtvaardiging van een aanval werd ontkracht en ze niet anders meer konden dan instemmen met vreedzame onderhandelingen.
Op minder dan een maand leidden de onderhandelingen tot de ondertekening van het raamakkoord op 21 oktober 1994. Dit akkoord legde de DVK op om haar nucleaire reactor in Yongbyon te bevriezen en onder inspectie te plaatsen van het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie. De VS van zijn kant beloofde om een internationaal consortium op de been te brengen om lichtwaterreactoren te bouwen met een totale capaciteit van 2.000 MW(e) tegen 2003. Tijdens de constructie van deze reactoren zou de VS jaarlijks een half miljoen ton zware stookolie leveren om te compenseren voor het verlies aan capaciteit dat Noord-Korea leed door aan haar nucleair programma te verzaken. Washington ging hiermee akkoord in de hoop dat Noord-Korea toch spoedig in elkaar zou storten.
De VS voerde inderdaad olie aan maar de leveringen waren onregelmatig en kwamen dikwijls pas toe wanneer de strenge winter al voorbij was. Het grootste probleem was echter met de lichtwaterreactoren. Hoewel die al in 2003 zouden moeten in gebruik komen, werd het eerste beton pas vorig jaar gegoten. Het wordt nu grif toegegeven dat de reactoren onmogelijk operationeel kunnen worden voor het einde van het decennium.
Het raamakkoord verplichtte beide landen ook om "stappen te ondernemen naar een volledige normalisatie van politieke en economische relaties" die uiteindelijk moesten uitmonden in relaties op ambassadeursniveau. Beide partijen kwamen ook overeen om "samen te werken voor vrede en veiligheid op een kernvrij Koreaans schiereiland." Dit artikel van het akkoord schreef de VS ook voor om "de DVK formele garanties te geven tegen een bedreiging of aanval met kernwapens vanwege de VS."
Het is overduidelijk dat de VS deze bepalingen geen seconde serieus heeft genomen. In de beleidsdocumenten van het Pentagon staat Noord-Korea vooraan in de lijst van potentiële doelwitten van een kernaanval. In juni 1998, vier jaar nadat de VS "formele garanties tegen een bedreiging of aanval met kernwapens" had gegeven, voerden VS-bommenwerpers een simulatie uit van een aanval met kernbommen op Noord-Korea. Vleugelcommandant Randall K. Bigum getuigde: "We simuleerden een oorlog in Korea met een Koreaans scenario. (…) Het scenario simuleerde een beslissing van het nationaal commando om kernwapens te gebruiken." (2)
Recenter nog is de herziening van het nucleaire standpunt (Nuclear Posture Review) die de regering Bush in 2001 maakte. Een uitgelekte versie van dit geheime document plaatst de DVK op een lijst met zeven landen waartegen de VS het gebruik van kernwapens overweegt. In de bespreking van de voorwaarden voor een kernaanval wordt Noord-Korea vernoemd als "een van de landen die kunnen betrokken zijn in onmiddellijke, dreigende of onverwachte noodsituaties." Een aanval van de DVK op Zuid-Korea is een van de drie noodsituaties die specifiek in het rapport behandeld worden als mogelijke reden voor een kernaanval.
Ook de State of the Union Address die president Bush op 29 januari 2002 aflegde kan bezwaarlijk verward worden met een vertrouwenwekkende maatregel in een vredesproces. Bush bestempelde de DVK, samen met Irak en Iran, met het waanzinnige concept van de "as van het kwaad" en beschuldigde Noord-Korea ervan "zich te bewapenen met raketten en massavernietigingswapens."
Het officiële persbureau van Noord-Korea, het Korean Central News Agency (KCNA), waarschuwde al in maart 2002 dat de oorlogstaal van de VS het raamakkoord van 1994 in gevaar kon brengen. Het haalde een woordvoerder van het ministerie van buitenlandse zaken aan met de woorden: "Nu de atoomgekken het voor het zeggen hebben in het Witte Huis zien we ons verplicht om alle akkoorden met de VS aan een onderzoek te onderwerpen."
Ironisch genoeg maken zelfs "pacifisten" deze vergelijking. Daarmee willen ze dan de zogenaamde incoherentie in het beleid van de VS blootleggen maar verschaffen ze Washington enkel een excuus om de oorlogstaal nog op te drijven. Echter weet iedereen die vertrouwd is met de achtergrond van Korea dat het eigenlijk de VS is die op oorlog aanstuurt.
Het nieuws over Noord-Korea gedurende de laatste maanden is misschien wel verwarrend maar als het geanalyseerd wordt in de historische en politieke context blijkt dat de DVK een rationele, vredelievende politiek voert in het belang van het hele Koreaanse volk. Tezelfdertijd moet Noord-Korea het hoofd bieden aan de onverantwoordelijke intimidaties van een supermacht die over een militaire overmacht beschikt en wier belang lijnrecht staat tegenover de vrede in Noordoost Azië.
Korea op weg naar hereniging
Tot september van vorig jaar stevende Korea nog gestaag af op een hereniging van Noord en Zuid en de normalisatie van de relaties van de DVK met zijn buurlanden. Op 17 september bracht de Japanse eerste minister Koizumi nog een historisch eendaags bezoek aan Pyongyang, de hoofdstad van Noord Korea. Hij bracht er zijn verontschuldigingen over voor de verschrikkelijke schade en het lijden van het Koreaanse volk tijdens de kolonisatie door zijn land (1910-1945). De Noord-Koreaanse leider Kim Jong Il van zijn kant verbaasde de wereld met een opgemerkte verontschuldiging voor het uitzenden van spionageschepen in Japanse wateren en de ontvoering van dertien Japanners, waaronder een dertienjarig meisje, tussen 1977 en 1982.
Na de bezoeken van de Zuid-Koreaanse president Kim Dae Jung en VS-buitenlandminister Madeleine Albright aan Pyongyang in juni en oktober 2000 was het bezoek van Koizumi het derde hoogtepunt in een serie gebeurtenissen die langzaam maar zeker de vreedzame hereniging van Korea schenen in te luiden. De dag erna begonnen soldaten uit Zuid en Noord met de verwijdering van landmijnen in de bufferzone die beide Koreas scheidt om de verbinding van beider spoorwegnetwerken mogelijk te maken. Enkele weken later stapten atleten van Noord- en Zuid-Korea achter de vlag van het verenigd Korea tijdens de Aziatische Spelen in Pusan, Zuid-Korea.
De daden die de DVK aan Koizumi toegaf zijn te betreuren. Maar we mogen niet vergeten dat de geschiedenis en de huidige situatie van het land allesbehalve gewoon te noemen zijn. Tijdens de jaren 1930 en 1940 ontvoerde de Japanse bezetter honderdduizenden jonge Koreaanse mannen voor dwangarbeid en vrouwen voor gedwongen prostitutie. De VS bezetting na de capitulatie van Japan in 1945 en de Koreaanse oorlog die daarop volgde van 1950-1953 eiste 4 miljoen slachtoffers en maakte de civiele infrastructuur met de grond gelijk.
Formeel gezien is het Zuiden trouwens nog steeds in staat van oorlog met zijn noordelijke buur want Zuid-Korea tekende nooit de wapenstilstand. Het herbergt bovendien nog altijd 37.000 VS-troepen en plaatste het eigen leger onder een gezamenlijk commando met de VS, onder leiding van een Amerikaanse generaal. De VS troepen in Korea schrikken niet terug voor wat bloedvergieten. Zij steunden decennialang een militaire dictatuur en lieten het Zuid-Koreaanse leger toe om in 1980 2000 burgers af te slachten in de stad Kwangju. Bovendien zitten nog steeds honderden gevangenen vast op grond van de nationale veiligheidswet. Deze wet voorziet in gevangenisstraffen voor elke lof voor Noord-Korea of ongeoorloofde contacten met Noord -Koreanen.
De VS lappen het raamakkoord van 1994 aan hun laars
De detente in de relaties tussen Noord- en Zuid-Korea kwam na een akkoord dat de DVK in 1994 afsloot met de VS en dat bekend staat als het raamakkoord (Agreed Framework). De geschiedenis van dit akkoord, zoals ze in 1998 aan het licht gebracht werd in de Bulletin of the Atomic Scientists (1), is op zijn zachtst gezegd opmerkelijk. William Perry, de defensieminister van toenmalig VS-president Clinton, gaf toe dat hij al een gedetailleerd plan in de la had voor een aanval op de nucleaire centrale van Yongbyon, waarvan de VS beweerde dat ze gebruikt werd voor de productie van kernwapens, en voor de daaropvolgende invasie van Noord-Korea. Volgens Perry’s schattingen zou dat tienduizenden Koreaanse militairen de dood injagen en miljoenen vluchtelingen veroorzaken.
Ex-president Jimmy Carter, die lucht gekregen had van het plan, was zo gealarmeerd dat hij spoorslags en in eigen naam naar Pyongyang vertrok om president Kim Il Sung te ontmoeten. De interventie van Carter openbaarde via CNN het verlangen van Noord Korea naar een onderhandelde oplossing voor het conflict. Clinton en Perry werden aldus in hun hemd gezet aangezien hun rechtvaardiging van een aanval werd ontkracht en ze niet anders meer konden dan instemmen met vreedzame onderhandelingen.
Op minder dan een maand leidden de onderhandelingen tot de ondertekening van het raamakkoord op 21 oktober 1994. Dit akkoord legde de DVK op om haar nucleaire reactor in Yongbyon te bevriezen en onder inspectie te plaatsen van het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie. De VS van zijn kant beloofde om een internationaal consortium op de been te brengen om lichtwaterreactoren te bouwen met een totale capaciteit van 2.000 MW(e) tegen 2003. Tijdens de constructie van deze reactoren zou de VS jaarlijks een half miljoen ton zware stookolie leveren om te compenseren voor het verlies aan capaciteit dat Noord-Korea leed door aan haar nucleair programma te verzaken. Washington ging hiermee akkoord in de hoop dat Noord-Korea toch spoedig in elkaar zou storten.
De VS voerde inderdaad olie aan maar de leveringen waren onregelmatig en kwamen dikwijls pas toe wanneer de strenge winter al voorbij was. Het grootste probleem was echter met de lichtwaterreactoren. Hoewel die al in 2003 zouden moeten in gebruik komen, werd het eerste beton pas vorig jaar gegoten. Het wordt nu grif toegegeven dat de reactoren onmogelijk operationeel kunnen worden voor het einde van het decennium.
Het raamakkoord verplichtte beide landen ook om "stappen te ondernemen naar een volledige normalisatie van politieke en economische relaties" die uiteindelijk moesten uitmonden in relaties op ambassadeursniveau. Beide partijen kwamen ook overeen om "samen te werken voor vrede en veiligheid op een kernvrij Koreaans schiereiland." Dit artikel van het akkoord schreef de VS ook voor om "de DVK formele garanties te geven tegen een bedreiging of aanval met kernwapens vanwege de VS."
Het is overduidelijk dat de VS deze bepalingen geen seconde serieus heeft genomen. In de beleidsdocumenten van het Pentagon staat Noord-Korea vooraan in de lijst van potentiële doelwitten van een kernaanval. In juni 1998, vier jaar nadat de VS "formele garanties tegen een bedreiging of aanval met kernwapens" had gegeven, voerden VS-bommenwerpers een simulatie uit van een aanval met kernbommen op Noord-Korea. Vleugelcommandant Randall K. Bigum getuigde: "We simuleerden een oorlog in Korea met een Koreaans scenario. (…) Het scenario simuleerde een beslissing van het nationaal commando om kernwapens te gebruiken." (2)
Recenter nog is de herziening van het nucleaire standpunt (Nuclear Posture Review) die de regering Bush in 2001 maakte. Een uitgelekte versie van dit geheime document plaatst de DVK op een lijst met zeven landen waartegen de VS het gebruik van kernwapens overweegt. In de bespreking van de voorwaarden voor een kernaanval wordt Noord-Korea vernoemd als "een van de landen die kunnen betrokken zijn in onmiddellijke, dreigende of onverwachte noodsituaties." Een aanval van de DVK op Zuid-Korea is een van de drie noodsituaties die specifiek in het rapport behandeld worden als mogelijke reden voor een kernaanval.
Ook de State of the Union Address die president Bush op 29 januari 2002 aflegde kan bezwaarlijk verward worden met een vertrouwenwekkende maatregel in een vredesproces. Bush bestempelde de DVK, samen met Irak en Iran, met het waanzinnige concept van de "as van het kwaad" en beschuldigde Noord-Korea ervan "zich te bewapenen met raketten en massavernietigingswapens."
Het officiële persbureau van Noord-Korea, het Korean Central News Agency (KCNA), waarschuwde al in maart 2002 dat de oorlogstaal van de VS het raamakkoord van 1994 in gevaar kon brengen. Het haalde een woordvoerder van het ministerie van buitenlandse zaken aan met de woorden: "Nu de atoomgekken het voor het zeggen hebben in het Witte Huis zien we ons verplicht om alle akkoorden met de VS aan een onderzoek te onderwerpen."